N°. 7943. ^Oiii^dag 12 «JTaiiiAai0!. A0. 1886.
Een belangrijk rapport over een
belangrijk onderwerp.
geze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van J[on- cn feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 11 Januari.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post.L40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
(Eene gasleverings-quaestie.)
B Commissarissen van de Stedelijke Gasfabriek, ge
zien een bij hen ingekomen verzoek van J. Yan der
Plas, om in een door adressant te bouwen pand
aan den Zoeterwoudschen Singel in 1886 gas te
mogen gebruiken, en overwegende de daarmede
verband houdende eventueele verlichting van andere
panden, wensehen, alvorens op dit verzoek te be
schikken, van deze gelegenheid gebruik te maken
om het oordeel van den Gemeenteraad te vernemen.
Ofschoon bjj hen, als commissarissen van de Gas
fabriek, tegen de inwilliging van deze en dergelijke
verzoeken, tegen behoorlijk omschreven voorwaarden,
geen bezwaar bestaat, zou het kunnen zijn, met
het oog op den tegenwoordig meer en meer toe-
nemenden bouw van woningen, in de buitenge
meenten gelegen, doch onmiddellijk aan deze ge
meente grenzende, dat bij den Gemeentelaad be
zwaar bestaac de bewoners dezer perceelen te doen
deeltii in de voorrechten der verlichting met gas,
ir. onze gemeente vervaardigd. Hiervoor is, afgezien
van de directe voordeelen, welke de Gasfabriek
door eene beperking van het debiet zal derven, een
en ander aan te voeren, zoodat commissarissen
zich van eene beslissing op dergelijke verzoek
schriften wensehen te onthouden, alvorens prin-
cipiëel eene beslissing door onzer; Gemeenteraad
*Js genomen.
«Nu commissarissen deze vraag ter sprake heb
ben gebracht, alvorens op de gebruikelijke wijze
tot den aanleg van gasleiding en de levering van
gas ten behoeve van de belanghebbende ingezetenen
der omliggende gemeenten over te gaan, is, volgens
B. en Ws., de gelegenheid aangeboden om ter zake
eene beslissing te nemen, hetgeen wensehelijk
moet worden geacht, omdat de mogelijkheid be
staat dat de gemeenteraad met. het oog op de eigen
aardige en vreemdsoortige grensscheiding dezer
gemeente, van oordeoi ware dat in den bestaanden
toostand verandering moet worden gebracht, hetzij
door te bepalen dat in het vervolg op aanvragen
ter bekoming van gas afwijzend zal worden be
schikt, hetzij door wijziging der bestaande voor
waarden voor de levering van gas in gevallen als
de bovenbedoelde.
Voor eene beslissing in dezen zin is, naar het
Dageljjksch Bestuur meent, hoofdzakelijk aan te
voeren dat het gaan wonen in de nabijheid dezer
gemeente, waardoor men alle voordeelen eener
aanzienlijke gemeente geniet zonder in de lasten,
welke op de ingezetenen drukken te deelen, daardoor
eenigermato zou worden bemoeilijkt, daar, hoezeer
het gebruik van gas voor verlichting niet onmisbaar
is, en op andere wijze in die behoefte kan worden
voorzien, toch het gemis daarvan in vele gevallen
groot ongerief veroorzaakt.
Eene zoodanige bepaling zou er alzoo oeniger-
mate toe kunnen bijdragen dat men de voorkeur
zou geven aan het wonen in de gemeente zelve
boven het verblijf in hare onmiddellijke nabijheid
'öf wel dat de omwonenden zeiven zouden trachten
«■bevorderen dat het door hen bewoonde gedeelte
derl aangelegen gemeente aan Leiden werd toe
gevoegd.
üitusschen zou wanneer de niet-levering van
gas» alleen werd toegepast ten aanzien van nieuwe
•'anyragen en met de tegenwoordige levering in do
utengemeenten werd voortgegaan, zoodanige maat
regel voorzeker weinig afdoende wezen en eerst na
verloop van geruimen tijd tot eenig resultaat kun
nen leiden.
d Uit dien hoofde zou de maatregel meer algemeen
moeten worden toegepast en thans moeten worden
bepaald dat na een zeker tijdsverloop geen gas
meer wordt geleverd aan buiten deze gemeente
wonende personen.
Mocht zoodanige bepaling te streng worden ge
acht cn wellicht eenigszins onbillijk met het oog
op dc door de gasverbruikers vroeger gemaakte
kosten voor de leidingen in hunne huizen, dan zou
eene prijsverhooging kunnen worden vastgesteld
voor het gasverbruik in de buitengemeenten. Hier
voor pleit de omstandigheid dat het bedrag, bij
plaatselijke directe belasting jaarlijks te heffen, on
middellijk in verband staat met de winst der Gas
fabriek. Is die winst hoog, dan daalt het belasting-
cjjfer; is ze laag, dan moet het te heffen bedrag
worden verhoogd. Zoo is ten gevolge van de prijs
verlaging met April dezes jaars het belastingcjjfer
aanzienlijk lrooger moeten worden gesteld dan noo-
dig zou zjjn geweest, wanneer de prijs van het
gas op f 0.08 per kubieken meter ware gebleven,
terwijl daarin uit den aard der zaak niet wordt bij
gedragen door de buiten de gemeente wonende gas
verbruikers, die alleen gedeeld hebben in het voor-
deel van de prijsverlaging. Voor het geval nu eene
verhooging van den gasprjjs voor de buitengemeen
ten wensehelijk mocht worden geacht, dan zou
verder moeten worden beslist of die maatregel al
leen zal gelden voor de toekomstige gasverbruikers
buiten de gemeente dan wel mede voor de tegen
woordige verbruikers.
Na rjjpe overweging van de vraag door Com
missarissen der gasfabriek gesteld, zjjn B. en Ws.
intusschen tot ie overtuiging gekomen dat het
niet raadzaam is in den bestaanden toestand eenige
verandering aan te brengen.
Tot maatregelen als in den aanhef van hun rap.
port bedoeld, nl. verbod van gaslevering buiten de
gemeente, zouden B. en Ws. niet gaarne de toe.
vlucht nemen. Vooreerst had men om het boven
omschreven doel te bereiken daartoe voor een 25-tal
jaren moeten overgaan, toen met den aanbouw van
woningen in de nabijheid onzer gemeente een aan
vang werd gemaakt. Thans, nu tal van woningen
aldaar zijn verrezen, is h. i. daarvoor het geschikte
oogenblik voorbjj. Bovendien is het nemen van dus
danige dwangmiddelen wellicht niet geheel van
eenige kleingeestigheid vrjj te pleiten en is het aan
rechtmatigen twijfel onderhevig of de betrokken
autoriteiten zich daardoor zouden laten bewogen
om tot eene betere en billijker grensscheiding mede
te werken, wanneer daarvoor geene naar haar
oordeel gewichtiger gronden aanwezig zjjn. De
vaststelling van een verschillenden gasprjjs voor
ingezetenen en niet-ingezetenen lacht hun evenmin
toe. Men verlieze toch niet uit het oog dat de Gas
fabriek niet alleen is eene stedelijke inrichting,
wier hoofddoel is de gemeente en hare ingezetenen
van goed en goedkoop gas te voorzien, maar boven
dien eene industrieele onderneming, wier streven
het steeds is geweest en moet wezen om haar
debiet zooveel mogeljjk uit te breiden. Elke maat
regel, die ten gevolge kan hebben dat dit doel meer
en meer worde bereikt, moet alzoo worden aanbe
volen in het belang van de bevordering van haren
bloei en alles worden vermeden wat strekken kan
om het gebruik van gas te verminderen.
De in den aanvang van dit jaar vastgestelde
prijsverlaging had dan ook ten doel het gebruik
van gas meer en meer algemeen te maken, terwjjl
het vooruitzicht bestond, een vooruitzicht waarvan
de gegrondheid tot dusverre allerminst behoeft te
worden betwijfeld, dat de winsten, ten gevolge
van het vermeerderd debiet, wederom zouden klim
men. Maatregelen als waarvan thans sprake is
moeten uit den aard der zaak aan dit streven niet
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1G regels 1.05. Iedere regel meer f 0.174.
Orootere letters naar plaatsruimte. Voor het iuo»»-
«eeren buiten do stad wordt f 0.10 berekend.
bevorderljjk zjjn. In de eerste plaats niet het ver
bod van levering, maar evenmin de vaststelling
van een verschillenden prjjs voor ingezetenen en
niet-ingezetenen. De wetenschap toch dat van an
deren minder wordt gevorderd, moet velen afschrik
ken om tot gebruik van gas over te gaan, al kan
dan ook niet worden ontkend dat de van hen ge
vraagde prjjs op zich zolven niet te hoog kan wor
den geacht in vergeljjking van hetgeen in enkele
andere gemeenten wordt betaald.
Bovendien draagt elk gebruiker, hetzjj ingezeten
of niet-ingezeten, bij in de winst door de Gasfabriek
behaald en alzoo ook direct in de ontvangsten,
welke strekken om in de kosten van de huishouding
der gemeente te voorzien.
Op grond van het medegedeelde zou naar de
meening van B. en Ws. aan commissarissen dei-
Gasfabriek in antwoord op do door hen gestelde
vraag moeten worden geantwoord dat de Gemeente
raad het niet wenscheljjk acht verandering te
brengen in de tot dusverre gevolgde wjjze van
gaslevering buiten de gemeente.
Aan den Raad wordt, ingevolge adressants verzoek
door B. en Ws. in overweging gegeven aan mr.
P. M. Von Baumhauer, leeraar in de staatsweten
schappen aan de Hoogere Burgerschool alhier,
vergunning te verleenen om ook de betrekking
waar te nemen van leeraar aan de Hoogere Bur
gerschool te 's-Gravenhage, onder voorwaarde dat
hij te Leiden gevestigd blijft. Adressant doet dat
verzoek omdat de gemeente-verordening alhier,
regelende het getal der leeraren en het bedrag
hunner jaarwedden, bepaalt dat het aan de leer
aren niet geoorloofd is, buiten toestemming van
den Gemeenteraad, eenige bezoldigde betrekking
waar te nemen. Hij meent evenwel dat in dit
geval tegen eene zoodanige vereeniging slechts
weinig bezwaar kan bestaan, daar hij te Leiden
slechts zeven en te 's-Gravenhage slechts acht
uren les zal behoeven te geven. Bovendien heeft de
directeur der Hoogere Burgerschool, bljjkens kennis
geving der plaatselijke commissie van toezicht op
de middelbare scholen, .bericht dat hjj het in het
belang der beide scholen acht, dat de Staatsweten
schappen door éénen gemeenschappelijken leeraar
worden onderwezen, omdat er dan meer kans be
staat dat de betrekking van leeraar in de staats
wetenschappen door denzelfden functionaris langer
zal worden vervuld; er bestaan ook tegen het
verleenen van bovenbedoelde vergunning geene
bedenkingen bij den inspecteur van het middelbaar
onderwjjs.
Tevens deelen B. en Ws. mede dat er ook bij
hen geen bedenkingen bestaan tegen de inwilliging
van het verzoek van den heer J. J. A. A. Frantzen,
om eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrek
king van leeraar in de Fransche en Hoogduitsche
talen van het Gymnasium alhier tegen 1 April
van het volgende jaar en zulks wegens zijne benoe
ming tot leeraar aan het Gymnisium te Amsterdam.
Bljjkens achterstaande advertentie ligt bjj den
boekhandelaar den heer S. C. Van Doesburgh alhier
een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
ter teekening.
Dat adres is van den volgenden inhoud:
„Geven eerbiedig te kennen de ondergeteekenden,
ingezetenen van Leiden en omstreken
dat door de Regeering is voorgesteld om art,
194 der Grondwet te wjjzigen in een zin, dien vjj
in hooge mate bedenkeljjk achten voor de belangen
van het lager onderwjjs;
dat het neutraal openbaar onderwijs in het belang
is van iederen staatsburger, omdat kinderen van