Het oproer te Amsterdam. buitenland gestaan. Ofschoon de kleeding der dame door het vuur erg was gehavend, heeft zy boven verwachting geen enkele brandwonde bekomen. De brand is ontstaan door vonken uit de pijp der locomotief, die, zooals men algemeen verzekerde, van geen vonkenvanger was voorzien. Gisternacht is door een nachttrein van de Gooische Stoomtrammaatschappjj de chef van dienst dier Maatschappij overreden. De onge lukkige was onmiddellijk dood. Het Hindoesche theater teTinne- velly, bij Madras, is door brand vernield. Meer dan honderd inboorlingen kwamen in de vlammen om en een aanzienlijk aantal werd verwond. Volgens nadere berichten uit St* John's moet het getal Indianen en Esquimo's, die in Labrador door den hongersnood reeds zyn om gekomen, op p. m. 3500 worden geschat. Erheerschte vreeseljjke koude en twee dagen hield een onge meen hevige sneeuwstorm aan. Vijftienduizend menschen zijn daardoor van de buitenwereld afge zonderd en gaan den hongerdood te gemoet. Daarbij komt een inval van ijsberen, die door de koude zuidwaarts worden gedreven. De Indianen eten hunne doode makkers. De avond van gisteren ging kalm voorbij. Even als de vorige avonden werd de dienst op en om de Noordermarkt door infanterie en politie waar genomen en de nieuwsgierigen, daaraan reeds ge wend, bleven nauwelijks meer kijken. Gisternamiddag zjln door de politie, krachtens rechterlijk bevel, vier werklieden aangehouden en naar de celgevangenis gebracht, wegens deelneming aan oproerige samenrotting. In den afgeloopen nacht om halftwee werd in alle kazernen te Amsterdam algemeen réveille geblazen. Op het onverwachts werd het geheelo garnizoen te wapen geroepen, en wel naar aan leiding van besluiten, door den burgemeester en den plaatscommandant genomen met het oog op de begrafenis van de slachtoffers, die in den nacht van Maandag op Dinsdag zijn gevallen. D*e meest doeltreffende maatregelen waren genomen om alle eventualiteiten te voorkomen, om onverhoopt tumult of oproer te onderdrukken. Do manschappen kregen hunne soep en stonden spoedig gereed om op te trekken. Dit geschiedde te halfdrie. Zy werden geleid door sectiën politie agenten en betrokken toen 19 posten der stad, waardoor alle belangrijke punten, als 't ware, direct onder bescherming stonden der gowapende macht, welke hare hoofdkwartieren op den Dam en op de Noordermarkt vestigde. Zoowel de infan terie, de mariniers, als de huzaren waren opge roepen en sommige posten hadden eene belangrijke getalsterkte. Die posten waren als volgt verdeeldhoofdbureel van politie, Noordermarkt, Dam, kazerne Oranje- Nassau, cavalerie kazerne, Linneaeusstraat, Mamix- straat; dit waren de dépots, waarbij de kazerne Oranje-Nassau bezet was door infanterie, maar ook door vestingartillerie. Voor de Oosterbegraafplaats waren de volgende posten uitgezet: J. D. Meyer- plein, Kattenburg, Nieuwmarkt, Rembrandtplein, Paleis voor Volksvlijt; voor de Westerbegraafplaats: Haarlemmerpoort, Zaagpoort, Administratiegebouw der Holl. IJzeren-Spoorweg-Maatschappyvoor het kerkhof „De Liefde": Raampoort, Lauriergracht, Leidscheplein en Brandweerkazerne. Zooals reeds hierboven is medegedeeld, waren de belangrijkste posten Dam en Noordermarkt, welke, behalve over eene krachtige sectie infante risten, onder bevel van hoofdofficieren, ook over de meeste politie-agenten beschikten. Alle posten stonden onder bevel van officieren. Voor zoover dit niet reeds vroeger was geschied, werden de lijken tusschen vyf en zeven uren 's morgens door de nabestaanden van het Binnen gasthuis afgehaald en naar hunne woningen ge bracht, onder beding dat alle begrafenissen vóór tien uren hedenmorgen moesten zijn afgeloopen. Gaarne had men ze van gemeentewege laten be graven, doch de familiën deden hare rechten gelden en dus werden de teraardebestellingen door de bloed verwanten geleid. Van de 22 dooden tcch in het gasthuis waren er 18 door de familiebetrekkingen opgeëischt; de overige 4 werden op stadskosten door de Begrafenis- vereeniging begraven. (De agent Korfmaker is niet dood en zal vermoedelijk in het leven behouden blijven.) Zooals men ziet, waren krachtige maatregelen genomen om elke oproerige beweging in de ge boorte te smoren en werd gerucht zooveel moge lijk vermeden. De indeeling der troepen nl. was zoodanig opge maakt, dat ze onmiddellijk naar de kerkhoven, en wel van verschillende zijdon, gemakkelijk konden oprukken. Volgens de „Amst. Crt." was het oproerige ge schrift, door Fortuyn verspreid, gedrukt op de socia listische drukkerij „Excelsior" te 's-Hage, welke onder hot bestuur staat van Domela Nieuwenhuis. In dat geschrift wordt ook eene aanhaling uit „Recht voor Allen" gedaan in de woorden„Het is u genoeg gezegd, vereenigt u, in plaats van brood krijgt gij lood." Schandelijke betichtingen worden verder uit gebracht tegen de militairen en het volk wordt opgehitst zich te vereonigen tegen het ruwe geweld Van den aanvang is begrepen, dat de opwinding van verleden Zondag enkel als aanleiding gebruikt is door de sociaal-democraten, om hun lang voor bereiden aanslag in Amsterdam te doen. Van de eerste aanleiding werd gebruik gemaakt. Van verschillende zijden worden by den burge meester van Amsterdam grootere en kleinere giften, ja zelfs zeer kleine bijdragen, ton behoeve der polie-agenten ingezonden. Door de politie werd gistermiddag op den Dam een beschonken man gearresteerd, die met eene byl gewapend, op het monument toeliep, naar het scheen met het doel om het om te hakken. Ook is in den nacht van 28 op 29 dezer aan een der politieburoelen binnengebracht een jong mensch, kantoorbediende, wegens het dragen van een verborgen wapen, waarmede hjj op den Dam een voorbijganger had gedreigd. Omtrent de hedenmorgen plaats gehad hebbende teraardebestellingen meldt het „Hbl." het volgende De maatregelen tot handhaving der openbare orde waren goed genomen. Gelukkig was de hou ding van de bevolking zóó kalm, ernstig en waar dig, dat ze niet toegepast behoefden te worden. Om zes uren waren alle lijken, zonder dat men er in do stad veol van gezien had, naar de wonin gen hunner verwanten gebracht en was het stoffelijke overschot van wijlen Johannes Penning, Jan Johan nes Antonius Beuning, Thijs Petersen en Hendrik Behrens vanwege de gemeente, door middel van de Begrafenisvereeniging, in een 5de-klasse-graf op de Oosterbegraafplaats ter aarde besteld. In de straten waaruit de dooden zouden worden begraven, was het niet drukker dan wanneer er ge wone begrafenissen zijn. Er waren natuurlijk nieuws gierigen, die het lot der slachtoffers betreurden, maar men hoorde thans weinig bittere woorden uiten. Alléén op de Westerstraat, in de Lindonstraat en Anjelierstraat was het ook drukker dan gewoon lijk en was het getal nieuwsgierigen grooter dan in het overige deel der stad. Een der eerste lijken, welke op de Oosterbegraaf plaats werd ter aarde besteld, was dat van Abraham Arnoldus Pakoo, dat reeds te ongeveer kwart over zessen werd begraven. Het was ech ter ruim halfacht, toen de lystaatsiën zich in den omtrek van de Noordermakt in beweging zetten. Daar waren er drie te gelijk, welke allen werden gevolgd door groepen nieuwsgierigen, en hier en daar in de stad kruisten dezen andere lijkstoeten, even eens door nieuwsgierige personen gevolgd, welke naar de Westerbegraafplaats of het kerkhof „De Liefde" trokken. Dat was een somber gezicht al deze lijkstaatsiën te zien en menigeen, die ze met het oog volgde, schudde meewarig het hoofd. Te halfnegen kwam op de Oosterbegraafplaats het lijk der ongelukkige jonge vrouw aan, die zoo lang onbekend is gebleven, A. C. Jansen, en daar deze doodenakker, evenals de beide anderen, voor het publiek was opengesteld, waren verscheidene henderden personen aanwezig die meest met onge dekte hoofden het lijk in de groeve zagen zinken. Menige traan blonk bij deze lykplechtigheid even als bjj de anderen in de oogen der omstanders en ook hier werden de rampzaligen uit voller hart betreurd. Even na het vorig lijk werd er ook het stoffelijk overschot gebracht van den jongen man Ernst Hen drik Tjaden, wiens grijze vader veler medelijden wekte. Te negen uren werd het lyk van Willem Van Munster ter aarde besteld en dadelijk daarna dat van Leonard Van Dijk, die, op een barricade, met de roode vlag in de hand, was doodgeschoten. Met dezen lijkstoet waren vele bekende sociaal democraten medegekomen, en een der rouwdragen- den sprak by de geopende groeve ter zijner nage dachtenis een woord van hulde, waarby hy o. a. zeide, dat, indien de overledene de jammerklachten had kunnen hooren, welke heden uit den mond van vele weduwen en weezen waren opgegaan, hy het zeker niet zou hebben betreurd reeds thans te zyn gestorven. Hy eindigde met het uitspreken dei- volgende versregels: Och, hoe teêr wy u beminden, Liefste, dierste onzer vrinden, Nimmer zien wy u ooit weêr! daarby namens de S.-D. Tooneelclub en de S.-D. Zang- vereeniging „Apollo, een paar fraaie kransen op het graf nederleggende. Hiermede waren op de Oosterbegraafplaats de treurige plechtigheden, gevolgen van dien noodlot- tigen Maandag-avond, geëindigd. Geen ongepast woord, geen ongepaste daad was daarby gehoord of gezien en kalm, groepsgewyze verliet de menigte den doodenakker, waar ook de wethouder de heer baron Roëll, de ter-aarde-bestellingen had byge- woond. Op het kerkhof „De Liefde" waren ook reeds vroeg hondorden personen aanwezig, doch ook hier liep alles voorbeeldig ordelyk af. De begrafenis plechtigheden begonnen hier eerst te negen uren en het ïyk van den een-en-zestigjarigen Johannes Pijn kwam het eerst aan. Daarop volgden byna onmiddeliyk de ïykstaatsiën van den twee-en-twintig jarigen Karei Lodewyk Steenkamp en van Bernard Heinrich Witte, die voor het venster in eene kamer op de Lindengracht werd doodgeschoten. Eenigen tyd later kwam de lykstoet van Willebordus Hel- sloot op den doodenakker aandie van den jongen Johannes Franciscus Antonius Uelmann volgde, evenals die des jonggehuwden Hendrik Willem Phennegers. De laatste lykstaatsie, welke op dit kerkhof aankwam, was die van Gerardus Greuter. Al deze lyken werden op de plechtige wyze ter laatste rustplaats gebracht, waardoor de begra fenissen der R.-Katholieken zich kenmerken. Alles was hier te ongeveer halftwaalf afgeloopen. Op de Wester begraafplaats vonden vier teraarde bestellingen van gedooden plaats en ook hier waren allengs wel een duizendtal, personen om de ge opende groeve verzameld. De ry der droeve plech tigheden werd hier geopend door de begrafenis - van wylen Cornelis Johannes Wesselsz, waarop die van Gerrit Riet volgde. Toen daarop het stoffelyk overschot van Johan Ehlebracht aan de aarde zou worden toevertrouwd, dreigde zyn broeder van aandoening in do groeve te vallen, doch hy werd bytyds door zyne medeverwanten gegrepen. Het lijk van den vyftienjarigen Herman Koerts kwam het laatst, doch dank zy de goede regeling van den chef der begraafplaats, den heer Van Weely, was alles reeds te negen uren in de beste orde afgeloopen. Vóór den middag waren de lyken van twintig slachtoffers der treurige straatgevechten van Maan dagavond ter laatste rustplaats gebracht. Van de genomen maatregelen ter handhaving der orde, kon men langs de wegen zoo goed als niets bespeuren en juist daardoor, scheen het, had men een grooteren toeloop van nieuwsgierigen ver meden. Behalve de talryke ïykstaatsiën in de straten, had de hoofdstad haar gewoon voorkomen. Uitgezonderd de posten op de Noordermarkt en op den Dam, zyn alle troepen-afdeelingen ingerukt. S De bevolking tot zelfs in op de thans zoo be- -k rucht geworden gracht en de nabijliggende straten, fl hield zich bedaard al jammerden vrouwen en zus- Ij ters om do dierbare dooden en toonden de strakke. J blikken der mannen aan wat er in hun hart <3 omging. Op dit oogenblik is alles in de geheele stad rustig. r/ De Jordaan heeft zyn gewoon aanzien, de menschen zyn aan het werk, de kinderen gaan naar de school. Boljfic. Het hof van assises te Bergen, in Henegouwer heeft gisteren uitspraak gedaan in het rechtsg- ding tegen de personen, vervolgd wegens vernielir. der spiegelfabriek van Roux. Vier der beschuldig den werden vrygesproken. Veroordeeld werder twee personen tot levenslangen, twee tot 15 jare en drie tot 12 jaren dwangarbeid; één tot 1 jaren, twee tot 5 jaren en zeven tot 3 maande tuchthuisstraf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 2