.IPMfSt©
A0. 1888.
N°. 3078.
eze <Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
ras, §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 21 Juni.
Lg Juill.
JJg«-iaBlaSn'i>
~*r«_ J,r r-^'r*'- :'Z - If
JW
^VwS-®»
PRIJS DEZER COURANT:
Yoö$ Leiden pec 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
A:ï')!iderUjke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTENHEN:
Van 16 regola f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
aecren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
(Onze hooggeachte en beroemde stadgenoot de
ie. professor C. Gr. Co'oet, ontving gisteren, den dag
|t hij veertig jaar geleden het hoogleeraarsambt
lier aanvaardde, vele bewijzen van belangstelling,
owel van oud-leerlingen als van collega's en ver
vereorders.
Laar we reeds meldden, wydde dr. Hartman in
In „Spectator" een artikel aan dezen dag. Het
(ut daarvan luidt aldusCobet heeft te niet gedaan
l onderscheiding van grammatische en aosthetische
handeling; want niet alleen was iedere zin dien
I sprak, in Latyn of Hollandsch, geestig en smaak-
maar al wat hjj leerde was op het Schoone
Iricht. Hem hoorende verbeeldde men zich te
■hene te zjjn, met Sophocles on Herodotus, mot
L rates en Aristophanes te verkeeren: do Musen,
i volgens Plato tot haar tempel do ziel van den
looten blijspeldichter uitverkoren hadden, spraken
Ik door zijnen mond. Daarvan kunnen allen ver-
llen, die hem ook maar een enkele maal in de
Inaatkamer het woord hebbon hooren richten tot
In recens creatus doctor. Maar dat er bezieling en
Ld van hem uitging, dat kunnen alleen zyne loer
isen getuigen; en zy willen dat getuigen, opdat
pen weton, dat zy, waar zjj kunnen, trachten zullen
s van dien gloed mee te deel en aan de jongeren,
i hun worden toevertrouwd. Waarlijkzulk eenen
lan is goheel ons vadorland veel verplicht!
I- Ds. Evelein heeft gisteren in de voormiddag-
(klsdiensioefening aan zijne gemeente bekend ge
laakt, dat hij vryheid had gevonden, om voor het
iroop naar de Evang.-Luth. gemeente te Bodegrave
I bedanken.
- Het vorslag over den toestand der Kweekschool
er Zeevaart te Leiden wordt ditmaal voorafge-
|sn door eene zeer waardeerende herinnering aan,
een welgelijkend portret van dr. A. Rutgers
fen der Loeff, den man, die den grond tot de
Leekscbool gelegd en deze door zyn volhardenden
Ier, stalen wil en helder doorzicht tot eene
logte gebracht heeft, die terecht, de bewondering
lekt van vreemden en inwoners.
Jüit hot verslag van den directeur blykt, dat in
In loop van het jaar 1885 587 jongens hunne
pste opleiding te Leiden ontvingen, om van daar
lar de opleidingsschepen overgeplaatst te worden.
5 maanden duurt het verblijf aan de kweekschool,
in dien tyd ondergaan de knapen eene groote
Irandering in- en uitwendig. "Waar by de aankomst
pscheidenen van hen straatjongens in den echten
waren en alleen volleerd in allerlei kwajongs-
iken, zyn zy by het afscheid voor het grootste
deelte jeugdige en vry goed onderwezen militairen
Iworden, die hebben leeren begrijpon dat het
lagen van de uniform hun den plicht oplegt, fat-
lenljjk en ordentelijk te zyn.
[Hoe moeilijk de karakterstudie is by zulk een
pot getal jongens, laat zich denken, en de directeur
pit een paar staaltjes mee, waaruit men leeren
In hoe voorzichtig men met sommige knapen
hen moet, en vooral niet te spoedig geloof moet
hn aan hunne verhalen.
[Een der jongens schreef aan zijne ouders eene
fefkaart van dezen inhoud:
[rik kan u melden dat ik frisch en gezond ben
het mij hier goed bevalt. Nieuws is hier niet;
en heeft een der jongens zich in de gymnastiek-
pl opgehangen. Uw liefhebbende zoon,
Gelukkig bereikte deze briefkaart hare bestem-
P8 niet, maar werd nog aangehouden, voordat
op het postkantoor bezorgd was. Toen de jongen
ervraagd werd, wat hem bewogen had dit te
jven, antwoordde hjj, het eenvoudig gedaante
hen om zijne ouders genoegen te doenzij had
den reeds zoo dikwijls gevraagd eenig nieuws te
hooren, en daar hy nooit iets wist, had hy dit
verhaal, waarin zelfs geen zweem van waarheid
was, maar verzonnen.
Een tweede voorbeeld is een brief, geschreven
door oen der jongens aan zyn oom en voogddeze
zond den brief onmiddellijk aan den directeur, met
verzoek daarover inlichtingen te mogen ontvangen,
daar hy zyn neef, dien hy had leeren kennen als
een ondeugenden knaap, die noodzakelijk onder
strenge tucht moest staan, niet geloofde.
Oom en Tante!
„Ik ben drie weken in dienst, maar het bevalt
my niet, want ik ben zoo ziek, reeds zoo bleek
als een doode, en zeker sterf ik binnen eene maand.
Soms val ik maar zoo flauw en dan gelooven ze
nog niet dat ik ziek ben. 's Morgens moet je altyd
je kooi sjorren, en dat moet nog wel heel netjese
wezen ook, want anders moet'je het overdoen. Je
krygt er wel goed te eten, maar je mag er niet
altijd water drinken als je wilt. Er zyn wel meer
jongens die weg willen. De een laat zich af keuren,
de ander laat zich wegjagen, en ik heb besloten
dit ook te doen. Hoe zal het van den winter gaan,
als ik by de tobbe mijne kleeren moet wasschen?
Als je hier niet goed oppast, kryg je straf; zoo
heb ik Zondag ook moeten thuis blyven en alleen
mag je op Zondag uit van één tot vijf uren, en
verder de geheele week niet. Ik ben vast besloten,
binnen eene maand weg te gaan, want anders ga
ik dood, en gjj zult zien dat ik het doe ook, en
dan ga ik onder den boer dienon. Ik schryf hier
geen leugens, maar waarheid."
De schrijver van den brief was een jongen met
een frisch en blozend gezicht, die nog nooit ziek
was geweest, maar wel getoond had, volleerd te
zijn in allerlei kwajongensstreken.
Het was vermakelijk zjjn angstigen blik te zien,
toen hem eenige vragen gedaan werden, waaruit
hy begreep dat zyn oom kennis gegeven had van
zyn brief. Toen hem zyn epistel vertoond werd,
smeekte liy om vergiffenis en zei dat hy het slechts
gedaan had voor de grap, om te zien welk gezicht
oom en tante zouden zotten, wanneor zy hoorden
dat hy zoo uitteerde.
Eene ernstige vermaning, hem met een moeilijk
te bewaren ernstig gezicht toegediend, schijnt
goed effect gehad te hebben, want sedert dien tyd
doet hy zyn best en is hy niet weer gestraft.
Bij de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partyen van 100, 50, 10 en 5 hecto
liters, waren de prijzen f 35, f 18, ƒ3.70 en f 1.85.
Onder toevloed van vele belangstellenden heeft
te Zwammerdam do ter-aarde-bestelling plaats
gehad van den heer H. J. P. Van den Steen, vroeger
officier van gezondheid 2de klasse en de laatste
20 jaren in genoemde gemeente als genees-, heel-
en verloskundige werkzaam. Gedurende dien tijd
heeft hy zich doen kennen als een zeer kundig
en ervaren geneesheer, terwyl hy in de verloskunde
hoog stond aangeschreven. Aan de geopende groeve
voerden het woord de broeder van den overledene,
ds. Yan den Steen, predikant te Charlois, en de
heer C. J. M. Noorduyn, burgemeester te Zwam
merdam.
Van de Provinciale Staten van Zuid-Holland
zal de zomervergadering op Dinsdag 6 Juli worden
geopend. Op de begrooting zijn de subsidiën voor
het onderwijs tot dezelfde bedragen als voor het
loopende jaar uitgetrokken.
Eene nieuwe subsidie wordt voorgesteld van/" 100
voor eene ambacht-teekenschool te Bodegrave.
Ook zal in behandeling komen een voorstel tot
overneming van het jaagpad langs den Leidschen
Vliet, van den Leidschendam tot Leiden, alsmede
de Nieuwe Trekvaart en het daarnevens gelegen jaag
pad, genaamd het Studenteupad, en tot het heffen
van rechten voor het gebruik van het jaagpad
langs den Vliet en voor het overzetten met de
schouw aan den Hofweg.
Ingekomen is tevens een adres van de gemeente
Zegwaard om subsidie voor verbetering van den
Zegwaardschen weg.
Het theoretisch geneeskundig examen volgens
art. 6 der wet van 25 December 1878 is by de
faculteit dor geneeskunde te Amsterdam met gunstig
gevolg afgelegd door den heer C. T. Broekhoff.
De minister van koloniën, de heer Sprenger
Van Eyk, komt Woensdag a. s. te 's-Hage terug.
Door de geneeskundige staatscommissie is tot
arts bevorderd de heer D. L. Stibbe, cand.-arts,
terwyl zyn toegelaten voor het eerste gedeelte de
heeren H. Bitter, doctorandus, en H. G. Dumont,
candidaat-arts.
Naar aanleiding van het bericht betreffende
de vergadering der Maatschappij van Letterkunde,
dat dr. Johs. Dyserinck „eene verzameling hand
schriften" van den heer Cd. Busken Huet aan de
bibliotheek zou legateeren, deelt de heer D. ons
mede, dat hy gesproken heeft èn van de oorspron
kelijke uitgaaf van Huets geschriften (in tegen
stelling met de later bezorgde uitgaaf in de XXI
deeltjes Literarische Fantasieën en Kritieken) èn
"van'^zyne complete verzameling van hetgeen
over Huet geschreven is na zynen dood. Laatst
genoemde collectie had hij voorzien van het motto,
aan een van Huets geschriften ontleend: „Met
zekerheid den dag te bepalen, waarop zonder par
tijdigheid door den tijdgenoot over uitstekende tijd-
genooten zal kunnen gesproken worden, is ondoenlijk.
Doch ongetwijfeld is het juiste tijdstip om hen
naar waarheid te beoordeelen niet gekomen, zoolang
hunne lyken nog nauwelijks kunnen gozegd wor
den in den grafkelder te zijn bygezet." (IT. C.)
Door den gemeenteraad van Rotterdam is het
voorstel tot het aangaan van eene 31/, pets. leening
van f 18,000,000, waarvan f 14,000,000 zullen
strekken tot conversie der 4 pets. gemeenteschuld,
met algemeene stemmen aangenomen. Door den
heer Roest Van Limburg werd het recht der ge
meente betoogd om ook de 5 pets. leening van 1866
binnentijds af te lossen; wolk recht door de com
missie van financiën was in twijfel getrokken. De
voorzitter antwoordde, dat dit nog nader onderzocht
zou worden. Verder werd goedgekeurd een voor
stel van het Dagelyksch Bestuur om eene koste-
looze openbare zweminrichting (drijvende) te ves
tigen in de Goudsche Vest, ter vervanging van
die, welke men in de nu gedempte Oostvest vond.
Overeenkomstig het advies van B. en Ws. werd
het adres, waarin vergoeding gevraagd werd voor
schutters, die werktijd verzuimen, alsmede voor
schoenen en kapotjassen, van de hand gewezen.—
Nog besloot de Raad, lokalen in het voormalige
Begynenklooster, later tot gymnasium gebezigd,
tydelyk in te richten tot bewaarschool, en eene
nieuwe dergelijke school to bouwen.
Tot leeraar in de geschiedenis en de Neder-
landsche taal- en letterkunde aan het Gymnasium
te Assen is voorloopig voor den tijd van een jaar
benoemd de heer P. Leendertz, cand. in de Neder-
landsche letterkunde, docent te Noordwjjk-Binnen.
Tot curator van dezelfde inrichting is, ter vervan
ging van mr. W. R. Alingh, onlangs overleden,
benoemd de heer M. A. D. Jolles, burgemeester.
Herhaaldelijk zyn vragen gerezen nopens de
invoerrechten, verschuldigd voor meelpraeparaten,
al of niet vermengd met suiker of andere wel
smakende zelfstandigheden en hoofdzakelijk dienende
tot het bereiden van spijzen of tot voedsel voor
kinderen of zwakke personen. By het toenemend
aantal van dergelijke praeparaten is het wenschelijk
voorgekomen, aan ambtenaren der invoerrechten
een leiddraad te geven, waarnaar zy zich kunnen