N°. 7936.
Saterdag: 3 Januari.
A0. 1886.
F
i .m
~i nuaiiaer bestaat «it Twee Blades.
Bij 't afscheid.
Qeze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en (Feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 31 December.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Kommer»0.05.
cW hoofde van hef Nieuwjaar xal deic
7) srant Vrijdag-avond niet worden uit-
g;even.
Oiïieieele Konnisgeviugen.
irgemeester en Wethouders van Leiden;
^ngen bij deze ter algemeene kennis dat het Bureel van
Burgerlijken Stand op 1 Januari 188C (Nieuwjaars-
I zal geopend zijn van 's middags twaalf tot twee
Hij uitsluitend voor aangiften voor den Burgerlijken
OP Burgemeester en Wethouders voornoemd,
gedaO ei den, DE KANTER, Burgemeester.
Jjjyj ember 1885. E. KIST, Secretaris.
maar
lukkq
schap
wilde 3n oen goed vriend, van wien we zeggen
schipii dat hij op een niet onbelangrijk gedeelte
het mt7'en levensweg ons door zijn bijzijn verheugde,
haar at van ons zal heengaan, dan is het zeer
vriondsi'k dat we ons van zijn persoonlijkheid een
wezen ichten te vormen,waarin het geheele zijn
ver'ao invloed, dien hij uitoefende op ons eigen
taan, zoo scherp mogelijk uitgedrukt liggen,
elfs, al is het tusschen den vertrekkende en
its niet altjjd precies zoo vriendschappelijk toege
gaan, dat dp onderlinge betrekking kan vergeleken
worden m»t de mythologische voorstelling van
testes en Pylades, vrienden kibbelen weleens,
1 behoeft hun dat niet dadelijk te „brouilleeren!"
och, in die laatste uurtjes dat men nog samen is,
hijnt de band, die aanstonds verbroken zal worden,
>chter dan ooit.
tien scheidenden vriend, mogen we elk jaar wel
noemen dat aan het verleden wordt toegevoegd.
En naarmate hun getal grooter wordt, en het boek
nzer herinneringen met nieuwe bladzijden wordt
orrijktnaarmate de schatkamers der ondervinding
^ich vullen met menig gedenkstuk, dat spreekt
van vervulde hoop, verkregen uitkomsten, geslaagde
ondernemingen, doch, helaas ook van teleur
stellingen, tekortkomingen, misvattingen en gefaalde
bej-vkahingen, in diezelfde verhouding noemt ook
v mst toe van de stemming, waarin we dat
barwel" uitspreken. Ja, ofschoon het ons voor-
oot, dat, hoe ouder we worden, de Sylvester-
anden elkander sneller opvolgen, en hoewel de
vekkolijke waarde van een jaar door den spoed
cvrmede het ons ontvalt, telkens schijnt te ver
aderen, toch is het alsof we er ons moeilijker
.fi los kunnen maken naar gelang de gedachte
aer op den voorgrond dringt, hoe klein wellicht
1 g het getal is van diezelfde vrienden, die achter-
volgens een eindje met ons zullen meewandelen,
datde laatste hunner niet ons, maar
hem gaan verlaten.
■jt ten beeld van den heengaande voor den geest
jen, elk onzer doet het voor zich en och,
et steeds is het lachend en vriendelijk. Ledig is
ïonige plek, van waar een jaar geleden nog een
jg vol liefde ons tegenstraalde, en somber de
-nblik van menige woning, toen nog schitterende
helder licht. Gevreesde bezoekers zijn daar ge
lest, de Dood en de Tegenspoed, en niet
erstond ontspruiten nieuwe bloemen daar, waar
un zware voetstap den bloei heeft gestoord.
Maar zelfs, indien we onze beschouwingen niet
litstrekken tot het heiligdom of tot het zeer
iiheilig binnenvertrek des particulieren levens, en
ns bepalen tot de gemeenschappelijke herinnerin
gen van grootere of kleinere groepen onzer inede-
enschen, dan vertoont het gelaat van het
erdwijnende jaar menigen strengen, zelfs harden
rek. Slechts een gering gedeelte is verwezenlijkt
an de verwachtingen, welke zijn optreden verge-
PRIJ3 DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inoas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
zeldenhet gaat hem als een Minister, die de por
tefeuille nederlogt, de fragmenten van zijn ver
scheurd programma achterlatende.
Of is die vergelijking misschien onbillijk? Heb
ben we te klagen over onvervulde beloften, dan
wel over onvoldane wenschen, eischen wellicht?
Bjj het groot aantal verhoudingen, welke ons toe
schijnen voor verbetering zeer in aanmerking te
komen, stelt ons ongeduld weleens een termijn, een
soort van ultimatum zelfs, en toch de gebeurte
nissen gaan haar gang, haar tragen gang als het
noodig is, terwijl ons niet gevraagd wordt of „wat
harder stoken" dan wel „remmen" ons verlangen
zou bevredigen.
1885 kan, meenen we, gerekend worden tot die
jaren van welke voor ons land niet veel te zeggen valt.
De algemeene economische toestand onderging
weinig verandering. De klachten, een jaar vroeger
aangeheven, hoort men nog; alleen, naar het onS
wil toeschijnen, in eenigszins minder sterke mate.
In enkele takken van nijverheid begint zich een
nieuw leven te openbaren, bij andere wordt naar
de eerste sporen van beterschap nog tevergeefs
gezocht. De fabrieks-industrie wordt nog zwaar
gedrukt door de gevolgen eener vroegere periode
van over productie, in de bouwvakken en ambach
ten is een kleine opflikkering merkbaar, de han
del heeft, zoolang we zorg dragen het hoekje niet
te betreden waar de suiker uitgepakt staat, —iets
fleuriger aanzien gekregen, en met den landbouw
is het zóó geschapen, dat wie zijn toestand „kwij
nend" zou noemen, de beschuldiging van overdre
ven voorstelling van een voor het overige niet
schitterenden toestand niet zou kunnen ontgaan.
Op politiek gebied zijn de lichttinten zoo mogelijk
nog flauwer. Hoewel het onze gewoonte niet is,
een opzettelijke behandeling te wijden aan die
vraagstukken welke het onderwerp van den partij
strijd uitmaken, kunnen we toch niet anders dan
levendig betreuren, dat er niet met meer ijver
gezocht wordt naar toenadering en samenwerking,
en dat de laatste zelfs achterwege blijft ten aan
zien van quaestiën, omtrent welke het meenings-
verschil veel minder gevaarlijke verhoudingen heeft
verkregen. Over het algemeen gaat de waardeering
van den grondwettelijken regeeringsvorm niet voor
uit in Europa, omdat de nadoelen van dat stelsel
niet door een wijs beleid, door streven naar een
dracht, door feitelijke openbaringen van vaderlands
liefde, worden weggenomen; en het is te bejam
meren dat ook Nederland voor die minder gunstige
opvattingen bouwstoffen oplevert.
Voor de stad onzer inwoning moet 1885 insge
lijks onder de zeer gewone worden gerekend, waarin
wel is waar lief en leed elkander afwisselden, maar
beiden een bescheiden omvang hadden. Bijzondere
rampen worden ons gespaard, geen epidemieën die
oene bedenkelijke uitbreiding kregen, geen ernstig
brandgevaar. De dood ontnam ons enkele mannen
op wier bezit Leiden trotsch was en die aan de
algemeene beschaving groote diensten hebben be
wezen of de belangen hunner stad op waardige wijze
behartigden. Met diep leedgevoel droegen we twee
helden der wetenschap, onzen Scholten, onzen
Heynsius, onzen volijverigen Rammelman Elsevier,
onzen groot-liartigen philanthroop Rutgers Van der
Loeflf, den gevierden voorganger der Luthersche
gemeente Rümke, den zoo bekwamen organist der
Pieterskerk, den toch zoo eenvoudigen Godefroy,
dio velen met zijn heerlijk en verheven spel zulke
dierbare oogenblikken verschafte, ten grave. Be
slissingen, voor de toekomst van bijzonder ge
wicht, werden niet genomenalleen gelooven
we te moeten aanstippen de afwending van het
gevaar, dat onze Indische Inrichting boven het
hoofd zweefde. In hoeverre er reden is, ons over
het in deze zaak gevallen besluit te verheugen,
moet de toekomst uitmaken. Van harte wenschen
we dat die school, na haar redding uit doodsgevaar,
tot een vernieuwd leven moge ontwaken.
Onvermeld mag ook niet blyven de zoo uitnemend
geslaagde viering van het Academisch lustrumfeest,
dat opnieuw holder deed uitkomen welk een band
van wederzijdsclie sympathie onze Universiteit hecht
aan onze goede, ordelievende Burgerij en aan Leidens
Gemeentebestuur. Een inrichting van onderwijs, op
welker bezit wjj trotsch zijn, die van het Genoot
schap „Mathesis Scientiarum Genitrix", vierde dit
jaar, onder talrijke en welgemeende blijken van
belangstelling, het honderdjarig feest van haar
roemvol bestaan.
Uit ons bureel valt het oog op de plek, waar
men bezig is een woestenij in een park te ver
anderen. Op het batig saldo van het vertrekkend
jaar verdient de aanvang van die zeer gewenschte
verfraaiing te worden aangeteekend.
En nu, gereed onzen arbeid voor het jaar 1885
te eindigen, wenschen wy onzen lezers toe, dat
zjjn opvolger hun een goede, welwillende vriend
moge wezen. Gods zegen ruste op ons Vaderland
en den Koning, op onze Gemeente en haar Bestuur.
Dat aller arbeid, met moed ondernomen, met vol
harding voortgezet, door den besten uitslag be
kroond moge worden; dat elk scheidend jaar ons
een ryken oogst nalate voor het zedelijk en stof
felijk welzjjn van elk in 't bijzonder, alsmede van
de gemeenschap waarvan hy deel uitmaakt!
Het examen middelbaar onderwijs, Franscli,
voor akte B (voll. akte) is met goed gevolg afge
legd door mej. D. A. E. Van Kaathoven, van Leiden.
Naar men verneemt, heeft ook mr. C. A.
Boonacker, collecteur van de Staatsloterij te Lei'" ,n,
ontslag gevraagd. (N. R. G.)
Gisteren overleed fee Lisse de oudste inwoner
en de laatste oudstrijder van "Waterloo dier ge
meente, P. Vrijburg, in den ouderdom van bijna
93 jaren.
Vele holders van premie-loten laten zich veel
te weinig gelegen liggen aan het nazien der uit
lotingen, hetgeen toch hoogst noodzakelijk is ter
voorkoming van verlies, dat vooral hij premielee-
ningen aanzienlijk kan zijn. Ten bewijze hiervan
kan dienen dat nog verscheiden hoofdprijzen, elk
ten bedrage van heele en halve tonnen gouds,
onafgehaald liggen, welke sommen door een Fransch
blad zeer eigenaardig met den naam „vergeten
rijkdommen" zijn betiteld.
De heeren B&u Co., te Amsterdam, uitgevers
van „Do Kleine Kapitalist", hebben, om daarin te
voorzien, besloten met Januari a. s. een „Restanten-
boek" uit te geven, waarin de tot 31 December
uitgelote serieën van niet minder dan 43 promie-
leeningon zullen worden vermeld. De geringe pry's
van dit hoogst nuttig boekwerk, gedrukt op zwaar
papier, zal zeker veel koopers lokken. (D.)
Dezer dagen heeft weder een lid der Ver-
eeniging voor Lijkverbranding (de heer J. A-Gros
hans, oud-notaris te Scheveningen) de storting van
f 200 in het fonds voor lykovens gedaan, welke
hem het recht geeft op crematie voor rekening
der Vereeniging, en zich daarenboven bereid ver
klaard om de som van f 200, waarover het hoofd
bestuur in 1886 kan beschikken tot het verleenen
van tegemoetkoming in de kosten van het vervoer
van ljjken naar Gotha, gedurende dit jaar te ver-
hoogen met f 200 en alzoo te brengen op f 400.
Het kapitaal van het Fonds voor lykovens be
loopt thans 19,000 nominaal 2'/t pet. Nat. Werk.
Schuld, vertegenwoordigende a 69 pet. eene reëele
waarde van ruim f 13,300.