welk hoofddeksel de eerste aanleiding werd tot eene woordenwisseling met eenige jongelieden, die, nadat de vraag was gedaan„wat is dat voor een landsman", hem achtervolgden, zoodat hij angstig een hunner aangreep, zeggende„Ga jij met mij maar eens mee naar de politie." Zoo liepen beiden voort, gevolgd door de overigen, van welke een den beklaagde het roode mutsje van het hoofd afsloeg. Nabij de Heerengracht gekomen, loste de bekl. een schot, waardoor de middelste vinger van W. J. werd doorgeschoten. De bekl. bekende, zonder echter het boos opzet gehad te hebben om iemand te verwondenhet schot zou by ongeluk zijn af gegaan. Na het hooren der getuigen requireerde het O. M. wegens het onwillig toebrengen van een kwetsuur en wegens het dragen van een by regeeringsreglement verboden wapen, veroordeeling tot 2 dagen celstraf en twee boeten. Te Reeuwyk is op de stalling van den landbouwer C. B. eene koe aan het miltvuur be zweken. Het vleesch is, op last van den veearts, verbrand en de stalling met de voorgeschreven ontsmettingsmiddelen gezuiverd. Uit 's-Hertogenbosch meldt men aan de „N. R. C.": De provinciale weg tusschen 's-Boscli en Vlijmen is den vorigen nacht voor een gedeelte in de naby- heid der stad overstroomd, en daarmede is de toe gang tot de stad van de zijde dor Langstraat zeer belemmerd. Tot die overstrooming heeft veel bijge dragen do omstandigheid, dat de kade, door het bestuur van den polder Boschveld en May tegen over de zoogenaamde 100-elsche brug opgeworpen, in den nacht tusschen Donderdag en Vrijdag voor een gedeelte is bezweken. Indien het water vallende blijft, bestaat er uit zicht dat de verbroken communicatie spoedig weder hersteld zal worden. Dezer dagen werd als eene merk waardigheid vermeld dat te Zaandam een dominee voor den kantonrechter eene pleitrede hield voor een ander. Uit Zalt-Bommol wordt nu medegedeeld dat een dominee voor het kantongerecht aldaar reeds twee malen als advocaat is opgetreden, en dat wel niet in eene kerkelijke of godsdienstige, maar geheel particuliere zaak, nl. betreffende eene vordering in gesteld door een notaris tegen een landpachten CR. N.) Te Venloo is weer een prachtig en zeldzaam avond-natuurverschijnsel waargenomen. Het donkere luchtruim bood plotseling een gezicht aan alsof een zeer sterk electrisch licht het ver lichtte, en daarop zag men in de terstond weder ingetreden duisternis een heldoren bol nederdalen, welko uit elkander spatte en van het NO. naar het ZW. een langen, rooden gloed achterliet, alsof er een felle brand was uitgebroken. Eene weduwe, die vóór eenigen t y d haar luchtpijp brak, is in het academisch zieken huis te Groningen met gunstigen uitslag geopereerd. Gedurende 15 dagen is eene kunstmatige luchtpijp, waardoor ook spijzen werden ingegevon, aangebracht. Eene jeugdige moeder met 4 kleine kinderen kwam dezer dagen te Leeuwarden om onderstand vragen. Het was do ongelukkige vrouw van den man, die wegens den moord te Pekela gevangen zit. De vrouw werd te Leeuwarden afge wezen, omdat zij in hare woonplaats, Pekela, moet bedeeld worden. Onder geleide van politie namen vrouw en kinderen den terugtocht aan. Gisteren had op den weg van Tiel naar Zoelen een ongeluk plaats. Een landbouwer uit Zoelen, huiswaarts keerende, viel van den boeren wagen en raakte er geheel onder. De raderen gin gen hem over het lichaam; zwaar gekneusd werd hy naar zijne woning gebracht. Zijn toestand is bedenkelijk. Eenige jongens te Lien den haddon de balddadiglieid een voor een kar gespannen paard met sneeuwballen te werpen. Hierdoor ging hot dier op hol en viel een der op de kar zittende personen er af met het ongelukkig gevolg dat een wiel hem over het hoofd ging en ernstige ver wondingen veroorzaakte. De toestand van den ge kwetste is zeer bedenkelijk. Nadere berichten omtrent de na 1 a- tenschap van Van der Bildt leiden o. a. tot het volgende overzicht. De oudste zoon (Cornelius) heeft recht gekregen op een kapitaal van 59 millioen, de tweede zoon (AY. K. Van der Bildt) op eene van 57 millioen, de derde en de vierde zoon elk op eene van 12 millioen dollar. Ieder der 4 dochters krijgt 11 millioen: totaal 184 millioen dollars. In de genoemde bedragen is voor elk dor acht kinderen begrepen eene som van tien millioen dol lars in schuldbekentenissen van den Staat, spoor- wegmaatschappyen enz., waarvan de helft in vry gebruik gegeven is, en de andere helft een fonds vormt dat afzonderlek beheerd moet worden. De 4 zoons en de weduwe zyn aangesteld tot beheer ders dier gezamenlijke fondsen, doch zóó dat elk der vier eerston geen beheer heeft over zijn eigen fonds. Te G i r t o n stierf zekere Mary Men- nett, die men om hare levenswijze voor zeer arm hield. Na haar dood vond men ruim 2300 pd. st. (ruim f 27,000) in hare woning. Te Bessèges heeft iemand z y n e moeder met eene bijl vermoord en zich daarna zelf van kant gemaakt. Het Hof van Sligo heeft zekeren John Crowen, die zyn vader had vermoord om in het bezit te komen van diens spaarpenningen, ter dood veroordeeld. Te P a r y s zoekt men tegenwoordig naar eene bende van veertig personen, welke sedert drie maanden er haar werk van maakt, wynkoopers op te lichten. Een der leden placht daartoe eene aanzieniyke bestelling te doen, de wijnkooper infor meerde bij een agentschap dat meestal met boeven in verband stond, leverde zijne waar zag noch zijn geld, noch zijne klanten terug. Wel 150 wyn koopers moeten zoo voor meer dan 60,000 fr. zyn bedrogen. Te Napels zijn vier gem een tel ij ke veeartsen gevangengenomen, beschuldigd van als inspecteurs der slachterijen aldaar zich door som mige slagers stolselmatig te hebben laten omkoopen, ten einde door allerlei ziekten aangetaste beesten ter slachtplaats toe te laten en op andere wyze het invoeren van voor het verbruik ongeschikt vleesch in de stad door de vingers te zien. De brand te Plymouth. In den nacht van Zaterdag op Zondag 11., kort na één uur, brak in Loo-street te Plymouth brand uit en alvorens de vlammen konden worden bedwongen, waren dertien personen, die zich op dat tijdstip allen te bed bevonden, gestikt of verbrand. Loo-street is in het oudste deel der stad en het huis waarin de brand uitbarstte, was vroeger een van de voornaamste woonhuizen van Plymouthhet was het stadsverbiyf van de familie Vrelaway Yan Ham. Jaren geleden echter is het in gedeelten ver huurd aan de minder gegoede klassen der bevolking en op het oogenblik van de ramp was het door twaalf'gezinnen, te zamen uit een en dertig per sonen bestaande, bewoond. Het huis was grooten- deels van hout opgetrokken en zelfs cle tussclien- muren waren uit latwerk en pleister of van plan ken vervaardigd. De eenige geschikte uitgang was eene smalle houten trap en alle deelen waaruit het gebouw was samengesteld, waren van licht brand baar materieel. Het vuur schijnt in de benedenverdieping in een kruidenierswinkel, door do weduwe Babbage ge houden, te zijn ontstaan en schijnt dadelijk naar den slagerswinkel van Eduard Sprague, die eigenaar van het huis was, te zijn overgeslagen. Van deze beide punten, in één waarvan een hond levend verbrandde, sloegen de vlammen zeer snel naar boven. Binnen weinige minuten, nadat politie en brand weer gealarmeerd waren, kwamen die met groote macht ter plaatse. Evenzeer werd een reddings toestel aangebracht, maar aangezien de straat zeer smal is, de vlammen geweldig woedden en met kracht naar buiten en boven sloegen, bleek het onmogelijk om er gebruik van te maken. Onmiddeliyk na aankomst van de brandweer schreeuwden de manschappen den bewoners toe om te ontvluchten, maar er werd geen antwoord ver nomen en hoewel nauwelijks vijftien minuten waren verloopen sedert het eerste brandalarm, is er geen twijfel aan of alle bewoners, die zich nog niet had den kunnen redden, hadden den dood door vlam men of rook gevonden. Toen de brandweermannen geen antwoord kregen, snelden zy naar de trap, maar ontdekten dat die reeds gedeeltelijk was verwoest en de hitte was zoo sterk dat zij terug gedreven werden. Daar de onmogelijkheid dus was gebleken om langs de trap de bovenverdiepingen te bereiken, werd eene ladder tegen het brandend gebouw opgericht en men slaagde er in door een raam op de eerste verdieping binnen te dringen. Men vond er het lijk van zekere vrouw Sprague, dat gedeelteiyk onder het bed lag; een gedeelte van het nachtgewaad der vrouw was door de vlam men verteerd, maar het lichaam had geene ernstige brandwonden en de vrouw moet gestikt zijn alvorens het haar gelukte uit het vertrek te ontkomen. In aangrenzende vertrekken werden wederom drie dooden gevonden, allen door verstikking omgekomen. Toen de toegang tot de tweede verdieping was verkregen, bemerkten de brandweermannert dat hier de meeste slachtoffers waren gevallen. In een vol trek door eene weduwe met vier kinderen bewoond vond men het akelig misvormd lijk van een jongetje. In een aangrenzend vertrek ontdekte men dat eene geheele familie (met uitzondering slechts van den vader) uit negen personen bestaande, verbrand of door verstikking omgekomen was. Het was den ongelukkigen gebleken dat ont vluchting langs de trap onmogelijk was, en de man en vader redde zich door van eene hoogte van dertig voet uit een raam op straat te springen: hij kwam met geweld op de straatsteenen terecht, brak beide beenen en bekwam ernstige kwetsuren aan hoofd en ribben. De man werd naar het hos pitaal gebracht, maar het is twijfelachtig of hij het leven zal behouden. Een man, Bickfold geheeten, slaagde er in een klein meisje te redden en dit met overgroote be zwaren en ernstig levensgevaar; hij ging in een raam, vijftien voet hoog boven de straat en hield het kind in de armen, terwijl hij op eene gunstige gelegenheid wachtte om behouden beneden te komen; toen geene hulp kwam opdagen was hij genoodzaakt het kind te laten vallen en ook zelf zijn steunpunt los te laten; het kind, brak haar dijbeen en bekwam ernstige verwondingen, terwijl Bickfold licht gekwetst werd. Al de overige bewoners, achttien in getal, slaag den er in om, alvorens het vuur al te sterk toe nam, aan de achterzijde van het huis, langs eene ladder, die op een open plaats stond, te ontvluchten. B U T JO N Ju A. IV I). Frankrijk. In eene depeche dd. 15 Dec. geeft generaal Do Courcy verslag van de krijgsverrichtingen der vel schillende colonnes in Tonkin. Een groot aantal roovers is door de soldaten gedood en vele oorlogsjonken zijn in den grond geboord of veroverd. Honderd roovers werden ge dood in één hol en twee versterkte dorpen werden genomen. Het herstel van rust en orde maakt vorderingen. Een redacteur van de „Figaro" had Maandag een onderhoud met den kolonel Herbinger, aan boord van de „Comorin," dien dag van Algiers te Toulon aangekomen. De kolonel noemde de tegen hem ingebrachte beschuldigingen kinderachtig, en verklaarde dat hij alleen voor de Tonkin-commissie zou verschynen, indien de minister van oorlog hem daartoe machtigdedan zou hy antwoorden op alle vragen, die hem gesteld mochten worden. Bij de verkiezing van zes afgevaardigden voor de stad Parijs lieeft geen der candidaten het aantal stemmen verkregen, dat vereischt werd om dadelijk gekozen te worden. Boven aan de lijst staan do zes candidaten van de radicalen, de heeren Millebrand, Maillard, Labordère, Douville-Maillefen, Achard en Brialou. Op Zondag 27 December zal eene herstemming gehouden worden. Na de bovengenoemde zes candidaten komen de heeren Déroulède en Ranc, van de lyst der „Alli ance républicaine," onderscheideniyk met 105,531 en 94,680 stemmenen vervolgens naar het aantal verkregen stemmen (87,000 tot 84,000) de candi daten der conservatieve oppositie. Dtii tsclila ucl. De „Kólnisclie Zeitung" komt op tegen de ge ruchten, als zou de regeering den Rijksdag willen ontbinden. Zij ontkent niet, dat de regeering een anders samengestelden Rijksdag wenschen zou. maar zij meent, dat de regeering niet licht tot eene ontbinding zal overgaan, daar zij de klippen kent, welke daarbij ontzeild zouden moeten worden, en het bedenkelijke van eene schipbreuk duidelijk inziet. Maandag deed dr. Krementz, tot dusver bis schop van Ermeland, zyn intocht als aartsbisschop in Keulen, waar de aartsbisschopszetel, sedert msgr. Melchers van Rijkswege afgezet was, jarenlang fei telijk onbezet gebleven was. De geheele stad was feestelijk versierd en de nieuwe aartsbisschop werd door burgemeester Pelman namens de stad en door dr. Reiehensperger namens de Katholieken van het aartsbisdom begroet. Msgr. Krementz dankte in korte woorden, wijzende op het belang van den godsdienst voor Staat en gemeente als grondslag der zedelyk- lreid. Op den weg van het station naar het aarts- hissehoppeiyk paleis juichte eene dichte volksmenigte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2