N°. 7957.
A0. 1886.
jDit nummer ^staat nit Twee Bladen.
Woensdag 27 Januari.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 Januari.
Ieidsch
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post
Wonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEEN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer/ 0.17L
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incaa-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Men wordt beleefd verzocht klachten
over de bezorging van het Leidsch Dagblad
onmiddellijk schriftelijk aan het Bureel
ln te dienen.
©flicioele iiennisgeviugen.
KATI DUALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Hele# op art. 26 der Wet van den 19den Augustus 1861,
betrekkelijk de Nationale Militie, (Staatsblad No. 72);
Brengen ter algeuicene kennis;
dat het register van inschrijving en de alphabetische
naamlijst der in 18S5 voor de Nationale Militie ingeschre
venen, van den 19den tot en met den 29stcn Januari e. k.,
ter Gemeente-Secretarie voor elk ter lezing worden neder-
gelcgd
dat bezwaar tegen register en lijst, binnen den tijd der
ni il. rlegging, kan worden ingebracht aan den Commis
saris des Konings in deze provincie, schriftelijk, op onge
zegde! papier, bij den Burgemeester in to leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
18 Jannari 1886. E. KIST, Secretaris.
Tor nagedachtenis van mejuffrouw Schulz
Lossig, in leven onderwijzeres aan de Muziekschool
der Maatschappij voor Toonkunst, alhier, is op de
begraafplaats aan de Groenensteeg een klein, maar
fraai uitgewerkt witmarmeren monument met een
afgeknakte lelie geplaatst, waarop de volgende
inscriptie
„Hier rust onze geliefde vriendin Anna Schulz
Lossig, Geboren te Halle 1850, overleden 1 Decem
ber 1884."
Het ïs met zorg bewerkt bij de firma wed. J. C. Yan
Vonetie Zoon alhier.
Hedenmiddag ontvingen we per Engelsche
mail, via Brindisi, de Indische bladen van 17 tot
en met 22 December.
Wij lezen het volgende in liet „Haagsche Dbl."
„Hij liegt alsof het gedrukt was", zeido men
vroeger met een spreekwoord, dat uit den grooten
eerbied voor boeken geboren werd. Hy liegt zoo
mooi, zoo glad, zoo juist, dat het uit een, boek
schynt genomen. Oudtijds heette het: „daar staat
geschreven", maar de spreekwoorden nemen de
zeden der tijden aan en na de uitvinding van de
typografie beteekende het gedrukte hetzelfde gezag
als vroeger het geschrevene.
„Ja, de spreekwoorden verouderen en veranderen.
Een uitgezocht deel van het vleesch, dat in de
oudheid een godenstuk heette, werd in de goede
dagen! toen de geestelijken de praerogatieven der
godheid voor zich namen, een paterstuk. De Her
vorming, welke zooveel veranderde, verbeterde dit
in een domineestuk, totdat eindelijk het ongeloof
ook dit weder seculariseerde en algemeen menschelijk
maakte.
„En zoo is het ook met de boeken gegaan. Dat
spreekt als een boek, zei men, en daarmee was
hut uit. Maar de boeken hebben hun prestige ver-
loreu. Iedereen maakt boeken, en snel ook. Negen
jaren over een boek te broeden, zooals Horatius
aanraadde, wie zou er aan denkenIn negen jaren
ia oen boek alweer verouderd. Zjj zy'n efemerieden,
zfl strekken om de gedachten en beelden van het
oogenblik uit te drukken, en maar weinige zyn
duurzamer."
Dus het begin der inleiding, welke mr. C. Vos-
maer in 1874 schreef bij de eerste uitgaaf zijner
„Vogels van diverse pluimage": novellen, beelden
fife studiën uit zijn letterkundig leven, verzameld
uit hetgeen hij in onderscheidene tijdschriften enz.
schroef in de jaren 1856 en volgende.
„Maar weinige boeken zyn duurzamer"; maar er
zijn er dan toch, welke de negen jaren overleven.
Dat mr. Yosmaer's „Vogels" daartoe behooren, wie
die waarde hecht aan sierlijke, gekuischte, bijna
zeiden weklassieke taal, kan daarover verwonderd
zijn. Van vooringenomenheid met en onpartijdig
heid voor Flanor zegt het „Haagsche Dbl."
zal men ons zeker niet verdenken, als wy be
tuigen, deze „Vogels" tot de schoonst geschreven
voortbrengselen onzer hedendaagsche letterkunde te
rekenen, en er den wensch en de verwachting aan
toevoegen dat de uitgever (A. W. Sijthoff te Leiden)
weldra een 4den druk op den nu verschenen 3den
zal moeten laten volgen.
De uitgaaf is uiterst sierlyk, in een fraaien linnen
stempelband, welke niet overladen, maar daardoor
te aangenamer voor het oog is.
Het plan der 321ste Nederlandsche Staats
loterij de eerste gehouden overeenkomstig de
nieuwe wettelijke bepalingen is thans vastgesteld.
Deze loterij bestaat uit 21,000 loten en 10,500
prijzen en 2 premiën. De eerste helft van het
geheele aantal loten wordt voor alle klassen, de
tweede helft van klasse tot klasse uitgegeven.
In de vier eerste klassen worden 1600 nummers
en even zooveel prijzen getrokken, in de vyfde
klasse 4100 prijzen, de twee premiën en 10,500
nieten. De collecte wordt geopend den 3den Maart
1886. De trekking der 1ste klasse heeft plaats op
29, 30, 31 Maart en 1 April en de trekking der
vier volgende klassen telkens veertien dagen de
eene na de andere, terwijl de laatste 100 nummers
op Zaterdag 19 Juni 1886 zullen getrokken worden.
Door de dames Meyer, vroeger te Haarlem
mermeer, thans te Velp wonende, werd dezer dagen
een blyk van belangstelling in eerstgenoemde ge
meente gegeven. Met eenige andere dames namen
zij het besluit om kleederen en andere giften te
vragen en deze aan te wenden ten voordeele van
de Hervormde armen. De dames mochten zich in
ruime bijdragen verheugen. Van hetgeen zjj ver
kregen, dat van allerlei aard was, werd in de vorige
week een bazar opgesteld in het cathechisatiege.
bouw. Van de te koop aangebodene zaken werd
het grootste gedeelte voor goede prjjzen verkocht;
van het overgeblevene zal men nu eene verloting
organiseeren en hoopt men dat daaraan ook ruim
zal worden deelgenomen.
Dat het in de laatste tjjden der suikerraffi
naderijen niet naar wensch ging, vernam men by
wijze van gerucht reeds lang, doch wordt nu be
vestigd, daar het ons gebleken is, dat eerst door
de heeren Spakler en Tetterode ruim 125 man
werden afgedankt, welk voorbeeld alras gevolgd
werd door de Hollandsche Suikerraffinaderij, die
aan vijftig man het werk moest opzeggen, terwjjl
nu de Amstelsuikerraffinaderij zich genoodzaakt
ziet eveneens honderd man naar huis te zenden.
Do Rotterdamsche Suikerraffinaderij te Schoonderloo
heeft wel geen arbeiders bedankt, doch van allen
het weekloon met twee gulden verminderd.
Voorzeker zou men daartoe niet overgegaan zjjn
zonder dringende noodzakelijkheid en voor een
goed deel moet men de oorzaak van dien achter
uitgang zoeken in de zeer schadelijke werking
van de wet van 20 Juli 1884, welke de raffinadeurs
aan banden legt van de te verwerken suiker. Met
grond mag worden verwacht, dat de nieuwe rege
ling door den minister als spoedig in te dienen
toegezegd, daarin eene afdoende verbetering zal
brengen.
Het is toch een al te treurig verschijnsel eene
bloeiende industrie te zien kwijnen en verloren
gaan door de banden van den fiscus en meer dan
ooit in tijden van werkeloosheid is het zaak alle j
krachten in te spannen om werk te verschaffen in
plaats van te vernietigen. (Hbl.)
Het ambtenaarspersoneel van het station der
Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij te Haar- j
lem bood Zondag den heer E. Van IJsseldyk,
stationschef aldaar, ter gelegenheid van zyn 25-
jarig huwelijksfeest een fraai salon-ameublement
aan, vergezeld van een uitstekend uitgevoerd album,
behelzende de namen van de gevers, waarvan de
vervaardiging op lofwaardige wijze door den heer
J. F. Arnoldy is geschied. Het pleit zeker voorde
goede onderlinge verhouding van ambtenaren, dat
zij ook zelfs in huiselijke feesten als dit zich niet
onbetuigd laten.
Naar aanleiding van het bericht dat de heer
L. .T. Goddefroy, thans te Amsterdam, voor zjjne
belangrijke ethnografische verzameling eene betere
ruimte zocht, hebben bestuurderon van het „Ned.
Handelsmuseum" aldaar een gedeelte hunner lokalen
te zjjner beschikking gesteld. Het publiek zal met
den aanvang der volgende maand in de gelegen
heid zjjn de voorwerpen, meer naar den eisch
gerangschikt, aldaar in oogenschouw te nemen.
De luitenants ter zee 2de klasse J. D. Heyning,
P. C. W. Van de Velde en C. C. Zegers Ryser, uit
Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, zijn op non-
activiteit gesteld.
De minister van Staat, minister van binnen-
landsche zaken, brengt ter kennis van belangheb
benden dat met 1 April a. s. aan de Rjjks H. B.-
school met 5-jarigen cursus te Leeuwarden te ver
vullen is de betrekking van leeraar in de Fran-
sche taal- en letterkunde. Jaarwedde f 2000. Zjj,
die voor deze betrekking in aanmerking wenschen
te komen, moeten zich uiterlijk op 10 Februari a. s.
aanmelden bij den inspecteur van het middelbaar
onderwijs, dr. A. T. Van Aken, te 's-Gravenhage.
Het stoomschip „Prins Hendrik", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 25 Jan. te Marseille;
de „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 25 Jan. van Marseille.
De audiëntie van den minister van waterstaat
zal Donderdag 28 dezer niet plaats hebben.
Z. M. heeft het pensioen van den generaal-
majoor M. G. Matthes, inspecteur der cavalerie,
bepaald op f 2700 'sjaars, en aan genoemden
opperofficier 's Konings dank betuigd voor de veel
jarige en trouwe diensten, door hem aan Z. M. en
aan het leger bewezen; belast met het bevel
over het 2de reg. huzaren den luit.-kol. G. J. IJssel
De Schepper, van het 1ste reg. huzaren.
Gemengd IS e u w
Ten voordeele van de onlangs alhier
opgerichte kinderbewaarplaats zal den 5den Febr.
eene tooneelvoorstelling door eenige heeren studen
ten gegeven worden.
Naar men onder de advertentiën
kan zien, zal de heer Maju morgen, Woensdag
avond, in de Stadszaal eene voorstelling, ook voor
kinderen met belangrijke prijsvermindering, geven.
Het is eene gelukkige opvatting, deze zoo belang
rijke en leerzame beschouwingen binnen het bereik
te stellen van ieder, wien de opvoeding der kin
deren ter harte gaat; daardoor wordt eene leemte
aangevuld, welke by het algemeen onderwijs, wat
het aanschouwelijke gedeelte betreft, ontegenzeglijk
bestaat; daarom te meer durven wy een ieder
aansporen, deze gelegenheid ook voor hunne kin
deren zich ten nutte te maken.
De zeer rijke verzameling van den heer Maju
vormt een museum op zich zelf, uitsluitend ten
doel voor aanschouwelijke voorstellingen van reus
achtige afmeting, waarbij zich een aantal werktuigen
op optisch gebied bevinden, niet alleen van zeldzaam
goede werking, maar ook toestellen, door hem uit
gevonden en waarvan hij dus de eenige bezitter is.
Als geheel nieuw komt nu bovendien in de tweede
afdeeling op hot programma voor de „ontbinding
van het licht", welke proeven volgens Maju's