N°. 7807. Maandag 3 Augustus. A". 1885. Pit nummer bestaat uit Twee Bladen. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Een terugblik. LEIDSCH V Y, trtf£2Qiau.V-, DAGBLAD. PEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Piommers0.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: ▼an 16 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Groolere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseo- ren builen de stad wordt 0.10 berekend. OAcifeele Kennisgevingen. L)e Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, brengt ter algemeene kennis dat op heden aan den ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den 30sten Juli jl. invorderbaar ver klaard kohier van de personeele belasting, dienst 1885/86, wijk 4, en herinnert voorts een ieder aan zijne verplichting om zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 31 Juli 1835 DE FREMERY, "Weth. lo. Burg. Nog versch in het geheugen liggen ons de luis terrijke studentenfeesten der laatste week van de vorige maand en thans is ook wederom de laatste volle week der Julimaand ten einde en met haar het volksfeest, de kermis. En moge deze dan ook al op minder prachtige, op minder weelderige wijze gevierd zjjn geworden, de vreugde, het genot, dat alomme heerschte en uiting vond in blijde jubeltonen, was daarom niet minder groot en alles, hetgeen het oog ten aan- schouwe, het oor ten gehoore werd aangeboden aiet minder belangrijk. Bracht de gehonden maskerade ons in kennis met Leidens beroemde mannen, de kermis gaf ons de grootste kunstenaars der onde en nieuwe wereld, die bij Basch, Spriet en in de Gehoorzaal voor enkele kwartjes hunne talenten deden bewonderen. Bood ons de historische optocht slechts een overzicht van Leidens geschiedenis, de kermis daarentegen leerde ons die van den geheelen aardbol door alle tijden heen kennen. Hier zag men in sierlijke panorama's ge'neele volken de overwinning behalen en andere naties ten gronde gerioht wordenhier zag men (in overdrachtelijken zin) het wicht het eerste levens- licht aanschouwen, dat later volken en landen zou beheerschen; hier zig men de forscbe, waardige ge stalte van den machtigen vorst en het afschuwelijk gelaat van den moordenaar en alles bewierookt door de geuren van oliebollen- of poffertjeskraam, of wel bezongen door de schetterende tonen van een aantal draaiorgels en pseudo - Duitsche - blaas buben; ginds ontwaarden wij eveneens geschiedenis, namelijk de verschrikkelijkheden der Spaansche in quisitie met al haar folter- en geeseltuigen en de barbaarsche rechtbank, met den bloedgierigen geloofs held Torquemada als voorzitter, en daaronder uit- gespreid een aantal platen, alle betrekking heb bende op die verschrikkelijke tijden, behalve die, geknipt uit het omvangrijke werk van Pierre I)u- four, „Histoire de la prostitution" getiteld, welke met de geheele inquisitie zooveel gemeen hebben als een meelzak met de huid van een Congo-neger. Haar niet een ieder kent dat lijvige boekdeel van den Franschen geneeskundige en.mnndus vult decipi, decipiatur ergo, was ongetwijfeld het oordeel van den ondernemer. In den Schouwburg wederom geschiedenisdaar werd ons afwisselend de historie van Engeland, Frankrijk en Dnitschland op zeer begrijpelijko wijze uiteengezet en alle leerlingen met cosmopoli- tischen zin juichten de leeraars en leeraressen uit- bundig toe. Verder alle mogelijke wonderen; de wonderen der toekomst: de stoomtram, die oos voor een enkelen stuiver - kinderen zelfs voor drie centen - in twee minuten tijds naar Brussel vervoerde, een geheele vloot bij de IJzerengraeht die steeds boven de struatsteenen naar Liverpool en Nieuw-York stoomde; wonderen van kracht, de vrouwelijke Simson, die mot uitgestrekte armen in de ééne band een man van tweehonderd - in de andere haar eigen persoonlijk- heidje van driehonderd pond, vijf minuten lang vast- hiold; wonderen van schoonheid, waarbij de hel din van ons feuilleton „Te Mooi" slechts een kind is. Bij al dat voedsel voor den geest, ontbrak het ook niet aan voedsel voor de maag: wafelen, oliebollen, poffertjes, eieren, zuur- en bier en limo nade om dit alles te besprenkelen - waren slechts voor het koopen. Alles was dus daar wat genot en genoegen kon schenken en dit dan ook werkelijk geschonken heeft. De lachende, guitige gezichtjes van onze schoone Hébé's, het gejuich en het gezang hunner cavaliereu, zij waren het bewijs hoezeer zij dit feest op prijs stelden, hoe gaarne zij gebruik maakten van de gelegenheid hun eenmaal in het jaar ge schonken om, vrij van knellende bandeD, uiting te kunnen geven aan de vreugde, waarmede zij be zield waren! Dat alles behoort voor dit jaar alweder tot het verledene; de kermis, het volksfeest bjj uitnemend heid, is wederom ten einde tot smart van veleD, maar ooktot vreugde van enkelen. Tot die enkelen behooren ongetwijfeld vele be woners der Doezastraat, waaronder ook wij. Niet alleen dat door de plaatsiog van de groote gebou wen der heeren Basch en Van L:er in dit gedeelte der stad wij grootendeels van licht en lacht be roofd werden, maar bnitendien verkeerden wij voort durend in vreeze voor brandgevaar. Mocht bet toe val gewild hebben dat dit ongeluk gedurende dit tijdstip ons had getroffen, de rampen waren niet to overzien geweest. Slechts noode, met zeer veel moeite en na langdurig oponthoud, hier toe ge dwongen door den grooten omweg, welke voer de brandspuit noodzakelijk te maken zon geweest zijn, had men ons eerst hulp kannen aanbieden, mis schien te laat. Diezelfde last van omweg was ook het lot van hen die gewoon zijn met paard en rijtuig, van buiteo, hun weg door deze straat naar de stad te remen. Wij hebben de feestvreugde niet willen storen door het aanheffen van wee- en jammerklachten, maar thans na de kermis ten einde is, nu wagen wij het als onze meening te verklaren, dat niet aan den eene gelegenheid tot vermaak en uitspanning mag gegeven worden ten koste van last en gevaar voor anderen, vooral niet wanneer dat zoo gemakkelijk te voorkomen ware geweest als in casn. Niets ware bijv. gemakkelijker geweest dan beide besprokene schonwbarglokalen de gewone plaats aan te wjjzen op de Ruïne in de nabijheid van de Steenschaur en den houten muur, die op het oogen- blik tot omheiniDg dient vaa dit plein, aan dit ge deelte een weinig te verplaatsen. Aan het terrein bad dit toch zooveel schade niet gedaan, misschien zelfs in het geheel niet. Van Basch zullen we waarsohijnlijk geen last meer hebben. Niettemin blijft het voor volgende kermisbezoeken te hopen dat alsdan voorzichtiger en mioder ongerieflijke maatregelen genomen worden. Maar ook onrecht was er het gevolg van. Immers, door het Dageljjksch Bestuur was gepubliceerd dat de passage voor rij- en voertuigen over de Doeza straat tot en met den 31 sten Juli zou zijn afgesloten, en terwijl na eenigen tijd geleden aan den vervoerder van een gewonen tweewieligen handwagen door een agent van politie verboden werd over bet trottoir te rijden, zag in den morgen van den 29sten Juli, toen de tent van Basch er ook nog stond, een andere agent dood bedaard aan hoe eeüige zware kruitwagens der artillerie hetzelfde trottoir op-, over- en weder afreden, terwijl hij op eene desbetreffende tot hem gerichte vraag ten antwoord gaf dat het hem niet laoging! Waarom aan den een toegestaan wat den ander, die bovendien aan de straat minder schade zou gedaan hebben, verboden was geworden Wij spreken hisr niet alleen voor ons zalven, maar ook in het algemeen belang, dat in niet ge- linge mate bij de zaak betrokken is. Immers, doo - o plaatsing van znlke groote tenten op de Doeza- Mraat, zóó dat de passage er door gestremd wordt, - eroorzaakt men niet enkel last, hinder en onge rief, maar bezorgt men den stadgenoot ten gerieve van den vreemdeling schade, brengt men deze en verder gelegen buurten moor of minder in gevaar, l egaat men zelfs groote onbillijkheden en wordt men in erge mate onrechtvaardig. Men mag dus vertrouwen dat de ondervinding ook in deze de beste leermeesteres zal zjjn geweest. LEIDEN, 1 Augustus. Bij beschikking van den minister van binnen- landscbe zaken van 31 Juli 11., is aan dr. C. A. Lobrij Van Troostenburg De Brnyn, op zijn verzoek, met ingang van heden, eervol ontslag verleend als adsistent voor de scheikunde aan de Rijks-univer siteit alhier. Onlangs deelden we mede dat op de aan de universiteit alhier uitgeschreven juridische prijs vraag één antwoord was ingekomen en dat dit eeDe eervolle vermelding was waardig gekeurd. Thans kan worden gemeld dat de schrijver van dat antwoord is de heer H. Reuyl, van Kampen, juris doctorandus aan de universiteit te Groningen. Het onderwerp der verhandeling is: „Critiek van de leer der Trios politica siüds Locke en Montes quieu, en van de sporen dier leer in de heden- daagsche staatsregeling en rechterlijke praktijken." Ia de plaats van mej. J. E. Meyboom te Rjjnsburg, die hare betrekking heeft neergelegd, is tot onderwijzeres in de handwerken aan de Rijks normaalschool te Katwijk benoemd mej. Sparnaay, te Leiden. De rekening van ontvangsten en uitgaven van de gemeente Leiden, voor den dienst van 1884, wjjst aan dat ontvangen is wegens vroegere diensten f 139,508.11; de opbrengst der belastingen was 447,683.81'/,; de baten en opkomsten, spruitende uit gemeente-eigendommen en bezittingen, bedroegen 108,666.46'/,; de ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten bedroegen 82,958.54'/, en de bnitengewone ontvangsten beliepen ƒ87,390.86'/, te zamen werd over het jaar 1884 ontvangen 866,207.80. Voor het huishoudelijk bestuur werd uitgegeven 61,865.13; voor werken en inrichtingen tot open baren dienst bestemd 83,712.16; de kosten voor eigendommen, welke de gemeente naar het bur gerlijk recht bezit, met de deswege verschuldigde 'asten, bedroegen 27,455.28'/,; die van toezicht op en van invordering van de plaatselijke belastingen of middelen 12,379.10'/,; die der openbare veiligheid en van de brandweer 76,753.97; voor de plaat selijke gezondheidspolitie werd uitgegeven 1941.76; de kosten voor het onderwijs en ter bevordering van kansten en wetenschappen waren ƒ270,394.84'/,; het armenwezen, zoomede subsidiën en bijdragen aan onderscheidene dsarmede in verband staande instellingen kostten der gemeente ƒ44,736 94; aan renten en aflossingen van geldleeningen, alsmede aan alle verdere opeischbare schulden der gemeente werd betaald 105,273.13'/,; de andere uitgaven, niet onder de genoemde hoofdstukken begrepen, waren 41,866.47, en het hoofdstuk onvoorziene uitgaven gaf aan een bedrag van 37,332.87, zoodat het geheel der uitgaven bedroeg ƒ763,711.66. Hieruit blijkt dus, zooals wij reeds meldden, dat de rekening sluit met een batig slot van ƒ102,496.14. Gedurende deze week zijn dagelijks in de Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van 41 60 volwasser personen en van 47 kinderen. In het kamp bij Oldebroek zijn gisteren aan- rekoraen 3 batterijen van het 2de reg. veld-art. uit 's-Hage en 3 batterijen van dat corps nit Leiden, :en einde, onder de leiding van den commandant,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1