Maar het muisje bleek een staartje te bebbeD.
Niet zoodra waren de schutters geen schutters meer,
d. w. z. niet zoodra waren ze afgedankt en dus
weer gewone burgers, of ze hadden den kapitein
R. weer in het oog. Een kring om hem te vormen
was het werk van een oogenblik. Het was als 't
ware een krijgsgewoel, gepaard met krijgsgeschreeuw,
waarbij de geweerkolven eerst den grond deden
dreunen, maar later, toen deze meer hoogere be
wegingen begonnen te maken, aan ernstiger dingen
dan aan gevoelige teenen deden denken. Men wilde,
zeide men, evenals onlangs daar, ook hier eens
„Rotterdammertje" spelen.
Een geweerkolf werd eindelijk zelfs met zulk eene
dreigende houding opgeheven, dat het gelukkig was
dat de slag door twee ranghebbende schutters werd
opgevangen. Yan één moet daarbij „bloed hebben
gestroomd" maar niet erg. Een paar droppeltjes
Als we hier nu nog in herinnering brengen dat het
bij eene scbutters-promenade gewoonlijk niet aan
een talrijk medewandelend publiek ontbreekt, maar
dat dit bovendien nu nog, door juist van hunne
fabrieken komenden en anderen, van beider kunne,
belangrijk werd aangevuld - die daarenboven wel
van zoo'n „pretje" hielden - dan kan men zich allicht
een denkbeeld maken van het opgewonden tooneel,
dat het geheel aanbood.
De kapitein R. zag er wijselijk geen heil in, al
was hij tot de opgewekte ontevredenheid dan ook
middellijk onschuldig, langer in het midden er van te
blijven. Hij zocht een goed heenkomen en vond
dat in de woning van den heer Dee. Daar bleef hij
eonigen tijd, waarna hij zich onder vrij sterke politie
bescherming naar het commissariaat begaf. Ooderweg
ontbrak het opnieuw niet aan incidenten; maar
door het krachtig optreden o. a. van een der inspec
teurs voorkwam men ernstiger gevolgen. Toch had
er nog eene arrestatie plaats.
Toen kort daarna de omtrek weer tot rust was
teruggekeerd, wandelde ook de heer R. weer kalm
naar zijne woning.
Het wordt duB wezenlijk levensgevaarlijk officier
der schutterij te zijn. In Rotterdam heeft het volk
een drijfjacht op een schuttersofficier gehouden. In
Leiden hebben thans de schutters zelf hun taoden
aan hun meerdere getoond.
Gisterochtend vroeg vond eeu boer
te Loosduinen, ter hoogte van het derde zeehoofd,
een vierjarig knaapje in een wagenspoor bedolven
ouder het zand. De man dacht aanvankeljjk niet
anders dan dat het knaapje dood was, maar bemerkte
weldra dat de jongen in diepen slaap lag. De zand
laag bad hem tegen de nachtkoude beschermd. Ont.
waakt zijnde, vertelde het jongetje dat hjj, uit Sche-
veningen gekomen, in de duinen verdwaald geraakt
was en er den nacht had doorgebracht. De mede
lijdende man nam het kind mede naar huis, voor
zag het van eenig voedsel en bracht het vervolgens
naar de politie om aan zijne ouders te worden
teruggegeven.
Maandag sloeg een zoon zijn vader
in de Rozenstraat te Amsterdam met een zooge-
naamden kattebak op het hoofd, waardoor de man
ernstig werd verwond. In het gasthuis, waarheen
men den gekwetste bracht, is deze gisteren over-
loden. De zoon is in hechtenis.
Uit Leerdam wordt onder dagtee-
koning van 11 Aug. het volgende gemeld:
Te Asperen was een persoon, die siads lang
blijken van verstandsverbijstering gaf. Het bestuur
trachtte hem te doen grijpen, om hem in het krank
zinnigengesticht te Utrecht te laten plaatsen. Eer
gisteren hoopte men hem in den avond meester te
worden, toen hij zich in een hooiberg verschanst
had. In plaats van zich over te geven, lostte de krank
zinnige een geweerschot, hetwelk den veldwachter
De Groot trof. Deze werd ernstig gekwetst wegge
dragen, maar leeft heden nog en zal misschien her;
stellen. Hedenmorgen is het der rijkspolitie gelukt
den moordenaar te grijpen, wien het dwangbuis
werd aangedaan, en dien men daarop van Asperen
naar Leerdam, en verder per spoortrein naar Utrecht
vervoerde, om daar in een krankzinnigenhuis ge
plaatst te worden. Hij heet Jan Kerkhof.
Gisternacht ontlastte zich eene he
vige onweersbui, gepaard met zwaren regen, boven
De Rijp. De bliksem sloeg in eene boerenplaats
even buiten de gemeente, welke eene prooi der
vlammen werd. Zij zou juist eerstdaags gesloopt
worden.
Het gerechtshof te Brussel deed
gisteren uitspraak in het rechtsgeding, door den
heer De Blochausen, minister van staat en oud
president van den Luxemburgschen ministerraad,
ingesteld tegen „L'Etoile Beige." Het hof heeft
den eiech ontzegd en den beer De Blochausen in de
kosten veroordeeld, op groed dat het blad niet met
boos opzet handelde; dat het zijn recht niet te
buiten ging door het publiek tegen beursmanoeu-
vres te waarschuwen, en het zijne schuld niet is
dat de naam van De Blochausen, door een betreurens-
waardigen samenloop, aan deze manoeuvres werd
vastgeknoopt.
Omtrent het afbranden van het En-
gelsche consulaatsgebouw te Adrianopel, zijn te
Konstantinopel nadere berichten ontvangen.
Het geheele gebouw werd niet enkel verwoest,
maar consul Calvert en zijne beide zoons ontgingen
ternauwernood den dood in de vlammenzij hadden
slechts tijd genoeg om in nachtgewaad en bloots
voets uit het huis te vlieden met achterlating van
al wat hun in eigendom toekwam. Al hunne bezit
tingen werden dan ook eene prooi van het vuur.
Mejuffrouw Calvert ontkwam evenzeer door een
wonder; toen zij door rook en vlammen naar de
uitgangsdeur snelde, zag zij dat haar kamenier haar
slechts aarzelend en bevreesd volgde; zij keerde
moedig terug en trok het meisje met zich mede.
De vluchtelingen hadden nauwelijks de trap achter
zich, toen die inviel en het geheele gebouw krakend
instortte.
KOLONIËN.
BATAVIA, 29 Juni3 Juli. (Vervolg.)
Uit Atjeh wordt aan de „Loc." geschreven,
onder den datum van 16 Juni:
In den nacht van den llden Juni was alles in
rep en roer. Van alle kanten kwamen berichten bij
den officier der hoofdwacht; te Kota Petjoet werden
om halféén twee schoten gelost; te Pauditi was een
schot gehoord; te Penajoeng was gevuurd en in
het groot militair hospitaal te Kota Alam heerschle
de grootste verwarring. Een zieke, die aan hallu-
cinatie's leed, droomde dat Atjehers het hospitaal
binnen waren gedrongen en op hem aanvielen.
Hij begon te schreeuwen en dit was voldoende
om eene onbeschrijflijke wanordo te doen ontstaan.
Men was daar zoo geheel de kluts kwijt dat, naar
men zegt, zes personen licht gewond werden. De
schrik voor de Atjehers zit er zóó in, dat het meer
dan treurig is.
Yan YTonogiri kan, zoo blijkt uit de „Jav.
Crt.", de veeziekte nog maar geen betoel afscheid
nemen. In het tijdvak van 1 toten met 10 Juni toch,
werden wederom 19 runderen aangetast, van welk
getal er 12 stierven.
De „Jav. Crt." bevat bet bericht van een brand,
die in den nacht van 12 op 13 Juni te Soekaradja -
afdeeling Soekaboemi - door onvoorzichtigheid is
ontstaan. Zes huizen brandden af, zoodat eene schade
van plus m. 750 geleden werd.
In het district Toeron (residentie Pasoeroean)
heeft men in den nacht van 12 op 13 Juni wederom
eeoe aardbeving waargenomen, terwijl daar op den
15den een vrij zware aschregen viel.
Men vertelt ons, voor de waarheid waarvan
wij echter niet instaan, dat er plannen bestaan
om een invoerrecht te heffen op petroleum. (J-B.)
De resident van Cheribon bericht, onder dag-
teekening van 22 Juni, dat een ter hoofdplaats al
daar te huiR behoorende prauw banting onlangs op
de terugreis van Batavia, ter hoogte van Moeara
Grobogan, district Karaugampel, geheel uit elkander
geslagen is. De bemanning wist zich door zwem
men te redden.
Aan eene correspondentie uit Djambi ontleent
het „Ind. Yad." de volgende berichten omtrent den
ontvanger Jackson.
Hij dankt zijn behoud daaraan, dat de amokmakers
hem na de toegebrachte verwondingen reeds dood
waanden, zoodat zij de andere heeren, die wegliepen,
achtervolgden.
VreeBeljjk zijn zijne wonden. De eene wang was
opengehakt en hing op den schouder.
Zijne tanden, die den doodelijken klewanghouw
opvingen, zijn weggeslagen; in zjjn rug en linker
hand gaapten diepe wonden.
En wat het ergste is, acht dagen was de onge
lukkige zonder geneeskundige hulp. Bij de komst
van den dokter van Palembang, moesten de reeds
gesloten wonden weder geopend worden, om het
heelkundig werk te verrichten.
In zjjn toestand is gelukkig verbetering gekomer.
Tjoeleng. Eene roofpartij op kleine schaal,
bekend onder den naam van Tjoeleng, heeft in
den nacht van 24 Juni bij Prawirodrono in de
dessa Kemirie (Pengasih) plaats gehad. Een ge
vecht met de bewoners van het huis is daarbjj
ontstaan, waarbij Pawirodrono, zoomede zijne vrouw
en kind, min of meer gevaarlijke wonden bekwamen.
Uit een particulier schrjjven uit de Palem-
bangsche Bovenlanden blijkt dat de moord te Djambi
07er het geheele gewest een pijnlijken indruk onder
besturende ambtenaren gemaakt heeft en men houdt
er zich van overtuigd dat de gerustheid, waarmede
in vroegere jaren de ambtenaren zich in de meest
geïsoleerde posten ophielden, niet zal terugkeeren
voordat aan den overmoed en de uittartende houding
van den zich in de Bovenlanden van Djambi be
vindenden ex-sultan Toba een einde zal zijn gemaakt.
Herhaalde malen zijn dezen de voorwaarden mede
gedeeld, waarop het bestuur zjjne onderwerping wil
aannemen, en hoewel die voorwaarden zeer aan
nemelijk zjjn, wil hjj van toenadering niets weten,
gebonden als hjj zijn zou aan den gezworen eed
om het Nederlandsch Gouvernement eeuwig te haten
en vijandschap toe te dragen. Acht a negen maan
den geleden gaf hjj zoogenaamd een bewjjs van
toenadering door zjjn zoon Radhen Mahomed naar
Djambi af te vaardigen ter ontmoeting van den
resident, maar dat bezoek bleek in den grond der
zaak geen andere beteekenis te hebben dan een
beleefdheidsbezoek aan den regeerenden sultan en
om inlichtiogen van politieken aard in te winnen.
Verder wordt in dat schrjjven met grooten lof
gesproken over den resident Dn CIoux, in wiens
ongeëvenaarde kennis van land en volk en rjjpe
ervaring door vriend en vjjand een onbepaald ver
trouwen gesteld wordt. (Bat. Hbl.)
BUITENLAND.
Aroot-Britannië.
De koningin heeft aan generaal Wolseley den
titel van burggraaf verleend.
Uit Simla wordt per telegraaf gemeld dat
tegen Kerstmis, waarschjjnljjk te Lahore, een oefe-
ningskamp voor 5000 man zal worden opgericht.
De vermeerdering der Engelscbe troepen in Indië
zal ongeveer 6000 man bedragen. De regeering
heeft een plan in overweging betreffende de orga
nisatie van een inlandsch leger.
Spanje.
De minister van marine heeft wegens de cholera
de academie voor de marine te Cartagena doen
sluiten, en de pers verlangt hetzelfde voor de
academie van artillerie te Segovia. Te Granada
neemt de ziekte reeds terstond ernstig toe. Eene
regeerings-commissie is er aangekomen, onder bevel
van generaal Salamanca, directeur der legeradminis-
tratie; zjj brengt geldeljjke ondersteuning en ge
neeskundige hulp mede.
Maandag werden in Spanje 3724 choleragevallen
aangegeven, waarvan 1386 met doodeljjken afloop.
De opgaven uit verscheidene provinciën ontbreken.
De aartsbisschop van Sevilla is aan de cholera
bezweken.
Yolgens den berichtgever van de „Daily News"
te Madrid is er veel overdrjjving io de berichten
omtrent de uitbreiding van de cholera in die stad.
Hoewel de ziekte zich niet langer bepaalt tot de
armste en meest bevolkte wjjken, heeft zjj er toch
geen zeer kwaadaardig karakter. Niet meer dan 25
der personen, die aangetast worden, sterven binnen
een dag. Yele der gevallen, die als cholera worden
opgegeven, zjjn inderdaad slechts cholerine; men
ziet die, ten gevolge van de onder de lagere klas
sen heerschende paniek, voor cholera aan. Aan
den anderen kant schijnt het waar te zjjn dat
onder de hoogere klassen sommige wezenljjke cho
leragevallen niet als zoodanig worden opgegeven.
Sedert het uitbreken der ziekte te Madrid in Juni
tot 7 Augustus zijn er 865 gevallen aangegeven en
529 lijders overleden. De berichtgever klaagt er
echter over dat de voorzorgs- en gezondheidsmaat
regelen zelfs te Madrid zeer gebrekkig zjjn en er
volstrekt geene eenheid in heerscht.
Telegrammen.
PARIJS, 11 Augustus. De heer Jules Ferry is
heden van Lyon naar St.-Dié vertrokken. De Frey-
cinet zal zich den 17den dezer voor drie weken
naar Yevey begeven en daarna bjj president Grévy
te Mont-sous-Vaudrey een bezoek afleggen.
BRINDI3I, 11 Augustus. De koning van Grieken
land is hier aangekomen en begeeft zich van hier
over Weenen naar Gmunden.
SALZBURG, 11 Augustus. De Duitsche keizet
kwam hier om 5 uren aan en werd door den stad
houder, graaf Thun, en verschillende andere auto-
riteilen ontvangen. Z. M. begaf zich dadelijk naar