De heer J. A. Yan Dijk was dan ook de tolk
van alle genoodigden toen hy aan het einde den
feest- en den orde-commissarissen, die hy om zich
vereenigd had, de verzekering gaf dat deze avond,
waarvan men reeds vooruit zooveel goeds gehoord
had, de verwachtingen nog verre had overtroffen.
Yan de oudste tot de jongste leerlingen was er
getoond dat ook zy op eene wyze kunnen feestvieren
waardig het Genootschap dat nu zyn eeuwfeest
viert. Dank daarvoor, duizendmaal dank, en de uit
voerders mogen er immer met voldoening op te
rugzien
Dat het Genootschapsbestuur de jongelieden, al
was het nu een feest van hen, toch niet vergat, onder
vonden zy op aangename wyze, want ze werden
onthaald op versnaperingen met wyn, waarvoor
hun bonnetjes waren uitgereikt. Er heerschte den
geheelen avond eene prettige stemming en toen de
heer Yan D(jk in den loop van den avond met eene
korte toespraak een hoezee instelde voor de oud
leerlingen die in 1869 de gouden medaille behaalden
te Amsterdam, deden de jongens van 1885 die,
eigenaardig, op dit feest hun eigen commissarissen
van orde hadden, zoodat de onderwyzors niet in
het minst behoefden op te treden de zaal daveren.
Ook dit feest zal eene aangename herinnering
achterlaten aan deze jubeldagen, welke gisteren met
de sluiting van de druk bezochte tentoonstelling
in de Stadszaal eindigden.
Van de acht sollicitanten, die naar de betrek
king van organist in de Pieterskerk dongen en
waarvan Zaterdag een vergelijkend examen gehouden
werd door den heer Richard Hol, is benoemd de
heer C. B. Duyster Jr., organist in de Doopsgezinde
Kerk alhier.
Heden herdenkt onze geachte stadgenoot
dr. L. W. E. Rauwenhoff den dag, waarop hy
vóór 25 jaar het professoraat in de godgeleerdheid
aan de Leidsche hoogeschool aanvaardde.
In het tijdschrift „De Hervorming" wordt hem
hulde gebracht als aan den mensch en den christen
in den geleerde, als een man van smaak en een
man van hart.
Gewezen wordt op zyne „Geschiedenis van het
Protestantisme", een werk dat, ofschoon voor den
beschaafden leek geschreven, slechts aan de dege
lijke en ernstige studie van den man van weten
schap, slechts aan den ruimen gezichtskring en
de klare uiteenzetting van ware geleerdheid zyn
ontstaan kan te danken hebben.
Al ligt een professoraat van een kwart eeuw
achter hem, toch is hij nog niet te oud om te
werken, getuige zyn jongste artikel „over den
oorsprong van den godsdienst" in het Theologisch
Tijdschrift.
Zijne bescheidenheid heeft een afkeer van al wat
naar verheerlijking zweemt. Toch laten zijno ontel
bare vrienden en vereerders niet na hem op dezen
dag even zoovele bewijzen hunner belangstelling
op te zenden naar Epe, b ij Tongeren, waar hy nog
eenigen tyd met zijne familie zal vertoeven, om
dan naar hier terug te keeren.
Tot zoolang is, naar we vernemen, de eigenlijke
viering uitgesteld.
Bij de heden gehouden oponbare vorkooping
van cokes in partijen van 100, 50,10 en 5 hectoliters,
waren de hoogste prijzen f 39, f 20.50, f 4.20 en
f 2.05de laagste f 39, f 20, f 4 en f 2.
Het stoomschip „Limburg" vertrok 19 Sept.
van Batavia naar Rotterdam; de „Prinses "Wilhel-
mina" vertrok van Batavia naar Amsterdam 29
Sept.; de „Zuid-Holland," van Rotterdam naar Java,
arriveerde 19 Sept. te Suez.
Gemengd Nieuws.
Door een politie-agent alhier is op
heeterdaad betrapt en aangehouden een te dezer
stede rondzwervend Duitscher, die door middel van
insluiping ten nadeele van den horlogemaker F. aan
de Hoogewoerd een zilveren horloge uit diens winkel
had ontvreemd. Na opgemaakt proces-verbaal is de
man naar de gevangenis te 's-Gravenhage over
gebracht.
Voor het kantongerecht alhier zou
heden behandeld worden de zaak van een Kat-
wyksohen gezagvoerder van een zeevisschersvaartuig,
die zich vóór het einde zijner verbintenis aan het
voeren van dat vaartuig onttrok. De zaak moest
echter worden uitgesteld, daar drie getuigen zich
nog op zee bevonden en dus ter zitting niet tegen
woordig konden zyn.
De gistermorgen van hier naar de
residentie vertrekkende personen om aldaar deel
te nemen aan de groote manifestatie voor alge
meen stemrecht, werden door heel wat nieuws
gierigen uitgeleide gedaan en toen het roode vaan
del zich in de wachtkamer van het station ver
toonde, ging er onder de demonstratie-leden een
daverend hoezee op.
De in de richting van Amsterdam komende trein
was echter reeds zóó vol dat men voor de van
hier gaanden genoodzaakt was nog een waggon
aan te haken. Uit enkele portieren werd de roode
vlag ontplooid; toen men hier door de stad ging
bleef ze opgerold. Iemand, die op het perron een
toespraak wilde houden, werd dit belet door den
burgemeester van Oegstgeest.
Om over tienen vertrok de trein naar de plaats
van bestemming.
Een kleine 100 personen, die per stoomboot uit
de Zaanstreek hier waren aangekomen, om de reis
per spoor te vervolgen, kwamen te laat om met
denzelfden trein mede te gaan. Ook zy hadden
roode vaandels bjj zich en strooiden zelfs gedrukte
geschriften uit.
De zoogenaamde „betooging" zelve werd door het
beste weder begunstigd.
Aan beide Haagsche stations, waar zich een niet
groot aantal toeschouwers had opgesteld, heerschte
volmaakte orde en niet meer drukte dan op een
gewonen feestdag. Een klein aantal politiedienaren,
blijkbaar evenwel meer dan voldoende, handhaafde
de orde aan de stations en begeleidde den stoet
naar de verzamelplaats, waar zich, evenals op de
wegen die van de beide straten leidden, een groot
aantal toeschouwers had vereenigd. Zeer kalm had
de opstelling plaats en het geheel, ten afmarsch
gereed, maakte, wat orde en regel aangaat, een
gunstigen indruk.
Precies om 12 uren stelde de stoet, ongeveer 1400
personen sterk, waaronder een 100 tal vrouwen en
meisjes, zich in beweging. Zy werd geopend en ge
sloten door een 12-tal politiedienaren.
Een groote menschenmassa ging den stoet vooraf
en had zich op den door het programma aange
wezen weg (Buitenhof, Gevangenpoort, Kneuterdijk,
Parkstraat, Alexanderstraat, Javastraat, Koninginne
gracht, Prinsessegracht, Zwarteweg) opgesteld.
Op den Zwartenweg en voornamelijk bij het ge
bouw van Kunsten en "Wetenschappen was de
menigte niet te overzien.
Even één uur trokken de manifestanten zeer ge
regeld de groote zaal van het gebouw voor Kunsten
en "Wetenschappen binnen onder het zingen door
mannen en vrouwen van de Hollandsche Marseille.
Hier traden verschillende woordvoerders op
ook in den tuin, waar het publiek mede toegang
had en onder het omhooghefifen van alle banieren
uit den optocht, met allerlei opschriften voorzien,
werd eene motie aangenomen, waarbij de verga
dering haar gevoelen uitspreekt„dat ten spoedigst
het algemeen kiesrecht, by de Grondwet gewaar
borgd, moet worden verleend."
Tevens achtte men zich ontheven van de ver
plichting, de Regeering nogmaals op de wijze
als heden geschiedt, met den volkswensch
in kennis te stellen, zynde eene herhaling van
deze beweging beleedigend voor de eigenwaarde
van het Nederlandsche volk.
Een afgevaardigde wilde oogenblikkelyke over
brenging van de motie en corps naar het Binnenhof,
maar op de opmerking dat vele departementen
gesloten waren, werd besloten dat de besturen der
drie Bonden heden de motie zouden aanbieden
aan de voorzitters der Kamers en den minister
Heemskerk.
Toen scheidden de byeengekomenen en gingen
rustig uiteen.
Ruim een 200-tal kwamen hedenochtend om 10
uren weer byeenin het vereenigingslokaal „Walhalla"
in de Westerbaanstraat. Zes leden werden afge
vaardigd om de motie den minister te gaan over
handigen, gevolgd door de overige aanwezigen,
doch zonder een bepaalden stoet saam te vormen.
By hunne aankomst voor het ministerie vonden zy
eenige marechaussees te paard, die de toegangen
links en rechts vry hielden. Ook twee commis
sarissen van politie waren aanweaig. De audiëntie
duurde ongeveer twintig minuten, avaarna de depu
tatie van zes naar „Walhalla" terugkeerde.
Daar deelde de heer Gebing het antwoord van
d 3n minister aan de deputatie gegeven in hoofdzaak
mede. Ten eerste wees de minister er op dat men
niet het recht had in de motie te spreken van
nationale vergadering. Die tyd was al lang voorbij,
want die benaming herinnerde aan den tyd der
revolutie waaraan het Nederlandsehe volk sinds
lang ontwassen is en zeker de kinderen en klein-
kihderen van de voorvaderen die daaraan deelna
men. De minister zeide voorts dat het revolutionair
karakter niet meer leefde en men dus niet kon
spreken van eene nationale vergadering. Ook ver
klaarde ZEx. niet te deelen in het gevoelen dat de
tegenwoordige economische verhoudingen met het
algemeen stemrecht in verband kunnen gebracht
worden. Die toestanden zyn niet te verbeteren door
een algemeen stemrecht. Wijders gaf de minister
te kennen dat van de zyde der Regeering wets
ontwerpen zyn ingediend die aangenomen overeen
komstig de beginselen der Regeering, uitbreiding van
stemrecht te voorzien gaven, dat hy echter niets
wist te zeggen van het lot van die voordrachten
en derhalve afgewacht moest worden de beslissing
door Regeering en Kamer te nemen.
De heer Heldt had hierop den minister beant
woord, door te doen uitkomen dat hy wel verbe
tering der economische toestanden van algemeen
stemrecht verwachte, vooral voor de arbeiders door
middel van eene behoorlijke wetgeving op den arbeid.
Ook meende de heer Heldt dat de minister eene
verkeerde beteekenis gaf aan de uitdrukking natio
nale vergadering. Hy ontkende dat die woorden de
beteekenis uitdrukken in vorige eeuwen daaraan ge-
hecht, maar slechts wilden zeggen, dat het hier
eene nationale zaak was, waarin alle Nederlanders
waren betrokken, geen internationaal karakter droeg,
maar vooral eene algemeene zaak is, daar het be
ginsel in onze 11 provinciën allerwegen voorstan
ders vond.
De minister Heemskerk hernam, dat het hem
genoegen deed, die beteekenis te vernemen, maar
volhardde by zyne meening dat de toestanden door
algemeen stemrecht niet zullen verbeteren; ware
dit het geval, hy zou zich reeds morgen aan onze
zyde scharen, maar omdat dit niet zoo was, deed
hy het dus niet. Hierop gaf de minister te kennen
dat de audiëntie afgeloopen was.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Rumelië.
Volgens te Bucharest ontvangen particuliere be
richten zouden de Rumeliërs alle strategische pun
ten aan de Turksclie grens bezet hebben. Zij ver
nielden de telegraaflijnen en lieten eene brug in de
lucht springen.
Uit Philippopel wordt van gisteren gemeld dat
de voorloopige regeering erkend is en door de
geheele provincie geacclameerd. Overal heerscht vol
komen orde. De gouverneur-generaal verkeert, zelis
buiten de stad, in veiligheid. Alleen staat hy onder
toezicht, maar met alle vormen aan zyn rang ver
schuldigd. De gemeenschap ook tusschen de provincie
en Turkije is afgesneden. Het manifest van vorst
Alexander is te Philippopel openbaar gemaakt en
met geestdrift ontvangen. De vorst aanvaardt den
titel van vorst der beide Bulgaryen van Noord en
Zuid. Hij zegt zijn leven veil te hebben voor de
eer en het welzyn der vreedzame bewoners van
eiken godsdienst en van eiken landaard. Hij doet
een beroep op het volk om hem te helpen in de
bevestiging der vereeniging.
De vorst is gistermorgen van Tirnovo vertrokken
en wordt onverwijld te Philippopel verwacht.
Berichten uit Sofia melden dat de beweging in
Rumelië in het geheim werd opgezet en geleid
door Bulgaarsche comité's, onder den invloed van
Karaveloff, voorzitter van den raad in Bulgarije-
De vorst van Bulgarije had geen andere keus dan
toe te stemmen, of afstand te doen van den troon.
Hy stemde dus toe, in strijd met de raadgevingen
van bevriende regeeringen en souvereinen.
Telegrammen.
SOFIA, 20 September. Op het gerucht, dat Turkije
het land wil doen bezetten, komt de landweer van
alle kanten naar Sofia snellen. In alle steden vor
men zich talryke afdeelingen vrijwilligers. De regee
ring ontvangt van alle kanten telegrammen, waarin
aangeboden wordt alles op te offeren om Oost-
Rumelië in geval van een Turkschen inval te ver
dedigen.
Na de afkondiging der proclamatie van vorst
Alexander werden in alle kerken van Noord-Bul-
garye Te-Deum's gezongen. De hoofdstad was met
vlaggen versierd; des avonds w.erd geïllumineerd.
De geestdrift is onbeschrijfelijk.
PALERMO, 20 September. Gisteren zyn hier 258
cholera-gevallen aangegeven, waarvan 185 met doo-
delijken afloop.