Bit Bummer bestaat Hit Twee Bladen. Het oproer te Amsterdam. [i0, 8110. JOoiKlertlagg SO «JTrali. A0, 1885, feze goarant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per S maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. Naar het zich in den namiddag van gisteren liet aanzien, heeft het beslist optreden in den vorigen avond en nacht gelukkig de gewenschte uitwerking gehad. Het bleef althans vrp rustig. Natuurlijk ontbrak het evenwel niet aan verspreide groepen en groepjes, die het gebeurde in meer of minder juiste kleuren afschilderden en er dan eenige be schouwingen aan vast knoopten; maar ophitsende kreten werden, volgens het „Hbl.", niet gehoord. Ook lijdelijk verzet werd niet waargenomen. In de Oude Looiersstraat, dus op een half uur afstand van de oproerige buurt, werd omstreeks vijf uren een rustig toezicht houdend politie-agent, met name Korfmaker, het slachtoffer van een woesteling, die hem goedsmoeds met een stuk hout een slag op het hoofd toebracht. De verwonding was helaas zóó ernstig, dat de ongelukkige be wusteloos naar het gasthuis werd vervoerd, waar dr. Frank hem hulp verleende. De mishandeling geschiedde mede door eenige belhamels onder aanvoering van zekeren W. Lan- gelaan, die daarop tegen 6 uren uit zijno woning gehaald en gearresteerd werd. Hij is een oude be kende en bracht, volgens het „N. v. d. D.", den niets kwaads vermoedenden agent op het onver wachts met een stuk hout zulk een geweldigen slag in den nek toe, dat de ongelukkige, hoewel nog een eind voortgeloopen zijnde, ineenzonk en door de inmiddels toegeschoten bewoners dier buurt voorloopig werd ondersteund. Zijn toestand moet hoogst bedenkelijk zijn. Het is te betreuren dat mannen, die hun plicht doen, en slechts de bevelen volgen hun door hunne su perieuren gegeven, aan zulke lage moorddadige aan vallen blootstaan, waardoor niet alleen zij, maar ook hunne gezinnen ongelukkig worden gemaakt. De nu gearresteerde Langelaan moet de zoon zijn van een man, die Maandag-avond door een kogel werd neergeschoten. Tegen halfnegen, toen de regenachtige lucht al meer en meer verduisterde en alles schijnbaar rustig was, meenden wellicht eenige kwajongens op de Prinsengracht bij de Brouwersgracht hun kans schoon te zien om weer eens met steenen te werpen, waar zelfs een paar steenen van de overzijde tegen de schutting op den hoek van de Prinsengracht en de Noordermarkt werden geworpen, doch zoodra de patrouille agenten, gevolgd door 20 infanteristen, verscheen, was er zelfs geen nieuwsgierige meer te ontdekken. De volksdrom was reeds op de vlucht geslagen. Door die beweging echter geraakten de gemoederen opnieuw aan het gistenmen hoorde fluiten en vloe ken, en in de straten en op de grachten werden de hoofden weer onrustbarender bij elkaar gestoken. De hoofdcommissaris Doesburg achtte het althans gera den, den bevelvoerenden majoor der infanterie Muller te verzoeken een paar rondes te maken om meer vrij baan te houden. Deze beweging liep zonder vijandelijke ontmoe tingen af, zoodat de militaire macht zich weer kon bepalen tot het bezetten van eenige posten en verder haar bivak kon opzoeken inde Noorderkerk, welker verlichte ramen zich helder afteekenden tusschen het donker geboomte in den omtrek. Het voorbeeld van de Prinsengracht werd om nogen uren niettemin door het volk, dat in de Linden- straat opeengehoopt stond, gevolgd. Yoor het politie- bureel op de Noordermarkt vielen de steenen neer. Te kwart over negenen ging daarom eene patrouille infanterie, behoorende tot een bataljon, dat aam gerukt was, de Lindenstraat in en dreef de menigte achteruit. Hierbij bleek geen verzet, noch van de opeendringende personen noch uit de huizen. De regen begon intusschen al heviger te vallen en dreef de menigte naar huis. Alléén wierp men om ongeveer halfelf nog in de Anjoliersstraat met eenige steenen, doch toen do infanterie zich ver toonde, sloegen zij, die hiermede bezig waren, ook op de vlucht. De politie maakte zich tevens van eenige personen meester, die als kwaadwilligen bekend staan en Maandag de menigte hadden opgeruid, maar toen niet gevat konden wordenhet waren de bekende socialisten Baars, die Maandag met eene roode vlag had geloopen, Lodewjjks en Van der Burgt, alsmede Schweitz, een wegens dronkenschap ontslagen politie agent, die zich allen tegen de politie verzet hadden de laatste had ook met steenon gegooid. Zij werden allen naar de cel gebracht. Als een bewijs van den heldenmoed van Baars, die Maandag aanvoerder was, kan dienen dat hjj gisteren bjj het verhoor voor den commissaris schreide als een kind, en dit jammeren herhaalde toen hjj des avonds te 8 uren van het bureel naar de ge vangenis werd vervoerd. Eene huishoudelijke vergadering der socialisten werd in het Volkspark gohouden. Ongeveer een dertigtal personen kwam daarbij op. Eene sectie infanterie, onder luitenant Mansfeldt, was aan het politiebureel aan de Raampoort geposteerd, waar een der bestuursleden van den bond voor Alge meen Stemrecht mededeelde, dat men gaarne eene inzameling in de stad wilde houden voor slacht offers en de nabestaanden van de gedooden bjj dit oproer. Natuurlijk werd deze „weldoener" naar de bevoegde overheid verwezen. Het getal dooden bedraagt thans zes en twintig personen. Te middernacht was op het terrein geen spoor van verzet meer te bespeuren, en was vooral de nu beruchte Lindengracht zóó kalm als men zich die in den rustigsten tijd zou kunnen denken. Naar het „Hbl." verder meldt, is het bericht be treffende de inhechtenisneming van een kanonnier, die gemeene zaak met de opstandelingen zou heb ben gemaakt, gebleken op een misverstand te be rusten. De man, nog pas in dienst, had vrjj af en meende, toen hij van oproer hoorde, dat zijn plicht hem onmiddellijk naar de kazerne riep. Den kort- sten weg kiezende, wilde hij door de bezetting drin gen en word bij die gelegenheid ingerukt en naar het politiebureel op de Noordermarkt gebracht. Toen hfj gistermiddag onder geleide van een ser geant en vier man aan de militaire overheid zou worden overgeleverd, trachtte het volk hem te ont zetten, zoodat hij ten slotte in een rijtuig moest worden vervoerd, 's Mans onschuld is intusschen reeds gebleken. Dat doet te meer genoegen, omdat de geest der militairen, ondanks hun zwaren dienst, als uitstekend wordt geroemd. Ook de burgerij toont dat te beseffen. Van verschillende zijden zjjn aan de hoofdwacht, met toestemming van den com mandant, wijn en sigaren bezorgd om onder de manschappen te worden verdeeld. Maar merkwaar diger dan deze blijken van waardeering is het feit, dat de bewoners der straten, waar de militaire macht handelend moest optreden en bloed vergoot, als om strijd koffie, bier, brood, tabak en sigaren aan de Noorderkerk bezorgen. De handelwijze dezer ooggetuigen is zeker wel de welsprekendste ver oordeeling der opstandelingen en het bewijs tevens dat de militaire overheid, ondanks haar gestreng optreden, met beleid is te werk gegaan. Die meening wordt bevestigd door de omstan digheid dat bij verschillende dooden en gekwetsten revolvers zijn gevonden, waaraan twee of drie schoten ontbraken. Nu er helaas toch slachtoffers PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van. 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incas- seeren buiten do stad wordt 0.10 berekend. moesten vallen, is het zeker gelukkig dat ten minste in dezen onmiskenbaar schuldigen zijn getroffen. De militaire dienst zal heden worden waargeno men door de infanterie, de mariniers en een ge deelte der schutterij. De manschappen van beide eerstgenoemde wapenen hebben dan althans weer eenige rust gehad, een voorrecht, waarin de plaat selijke commandant kolonel Boellaardt en de kapt.- adjudant Keyser niet deelen, want beiden hebben reeds van eergisterochtend acht uren onafgebro ken dienst. Voor Vrijdag, den dag der begrafenis van de gedooden, zijn bijzondere maatregelen genomen. Een sterk naburig garnizoen zal marschvaardig staan, zoowel voet- als paardevolk, en de spoor wegmaatschappijen zijn aangeschreven zoodanig materieel gereed te houden als noodig is voor snel en oogenblikkeiyk vervoer. De Amsterdamsche burgerij kan derhalve gerust zijn; alleen dient zij de taak der waakzame over heid niet te verzwaren door als toeschouwer het verkeer te belemmeren. Omtrent het voorgevallene van Maandag ontleenen wij aan de Amsterdamsche bladen nog het volgende Eene wandeling in de Boomdwarsstraten, Linden- dwarsstraten en in de achterhoede van de massa volk die de barricade bezet hield in de Lindenstraatj deed zien, dat de steenen, waarmee men wierp, voor het doel gereed werden gemaakt door jongens, die ze uit de straat opbraken, en ze met allerlei instrumenten in stukken klopten, waarna ze in manden naar de barricade werden gebracht. Het viel niet te loochenen, dat de houding van het volk op enkele uitzonderingen na, hoogst vij andig was. Eene vrouw zeide o. a. op de Linden- gracht tegen een jongen, die een steen, welken hij niet doormidden kon kloppen, boos in het water wierp: „Ben je bed...d, jongen, die kan-je wel beter tegen de dienders gebruiken!" Het was omstreeks kwart voor elven toen eene groote menigte van de Brouwersgracht naar de Noordermarkt optrok, waar de brug bij de Prinsen gracht door een detachement infanterie was bezet. Toen dit met steenworpen werd begroet, ratelde ook hier weldra het geweervuur. Bij deze gelegen heid werden twee mannen zwaar gekwetst en eene vrouw van vior en twintig jaren door hoofd en buik geschoten. Zij stortte dood neder. De soldaten hebben wellicht dikwijls over de hoofden der oproerigen heen geschoten, zonder te denken, welke vreeselijke gevolgen dit kon hebben. Daardoor zijn de kogels in de dichtgebouwde buur ten in de huizen tot op de bovenste verdiepingen gevlogen; zooals bij een bakker tegenover de Za- terdagsche brug. Het is een wonder, dat in dit zoo dichtbewoonde huis geen dooden zijn gevallen, hoewel de bakker een kogel rakelings lang zijn hoofd heeft gekregen. Een kogel werd er getoond, die op de bovenverdie ping van dit huis, na door twee kamers te zijn gevlogen, in den poot van een ledikant bleef zitten eene vrouw en vier kinderen, die zich in het ver trek bevonden, kwamen met den schrik vrij. Aan den hoek der 2de Goudsbloemdwarsstraat, waar Bertus Witte, die een vriend op eene boven kamer bezocht, doodelijk getroffen werd, drong de kogel de bedstee door, zonder, gelukkig, de kleinen te treffen, die rustig lagen te slapen. In het hout maakte de kogel bloedige sporen. De man laat eene in bijzondere omstandigheden verkeerende vrouw na. Op den anderen hoek der Goudsbloemdwarsstraat woont een bakker. Daar drong een kogel door drie vertrekken heen, rakelings langs de dienstmeid. Op de bovenste verdieping vlogen de kogels door LEIDSCH DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1