BURGERLIJK BLOED. @ezt tynrant wordt dagelijks, met attzoaderlag van &on- en feestdagen, aitgegeren. N°. 7931. Zaterdag 26 December. A°. 1885. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. EEN VERHAAL VAN GOLO RAIMUND. Vervolg.) Maar ook het huis moest waardig en feestelijk getooid zijn; door baron Von Braatz waren uit de re sidentie de fraaiste en zeldzaamste bloemen bes' eld, daar ze in de bescheiden bloemtuintjes der dorps bewoners reeds zeer door den herfst waren gedund en het woud moest zijne frischte takken afstaan voor guirlandes, die met gekleurde linten en strik ken werden versierd om de wit geverfde wanden van het voorhuis en den gang vriendelijk te tooien. De jongeheeren zouden des middags bjj den dokter eten, en des avonds zou het bal plaats vinden, dat zij ter eere van het jonge meisje in de zooge naamde eerezaal van het logement hadden voor bereid. Alles was vol grooten ijver; ieder had iets te verrichten voor den komenden dag, voor zichzelven of de gasten, die onder dak moesten worden ge bracht. Hot meest bedrijvig was baron Yon Braatz, aan wien Rieding, tegen zijne gewoonte droomerig en in zich zeiven gekeerd, bijna de geheele regeling van de versiering van het huis alleen overliet. Zijn gemoed was dan ook zoo vol, de nacht, die tus- schen van daag en morgen lag, zoo lang. Want langer dan morgen, dit was hij vast be sloten, wilde hij de wenschen en hoopvolle ver wachtingen van zjjn leven niet in zijne borst weg sluiten; morgen zou hjj aanbreken, de dag, dien hjj zich had voorgetooverd met al zijne geneugten, morgen wilde hjj van haar zachte, frissche lippen het zoete woordje hooren, dat hjj bemind en ge lukkig gemaakt was. Mevrouw Hallig had op het verzoek der jonge lieden Leonore overgehaald om zich vroegtijdig ter ruste te begeven, opdat men ongehinderd de toe bereidselen kon maken, die het voorgenomen feest eischte; en zij had aan dit verlangen, daar zjj de reden er voor bevroedde, ook bereidwillig gevolg gegeven. Zjj had, daar men voor de plannen van het middagmaal meer ruimte dan gewoonlijk noo- dig had, haar vertrekje, dat aan de visitekamer belendde, voor een dag ontruimd en was naar eene klein logeerkamertje verhuisd, dat aan de gevel zijde van het huis zoo goed als onder het dak was gelegen. Een klein waggelend trapje leidde van de eerste verdieping daarheen en het vertrekje zelf was zeer bescheiden. Maar het jonge meisje nam het heden in bezit met het gevoel van een koningin, triomf in haar hart en op haar rozige lippen, mot eene mengeling van kinderlijke nieuws gierigheid en ernstig besef van haar waardigheid, dat ten slotte in eene dankbare ontroering over ging, toen de vermoeidheid haar weeker stemde en den strak gespannen boog van haar gewaar wordingen eenigszins slapper maakte. Zjj trachtte den slaap te vatten en was op het punt daarin te verzinken, maar hjj werd telkens weder verdreven door haar gedachten aan den dag van morgen, totdat deze ten laatste de overhand behielden. Eindelijk na middernacht, toen de welbekende stemmen reeds lang waren verstomd en diepe rust rondom in huis heerschte, kon Leonore haar on geduld en onrust niet meer bedwingen. Er moes ten toch zeer buitengewone toebereidselen gemaakt zjjn, en zjj wilde er maar een beetje, een heel klein beetje van zien om haar opgewekte verbeel dingskracht gerust te stellen. Dat kon geen kwaad en bedierf niemand de vreugde, want geen een van hen, die de verrassing voor haar bereidden, zou er immers eenig vermoeden van hebben. Behoedzaam stak zjj eene waskaars aan, trok een kleedingstuk aan en stak haar voeten in de kleine pantoffeltjes en zachtkens, met vooruitge stoken hand liep zij de krakende trappen af. Op dit oogenblik, met haar spanning en beschroomde nieuwsgierigheid in het jeugdig, liefelijk gelaat ge leek zjj volkomen op hetgeen zjj nog was, een ongehoorzaam maar verrukkelijk kind. Juist liet zjj haar verbaasde en bevredigende blikken over de kransen en guirlandes gaan, over al die wapperende linten en opschriften, toen zjj meende haar vaders deur te hooren opengaan. Ver schrikt liet zjj de waskaars vallen, zonder acht te slaan op het afval van hout en papier, dat rond om verspreid lag. Een kortstondige, vluchtige blik bracht haar in de meening dat de kaars uitgedoofd was, en zonder er verder in het duister naar te zoeken vlood zjj als eene opgejaagde ree de trap op naar heur kamertje. Eindelijk, eindelijk vond haar hart rust en ge lukkig, en tevreden gesteld als zjj was sloot de slaap ditmaal haar vermoeide oogleden. Stilte en vrede schenen over het geheele dorp te zjjn uitgespreid, zelfs het blaffen der honden was verstomd en ook de nachtwacht nam het niet al te nauw met het uitroepen der uren. Maar plot seling weerklonk zijne stem des te luider en ang stiger door den stillen nacht, het schelle geluid van een klein fluitje en de verschrikkelijke kreet: Brand! brand! schrikte de slapers uit hun rust op. Binnen weinig oogenblikken was alles op de been en het was de hoogste tijd, want uit een der vensters van de woning van Hallig sloegen de lichte vlammen. De bewoners zeiven waren even eens terstond wakker, doch mevrouw Hallig had, toen zij uit de deur harer kamer rechtuit in de vlammen keek, die, vurig naar Leonore's vertrek leidden, zoo geheel haar hoofd verloren, dat de arme vrouw de grenzenlooze verwarring enkel vermeerderde. Zjj wilde zeiven de brandende treden op zonder op haar wijd geplooid nachtgewaad te letten, dat het gevaar voor haar slechts te grooter maakte, en jammerde luid en vol vertwijfeling, in dien man of zoon den gevaarlijken weg wilde in slaan. Zy verhinderde hen daarin en hield hen terug, zjj omklemde hun knieën en omstrengelde hen met haar armen; en ondertusschen groeide het gevaar aan en anderen werden afgeschrikt van het waagstuk, dat de vrouw te groot achtte voor haar eigen echtgenoot. Leonore verscheen een oogenblik later aan de trap een enkele blik op den vuurgloed beneden haar toonde haar, dat van daar geene redding meer voor haar was te hopen, en met een kreet van angst en wanhoop waggelde zij weder terug. Men riep haar toe om naar heur kamer terug te keeren en de deur te sluiten. Men zou door het venster tot haar trachten door te dringen. Ladders werden gehaald en aan elkander vastgebonden, maar reeds hadden de vlammen het oude, houten huis ook van buiten aangetast en daardoor de moeilijkheid vergroot. Juist wilden een stevige boerenknaap de ladders beklimmen, toen eenige jongelieden zich vastberaden een pad door de menschenmenigte baanden. Het was de houtvester met zijne gasten, die in de op eenige afstand gelegen boschwachterswoning niet zoo spoedig het tumult hadden vernomen. Vooraan liep Rieding, en met eene vastberaden heid en vermetelheid, die geene tegenspraak dulden, drong hjj de talmende lieden weg, trok zjjne jas uit en beklom de ladders zonder zich tjjd te gun nen haar stevigheid en vastheid op de eene of an dere wijze te beproeven. Ook baron Von Braatz had klaarblijkelijk plan gehad om handelend en reddend op te treden, maar het oogenblik drong zoo ge ducht, beide mannen achtten in het aangezicht van PRUS DER ADVERTENTIEN V»n 16 regels 1.95. Iedere regel meer 0.17J. Grootere lettere neer plaatsruimte. Voor het inoae- eeeren bulten de stad wordt 0.10 berekend. het gevaar, waarin hunne beminde zweefde, hun eigen waagstuk zoo gering, zoo natuurlijk, dat er geen woord over werd verspild, wie het zou vol brengen. In de walmende rookwolken, die hem omdwar- relden, was Rieding op de ladder uit het oog der ademloos wachtende menigte verdwenen, en met den doodsangst in zjjn hart, die hem eensklaps de volle sterkte van zjjne liefde onthulde, zag Richard Von Braatz den terugkeer van Rieding te gemoet. Een stormachtige kreet begroette dezen, toen hij met Leonore aan het venster verscheen en zeker en vaardig de ladder afklom. Reeds had zjjn voet bjjna weder de aarde bereikt, reeds breidden zich trouwe, beschermende armen uit om het door schrik half verstijfde meisje op te vangen, toen de los bevestigde touwen, die de ladders aan een verbonden, braken en de moedige jonge man naar beneden stortte. Krakende vloog de bovenste lad der mee en trof hem met zulk een geweld op den rug, dat men hem als levenloos moest wegdragen. Leonore ontwaakte in de armen van haar moe der, en haar eerste blik viel op Richard Von Braatz, die aan haar legerstede nederknielde en zich met bekommerde om het oordeel van anderen, om al de omstanders, haar handen met teedere kussen bedekte. Brandend als een vonk viel de onbeteu gelde hartstocht, die uit blik en gebaren van den jongen man sprak, in het hart van Leonore, en met een tooverslag rijpte de liefde in dit kinder lijk gemoed op welks ontwaken Rieding zoo ge trouw, zoo geduldig had gewacht, niet voor hem maar voor Richard Von Braatz, die bestemd scheen te zjjn om alle vruchten van Riedings hopen en streven te oogsten. Terwjjl, als door een tooverslag, twee harten elkander hier hadden gevonden, die tot dusver zich nooit helder bewust waren geweest van hun liefde, die pas door het oogenblik waren vereenigd, lag Rieding onder onbeschrijfelijke pijnen, door vreemden omringd, in de pastorie. Het huis van den dokter was tot den grond verbrand, hij zelf zoo ontsteld en in verwarring, zjjne tegenwoordig heid zoo noodzakelijk bjj zjjne dochter, bjj de red ding van verschillende zaken, die belangrijk en van waarde voor hem waren, dat Rieding ver scheiden uren ter neder lag, voordat hjj afdoende hulp verkreeg. Geen vader- noch moederoog vorschte in zjjn bleeke, door de pijn verwrongen trekken, geen vriend stond naast hem, geen woord van dank had tot nu toe zjjn oor verkwikt; hjj lag alleen en had enkel het zalig gevoel, dat zjj ge red was! Maar dat verhief hem ook boven alles, dat verzachtte zjjne pijnen, dat hield zjjn moed en hoop staande. En terwijl hjj God dankte, dat hjj haar had mogen redden, dat zjj voor hem behou den was, was zjj voor eeuwig voor hem verloren! De kwetsuur, die Rieding had bekomen, was hoogst gevaarlijk, weken lang zweefde lijj tusschen leven en dood en thans trachtte Leonore door ge trouwe verpleging te vergelden, wat hjj voor haar had gedaan, wat hjj voor haar had geleden. Hij kon gedurende veel weken zjjn legerstede in de pastorie met geen andere verruilen. Leonore, die daar eveneens gastvrjj was opgenomen, week ter nauwernood van zjjn zjjde. Deze eene nacht had haar wonderbaar veranderd zjj had een vriend en een beminde gevonden, en de liefde en achting van deze beide mannen verhief haar waarde in haar eigen oogen. Ook Von Braatz deed ijverig zjjn best voor de verpleging van Rieding, en al had tusschen beiden ook nooit die diepe, innige vriendschap bestaan, zooals ze in de jeugd wordt gesloten, oprechte achting en vrien delijke gezindheid tegenover elkander vormden toch een voldoenden band om Richard Von Braatz met zeldzaam geduld en volharding aan het bed van den zieke te kluisteren. Wordt vervolgd.) LEIDSCH ?l8fs DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1