Dit nummer bestaat uit Twee Bladen. N°. 7864. Donderdas 8 October. A0. 1885. <§eze fgourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 October. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wdrdt 0.10 berekend. Ollioieele Kcunisjrcviusen. PATENTBLADEM. De Burgemeester, hoofd van het Bestuur der gemeente Leidon, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de ingevulde patentbladeu voor de wijken VII, VIII en IX, over het dienstjaar 1885/86, bij het college van zetters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks des namiddags van één tot (lrie uren, en wel op Donderdag 8, Vrijdag 9, Zaterdag 10. Maandag 12 en Dinsdag IS October a. s.> terwijl na het verstrijken van dien ter mijn do onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe be lasting alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 7 October 1885. DE KANTER. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden Gezien art. 1 der Verordening op het brandwezen van den 15 Juni/24 Augustus 1871 (Gemeenteblad N°. 14); Brengen ter algemeene kennis dat door hen is benoemd tot adjunct-brandmeester aan de stadsspuit No. 5, J. VAN DAM, in de plaats van G. J. W. HUURMAN, aan wien op zijn verzoek ontslag is verleend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 5 Oct. 1885. E. KIST, Secretaris. Het seizoen is weder aangebroken, waarin schouwburg- en concertzaal ons ruimschoots de gelegenheid aanbieden, voor eene korte wijle de beslommeringen van het leven te vergeten. Gelukkig hy, wiens gemoed vatbaar is om de indrukken te ontvangen van het schoone en ver hevene der kunsthij kan zich een Croesus noemen vergeleken by den beklagenswaardigen natuurgenoot, voor wien genot meer in het zinnelyke dan in het ideale bestaat. Een der edelste uitingen der kunst' op muzikaal gebied is ongetwyfeld de kamermuziek. Hier leeft gij mede met het genie in het ryk der idealen, waar nu eens grootsche en machtige figuren den schepter zwaaien, dan weder het indruk wekkende plaats maakt voor al wat liefeiyk is; waar zich aan uw beneveld oog tafereelen vertoonen, onnavolgbaar gepenseeld, schoone overgangen vor mende van schaduw tot licht, van nacht tot morgen. Keizers en koningen hebben zich aan de beoefe ning der kamermuziek gewyd en de apostelen der kunst hebben zich in dit gedeelte hunner schep pingen in hunne volle kracht geopenbaard. De eerste soirée voor kamermuziek in dit seizoen, gisteravond door het bekende viertal gegeven, werd bijgewoond door een belangstellend publiek. De uit voering van het programma getuigde van degelyke voorbereidende studie. Mej. Gripekoven oogstte veel en welverdiend succeS, vooral door haar innige voordracht van Rubinstein's „Wanderschwalbe." Het trio van Saint-Saens, dat aan de executanten groote technische moeilykheden oplegt, werd zeer bevredigend uitgevoerd. Wy hopen dit trio later nog eens op het programma te zien. Een woord van lof mag voorts niet onthouden worden aan de heeren Striening en Enderle voor de flinke voordracht van Goldmark's Suite. Over het algemeen waren voordracht en samen spel der executanten te roemenvooral het laatste nummer werd met warmte en toewyding gespeeld, zoodat deze eerste uitvoering doet verlangen naar meerdere. - De Leidsche studenten-afdeeling van het Neder- landsch Tooneelverbond heeft eene vergadering ge houden, welke door den voorzitter werd geopend met een woord van hulde aan de nagedachtenis van mevrouw Kleine. Met genoegen werd geconstateerd dat de com missie voor wetsherziening het amendement der afdeeling (om de bydrage der studenten-afdeelingen de algemeene kas te verlagen van f 3 tot 2.50 per lid) heeft overgenomen. Verder werden naar aanleiding van de ontwerp-statuten enkele opmer kingen gemaakt. In zake reorganisatie der Tooneelschool verklaarde zich de afdeeling tegen de voorstellen van Den Haag en Dordrecht, en vóór het voorstel-Rotterdam in den geest van een daarop door den heer Horn ingediend amendement. Ook verklaarde men zich tegen de afschaffing van het zelfstandig tijdschrift van het Verbond. De voorzitter der afdeeling, de heer Ed. Jacobson, werd vervolgens benoemd tot afgevaardigde ter algemeene vergadering. De 1ste luit. F. Rutgers Van der Loeff, van het 4de reg. inf., die op den lsten Nov. a. s. van zyne detacheering by het Koloniaal Werf-depot wordt ontheven, is op dien datum ingedeeld bij de 4de comp. 4de bat. van genoemd reg. te Leiden. Naar wy vernemen, zyn de Regeeringsvoor- stellen tot vermindering der uitvoerrechten en ver hooging der invoerrechten in Nederlandsch-Indië reeds aan den Koning ter onderteekening aange boden, zoodat de indiening zeer spoedig kan worden te gemoet gezien. Gisteren zyn te 's-Hage aangevangen de examens lager onderwas voor de akte van onderwyzer en onderwyzeres. Geëxamineerd 8 heeren, geslaagd 4, nl.W. L. Van Vlaardingen, uit Schiedam; A. C. Toet uit ScheveningenA. C. Ch. De Vletter en J. Van der Kley uit 's-Hage. Met leedwezen vernemen wy dat professor Jonckbloet te Wiesbaden ernstig ongesteld is ge worden. Vad.) Omtrent de stichting van het Kleine-fonds, verneemt het „Hbl." nader dat de koninklijke goed keuring reeds op de statuten is verkregen, en dat behalve de heeren A. C. Wertheim en J. L. A. Schut ook de heer S. J. Bouberg Wilson tot admi nistrateur is benoemd. De begrooting der Algemeene Landsdrukkery, dienst 1886, bedraagt f 253,354. De uitslag van de gehouden aanbesteding van de levering van papier laat toe dat een bedrag van f 3000 minder kan geraamd worden dan het cyfer voor 1885 toegestaan. Over 1884 zullen de inkomsten der drukkery vermoedelyk bedragen f 288,793.75 en de uitgaven f 246,902.61vermoedelyk batig slot f 41,891.14. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, passeerde Kaap Rocca 6 Oct.; de „Utrecht", van Rotterdam naar Java, passeerde 6 Oct. Gibraltar. Aan het algemeen verslag van het verhan delde in de sectiën van den gemeenteraad by het onderzoek van de ontwerp-begrooting der gemeente Leiden, voor 1886, met de beantwoording van Burgemeester en Wethouders, is het volgende ontleend By de algemeene beschouwingen verklaarde in eene sectie één lid bezwaarlyk zyne stem te kunnen geven aan deze begrooting om twee redenen: In de eerste plaats had z. i. de intrekking van het Ryks-subsidie voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes aanleiding moeten geven om öf de ontvangsten wegens schoolgeld te verhoogen, öf de uitgaven te beperken, een en ander tot zoodanig bedrag dat de mindere inkomst ten gevolge van het vervallen van het subsidie niet door verhooging van de plaatselyke directe belasting had behoeven te worden gedekt. Het geldt hier eene school tot de oprichting waarvan de gemeente niet door de wet is verplicht, alzoo eenigermate een luxepost. Mocht nu van eene eventueele verhooging van schoolgeld eene belangryke vermindering van het aantal leerlingen het gevolg wezen, dan zoude daaruit moeten worden afgeleid dat het behoud der school inderdaad niet noodig is, daar de ouders, wanneer zulks wel het geval was, zich de meerdere uitgave aan schoolgeld zouden getroosten. In de tweede plaats bevreemdde het hem dat de winst der gasfabriek voor 1886 tot een zoo laag cyfer was uitgetrokken, niettegenstaande bij de behandeling van het voorstel tot prysverlaging door de voorstanders beweerd was dat de winst wegens het vermeerderd verbruik al spoedig het vorig cyfer zoude bereiken. Door andere leden werd hieromtrent opgemerkt dat het bezwaar ten aanzien van de Meisjesschool, huns inziens, voor hen die deze bezwaren deelden, alleen grond zoude kunnen opleveren om tegen den betrekkelyken post te stemmen, doch niet om de geheele begrooting te verwerpen; en dat by de behandeling van den gasprijs door de voorstellers niet beweerd was dat nu reeds de winst op nagenoeg hetzelfde bedrag als vroeger zoude kunnen worden uitgetrokken, doch alleen dat blykens de opgedane ondervinding na elke prysverlaging het verlies aan winst binnen 2 a 3 jaren was gedekt. "Wat verder de Meisjesschool betreft, werd er nog met nadruk op gewezen dat vooreerst de mogelykheid bestond dat het subsidie zoude wor den hersteld, en dat het voorzeker te betreuren was dat de intrekking van het subsidie nu reeds aanleiding had gegeven in eene gemeente, nl. te Goes, tot opheffing der school. Hier ter stede was de oprichting der Hoogere Burgerschool het gevolg geweest van eene bepaalde noodzakeiykheid. Na herhaaldelyk genomen proeven toch was gebleken dat de splitsing der Meisjesschool lste klasse in twee afdeelingen onder één hoofd niet mocht worden bestendigd en dat, vermits de localiteit geen voldoende ruimte aanbood voor het aantal kinderen, in allen gevalle tot de oprich ting van eene nieuwe school, hetzy eene Hoogere Burgerschool, hetzy eene school voor uitgebreid lager onderwys moest worden overgegaan. Al mocht nu, onverhoopt, het subsidie voor de Meisjesschool niet worden hersteld, dan vorderde toch het werkelyk belang der gemeente dat de school behouden bleef. Intusschen zou ongetwyfeld kunnen worden overwogen of bezuinigingen mogelijk waren zonder het onderwys te schaden, en de Commissie van Toezicht zoude voorzeker niet in gebreke blyven de noodige daartoe strekkende voorstellen in te dienen. In hunne Memorie van Antwoord verklaren B. en Ws. zich in allen deele met deze opmerkingen, gemaakt naar aanleiding van de door het ééne lid aangevoerde bezwaren, te kunnen vereenigen. Wat het subsidie van de H. Burgerschool voor Meisjes aangaat, ontwaarden zy met genoegen dat ook in de sectiën is gewezen op de mogelykheid dat die subsidiën weder worden hersteld. Naar het hun voorkomt, moet de Wetgevende Macht te eeniger tyd tot het inzicht komen dat die intrekking eene in alle opzichten onbillyke daad is geweest. Al erkennen zy volgaarne dat die subsi diën tot wederopzeggens zyn verleend en dat er alzoo geen rechtsband bestaat op grond waarvan het Rijk verplicht zoude wezen tot voortdurende uitkeering, toch is het voor geen tegenspraak vatbaar dat men in vele gemeenten, en ook in de onze, alleen tot de oprichting der school en de stichting van een nieuw gebouw, waarvoor be langryke sommen zyn geleend, is overgegaan nadat de subsidie was toegezegd en men, ware zulks niet geschied, had getracht op andere wyze in de be hoefte aan uitbreiding van dit onderwys te voor zien en wellicht tot de oprichting van eene tweede school voor lager onderwijs voor meisjes zoude zyn besloten, in welk geval 30 percent der kosten door het Rijk zoude zyn vergoed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1