zochten de equipage, doch bevonden allen in goeden gezondheidstoestand. Te Marseille zyn Zaterdag 11 personen aan cho lera bezweken. BUITENLAND. Frankrijk. Naar uit Hué wordt geseind, is admiraal Courcy uit Puenhon teruggekeerd. In die provincie waren ernstige ongeregeldheden uitgebroken. Een aantal Christenen waren vermoord en vele dorpen verbrand. Generaal Prudhomme, die belast is met het her stellen der orde, heeft de Citadel bezet en krachtige maatregelen genomen. Er heeft in het Bosch van Meudon een twee gevecht plaats gehad tusschen den afgevaardigde Ferdinand Dreyfus en den Heer Lebaudy, naar aanleiding van een door handtastelijkheden gevolgden twist in eene kiezersvergadering. De heer Lebaudy werd in den arm gekwetst. Egypte. Ten gevolge van bevelen, door de Fransche re geering gegeven, is de „Bosphore égyptien" opnieuw opgeheven en zou zy Zaterdag-avond voor de laatste maal verschijnen. Men verzekert algemeen dat deze maatregel het gevolg is van vertoogen, door het hoofd van het Fransche diplomatiek gezantschap naar Parijs gezonden, omdat de taal van het blad de Fransche belangen in Egypte benadeelt. De Spaansch-Dultsche quaestle. Van haar particulieren correspondent te Madrid ontvangt de „Köln. Zeitung" een telegram, dat in een vrij belangrijk punt afwijkt van hetgeen andere depeches te lezen geven over de baldadigheden, door het Madridsche volk gepleegd na het bekend worden van het bezetten van Yap (het voornaamste der Carolinen-eilanden) door Duitsche troepen. Hy seint namelijk„Op een der openbare pleinen is, naar men zegt, een Duitsch zoogenaamd wapen bord verbrand." De beleediging, Duitschland aan gedaan, schynt dus nog zoo erg niet te zijn als in andere telegrammen wordt opgegeven. Mocht deze lezing de juiste zyn, dan zou eene schikking daardoor wellicht vergemakkelijkt worden. Het blad teekent by de bedoelde depeche het volgende aan: „Zoo hebben wjj dan eindelijk het feit. Toen de Spanjaarden vernomen hadden dat Duitschland de Carolinen-eilanden wilde bezetten, trachtten zjj Duitschland vóór te zyn, maar kwa men eenige uren of eenige dagen doet hier niets af te laat en bepaalden zich tot een protest." Men gelooft dat de Spaansche schepen en de gouverneur van Yap zonder instructiën waren. Intusschen blyvon de overige berichten uit Madrid niet opbeurend. De Spaansche gezant te Berlijn zou namelijk door zyne regeering verwittigd zijn dat hij zich gereed moet houden om by de eerste kennisgeving zijne paspoorten te vragen, en „alle Spanjaarden", zegt weer een ander telegram, „be schouwen de daad van Duitschland als „zeeroof." De regeering is besloten krachtdadig te handelen. Toen Zaterdag-ochtend de Duitsche gezant graaf Solm-Sonnenwalde van La Granje te Madrid aan kwam, werd hij tot zyne woning begeleid door de burgerlijke autoriteiten met een sterk escorte. Er had geen nieuwe demonstratie van de zijde van het volk plaats. Het gezantschapshotel wordt door vyftig gendarmes bewaakt. Het Spaansche volk, zoomede de militaire en staatkundige kringen eischen dat wraak op Duitsch land genomen worde. De liberale dagbladen vragen eenparig dat aan Duitschland de oorlog worde verklaard. Men gelooft dat de kruisers „Aragon," „Marquez" en „Ducro" het eiland Y<jp, dat thans in de macht van Duitschland is, zullen hernemen. In de tuighuizen wordt yveag gewerkt. Zaterdag-avond werden de manifestation op de Puerta del Sol voortgezet. De houding der menigte was echter van meer vreedzameo aard. Wel trok eene talrijke menigte langs de straten van Madrid, doch nieuwe rustverstoringen vonden niet plaats. Volgens nader gerucht zouden de wederzydsche gezanten, Von Solms, te Madrid, en Benomar, te Berlijn, hunne paspoorten vragen. Eene latere depeche meldt het volgendeAan de Agonce Fabra" wordt geseind„Za^prdag had de heer Benomar, da Spaansche gezant te Berlijn, een onderhoud met den Duitschen minister vanbuiten- landsche zaken ad interim. Deze verklaarde dat de instructiën, aan den bevelhebber der Duitsche kanon neerboot gegeven, inhielden om niet de Duitsche vlag op de Carolinen-eilanden te planten, indiende Spaansche vlag zich daar reeds bevond. De heer Benomar nam akte van deze verklaring van den Duitschen minister, die er bijvoegde dat het op Yap voorgekomen incident geen invloed moest hebben op den loop der onderhandelingen, noch op den goeden uitslag daarvan." De heer Yon Solms, de Duitsche gezant te Madrid, had gisteren eene conferentie met den heer Cano- vas del Castillo en zoide gemachtigd te zyn tot de verklaring dat de Duitsche regeering het nauwelyks noodig achtte te doen opmerken dat het gebeurde op Yap en do behandeling van den commandant der Duitsche kanonneerboot geen feit stelden, waar door op de rechtsquaestie werd vooruitgeloopen. Hy voegde er nog by dat, indien Duitschland de aanspraken van Spanje op de Carolinen-eilanden had gekend, het elke inbezitneming zou verhinderd hebben, totdat eene schikking ware tot stand ge komen. Naar de te Berlijn verschijnende „Nordd. Allg. Zeitung" schrijft, kunnen de gebeurtenissen te Madrid niet naar de eerste indrukken beoordeeld worden. „Er zyn in het leven der volken van die oogenblikken, waarin zelfs eene krachtige regeering als de Pruisische, uitspattingen, zooals brandstich ting of beschadiging van eigendom, niet zoo dadelijk zou kunnen voorkomen. Wjj willen hopen dat, zoo niet langs anderen weg, dan toch in elk geval door een gerechtelijk onderzoek, duidelijk aan het licht moge worden gebracht, welk soort van heden het waren, die de uitspattingen bedreven, en door welke beweegreden zy geleid worden, die elk mid del aangrijpen, om tusschen Duitschland en Spanje vijandschap te stichten." De Parjjsche „Figaro" meldt omtrent het conflict nog dat Zaterdag-morgen de Spaansche ministers eene vergadering hebben gehouden, onder voorzitter schap van den koning. Er werd besloten, Duitschland te sommeeren tot ontruiming van het eiland Yap. Werd hierop een weigerend antwoord ontvangen, dan zouden alle betrekkingen met Duitschland wor den afgebroken. Aan de Duitsche regeering is voor het geven van een antwoord op deze sommatie een termijn van drie dagen gesteld. Tclegra m m e n, PARIJS, 6 September. Eene depeche van generaal Courcy, gedagteekend van heden, meldt dat generaal Prudhomme, na een tocht van drie dagen, waarbij hy door talrijke, maar slecht gewapende vijanden werd aangetast, de citadel van Pin-Tinh bereikte, die hare poorten opende. De Fransche troepen leden geen verliezen. KOPENHAGEN, 6 September. De czaar is hier heden met zyne gemalin aangekomen, en met den koning van Denemarken en diens gemalin verder gereisd naar het slot Fredensborg. CAIRO, 6 September. Eene rooverbende heeft zich meester gemaakt van eene voor de Regeering bestemde som van 4000 pond sterling, die van het spoorwegstation te Nisioet naar de stad werd gebracht. Van het geleide werden een aantal mannen gewond. LONDEN, 7 September. (A.) Volgens nadere be richten van Spaansche zyde zouden do Spanjaarden, reeds vóór de aankomst van de Duitsche kanon neerboot „Hyane", de Spaansche vlag op het eiland Yap hebben geheschen, doch deze tegen den avond weder omlaag hebben gehaald, zonder haar even wel te verwijderen. Daarop was de Duitsche kanon neerboot binnóngeloopon en had formeel van het eiland bezit genomen. De Duitsche regeering bood aan, het eiland Yap te ontruimen, indien Spanje zich verbond het ge durende de diplomatieke onderhandelingen niet te bezetten. Duitschland verklaarde zich verder bereid om de bezetting van Yap door de Spanjaarden als rechts geldig te erkenen, indien de Spaansche regeering het bewys kon leveren, dat hare vlag inderdaad op het eiland geheschen was, vóór de aankomst van de Duitsche kanonneerboot. Te Madrid was het gisteravond rustig. LEIDEN, 7 September. Weerbericht (medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut). Verwachting: veranderlijke wind. Voor eene aanzienlijke schare had gistermorgen in de Pieterskerk de bevestiging plaats van den nieuw beroepen predikant bij de Ned.-IIerv. gemeente alhier, ds. F. Oberman. Ze geschiedde door dr. A. J. Eykman, van Groningen, die tot tekst had gekozen Psalm 89, vers 4 en 5. Nog talrijker was de op komst des avonds, toen de bevestigde zijne intrede deed, met eene rede naar aanleiding van het 8ste vers van Psalm 124. Na de plechtigheid werd hem door de gemeente het 3de vers van Psalm 134 toegezongen. Op de heden in de Stadszaal alhier gehouden verkooping van oude schilderyen, teekeningen, prenten en porseleinen, nagelaten door wylen den heer C. F. Berré, was wel veel belangstelling, ook van buiten de stad, doch belangryke pryzen werden er over het algemeen niet geboden. Voor de schilderyen werden de hoogste pryzen besteed door den heer Handelaar te Parys voor een familie-tafereel van F. Francken 345, voor eene jonge boerin met hond en haan en een boer met een gans in den arm, van A. Bloemaert ƒ301 en voor de de geboorte van Christus door W. De Poorter 241. Daarop volgen een landschap van M. Hobbema voor 199.50, een boerenherberg van G. Lundens voor 180, een buste van een magistraat door J. F. Bëdeker voor 152.50, een dorpsgezicht van Joost Vinck voor 150, een met een boer kaart spelend krjjgsman van J. Uchtervelt voor 147, een tot aan de knieën uit portret van een edelman door P. Van Someren, een magistraat in zwart kostuum door W. Van Vliet (1634) en de bijbelsche voor stelling van P. F. De Grebber: Esther, in rijke kleeding op een rustbed gezeten, wordt door eenige vrouwen met edelgesteenten getooid, elk voor 105, een gezelschap drinkebroers van A. Brouwer voor 100 enz. Het minst gold de schilderij van J. Croos, voor stellende een Italiaansch landschap met ruïne, nl. 2. Twee schilderyen van A. Van den Tempel: een buste waarschijnlijk van Hugo De Groot en een portret van Elsje van Houweninghe brachten te zamen f 160 op; terwijl eenige schilderyen met verschillende voorstellingen op paneel in vier koopen het tot 42.50 brachten. Van de teekeningen en gravures verdient ver melding dat vyf verschillende etsen van Rembrandt (welke men eene handelswaarde* van 6 toekende) samen voor 100 werden verkocht, en eene zwarte- kunst-teekening van J. Daniel, Samuel en Eli voor stellende, voor 30. Eene groote palisanderhouten kast, opgelegd met ebbenhouten kussens en gebeeldhouwde ornamenten en met gesneden wapen op den vooruitspringenden kap, bracht 170 op, in plaats van 300, welke men dacht dat besteed zou worden. De totaal-cyfers der geheele verkooping zyn de volgendede schilderijen Nos. 1 77 4704 en Nos. 78 98 289; de porseleinen, meubelen enz. Nos. 99-128 238 en Nos. 129-151 261.50; de teekeningen en gravures Nos. 152 176 255 en de boek- en prentwerken Nos. 177 183 24; te zamen 5771.50. Dc Leldsche Gemeente-begrooting voor 1886. (Vervolg.) Voor gewoon onderhoud van bruggen en overzet- veeren is f 5900 benoodigd. Daarenboven wordt als buitengewoon werk het volgende voorgedragen 1°. het vervolgen der vernieuwing van de Zyl- poortsbrug bestaande uit 9 bogen 6000; 2°. de hoog noodige vernieuwing van drie kleine bruggen, nl. die over de Rynsburgersingelsloot bij den Maren- dijk, die op de Oude Heerengracht over de Binnen vestgracht en die aan den Ouden Ryn over het St.-Jansgrachtje, te zamen ƒ950; 3°. het vernieuwen van de brug op de Langegracht over de Oostdwars- gracht 1400; 4°. het herstellen der leuningenen van het hardsteenwerk met het verfwerk van de Borstelbrug 500; 5°. de vernieuwing van de loop- Irug over de coupure in het Plantsoen 950; 6". het vernieuwen van het draaibare gedeelte der brug over de Langegracht bij de gasfabriek ƒ800 en 7°. de aanschaffing van een draaibank 250, te zamen 16,750, d. i. f 1240 meer dan voor het loopende jaar Voor het onderhoud van pompen en riolen daar entegen is 900 minder uitgetrokken, «n voor het onderhoud van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen enz., 1225 minder, dus 10,025. Toch komt daarop nog een bedrag voor van 5525 voor buitengewoon werk. Deze buitengewone uitgave is benoodigd lo. voor het plaatsen van houten burries langs de gemet selde wallen van de Oude Vest, van de Mare naar den Kouden Hoek over eene lengte van 630 meter, 1575; 2o. het plaatsen van 15 nieuwe stootpalen 10503o. voor diepwerken door twee werklieden gedurende 35 weken 700 en 4o. voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2