N°. 8095. A0. 1888. Dit nummer bestaat uit Brie Bladen. Maandag: Juli. <§eze feourant wordt dagelijksmet uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Volkslectuur. Leiden, 10 Juli. LBIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: fitt Leiden per 8 maanden1.10. yrenoo per post1-40. Ationderiyke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.1 Ti. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ineae* seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Officieel® Kennisgevingen. De Burgemeester van Leiden; i Gezien art. 21 der Wet van don Iden December 1872, Btbl. No. 134 Brengt ter algemeene kennis dat in de afgcloopen week zes personen alhier aan Mazelen zijn overleden. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 10 Juli 1886. DE KANTER. Eenigen tijd geleden werd ons, evenals aan i andere bladen, de eerste aflevering van een nieuw tijdschrift, „Vragen van den dag", ter aankondiging toegezonden. Bij het doorbladeren van dat proefnummer en vooral bij het aandachtig lezen van een paar der opstellen welke het bevatte, rees bij ons het denkbeeld, naar aanleiding van die nieuwe uitgave, eenige beschouwingen te leveren over de leesstof, waarmede de groote meerderheid van ons volk den geest voedt, en de vereischten, aan welke een populair tijdschrift behoort te voldoen. Tot een goed begrip van onze bedoeling is het noodig het woord volk, dat misschien zooveel beteekenissen heeft als er personen zijn die het bezigen, wat nader te omschrijven. In dit geval beduidt het de grooto meerderheid van het lezend publiek, de mannen en vrouwen, die geon bepaald wetenschappelijke opleiding mochten genieten, maar toch genoegzaam verstandelijk ontwikkeld zijn om belang te stellen in de onderwerpen, door den loop der gebeurtenissen aan de orde gebracht. Dank zij het verbeterd lager onderwijs, is deze kring sinds het vierdedeel eener eeuw zeer ruim geworden. Dat onderwijs gaf aan duizenden den sleutel in handen, waarmede zij toegang kunnen verkrijgen tot de ruim voorziene schatkamers, welker inhoud door voorgeslacht en tijdgenoot aanhoudend werd verrijktstelde hen in staat, in gemeenschaps oefening te treden met de gedachtenwereld, aan welke niemand vreemd kan blijven op straffe van tot een verstompend plantenleven veroordeeld te zijn. Zucht naar kennis is de drijfkracht der beschaving. Er is voor hen, die meer weten dan andere men- schen, geen edeler taak denkbaar, dan hun licht te doen schijnen en zooveel in hun vermogen ligt bij te dragen tot bevrediging dier begeerte. Met dozen aandrang om meer te weten en duidelij ker te verstaan, houdt het streven naar vrijheid gelij ken tred. Niet die vrijheid, welke zich los wil maken van alle bandenniet die, welke het gemeenschapsge voel ondermijnt en de eischen van het algemeen belang miskent, want het is slechts do weinig ontwikkelde die daarin heil zoekt, maar eene vrijheid, welke een eigen oordeel verlangt te vellen over de dingen des maatschappelijken en staatkundigen levens, om vervolgens langs wettelyken weg de zegepraal van eigen beginselen te verkrijgen. Een verhoogd begrip van verantwoordelijkheid noopt ons, den leiband niet langer te gedoogen waaraan de massa blindelings wordt medegezeuld in eene door anderen bepaalde richting, maar ons zelfstandig, met vrijwillige aan sluiting bij gelijkgezinden, een weg te banen door het leven. Schier elke dag stelt nieuwe vragen, waarvoor eene oplossing moet gezocht worden, of vestigt de aandacht op verschijnselen, welke van invloed zijn op de stoffelijke en zedelijke wolvaart van ons geslacht. De staatslieden in hun kabinet, de volks vertegenwoordigers in hunne vergaderingen, de geleerden in hun studeervertrek, de reizigers op hunne tochten naar onbekende streken, zij allen werken aan denzelfden reuzenarbeidhet algemeen beschavingspeil hooger op te voeren, de som van hot gemeenschappelijk geluk te vergrooten. Ieder die besef heeft van de plaats, al zij die nog zoo bescheiden, welke hij inneemt in het groote leger, dat strijd voert voor den vooruitgang, heeft er recht op, ingelicht te worden van de vorderin gen, op het gebied van het weten behaald. Mede- deelingen omtrent de belangrijkste „quaestiën van den dag" moeten gedaan worden in zoodanigen vorm, dat zy binnen het bereik vallen van personen van middelmatige ontwikkeling. De dagbladpers bewijst in dit opzicht zeer be langrijke diensten. Niet, gelijk voorheen, bepaalt zij er zich toe, eenvoudig de aanbrengster te zijn van dusgenaamde „nieuwtjes"; meestal levert zjj ook berichten van meer waarde, stelt zij den lezer op de hoogte van hetgeen na langdurig en moeielyk onderzoek werd gevonden en geeft zy beschouwin gen over onderwerpen van wetgeving, of bespreekt zij de wijze van voorziening in bestaande gebreken. Uit den aard der zaak is echter een courant artikel te zeer een product van één dag, zelden bestemd vöor een langer leven dan het papier waarop het gedrukt staat. "Wel oefent het invloed op het denken, en draagt het krachtig bij om leiding te geven aan de denkbeelden, doch het geeft in den regel niet die aanleiding tot gezette overweging, welke men meer verwachten kan van een boek, in den juisten toon geschreven. Wjj meenen dat er wezenlijk behoefte bestaat aan populaire geschriften over onderwerpen van algemeen belang, geschriften, welke men niet na een vluchtig inzien ter zijde legt, doch die eene plaats krijgen in de boekenverzameling van den eenvoudigen burgerman, en welke bij herhaling ter hand genomen worden om de zaken, daarin be sproken, te bestudeeren totdat men er eene meer dan oppervlakkige kennis van heeft verkregen, welke men elkander leent en die stof aanbieden voor onderlinge bespreking. Ware het mogelijk, dan zouden wij wenschen dat van bevoegde hand, bij een vraagstuk dat in vor-<. schillende kringen wordt behandeld, beknopte vlug schriften verschenen, voor geringen prijs verkrijg baar, en bestemd om in wijden kring belangstelling te wekken. Ook een tijdschrift, gelijk dat aan welks verschij ning we de tegenwoordige bespreking ontleenen, kan in deze uitstekende diensten bewijzen. Maar dan be hoort het inderdaad „populair" te zijndat wil niet zeggengeschreven in dien zoetsappig-onderrichten- den toon, waardoor de lezers zich behandeld zien als groote en tamelijk domme kinderen, maar zóó dat men, om de stukken te begrijpen, geen speciale vakstudiën behoeft gemaakt te hebben. Het den ken kan den lezer worden overgelaten: de leiding van het denken is de zaak des schrijvers. Ook moet gestreefd worden naar beknoptheid in den vormniet slechts is het noodig, allen noode- loozen omhaal van woorden te vermijden, maar de omvang der opstellen moet binnen zekere grenzen beperkt blijven, opdat het overzicht van het geheel niet te moeieljjk zij. Zoogenaamde vervolgstukken dienen zorgvuldig te worden vermeden; het gaat niet aan, de helft van eene zaak in Juli, en de rest eene maand later te vertellen. Het verlangen naar bekendheid met een of ander vraagstuk moet in ééns worden bevredigd. Op die wijze wordt elk nummer van het tijdschrift een op zichzelf staand geheel, dat men met genoegen doorleest; die num mers kunnen aan kiosken en spoorwegstations, en overal waar veel publiek samenkomt, te koop worden aangeboden. Is dan de prijs zóó laag ge steld, dat zij, die over eene bescheiden beurs kunnen beschikken, zich den aankoop van een nummer niet behoeven te ontzeggen, dan kan op die wijze veel nut worden gesticht. Doorloopende verhalen, in sommige tijdschriften zwellen zij weieens tot de afmetingen van twee- of driedeelige romans, komen in de hierbedoeld geschriften in 't geheel niet te pas. Het tijdschrift van de lieeren Blink en Winkler Prins voldoet, naar we meenen, in de meeste op zichten aan de hierboven uitgedrukte wenschen. De artikelen zijn degelijk van inhoud, belangwekkend van strekking, duidelijk van vorm. De uitgever, de heer C. L. Brinkman, heeft gezorgd voor eene keurige uitvoering, en de pry's, f 3.90 voor een jaargang van 12 nummers, staat eene algemeene verspreiding niet in den weg. Wjj hebben van het tijdschrift „Yragen van den dag" goede verwachtingen. Aan het verslag van den toestand der gemeente Leiden over 1885, ontleenen wij het volgende In eigen beheer werden, behalve het dageltfk- sche onderhoud, nog uitgevoerd de volgende werken Vernieuwing van de bovendekken van de groote Havenbrug, Hartebrug en St.-Nicolaasbrug. Als gewoonlijk werden de noodige materialen bjj aan besteding aangeschaft. Voorts werden bij aanbesteding uitgevoerd de volgende werken: Jaarljjksch onderhoud der gemetselde bruggen; belangrijke herstellingen aan de Blauwpoortsbrug, Kleine Havenbrug en Scheluwbrugvernieuwing der dekken van de St.-Jansbrug; vernieuwing der trot toirs van de Borstelbrug en het dek van de brug over de Oranjegracht bij de Waardkerksteeg; vernieuwing der bruggen over de Waardgracht bij de Groenesteeg, 4de Binnenvestgracht bij de Aschschuur en een gedeelte van de Zylpoortsbrug belangrijke herstellingen aan de Warmonderbrug. Geregeld werd doorgegaan met ruimen, herstellen- en zoo noodig, vernieuwen van riolen, loozingen. en kolken enz. Belangrijke vernieuwingen hadden plaats in de Schoolsteeg, Baaiersstraat, Singelstraat, Wykstraatje en Doezastraat. Het schoonhouden en desinfectee- ren van urinoirs bleef eene zaak van voortdurende zorg; 3 nieuwe urinoirs werden geplaatst, enkele andere verplaatst. Over het geheel werden 360 invallen hersteld; 158 riolen en riooltakken, 142 loozingen, 2751 kolken. Bij aanbesteding werd voorzien in het onderhoud der gemetselde wallen. Met het diepen in de grachten en het schoon houden van deze werd geregeld voortgegaan. Als buitengewoon werk is te noemen: het uitdiepen van het Levendaal, dat volgens openbare aanbe steding plaats had, terwijl in eigen beheer werden afgebroken, de overblijfselen van een duiker, welke vroeger Levendaal en Singelgracht verbond. Op de openbare Zwemplaats werd geregeld toe zicht gehouden. Het Liernurstelsel bleef uitstekend werken. Af geleverd werden: 2778 vaten, inhoudende 472,260 K.G. faecaliën aan de aannemers, van 1 Jan. tot 30 April a 6 cents en van 1 Mei tot 31 December a 7 cents per 100 K.G. en 809 vaten, inhoudende 117,530 K.G. in eigen beheer verkocht a 15 cents per 100 K.G. Het overschietende: 426 vaten, in houdende 72,420 K.G., werd voor bemesting der plantsoenen gebezigd. De Duinwater-maatschappy ging met de uitbrei ding van het buizennet voort. Het aantal straat-drinkkranen werd met een zestal vermeerderd. Voortdurend werd er veel ge bruik van gemaakt. Op de Varkenmarkt en Nieuwe Beestenmarkt werden brandkranen aangebracht. Het onderhoud der verschillende schoolgebouwen en meubilair had op de gewone wyze plaats. Van buitengewoon werk is te vermelden: Het Gymnasium verkreeg amphitheater-banken in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1