N°. 7967.
Matincla»' 8 Februari.
A0. 1886.
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
ran §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 6 Februari.
EIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
OfBciccle Kennisgevingen.
pe Burgemeester van Leiden
Brengt ter kennis van de ingezetenen dat de landmeter
Li de 1ste klasse van het kadaster, belast met den veld-
Tenst in het Arrondissement Leiden, het voornemen
Tft deze gemeente te bezoeken tot het opmeten van de
^astrale veranderingen voor het loopende dienstjaar.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
Februari 1886. DE KANTER.
In de vergadering van den gemeenteraad van
liden, Donderdag den llden Februari a. s., zal
a. behandeld worden het voorstel betrekkelijk
in aanleg van een telefoon.
- Wederom staat Leidens ingezetenen een
oone avond te wachten! Het Duitsche operage-
[schap, onder directie van den heer Behrens, zal
s. Donderdag-avond in den schouwburg eene
I-stelling geven, bestaande in de opvoering van
lans Heiling."
Ingezetenen, die verlangen mochten als vrywil-
fir by de nationale militie op te treden, be-
loren zich daartoe vóór den lsten Maart aanstaande
}r gemeente-secretarie aan te geven.
Om vrijwilliger bjj de militie te zijn, moet men
gehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten
lezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt,
m minste 1.56 meter lang, op den lsten Januari
,n het jaar der optreding als vrijwilliger het 20ste
;etreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
ibbon, tot op het tijdstip der optreding aan zijne
lichtingen ten aanzien van de militie, voor zoo-
die te vervullen waren, voldaan en een goed
lelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzondering
n de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde
gte, wordt bewezen door een getuigschrift van
in burgemeester der woonplaats.
Tot het opmaken van dat getuigschrift bestaat
^gelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voor-
liddags negen tot des namiddags vier uren, ter
Icretarie dezer gemeente de gelegenheid.
- Uit achterstaande advertentie blijkt dat de
latschappij tot Bevordering der Toonkunst a. s. Vrij-
ig een eoncert zal geven, waarop in het eerste
ideelte ten gehoore zullen gebracht worden eenige
immers, welke de heer De Lange met zijn koor
Londen in de Royal Albert Hall heeft uitge
leid en welke daar bijzonder veel succes onder het
|unstminnend publiek verwierven. Wij vertrouwen
it dit hier niet minder het geval zal zijn, te meer
ar het concert nog zal worden opgeluisterd door
nige klaviersolo's van den heer Samuel De Lange,
eger directeur van den „Cölner Mannergesang.
irein", thans als zoodanig werkzaam bij de Haag-
he afdeeling der Maatschappij tot bevordering
ir Toonkunst.
- Gedurende deze week zijn dagelijks in de
Redelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
-82 volwassen personen en van 13 28 kinderen.
I- Aan het departement van waterstaat is aan-
steed het onderhouden en herstellen van het post-
telegraafgebouw te Noordwijk, van den dag der
innisgeving van de goedkeuring der aanbesteding
t en met 31 Dec. 1886. Minste inschrijver was
heer C. Alkemade Jr. te Noordwijk, voor ƒ544.
- Bij koninklijk besluit is thans bepaald dat
besluit van 7 September 1885 voorloopig buiten
voering zal blijven en mitsdien de bestaande
«stdoende en rustende schutterijen voorshands
den tegenwoordigen voet zullen blijven.
- Door de geneeskundige staatscommissie te
msterdam zijn tot arts bevorderd de heeren H.
'en Cate Hoedemaker en J. H. Yan Gennep, med.
ctorandi.
- Gisteren werd door baron Van Wassenaer
I an Catwijck, lid van de Tweedo Kamer, wederom
oene soirée gegeven, waarop vele dames en heeren
uit de koninklijke hofkringen en uit het corps-
diplomatique verschenen waren.
Ter benoeming van een gewoon hoogleeraar
in de godgeleerdheid aan de universiteit van Am
sterdam wordt aan den gemeenteraad voorgedragen
dr. D. E. J. Völter, privaat docent aan de univer
siteit te Tübingen, benoemd hoogleeraar aan het
Evangelisch Luthorsch sominarim te Amsterdam.
B. en Ws. stellen voor aan dezen hoogleeraar
tevens op te dragnn het onderwijs in de uitleg
ging van het Nieuwe Testament, en voor zooveel
noodig ook dat in de Encyclopaedic der godgeleerd
heid en in de geschiedenis der leerstellingen van
den Christeiyken godsdienst.
Ter benoeming van een stadsgeneesheer te
Amsterdam wordt aan den gemeenteraad voorge
dragen dr. C. C. Delprat, arts.
Volgens eene depeche uit Brussel heeft onze
minister van financiën in de laatste dagen om eene
aanstaande conversie onzer staatsschuld meermalen
besprekingen gevoerd met daar gevestigde bankiers.
Het Leldsclie Tooneel.
Het was niet alleen een vroolijke, gezellige, maar
ook een waardige avond, welken wij gisteren bij ge
legenheid der weldadigheids-voorstelling door eenige
Leidsche studenten ten voordeele van de crèche
gegeven, in den Schouwburg mochten doorbrengen.
De buitengewoon talrijke opkomst bewees hoezeer
dit edel streven ingenomenheid en waardeering
ondervond, en tevens hoezeer de banden van vriend
schap tusschen Leidens burgers en Leidens studenten
steeds hechter en hechter aaneengesnoerd worden;
hoe beiden kunnen bogen op wederzijdsche achting,
op wederzijdsche sympathie. Deze getuigenis, afge
legd aan den vooravond van den dag, waarop wjj
de stichting onzer hoogeschool wederom zullen
herdenken, kan niet anders dan het naderende
feest nieuwen luister, nieuwe kracht bijzetten.
En thans de uitvoering zelve.
De toegangsprijzen waren gewoon; hetgeen ons
te zien, te hooren werd gegeven buitengewoon.
Zelden zagen wij zooveel geest met zooveel kracht
gepaard; zelden hoorden wij zulk eene opeenstapeling
van gezonden humor en boertige scherts; zelden
hebben wij een genoegen gesmaakt, zóó groot als
dat gisteravond het geval was.
Het eerst werden wij verrast met de „Drie Hoe
den", uit het Fransch van Hennequin, geheel en
al bewerkt volgens de school, door Beaumarcliais
in het leven geroepen. Hadde Boileau na dezen
acteur geleefd, voorzeker zoude hij niet gezegd
hebben
Ce qui ce concoit bien, s'énonce clairement
Et les mots pour le dire, arrivent aisément
want in duidelijke bewoordingen weer te geven,
hetgeen wij gehoord hebben is ten eenemale eene
onmogelijkheid. Liever wijden wij een enkel woord
aan hetgeen wjj aanschouwd hebben, aan het spel
der acteurs en actrices
En dan in de eerste plaats aan Jonas Mandel-
man. Zijn spel was niet meesterlijk, niet voortref
felijk, niet uitstekend, het was volmaakt. Geen
enkele aanmerking, hoe gering ook, kunnen wij
maken, geen enkel oogenblik heeft hy de type van
den lafhartigen man, van den door angst voortge-
zweepten, ontstelden echtgenoot en vader verloochend.
Elk gebaar, elke blik, elke oogopslag was bestu
deerd en alles gaf het wezen weer, dat hij schetste.
Het is niet de eerste maal dat wij hem in derge
lijke rol op zulk eene uitbundige wjjze onzen lof
kunnen toezwaaien. Ook in „Een pleizierreisje" viel
ons dit genoegen ten deel. Naast hem komt de
eerepalm toe aan Adolf Harting. Zijn spel ken
merkte zich door losheid, verve en entrain. Dit
alles gesteund door een goed figuur, beschaafde
stem en uiterlijk, vormden genoeg factoren voor
een goeden jeune amoureux. Zjjn monoloog in het
eerste bedrijf had iets minder vlug kunnen zijn,
Ook de type van den schoonschrijver, Elias Proester,
mag bij uitstek goed geslaagd heeten. Ook hier
lieten actie en dictie niets te wenschen over.
Paul Boot leed in den beginne een weinig aan
debutantenkoorts, eenigszins merkbaar aan het
stootend uitbrengen der woorden en aan het ietwat
stijve der bewegingen; later herwon hij kalmte en
bedaardheid en word dientengevolge zijn spel meer
natuurlijk. De huisknecht Willem was een kostelijke
type van een exemplaar onzer lastige huisplagen.
Bij onze gewone tooneelvereenigingen vindt men
steeds de rol van knecht aan één persoon toever
trouwd, overtuigd dat niet elk en een iegelijk het
weergeven dezer rol machtig is. Dien wij gisteren
aanschouwden was er echter als het ware voor
geknipt. Nog nooit hebben wij den heer B. zoo
uitstekend zjjn geslacht zien verloochenen als zulks
gisteravond het geval was; nooit hebben wij hem
de vrouwelijke bevalligheid op zulk eene bedrieg
lijke wijze zien nabootsen als in de rol van me
vrouw Mandelman. Een oogenblik waren velen onzer
de dupe eener mystificatie; slechts de stem deed
hem in haar herkennen. Lucie was grappig, ver
makelijk en als charge uitstekend geslaagd.
Na de pauze werden wjj nog vergast op een
allergeestigst lever de rideau, eveneens uit het
Fransch „Les 37 sous de monsieur Montauduin",
in het Hollandsch overgezet in „De 37 stuivers
van mijnheer Middelburg." Het zoude ons te ver
voeren, indien wjj ook hier over de acteurs in het
bijzonder uitwijden. Melden wij slechts dat een der
meest uitgelezene krachten, de heer D als
Wijnwurm, thans zijn hulp en bijstand kwam ver-
leenen om te kunnen verklaren dat wjj niet geheel
en al mede kunnen gaan met het refrein der gees
tige actualiteits-coupletten van mevrouw Middelburg.
„Daar hapert iets aan; da's klaar." Hier was dit
ten minste niet het geval.
Wjj kunnen niet nalaten een woord van bijzon-
deren lof te wijden aan de werkelijk uitstekende
grime zoowel van acteurs als actrices.
Gedurende de pauzes waren het de muzikale
krachten van het Leidsch studentencorps, die met
hunnen vermakelijken pseudo Strauss, als orkest
meester, ons het opwekkende „Io Vivat", den studen-
ten-maskerademarsch van den heer Lisman en een
pezzi cato ten gehoore brachten. Hoezeer dit alles
bijval genoot, bleek voldoende uit de stormachtige
applaudissementen, welke den uitvoerders ten deel
vielen; bij het laatstgenoemde werd dan ook luide
het da capo verzocht, waaraan door de uitvoerders
welwillend werd gehoor gegeven.
Hoe menigmaal wij het ook reeds verklaard heb
ben, toch voelen wij ons gedrongen wederom te
getuigen hoezeer de beschaafde toon, hoezeer het
Nederlandsch zonder eenig accent, zonder eenig
patois, ons aangenaam verraste.
En of de toeschouwers zich vermaakt, of zij
genot en vreugde gesmaakt hebben1 Een
enkel voorbeeld. Bij het naar huis gaan hoorde ik
den volgenden zin uit een allerliefst damesmondje
„Ik vind, je wordt zoo moei van het lachen." 't Is
niet veel, niet welsprekend en toch, het zegt genoeg-
Hoezeer wjj ons ook inwendig daartegen verzetten,
hoe heftig de strijd ook was, het was ons onmo-
gelijk eene hoop, een wensch te onderdrukken, een
1 wensch, dien wij nauwelijks durven ter neder
i schrijven, namelijk dezen, dat er wederom spoedig
het een of andere minne-, arm- of weeshuis een
deficit, liefst zoo klein mogelijk, moge lijden, maar
toch groot genoeg om eene Leidsche studenten-
wel ladigheids-voorstelling in het leven te roepen.
Mr. L. H.