N°. 7839.
"YVoeixsclag; O September.
A0. 1885.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 8 September.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS *UER ADVERTENTTEN
Van 1—6 regels 1-05. Iedere regel meer/0.17$.
Grootere letters naar plaatsniimte. Voor het incas-
8eeren buiten de stad vwordt f 0.10 berekend.
De leden der fabriekarbeiders-vereeniging „Een
dracht maakt Macht" brachten gisteravond in het
NutsgebouW-een aangenaam uurtje door onder het
gehoor van den heer S. P. Perdijk. Genoemde heer
vergastte zijn auditorium op de voordracht van eenige
gedichten, als: „Vyf uit één peul", „Invloed van
het hardop te verbeelden", „De kaboutermannetjes",
„Paardengang" en „In den freweelen kurketrekker",
allen min of meer bekende stukjes, welke algemeen
in den smaak vielen, getuige het applaus dat den
spreker by herhaling ten deel viel.
De heer J. A. Yan Hamel, emeritus predikant
bij de "VVaalsche gemeente te Leiden, is Zaterdag
avond te 's-Hage in den ouderdom van 75 jaren
overleden.
Nog Donderdag 11. zegende hp er een huweljjk in
en nam hy zelfs deel aan het feestmaal, ofschoon
zich toen reeds niet al te wel gevoelende. Den vol
genden morgen was de ongesteldheid reeds van
ernstiger aard en 's avonds vreesde men al het
ergste. Een stoornis in de ingewanden maakte een
eind aan zyn leven.
Hy was achtereenvolgens predikant by de "VVaalsche
gemeenten te Middelburg, waar hy in 1835 zyn
dienstwerk aanving, te Haarlem, te Groningen en
te Leiden. In 1880 verkreeg hy hier eervol emeritaat,
en de laatste jaren bracht hy in de residentie door.
Zyn stoffelyk overschot zal morgen, "Woensdag
ochtend, om halftwaalf op de algemeene begraaf
plaats aan het Kanaal te 's-Hage worden bygezet.
Tot predikant te Leiderdorp is beroepen ds.
G. H. Van Kasteel, te Kollum.
Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv.
gemeente te Ryp door ds. Langeraad, te Nieuwveen.
Tot onderwyzer (tydelyk) aan de openbare
school te Hillegom is benoemd de heer J. Vermeer,
vroeger kweekeling aan dezelfde school.
„Amstels Mannenkoor" zal onder de nieuwe
directie van den heer Bernard Zweers alleen in het
Hollandsch zingen. In October zal Hols „Leiden
Ontzet" worden uitgevoerd.
Naar men verneemt, zyn op de aanbevelings
lijst van drie personen, voor de benoeming van een
raadsheer in het gerechtshof te 's-Hage, geplaatst
de heeren: mr. W. J. Karsten, rechter te Rotter
dam; jhr. D. G. Van Toylingen, rechter te Middel
burg, en H. Van Manen, off. van justitie te Zieriksee.
De minister van financiën is uit de badplaats
Ems te 's-Hage teruggekeerd. Gisteren heeft de heer
Bloem aan het departement wederom zyne werk
zaamheden hervat.
Naar men van goederhand verzekert, zal de
Koning dit jaar niet in persoon de Staten-Generaal
openen. AC.)
De laatste trein uit Antwerpen naar Holland
schynt dikwyls aan groote vertragingen bloot te
staan. Ook Donderdag-avond bleef men ruim vyf
kwartier te Esschen wachten en het gevolg was,
dat o. a. de mailtrein naar Engeland via Vlissingen
werd gemist. Twee en twintig personen, die daarvan
gebruik hadden willen maken, moesten toen grooten-
deels over Dover of over Ostende vertrekken. Vol
gens de „Midd. Crt." heeft het den schyn of men
van Belgische zyde Vlissingen en de lyn „Zeeland"
in de wielen wil rijden en daarom de treinen met
opzet te laat doet komen. Trouwens ook de andere
reizigers waren gedupeerd. Van de 200 konden
slechts enkelen het doel van hunne reis bereiken en
moesten de meesten te Breda of te Rozendaal bly ven
logeeren.
Jhr. mr. J. E. De Sturler te Batavia is door
den sultan van Turkye btnoemd tot officier in de
orde van Medjidieh.
De heer J. G. F. Riedel, oud-resident van
Ambon, thans te Utrecht woonachtig, is door den
czaar benoemd tot ridder der orde van St.-Stanislas.
Het stoomschip „Afrikaan," van Rotterdam
naar de Kust van Afrika, is 5 Sept. Madera gepas
seerd; de „Leerdam" vertrok 5 Sept. van Nieuw-
York naar Rotterdam; de „Utrecht," van Java naar
Rotterdam, passeerde 5 Sept. Kaap Del Armie; de
„Burgemeester Den Tex," van Amsterdam naar
Batavia, passeerde Kaap St.-Vincent 6 September.
Z. M. heeft, met ingang van 15 Sept. a. s.,
aan A. J. Rees eervol ontslag verleend als burge
meester van Made en Drimmelen; den luit. ter
zee 1ste kl. J. H. Beucker Andreae belast met de
waarneming der betrekkingen van inspecteur van
'sRyks stoomvaartdienst en lid der commissie tot
het examineeren van zeeofficieren, enz.
Gemengd Nieuws.
Gelyk we reeds meldden, brachten
de weezen der Evang.-Luthersche gemeente alhier,
onder leiding van den vader en de moeder van het
gesticht, gisteren een aangenamen dag door in
Amsterdam, alwaar zy de voornaamste bijzonder
heden bezichtigden. Dit feestje was hun bereid
door den heer S., in Indië, die de weezen een aan
genamen dag wenschte te bezorgen en daartoe
eene belangrijke som had beschikbaar gesteld.
Daarenboven zullen de gezamenlijke bewoners van
het gesticht nog eenige aangename avonden, onder
huiselyke feestviering en gastmaal, worden bezorgd.
Hedenmorgen omstreeks negen uren
klom een zesjarige jongen, genaamd N. K., achter
op een rytuig, hetwelk langs de Haarlemmerstraat
reed. Zyn been raakte beklemd tusschen het wiel,
ten gevolge waarvan de jongen er afviel. Na door
een daar ter plaatse wonenden apotheker te zyn
behandeld, werd hy naar zyne woning vervoerd,
alwaar bleek dat zyn been was gebroken.
In de afgeloopen week werd de kant-
visscherij nog met vyf Katwyksche schuiten uit
geoefend, welke besomden van f 40 tot f 130 in 5
dagen. Van de haringvisschery zyn zeven bom
schuiten aangekomen, gezameniyk met 1240 kantjes
pekelharing en 128,800 steurharingen. Besteed werd
voor pakelharing f 13.10 a f 13.50, voor maatjes
haring f 8 a f 8.25 per ton en voor volle steur-
haring f 9 a f 15.10 per 1000 stuks.
Naar de openbare terechtzitting
van het Gerechtshof te 's-Gravenhage is dezer
dagen verwezen Jacob Nelemaat, de boerenknecht
die den 15den Juli jl. naby 's-Gravenhage een
arbeider Van Spronsen met een dolkmes verwondde,
terwyl deze den volgenden ochtend stervende in
het land werd gevonden en aan verbloeding is
overleden.
Nelemaat en Van Spronsen beiden waren in
dienst by den landbouwer Gerrit Boonstoppel, de
eerste als knecht, de tweede als vaste arbeider.
Nelemaat woonde bij zyn meester in, Van Spronsen
woonde afzonderiyk. Gerrit Boonstoppel had beide
personen tijdelijk afgestaan aan zyn broeder "Wil
lem, wonende op „Groot Zorgvliet", om dezen behulp
zaam te zyn by het binnenbrengen van het hooi.
Overeenkomstig het gebruik trakteerde 's avonds
na afloop van den hooioogst de landbouwer zyne
knechts. Zoowel de bovengenoemde als andere
knechts dronken 4 a 5 borrels bitter, zonder dat
beschonkenheid bleek, en daarna kwam Nelemaat
met een ander werkman, Van der Kley, op het
denkbeeld om een paar meisjes op te zoeken, die
zy meenden dat in de buurt waren. Zy vonden die
niet en toen zy na korten tyd afwezigheid aan de
hoeve terugkwamen, merkte Nelemaat dat Van
Spronsen inmiddels naar hun beider meester met
den boerenwagen was teruggereden om dezen tevens
diens dochtertje, dat by haar oom Willem was
geweest en naar bed moest, terug te brengen. Het
feit dat Van Spronsen, die slechts arbeider was, dit
had gedaan in plaats van hyb Nelemaat, die inwo
nende knecht was by Gerrit Boonstoppel, wekte
in erge mate de gramschap AP van Nelemaat.
Knarsetandende zeide hy tot WiltAm Boonstoppel:
„Ik ben knecht en hij is arbeider. .Ik moet ryden.
Ik zal hem wel krygenEn zonder .te hooren wat
de landbouwer verder zeide, trok hy &jjn kiel en
vest aan en zeide tot Kley: „ga eens mèo; ik zal
hem wel krygen." Deze ging een eindweegs mede,
maar wilde toen niet verder, waarop besch. alleen
is doorgegaan, blijkbaar steeds zeer kwaad, flink
doorstappende in de richting van Gerrit Boonstop-
pel's woning.
Daar aangekomen is hy naar zyne kamer gegaan,
heeft een dolkmes gehaald dat hy vroeger alleen
voor de aardigheid had gekocht, is naar beneden
geloopen eu is in de gang der woning, in een
boenhok, Van Spronsen, die korten tijd vroeger tehuis
was gekomen, daarmede te lyf gegaan. Verschil
lende getuigen hebben dit gezien, allereerst de
huisvrouw van Gerrit Boonstoppel, die, toen besch.
boven op zolder was, aan Van Spronsen, die by
het boenhok stond, vroeg wat er boven te doen
was, waarop Van Spronsen antwoordde: „laathem
maar gaan, het is om my te doen." Toen zy besch.
daarop Van Spronsen zag aanvallen en een mes
in zijne hand zag, riep zy om hulp, het eerst M.
Snoek, opzichter te 's-Gravenhage (die met zyne
vrouw by Boonstoppel inwoonde) en deze sprong
tusschen aanvaller en aangevallene, gaf aan Van
Spronsen een duw ter zyde, zoodat deze op den
grond viel en ontrukte met behulp van een ander
persoon, C. Verheul, aannemer te Hardingsveld, aan
den besch. het mes, dat deze hoog boven Van
Spronsen had opgeheven, terwyl daarna nog toe
schoten Gerrit Boonstoppel zelf en Gerrit Vlot, ook
aannemer te Hardingsveld, die allen voor de woning
zaten. Met gemeenschappelyke hulp werd besch.
alzoo ontwapend en door Snoek naar bed gebracht.
Deze zag hem voor goed dronken aan, al ontkende
besch. dit door eenige meters kaarsrecht te loopen.
Hy heeft hem de trap naar boven moeten ophelpen
en toen besch. te bed lag hoorde hjj hem zeggen
dat hy zyn scheermes uit zyn kist wilde halen,
want hij „zou hem toch wel krijgen als hij bij
hem te bed kwam." Van Spronsen bleef name
lijk soms als het druk was by zyn meester
slapen en deelde dan de legerstede met besch.
Snoek voegde hem toe dat Van Spronsen dien
nacht zeker niet bij hem zou slapen, maar des
niettemin haalde besch. zyn scheermes uit zyn
kist en viel er op bed in zyne hand mede in slaap.
Later ontnam Snoek hem dat scheermes.
Alle aandacht was dus aan besch. gewyd ge
weest. Toen men aan Van Spronsen dacht, vond
men hem nergens meer in de nabijheid en hield
men zich overtuigd dat hy naar zyne eigen woning
was gaan slapen.
Zoo ging de nacht voorby en toen den volgenden
ochtend om halfvier Gerrit Boonstoppel met beschul
digde het veld ingingen, vonden zij ongeveer 50
meters van de woning Van Spronsen in het aardap
pelveld liggen. Deze kon zyne hand nog opsteken,
maar niet meer spreken. Toen eerst bemerkte men
dat Van Spronsen eene wond aan den hals had. Zy
namen den gewonde op en legden hem in den stal
neder, waar deze zonder verbonden te zyn; 's ochtends
te halfzeven is overleden. Toen dr. Van der Mandele
uit Scheveningen was geroepen, vond deze slechts
een lijk.
Nu werden allerwege ook de bloedvlekken van
den vorigen avond ontdekt in het boenhok, op de jas
van Snoek, ter plaatste waar hy den vorigen avond
Van Spronsen had weggeduwd, in de zitting van
den stoel waartegen hij dien avond, omgekeerd zit
tende, met zyne ellebogen had. geleund, op de punt