Maaiidas: X 5^ A0. 1886. feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 30 Januari. N°. 7961. EIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1-40- Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. ie door de Leidsche afdeeling der Maatschappij it bevordering der Bouwkunst in het Nutsgebouw houden 133ste vergadering was weder zeer druk locht. a lezing door den secretaris, den heer P. G. incel, van de notulen der vorige vergadering; |rak de heer W. Kok, de nieuwe voorzitter, kort woord tot opening der vergadering, welke ning voor de eerste maal door hem geschiedde, ar ook voor de eerste maal in dit jaar. Hy ,ette allen welkom en uitte de beste wenschen ior den bloei der vereeniging, waartoe allen zeer |ker zouden medewerken. De openbaring van ieders ■voelen kon daartoe niet weinig medewerken. Timers, elke opmerking kan eene nuttige gedach- Inwisseling ten gevolge hebben, waaruit veel te iren valt. Met leedwezen moest spr. aan het ierlijden herinneren van den onlangs te 's-Hage rieden bestuurder der Maatschappij, den heer Na de wjjze, waarop de overledene zich in ie Opmerker" en andere bouwkundige bladen had [en kennen, achtte spr. het overbodig nog te zeg- in wie de heer Vogel was en bovendien getuigde a. het voetstuk van het Monument van Leidens Ontzet hoe hoog hij ook als kunstenaar stond, ■ider applaus betuigde de vergadering hare instem- jing met de aan den heer Vogel gebrachte hulde. Daarna hield de heer M. De Jongli eene voor- acht over „de veiligheidsmaatregelen op onze orwegen", waarbij door duidelijke schetsen met jjt op het bord een en ander nader werd toegelicht. Zeer zeker is dit een onderwerp, dat velen belang loezemt, omdat zy er zoo nauw by betrokken |n, waarom we het gesprokene dan ook eenigs- ,s uitvoeriger dan gewoonlijk zullen trachten er te geven. Alvorens tot de eigenlijke beschouwingen over t onderwerp over te gaan toonde spr. het nauwe band aan tusschen dit onderwerp en de bouw- mst. Vervolgens gaf hij een overzicht van de ichiedenis van den spoorweg, want om de tegen- ordig in gebruik zijnde toestellen en materialen, ilke voor de exploitatie gebruikt worden, naar ,arde te schatten, is het niet alleen noodig om in bijzondere eigenaardigheden te weten, maar k om ze met vroegere toestanden te vergelijken. voornaamste deelen, waarop, met betrekking it een veilig en doelmatig verkeer, dient gelet te rden, zijn de rails, de machines en de toestellen, ,vjjl die, welke een geregelden treinenloop ver keren, de signalen zijn. oor spr. werd nu eerst een overzicht gegeven er de rails, in het begin uit spoorwegstaven van I a 5 voet lengte bestaande, welke op dien afstand gietijzeren stoeltjes, welke op steenblokken be- tigd waren, rustten. De rails bestonden eerst gegoten ijzer, waardoor zij dikwijls braken. Endeweg echter nam men ook proeven met eedijzer en in 1808 werden eenige banen daar- de voorzien, hoewel de vorm der staven toen doorsnede vierkant was, daar men toen nog de kunst verstond het smeedijzer in verschil de vormen te walsen. Eindelijk werden in 1820 eerste rails getrokken, welke den zoogenaamden ■mpignon-vorm hadden, uit staven van 15 voet gte bestaande, waardoor het aantal verbindingen I op een derde verminderde, jilsnu ging spr. over tot de inbehandeling- ning van de locomotief. De eerste bruikbare loco- |otief treffen wij in 1805 aan in Engeland, welke kans alle hoofddeelen van onze tegenwoordige pornotieven bezat. Ze bleef echter niet lang in iruik, omdat de vervaardiger, evenals alle werk- [igkundigen destijds, de meening was toegedaan, de gladde wielen te weinig vat op de spoor staven zouden hebben, om zware treinen voort te trekken of om stéile hoogten op te rijden. Aan Stephenson komt de eer toe van het eerst eene bruikbare locomotief te hebben vervaardigd met gladde wielen; hy nam er in 1817 octrooi op en maakte er verscheidene, welke in de kolen mijnen te New-Castle dienst deden. De langzaam heid der beweging en de weinige trekkrachten waren echter reden dat niemand op het idee kwam om haar voor reizigers te gebruiken. Eene prijsvraag werd op den 25sten April 1829 uitgeschreven door de directie eener spoorwegmaatschappij tusschen Liver pool en Manchester, welke zich voor het voort trekken der treinen bediende van vaste, op korten afstand van elkaar geplaatste stoommachines, door behulp van touwen. Stephenson trad uit drie mede dingers uit het strijdperk als overwinnaar te voor schijn en zijne locomotief trok zelfs haar vijfvoudig gewicht met eene snelheid van 22 tot 33 kilo per uur. Het gevolg daarvan was dat overal spoorweg- lijnen werden aangelegd, maar daardoor werden dan ook de gevaren grooter en moesten de veilig heidsmiddelen met de vorderingen in snelheid als anderszins gelijken tred houden. Eene groote hervorming op vele spoorwegljjnen hier te lande werd gebracht door de spoorwegwet in 1875, onder het eerste ministerie-Heemskerk, waarby de verschillende maatschappijen aan vaste regelen onderworpen waren. Ook de afsluiting van den spoorweg, de rem- toestellen en de verschillende soorten van seinen, werden door spr. behandeld. De seinen zijn te verdeelen in geluidseinen en optische- of gezichts- seinen, en deze laatste weer in hand- en vaste seinen. De geluidseinen worden gegeven met elec- trische klokken, horens en knalseinen door het stations- en wegpersoneel, met de stoomfluit, de bel en het mondfluitje van het treinpersoneel. De geluidseinen door de machinisten gegeven, zijneen matig lange toon, wanneer arbeiders op den weg gezien worden, en beteekent: geeft acht; een korte toon beteekent: het sein is begrepen; dit wordt gegeven, wanneer de stationschef het sein tot vertrek geeft of ook by het naderen van een vast sein op den weg of andere signalen, door de wachters gegeven. Is er onraad, hetzy dat dit blykt uit den stand van een signaal of anderszins, dan wordt het sein remmen vast gegeven door drie korte afgebroken tonen met de stoomfluit, waarna remmen los gecommandeerd wordt door drie matig lange tonen, wanneer de snelheid voldoende verminderd of de oorzaak tot remmen is wegge nomen. Verder is er nog een waarschuwingssein, bjjv. als iemand op den weg niet spoedig genoeg op zijde gaat, ook op stations als er een andere trein voor staat, en in deze gevallen hoort men snel achtereen vele korte tonen op de stoomfluit. De conducteurs kunnen, als dit noodig is, door snel achtereen op het mondfluitje te blazen, het sein tot stoppen geven. Twee slagen op de bel aan het station beteekent instappen voor de reizigers en drie. slagen het vertrek van den trein, gevolgd door twee lange tonen van het fluitje van den hoofdconducteur. De gezichtseinen worden gegeven met de hand, met vlaggen, met lantaarns en met vaste seininrichtingen. Hierbij zyn drie kleuren in gebruik en wel wit, groen en rood, respectievelijk beteekenende veilig, langzaam rijden en onveilig of stoppen. Om de aanwezigheid van een trein 's avonds aan te duiden, heeft men voor- en achteraan den trein lantaarns, terwyl men zich, om aan het wegpersoneel te beduiden dat geen deel van den trein is blijven steken, bedient van het sluitsein, overdag eene groote, roodo schijf en 's avonds eene roode lantaarn en aan de boven hoeken twee dito lantaarns, welke naar de voor- zyde groen licht vertoonen om den machinist en conducteurs daarmee in kennis te stellen. Eene groene schyf op den achtersten waggon duidt aan dat binnen twintig minuten een volgtrein rijdt; 's avonds wordt ten teeken daarvan de linker lan taarn met eene groene verwisseld; gaat de volg trein na twintig minuten, dan bedient men zich overdag van twee groene schy ven en 's avonds van twee groene lantaarns boven aan de hoeken. De buitengewone trein heeft overdag een rood vlaggetje en 's avonds een rood en een wit licht op den laatsten waggon. Van eene rangeerende locomotief wordt een licht uitgedoofd. Een driekant blauw vlaggetje op een der voorste waggons duidt aan dat de ryks-, op den achtersten waggon de spoor- wegtelegraaf defect is, byvoorbeeld door omwaaien van palen, en dat de wegarbeiders het gebrek moeten gaan opsporen. De handseinen worden met eene vlag overdag en 's avonds met eene lantaarn gegeven, waarbij de getoonde kleuren ook hier dezelfde beteekenis hebben. Is er geen vlag bij de hand, dan kan het teeken „langzaam ryden" gegeven worden door den arm of eenig voorwerp horizontaal uit te strekken en in gevaar door de beide armen in de hoogte te houden. De weg is verdeeld in blokken van ongeveer 1500 meter afstand, -waarvan de grenzen aange geven en bewaakt worden door de seinpalen met de sïgnaalarmen en schijven. Op elk blok mug zich nooit méér dan één trein bevinden. Veilig wordt aangeduid als de arm omhoog staat. By mistig weer worden bij dag zoowel de dag als avondseinen gebruikt, en tusschen wachters onderling horens en aan de machinisten met knalsignalen. Op minstens 500 meter van het ge vaarlijk punt worden er drie neergelegd om mis lukking te voorkomen. Bij sommige spoorwegbrug gen, zooals aan de Vink, is het vast seintoestel ver bonden met de brug en eerst wanneer de brug volkomen toe is, duidt het toestel veilig aan. Ook de stand der wissels wordt op duidelijke wijze kenbaar gemaakt door de signaalbladen, welke er aan vast zyn. Na nog enkele bijzonderheden te hebben medegedeeld, eindigde spreker zijne belang, rijke voordracht, voor welke hem door den voor zitter namens de vergadering werd dank gebracht, met aanbeveling voor meerdere bijdragen op dit gebied. Gedurende deze week zyn dagelijks in de Stedelijke "Werkinrichting alhier opgenomen van 52 80 volwassen personen en van 14 25 kinderen. Door den Raad der gemeente Valkenburg is tot onderwijzer aan de openbare school aldaar be noemd de heer J. Vermeer, thans in gelyke be trekking werkzaam te Hillegom. Met den benoemde stonden op de voordracht de heeren W. F. E. Michel- sen te Leiden en J. Verdoes te Katwijk. Uit Waddings veen wordt ons gemeld, dat op Woensdag 27 dezer eene soirée musicale-déelama- toire werd gegeven door eenige dames en heeren, in die gemeente woonachtig. Het ryke programma bevatte veel, dat de aandacht moest boeien. En voordracht, èn zang én het pianospel droegen de volle goedkeuring weg van het talrijk opgekomen publiek, dat van de introductie gretig gebruik had gemaakt. Van ganscher harte werd der ver eeniging een „tot weerziens!" toegeroepen, na een warm woord van dank voor het reine genot, dat ze op dien avond heeft doen smaken. De minister van waterstaat, wien ten gevolge van ongesteldheid de loopende werkzaamheden ten zijnen huize ter afdoening moesten worden gezonden, wordt a. s. Maandag weer aan 't ministerie verwacht. Den l®den Februari opent de Engelsche ge zant aan ons Hof de reeks van diners, welke hy aan de hoofden en leden van gezantschappen, als mede aan verschillende autoriteiten zal aanbieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1