t 7985.
Maandag; X Maart.
A0. 1886.
§eze fèsurant wordt dagelijks, met uitzondering
van for.- en feestdagen, uitgegeven.
EIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17;.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Gemengd Nieuwt».
Ju ren de de afgeloopen week zjjn
ter stede 3 gevallen van roodvonk aangege-
Sterfgevallen aan besmettelijke ziekten kwamen
[voor.
lseene kleine illustratie van den
»i)den en toenemenden strijd tegen knoeierijen
en botorhandel, deelen wij het volgende medej
der de boter, die hedenmorgen aan de markt
r ten verkoop aanwezig was, kwamen voor
paar vaatjes, gevuld met kunstboter. Ze
"en aangeboden door een persoon, geheel als
ibouwer gekleed, en waren geplaatst midden
hen de anderej ter markt gebrachte vaatjes,
toeleg om dit kunstproduct voor natuurboter te
oopen, werd tjjdig ontdekt en gaf aanleiding
en opgewekt standje, dat ten gevolge had dat
erkooper met zjjne waar ijlings het hazenpad koos.
et het oog op het ijsvermaak en
daarbij helaas dikwijls voorkomende gevallen
1 te water geraken, is het zeker niet overbodig
oorschriften der „Maatschappij tot redding van
kelingen" in herinnering te brengen, want
r is zedelijk verplicht en heeft de vrijheid aan
drenkeling, die in schijndooden toestand uit
water gehaald is, ook zonder de toestem
der politie af te wachten, de eerste
te verleenen, ten einde hem uit dien toastend
schijndood tot het leven terug te brengen,
eneeskundige hulp moet evenwel terstond wor-
ingeroepen. De drenkeling moet zoo spoedig,
r tevens ook zoo voorzichtig mogelijk uit het
er gehaald, mag volstrekt niet geschud, gerold
met het hoofd omlaag gehouden worden. Men
oere hem voorzichtig, bijvoorbeeld op eene
er, naar de meest nabjj zijnde woning in een
tig vertrek. Indien het weder niet al te guur,
er geen woning in de buurt is, geschiede de
andeling by voorkeur in de open lucht,
m de levensgeesten op te wekken, ontbloote
het bovenlijf geheel en opene den mond om
van modder en sljjm te zuiveren. Men trekke
tong naar voren en kittele de keel met eene
neveer om, zoo mogelijk, braking op te wekken,
gt deze niet spoedig en is er zachte ademhaling
bespeuren, dan moet de tong tusschen de tanden
lemd worden gehouden, door de kaken tegen
nder te drukken, met behulp van een als das
vouwen doek, welke om den kin geslagen en
en het hoofd moet vastgemaakt worden,
arna moet men dadelijk aanvangen met het
"tellen der ademhaling. De drenkeling moet
t op den rug worden gelegd met eene harde
ras of vast kussen, of opgerold kleedingstuk
er de schouders. Men plaatst zich vervolgens
ter het hoofd van den lijder, vat de beide armen
boven de ellebogen en trekt ze met eene ge-
atige en zachte beweging zooveel mogelijk
r boven en houdt ze twee seconden in dien
d en brengt ze weder op dezelfde wjjze langs
lijf terug en houdt ze twee seconden lang
Dg tegen de zijden gedrukt,
it wordt herhaald totdat de drenkeling begint
ademhalen. Den moed moet niet opgegeven wor-
al duurt het ook langer dan een uur;
a tlesehje met geest van hersthoorn van tijd tot
i even onder den neus te houden, de neus- en
Blholte te prikkelen met eene met rum of jenever
irenkte penneveer en de voetzolen met een har-
t borstel te schuieren, moet ook niet worden
gelaten.
Zoodra de ademhaling is teruggekeerd, moet de
Bént tusschen wollen dekens worden gelegd, met
n kussen onder het hoofd. Daarna wrjjve men
i geheele lichaam, voornamelijk de ledematen en
hartstreek met rum of brandewijn sterk en
aanhoudend door middel van flanellen lappen of
met de vlakke hand, totdat de pols duidelijk te
voelen en de huid weder warm geworden is.
Is de drenkeling weder tot bewustzijn gekomen
en nog geen geneeskundige hulp bij de hand, dan
geve men hem in zittende houding eene goede teug
rum of brandewijn met water. Yocht in den
mond gieten, terwijl de drenkeling nog
bewusteloos op den rug ligt, is hoogst
gevaarlijk. Men legge den patiënt in bed,dekke
hem warm toe en zorge dat het gelaat onbedekt
en de bedgordijnen geopend bljjven en late de
verdere behandeling aan den geneesheer over.
Deze raadgevingen kunnen natuurlijk niet alleen
in den winter, maar ook in den zomer dienst doen.
De „wereldberoemde" hofmechani-
cus de heer D. T. Bamberg Delden (declamator)
van Amsterdam, heeft Donderdag-avond in de zaal
van den heer C. Niemeijer te Aarlanderveen eene
voorstelling gegeven voor een vrjj talrijk opge
komen publiek, dat zich bijzonder amuseerde.
Ook te Nieuw veen eischte het ijs
gisteren een offer. Een 28-jarig jonkman, die, van
zjjne gezellen afgedwaald, alleen reed op de ring-
sloot aldaar, schoot nabij de houtloodsen van den
-heer Schoenmakers door het ijs onder aldaar lig
gende balken, waar zijn lijk later werd gevonden.
Een schaap van den heer C. Yolle-
bregt, te Zegwaard, heeft heden een lam ter
wereld gebracht met zes pooten, en wel vier voor-
en twee achterpooten.
Te Benthuizen heeft onder de jon
gelieden dier gemeente eene hardrijderij op schaatsen
plaats gehad, welke tot veler genoegen en zonder
de minste stoornis is afgeloopen. Het prachtige
winterweder had van uit -de naburige gemeenten
een tal van toeschouwers herwaarts gelokt, waar
door het anders zoo stille plaatsje een aangenaam
tooneel van drukte en levendigheid aanbood.
De zaak der loting voor de nationale
militie te Amsterdam, waarbij briefjes van ver
schillende tint zjjn gebruikt, wordt thans onderzocht.
Naar het „D. v. N." verneemt, zjjn gisteravond
de beide agenten van politie, die by de loting
aanwezig waren, door den hoofd-commissaris mr.
Van Doesburgh, gehoord en is van dat verhoor
proces-verbaal opgemaakt.
Uit Nieuwediep wordt van heden
gemeld dat in de Noordergronden een klein schip
gestrand is. Naam of nationaliteit was nog onbe
kend. De sleepboot verleent adsistentie.
Een zevenjarig meisje te Riga zag
ODlangs dat een boer het hare moeder lastig
maakte. Het kind nam daarop eene bjjl en kloofde
den man de hersenpan.
Onder het kaartspelen kregen eenige
jongelieden, in eene herberg te Couture Saint-Ger
main, twist. Toen een van hen naar buiten ging,
volgden hem zjjne tegenspelers op den voet en
hebben hem daar met een ploertendooder zoodanig
toegetakeld, dat hjj den volgenden dag bezweken is.
Door eenige boosdoeners is op de
markt, welke Dinsdag jl. te Aubray-de-Saintonge,
in Frankrijk, werd gehouden, eene ware paniek
veroorzaakt. Als men in aanmerking neemt dat
ongeveer 2000 stuks vee op genoemde markt ston
den en dat verscheidene koeien zich losrukten en
in wilde vaart vluchtten, waardoor andere koeien
ernstig gewond werden, is het als een wonder te
beschouwen dat geen der aanwezige marktbezoe-
kers letsel bekwam. Van de ontsteltenis maakten
de bedrijvers van deze afkeurenswaardige daad
gebruik om zich van een bedrag van ongeveer
20,000 franken meester te maken en te ontkomen.
Sedert negentien Februari heerscht,
naar de „Freis. Zeit." meedeelt, te Lübben vol
slagen duisternis, en oude verlichtingstoestellen,
welke reeds lang waren afgedankt, worden weder te
voorschijn gehaald, omdat de gasfabriek door een
ongeval het werk heeft moeten staken.
Een technicus uit Cottbus, die pogingen aan
wendde om het gebrek te verhelpen, kwam daarby
om het leven, en zjjn achterhoofd werd verbrijzeld.
Men weet nog niet of het herstellen van het
gebrek weken zal aanhouden, maar het eensklaps
ontbreken van gas is voor de verbruikers er van,
voornamelijk voor restauratie-houders, winkeliers
enz. hoogst onaangenaam.
IIXGKZON'nE IV.
Mynheer de Redacteur,
In het Leidsch Dagblad van 22 Febr. komt onder
de rubriek „Ingezonden" een schrijven voor van
Abr. Kruuk, gericht aan de leden der Typ. Vereen.
„L. J. C." alhier.
Aangezien uit dit schrijven, door den oppervlak-
kigen beschouwer, verkeerde gevolgtrekkingen kun
nen worden opgemaakt, en dit is geschied
gevoel ik mjj gedrongen het onderstaande (ter
rectificatie van het door Abr. Kr. aangevoerde) mede
te deelen.
In de maand Januari jl. werd Abr. Kr. StBfc^en
daarvan werd door den agent der werkplaats, vol
gens art. 50 van het Regl., kennis aan het Swtour
gegeven.
Des Zondags is Kr. -uitgegaan en werd hij gezien
door eenige leden der Vereeniging, die daarvan
aan het Bestuur bericht gaven.
Nu is Kr., wel is waar, Maandag daarop weer
aan het werk gegaan, doch hjj heeft daarvan geen
kennis gegeven; 's namiddags weer wegblijvende
wegens ziekte, werd daarvan evenmin kennis ge
geven.
Nu zegt art. 61, al. 1, van het Regl. dat, „indien
„een trekkend lid zich niet thuis bevindt, hjj alle
„aanspraak op ziekengeld verliest en onmiddellijk
gerooieerd wordt."
Is dit niet duidelijk? Kon het Bestuur in dit
geval anders handelen, dan toepassing van dit
art. bjj zoo duideljjk bewezen overtredingen? Kan
hier van gestrengheid sprake zjjn? Had het Bestuur
bij eenige toegeeflijkheid zich niet schuldig gemaakt
aan lauwheid in de tenuitvoerlegging van het regle
ment en alzoo de deur opengezet voor allerlei on
geoorloofde handelingen van de zjjde der leden?
"Wat het beweren aangaat, dat de meeste leden
zullen erkennen dat art. 61 op hem te streng is
toegepast, kan ik Abr. Kr. verzekeren dat de
meeste zoo niet alle leden zich homogeen ver
klaarden met de handeling van het Bestuur.
Abr. Kr. verwijst ons voor zjjne verdediging
naar de laatste alinea van art. 61. Maar, deze al.
spreekt immers van 50 cents boete voor hem, die
zonder daarvan kennis te geven, zjjne werkzaam
heden hervat, terwjjl de eerste al. spreekt van
rooieering van hem, die uitgaat zonder toestemming
deze alinea kon dus niet op hem worden toegepast.
Hij beklaagt zich dat zjjn brief op de vergadering
van 15 Febr. niet is voorgelezen. Het Bestuur had
besloten geene discussies over dit onderwerp toe te
laten, en zou alzoo door voorlezing van zijn brief
zelf de discussies hebben uitgelokt.
Ten slotte gelooft hjj dat het eene schande is
dat in eene zoo sterke Vereeniging als deze, het
recht van rooieering is toegekend aan het Bestuur.
In hoeverre die meening door anderen wordt ge
deeld, laat ik in het midden, doch wil alleen maar
zeggen dat dit door verschillende artikelen van het
reglement wordt voorgeschreven, en het dus de
schuld is van die leden, die bjj de laatste wetsher
ziening daartegen niet hebben geprotesteerd.
U dankzeggende, M. d. R., voor de verleende
plaatsruimte, verblijf ik hoogachtend
Een Lid der Typ. Vereen. „L. J. C."