Maandag 220 Juli. iV. 7795. A°. 1885. Dit nummer bestaat uit Drie Biaden. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. De kermis voorheen en nu. EIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAST: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke NommersO-®5- PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. Veor hel ïncassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Officieele Kennisgevingen. JACHT. De Commissaris des Xonings in de Provincie Zuid- Holland; Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den 2den Juni 1885, n°. 95; Gelet op art. dl der Wet van den 13den Juni 18o7 [Staatsblad N°. 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de afzonderlijke jackten op waterwild voor dit jaar zijn geopend op Maandag den Visten Juli aanstaande, en dat mitsdien van af dat tijdstip de uitoefening der jachtbedrij ven, vermeld in art. 15, lett. d, f en hder wet op de jacht en visscherij, is geoorloofdwordende tevens her innerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij in deze Provincie, krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op het water, langs de stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en op moerassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afge kondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche Staatscourant worden geplaatst. De Commissaris des Konings voornoemd, FOCK. '3-Gravenhage, den 6den Juni 1885. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bij deze ter algemeene kennis van de kiesgerechtigden, dat ingevolge art. 8 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85) de verkiezing van één lid van den Raad dezer gemeente, ter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den heer G. WILHELMY DAMSTÉ, die in 1889 moest aftreden, zal plaats hebben op Dinsdag den 'disten Juli a. s., van des voormiddags negen tot des namid dags vijf uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 20 Juni 1885. E. KIST, Secretaris. 1 Hij, die de joelende, tierende en opgeruimde men- 8chenmassa aanschouwt, die in de volgende dagen Leidens straten zal doorkruisen, zal ongetwijfeld moeilijk tot de overtuiging komen dat het feest, thans zoo luidruchtig gevierd, eenmaal niets anders was dan eene kerkelijke plechtigheid. En toch is het een onbetwistbaar feit dat de kermis haar oor sprong, baar aanzijn te danken heeft aan den gods dienst. De inwijdingen van kerken, de verjaar dagen hunner beschermheiligen, waren de oorzaken der thans in zwang zijnde kermissen. Om zulke inwijdingen zoo bezocht mogelijk te maken, om daarvoor geschenken en gelden te bekomen, ten einde de bedehuizen rijkelijk te kunnen versiereu, werden in vroegere eenwen geene moeiten, geene zorgen gespaard. Voor allen, wien andere de toe gang ontzegd was, stond in znlke tijden de plaats open. Uit de stad gebannenen, zij die om hnnne schulden gevlucht waren, konden gedurende die dagen ongehinderd de plaats, waar zij te huis be hoorden, bezoeken. Allen mochten de kerkmis, ter eere van den jaardag der inwijding van de kerk gehouden, bijwonen, zij mochten daar Gods woord komen hooren ea tevens mochten zij deelnemen aan de feesten, ter opluistering hiervan gegeven. Ontelbaar waren de menschen, die bij zulke gele genheid het feestvierende plaatsje binnenstormden en ontzaglijk hnndorst en honger, f Natuurlijk waren er reeds spoedig een aania! weiwillenden, die tegen billijke vergoeding, genegen waren deze menschelijke rampen te gemoet te komen, zóó zelfs dat dezen, zooals wij lezen, op de ruimte rondom de kerken (de kerkhoven) de takken der boomen samenvlochten tot prieeleo, waar ze hun bier en wijn te koop stelden. Het menschelijk ver nuft ging echter nog verder: het begon te speculeeren op de zwakheid van den gewonen sterveling. Han delaars, wetende bij die kerkmissen velen vereenigd te vinden, bekend met de menschelijke nieuwsgierig heid eu de daaruit voortspruitende zucht om dat nieuwe, dat onbekende machtig te worden, trokken in groote menigte daar henen, overtuigd zijnde willige koopers te vinden. Zoo ontstonden de jaarmarkten, die veelal door de vorsten beschermd werden eo waarvan het honden als een voorrecht door hen aao de steden werd ver leend. Wat dus eerst als eene bijzaak werd beschouwd, werd nu hoofdzaak; de handel trad meer en meer op den voorgrond, de kerk daarentegen kwam lang zamerhand in vergetelheid. Ook in onze veste was dit het geval. De vol gende regelen aan Yan Mieris ontleend dienen hiervoor tot bewijs: „De oudste en eerste van zoo danige jaarmarkten der stad Leyden is die welcke ter gedachtenisse van Sint Pieterskerk inwijdinge ingesteld, en nog onder den naam van kermis of kerkmis gehouden wordt. Zij wierdt eertijds, gelijk in onze dagen, nog begonnen op den zes den Donderdag naa Paaschen, dus op den Heere- Hemelvaartsdagzij wordt ook de Kruismarkt ge- heeten; omdat men ze naa de Kruisdagen op Hemelvaartsdag te twaalf uren met de klok inluidt en was eertijds eene gewoonte een kruis op te richten, zoolang de vrijheid van markt duurde. Naa dat deze kermis acht dagen geduurd heeft wordt ze des Donderdags voor Pinkster te twaalf uren met de klok uitgeluid." Reeds spoedig was het de vreugde, bet genot, dat de overhand kreeg boven den godsdienstzin. Een versje uit de middeleeuwen, gewijd aan den landman of boer, die ter kermis gaat, maakt ons dit duidelijk: Ter kermisse wille hi gaen. Hem dioct datti is een grave, Dan gaet hi drincken van den wine, Stappans es hi versmoort. Dan is al de wereld sine, Stede, lande en de poort. Men meene ook niet dat het varietas delectat toen nog onbekend was; men veronderstelle niet dat slechts drinkgelagen den voornaamsten factor vormde van zoodanige feesten. Ook te dier tijde zorgde men voor verscheidenheid en werd eentonig heid zooveel mogelijk verbannen. Muziek steeds in overvloed; al waren het dan ook niet heldhaftige en door de zon verbrande Germanen, met schuine petten en verkleurde jassen, die Wagners opera's of Beethovens symphonieën ten baste gavea maar toch van hetzelfde gehalte, want: Lammen en blinden, Dnitscher en Griek, Vlooien en beeren, Hoor wat muziek; Zoo slaan de bekkens, Zoo slaat de trom: Kledderdekletter, Rommeldebom. Meiden zonder armen die Stak draen door 't naelden oogh en naeijde wakker [heen, En wat daer vingers doen, dêe vaardigh met de teen. Dwergen met waterhoofden, apen op koorden, cafe's chantant, vroeger met den meer prozaïschen naam van Zoetelaarstent bestempeld waar Men schaft er kaas en brood en tapt er Sjap en bier Men danst en zingt er - en men reokt er met plezier. Oliebollen, wafelen, wanschapen dieren, dit alles bestond toenmaals ook en was eveneens te kjjk gesteld. Niets nieuws dus onder de zon. Wel mogelijk, maar desniettemin altijd even welkom. Met inge nomenheid zien Leidens burgers het houten gebouw verrijzen, waarin weldra de duizendkunstenaar dr. Bascb, met medewerking van eerste specialiteiten, de bewondering der talrijke toeschouwers, waar mede hij steeds vereerd wordt, zal weten af te dwingen. Ongestraft, zelfs zonder de minste vrees om veroordeeld te worden de kermisweek in cachot of provoost door te brengen, zal men op ongedwon gen wijze uiting kunnen geven aan de hilariteit, opgewekt door de potsierlijke commando's van „Haar Korporaal". Of dit haar betrekking heeft op de mannelijke sectie of wel op de vrouwelijke sekse, zal het gezelschap van Van Lier ons ras leeren. Hoogstwaarschijnlijk zullen de alom in den lande zoo gunstig bekende tooneelspelers van Rot terdam in den Schouwburg alhier gelegenheid geven om die vreagde, dat genot, eenigszins te temperen door het opvoeren van meer ernstige tooneelpro- ducten. Verkiest men echter alles te gelijk: Bcherts en boert, ernst en luim, dans en zaDg, kracht en vlugheid, men wende slechts zijne schreden naar de Gehoorzaal, om ook dezen wensch bevredigd te zien. Heeft men genoegzaam hier den geest van den mensch bewonderd, men verznime ook niet in Wery's Apen-theater het instinct van het dier in oogenschouw te nemen. Als echte volbloed Leidenaar, ook wel peuëraar genaamd, ga men toch vooral de eendvisscherij niet voorbij, vooral niet, wijl bier het zeldzame geval zich voor doet dat niet de visscher de eend, maar de eend den visscher beet neemt. Voor de bewoners van de Haarlemmerstraat nog immer het verlies hunner tramweglijn betreurende, is nu de gelegenheid open gesteld troost en opbeuring te vinden in den tramway roet dubbel spoor, op de Beestenmarkt. Dat ook zij er een druk gebruik van zullen maken en deze maat schappij het uitkeeren van een flink dividend mogelijk zullen maken, is, volgens onze bescheiden meening, aan geen twijfel onderhevig. Tot veredeling der aesthetiek, tot het opwekken van het schoonheids gevoel zullen voorzeker „La belle Lodoiska, la fille trensparante" en „Eleena van Balka de schoon- stester der Boeheemé s' tronie" het hunne bijdragen. En zoo zouden wij kunnen voortgaan met het uit wijden over al het beziens- en bewonderenswaardige dat de volgende week ons zal opleveren. Edoch het is voldoende. Men viere das kermis, men houde feest, maar op eene wijze Leidens burgerij waardig LEIDEN, IS Juli. Aanstaanden Maandag zal alhier in den tuin van Zomerzorg het „Kaiserliche Cornet-Quartett" zich doen hooren, dat sedert vele jaren als een der meest kunstvolle blaasquartetten in Europa be kend is. De vier virtuosen, die bet gezelschap vor men, kiezen steeds aoodanig programma, als de meeste sympathie van het publiek verwerven kan; de stukken zijn meest allen voor de heerenKosek, PinBterbusch, Sens en Gerlach gecomponeerd. Het zijn melodieën, zeggen bevoegde beoordeelaars, die niet uitsluitend door de hoogst ontwikkelden zijn te genieten; maar dat zij aan de strengste eischem beantwoorden, daarvoor staat de naam borg van den directeur, den beer Kosek, die professor is aan de hooge8cbool voor muziek te Berlijn. De majoor H. H. I. baron Van Haersolte Van den Doorn, benoemd tot luit. kolblijft het com mando voeren over de 2de afd. van bet 2de reg. veld-art. te Leiden en zal dus niet van standplaats veranderen. Gedurende deze week zijn dagelijks in de Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van 4262 volwasser personen en van 410 kinderen. Naar aanleiding van het stukje van den heer C. K. Van der Wijck over dr. Rutgers Van der Loeft, deelt men nader mede dat de overledene niet de eenige godsdienstleeraar was aan wien de Militaire "Willemsorde is geschonken. Ook professor Van Oerdt had haar verworven door zijn uittrek-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1