Aan een politiebureel te Amster
dam vervoegde zich eene vrouw, die hevig door
haar man was mishandeld. Daar ze hevige toevallen
kreeg, word ze naar het gasthuis vervoerd. Bij de
met bloed bevlekte voorwerpen, waarmede de woest-
aard, die in arrest werd genomen, zjjne vrouw had
geslagen, vond de politie ook een glas, half met
water gevuld, waarin de man zei, dat zich vergif
bevond.
De Hooge Raad heeft gisteren het
cassatieberoep van Timmermans, den moordenaar
der Van Oppens, verworpen. Behandeld werd de
zaak van den bekenden Van Ommeren. Mr. Asser,
uit Amsterdam, ontwikkelde twee middelen. De con
clusie van het openbaar ministerie is bepaald op
30 November.
Te Mulhouse, in Frankrijk, heeft
een voorval plaats gehad, dat veel ontroering heeft
teweeggebracht. Mejuffrouw Em. Nicollo, eene zeer
gevierde Fransche zangeres, verbonden aan het
Eden-theater, had vroeger te Parijs gewoond, waar
zij in konnis was gekomen met een zekeren Wiesner,
een 26-jarig student in de medicijnen aldaar. Deze
bracht nu dezer dagen aan haar een bezoek, waar
voor hij uit Parijs was gekomen, en toen hij haar
bij hare vriendin, mej. Demoncles geheeten, vond,
zeide hjj„Kom Emilie, ik wil u iets geven." Hjj
ging de trap op en mej. Nicolle volgde hem, maar
'eensklaps keerde hij zich om en ledigde een flesclije
over haar, hetgeen eene zeer bijtende vloeistof in
hield, welke haar het geheele gelaat en de borst
verbrandde. De dader van deze lage daad werd on
middellijk in hechtenis genomen.
I IN' GEZO N DE IM.
Een woord naar aanleiding der meeting
over de „Indische Inrichting."
I.
Als oud-leerling van de Gemeentelijke Inrichting
tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren woonde
ik op 13 November jl. de vergadering by, waartoe
belangstellenden in die instelling waren uitgenoo-
digd door het bestuur van de kiesvereeniging „Het
Algemeen Belang."
Plelgeen op die vergadering werd gesproken,
heeft mij niet kunnen bevredigen.
De verdedigers van de inrichting waren m. i. in
hunne verdediging niet positief en niet warm ge
noeg en de bestrijders, naar het my toescheen,
niet geheel op de hoogte van den aard en de
werking der instelling, welke zjj zich tot hunne
taak stellen te verstikken.
De verdedigers waren niet positief! Gaarne had ik
prof. Van der Lith op de vraag van prof. Buys, of
onder de 20 ambtenaren, die jaarlijks zouden be-
noodigd zijn, ook de rechterlijke ambtenaren be
grepen waren, een zoodanig antwoord hooren geven
dat daaruit blijken kon op welke berekening het
genoemde getal van 20 gebaseerd was.
Dit getal toch moet dienen om te bewijzen dat
de inrichting levensvatbaarheid heeft. Het bewijs
dat er binnen korten tjjd wederom zoovele ambte
naren zullen noodig zijn, is gemakkelijk te leveren,
en, dit geleverd zijnde, is daardoor een voornaam
argument voor de opheffing derinrichting ontzenuwd.
Ten gerieve van hem, die daaromtrent nadere
inlichtingen mocht verlangen, deel ik eenige cijfers
mede uit den Regeerings-almanak voor Ned.-Indië.
Voorloopig bepaal ik mij bij de ambtenaren van
het binnënlandsch bestuur, want deze tak van
dienst is het voornamelijk, die eene plaatsing
verzekert aan hen, die het diploma van Oost-
Indisch ambtenaar hebben verkregen.
De formatie der controleurs en adspirant-controleurs
gezamenlijk, is voor Java 155 en voor de Buiten
bezittingen 150; de laatste benoemingen tot ass.-
resident toonen aan dat men op Java bij het B.u-
nenlandsch Bestuur werkzaam zijnde, gemiddeld 14
en op de Buitenbezittingen gemiddeld 17 dienst
jaren moet hebben om volgens de ranglijst voor
de betrekking van assistent-resident in aanmerking
te komen. Hieruit volgt dat jaarlijks gemiddeld
zullen benoodigd zjjn 20 ambtenaren by het Bin-
nenlandsch Bestuur, waarvan 11 op Java en 9 op
de Buitenbezittingen. Telt men hierbij de personen,
die met het diploma van het examen voor Oost-
Indisch ambtenaar eene plaatsing wenschen te erlan
gen bjj de Algemeene Secretarie of op een der bureelen
van de verschillende departementen en houdt men
bovendien rekening met de omstandigheid dat in de
laatste jaren ook verscheidene gewestelijke secretaris
sen uit de ambtenaren by het Binnenlandscli Bestuur
worden gekozen, dan meen ik gerust te mogen
aannemen, dat spoedig weder jaarlijks een 30-tal
ambtenaren zullen worden aangevraagd. Gelijkelijk
verdeeld over de drie inrichtingen tot onderwijs te
Leiden, Delft en Batavia, bekomt men voor iedere
inrichting jaarlijks 10 plaatsen te vervullen, in
verband waarmede aan ieder dier inrichtingen een
40-tal leerlingen minstens kunnen worden verwacht.
"Wat aanleiding gaf tot de geringe aanvraag gedu
rende den laatsten tijd, prof. Van der Lith zeide
het ons, dat de intrekking van het civiel bestuur
in Atjeh en het weder beschikbaar worden van
vele ambtenaren, die tot bestrijding der veepest
gebruikt waren, een stilstand in de promotie te
weegbrachten. Overigens is het te verwachten,
dat het aantal benoodigde ambtenaren eerder groo-
ter dan kleiner wordeu zal, daar jaarlijks ten ge
volge van splitsing van afdeelingen of het onder
direct bestuur brengen van landschappen, nieuwe
bestuursambtenaren moeten worden aangesteld.
Dat, in vorige jaren, toen de bovengenoemde
redenen nog geen invloed hadden op de aanvraag
van ambtenaren, er zelfs veel meer dan 30 jaar
lijks werden noodig geacht, kan hieruit blijken,
dat in November 1879 40 ambtenaren, die in Juli
van dat jaar hot diploma hadden verkregen, in het
genot traden van hun voorloopig traktement van
f 150 's maands.
Nadat ik in het bovenstaande heb rekenschap
gegeven van mijne bewering, dat de verdediging
niet positief genoeg was, omdat zij geene duidelijke
inlichtingen gaf, wil ik nu overgaan tot de tweede
opmerking, dat nl. de verdediging niet warm ge
noeg was.
Dit gebrek aan warmte is echter wellicht toe
te schrijven aan de moeieljjkheid voor den inleider
om daarbij niet zekere punten aan te voeren, die
allicht zouden hebben doen denken aan eene poging
tot oprakeling der oude twisten.
Het schijnt mij toe niet misplaatst te zijn, en
ik reken mij in zeker opzicht verplicht, uit dank
baarheid jegens de Leidsche inrichting eene lans
voor haar te breken. (Wordt vervolgd.)
J. H. Simon Thomas,
Controleur der 2de klasse bij liet Binnenlandscli
Bestuur in Oost-Indië.
DUIT EIV E A. IS O.
In de Kamer van Afgevaardigden heeft de heer
Brisson gisteren de aangekondigde „verklaring"
voorgelezen.
Hij begon met te betoogen dat de eendracht
onder de republikeinen een gebiedend vereischte
is. [Toejuiching.]
Er bestaan finantieele moeilijkheden, zeide hij
verder. De uitgaven zjjn door de kosten van zekere
expeditiën verhoogd, en de opbrengst der belastingen
staat daarmede niet in evenredigheid. Hjj ver
klaarde zich nadrukkelijk voor de opheffing van
het buitengewone budget en het invoeren van be
zuinigingen. Indien dit voldoende bljjkt, zal men
tot verhooging der belastingen de toevlucht moeten
nemen. [Geraas rechts.]
Met betrekking tot Tonkin en Madagascar is de
regeering tegen het opgeven der koloniale politiek
[toejuiching in het centrum], maar vóór verminde
ring van het bezettingsleger, waartoe in den aan
staanden zomer zal kunnen overgegaan worden.
Hjj erkende de inmenging der geestelijkheid bjj
de verkiezingen, maar zeide dat de meerderheid
der Fransche natie niet is voor de scheiding van
Kerk en Staat. [Uitroepen links, gelach rechts].
De zuivering van het corps ambtenaren achtte
hij eene langdurige en moeieljjke taak. [Gemor links,
toejuiching in het centrum].
De heer Floquet heeft, bjj het aanvaarden van
het presidentschap der Kamer, in zjjne toespraak
aan allen geheele uitoefening der parlementaire
vrijheden beloofd. Hjj noodigde zijne ambtgenooten
uit te beantwoorden aan de verwachtingen der kie
zers en dringt aan op aaneensluiting van alle repu
blikeinen.
De ministerraad heeft met algemeene stemmen
besloten om elk voorstel tot het indienen van een
wetsontwerp, waarbij gratie wordt verleend aan
politieke misdadigers, van de hand te wijzen. Aan
enkele personen zal kwijtschelding van straf worden
verleend, o. a. Krapotkin en Louise Michel.
Canada.
Volgens telegram uit Regina heeft Riel, de be
kende aanvoerder in den laatsten Canadeeschen
opstand, gisteren aldaar de doodstraf, waartoe hij
veroordeeld was, door middel van ophanging, on
dergaan.
Riel had vooraf afscheidsbrieven gezonden aan
zjjne vrouw, kinderon en zuster. Hjj bracht al ziJn
tijd in het gebed door; 's morgens om zes uren
stond hjj op. De wacht by de gevangenis te Regina
was verdubbeld.
De oorlog.
De Serviërs trekken snel voorwaarts en zege-
vieren tot nu toe op alle punten. De noordelijke
legerafdeeling, die tegen Widdin opereert, is tot
Adilei doorgedrongen, waar zij 150 Bulgaarsche
soldaten krijgsgevangen maakte. Het leger van de
Nischawa heeft de uiterst belangrijke positie van
Dragoman, het hoogste punt van den bergpas tus-
schen do Bulgaarsche grens en Sofia, zonder groote
verliezen genomen. Het daalde gisteren langs de
berghelling af naar de hoogvlakte, waarop de Bul-
gaarsclie hoofdstad gelegen is. "Waarschijnlijk is
toen Slivnitza nog aangevallen, dat op 28 kilometer
afstands van Sofia ligt. De telegrammen van Bul-
gaarschen oorsprong erkennen zelf, dat die aanval
voor het lot van de hoofdstad beslissend zal wezen
Ook het zuidelijk legercorps rukt voorwaarts; het
is er in geslaagd, de positiën van Trin te omtrek
ken, en bevindt zich thans op weg naar Prnik
van waar Sofia gemakkelijk te bereiken is.
Uit het belangrijk aantal gevangenen, dat de
Serviërs maken, en hunne betrekkelijk geringe ver
liezen tot nu toe in de drie legerafdeelingen 50
dooden en 200 gekwetsten —blijkt, dat de Bulgaren
zich slecht verdedigen.
Tclegwaminen.
BELGRADO, 16 November. De Schumadja-divisie
veroverde bij den eersten aanval tegen Dragoman
vier schansen en nam er 200 Bulgaren gevan
gen. De verliezen waren aan beide zijden niet
onbelangrijk.
Het Timok-leger rukt over Kula voorwaarts.
De Bulgaren hebben hier 300 gevangenen en 270
dooden en gewonden verloren.
De koning bevindt zich bij den rechtervleugel
van het Timok-leger. Generaal Leschjanin leed in
het avondgevecht by Tzaribrod niet onbelangrijke
verliezen.
SOFIA, 16 November. (1 uur nam.) De vorst
begeeft zich naar Slevnitza, terwijl het hoofdkwar
tier te Sofia blijft.
BERLIJN, 16 November. De keizer is van zjjne
verkoudheid nog niet geheel hersteldhjj zal nog
eenige dagen zjjne kamer moeten houden. Intus-
schen heeft zijn toestand zich belangrijk verbeterd,
zoodat hij reeds sedert gisteren weder als gewoon
lijk arbeidt enz.
De Duitsche gezant te Washington, Von
Alvensleben, is hier aangekomen.
METZ, 16 November. De stadhouder vorst Hohen-
lohe is hedenmiddag hier aangekomen, aan het
station door de autoriteiten ontvangen en door eene
talrijke menigte begroet. Om drie uren in den
namiddag geschiedde de ontvangst der geestelijke
en wereldlijke autoriteiten.
PARIJS, 16 November. Ook in den Senaat las
de heer Brisson heden zjjne „verklaring" voor; hjj
vond er echter een even koel onthaal mede als in
de Kamer van Afgevaardigden. Een der leden
van de rechterzijde riep: „Dat is geen verklaring,
maar een ministerieele zwanenzangDe rustver
stoorder werd tot de orde geroepen.
LONDEN, 16 November. (A.) De gezanten van
Rusland, Oostenrijk, Duitschland, Turkije enServié
hadden dezen middag in het ministerie van buiten-
landsche zaken conferentiën met lord Salisbury.
Belangrijke nota's over den oorlog tusschen Servië
en Bulgarije werden aan den Engelschen minister
president overhandigd.
De tegenwoordige crisis komt voor Engeland op
een zeer ongelegen tijdstip. Met het oog op de aan
staande algemeene verkiezingen kan de regeering
bezwaarlijk beslissende maatregelen nemen. In het
ministerie van buitenlandsche zaken heerscht groote
onzekerheidmen hoopt dat het conflict tot Servië
en Bulgarije zal kunnen worden bepaald.
SOFIA, 17 November. De heer Zanoflf, minister
van buitenlandsche zaken, heeft aan de Porte ge-
telegrapheerd om antwoord op het verzoek van
vorst Alexander. Hjj voegde er bij dat Bulgarije
als vazal-staat in de onmogelijkheid verkeert om
krachtens het tractaat van Berlijn met den vijand
in onderhandeling te treden.
KONSTANTINOPEL, 17 November. De Conferentie
heeft een gunstigen indruk gemaakt. In de zitting
van Donderdag hoopt mon tot eene bevredigende
oplossing to geraken.