Donderdag, 9 Juli.
Yerfrisckt en opgewekt door een verkwikkenden
slaap, waren wij he-enmorgon wederom vroeg ver-
eanigd, in stilte de warme zon naar de maan
wenschonde. En warm zoude het zijn; de reeds
zeer vroeg geopende vensters der slaapkamers, de
groote aanvraag naar het ijskoude bronwater en
het aan den cicerone van het gezelschap gericht
dringend verzoek om toch een koel, schaduwrijk
plekje voor de morgenwandeling uit te kiezen, dat
alles bewees ten duidelijkste dat allen deze meening
waren toegedaan. Niet alleen ten genoege van
anderen, maar ook uit zuiver egoisme voldeed onze
gids aan deze bede. Hij geleidde hen naar een
oord, waar het talrijk en dichtbegroeid hout een
eeuwigdurenden strijd voerde met de heete stralen
van het gloeiende hemellichaam en steeds als over
winnaar mocht zegevieren. Terwijl ginds een dikke
laag stof den grooten weg bedekte, was het een
eigenaardig gezicht om hier onze toeristen alle
mogelijke moeite en inspanning te zien aanwen
den om Diet tot den enkel in het slijk en mod
der te zakken en uitbundig was de vroolijkheid
der anderen indien soms een hunner in deze
poging faalde. Hier scheen men gevonden te hebben
wat men zocht, ten minste men vleide zich neder,
elkander de verzekering gevende voor eerst niet
meer op te staan. Prachtig schoone vergezichten,
panorama's, alles werd prijsgegeven aan koelte en
rust. Hetgeen men echter niet prijs kon geven
wasdorst. Na een half uurtje oponthoud
begon reeds een het prevelen van een dronken-
mansgebedje. De portemonnaie werd te voor-
schjjn gehaald en onderzocht of soms ook eene
som van zes centen bijeengescharreld kon worden
uit Brabanders en pfennigen (alles hier geldig),
ten einde hiervoor een glas echt Mastre.chter
auwd beer te kunnen machtig worden. Weldra
had zelfs een den moed om rondborstig te ver
klaren dat hij gaarne iets zou drinken; hij ging
zelfs nog verder en maakte hiervan eeo voorstel,
hetgeen zonder hoofdeljjke stemming werd geap-
probeerd. Men toog heen naar een net ingericht
café of restaurant en hier, in stede van één, dronk
men zelfs verscheidene gleeskes auwd. Vervolgens
bracht men gezamenlijk een bezoek aan een twee
tal valleien, die allen een uitroep van bewondering
afdwongen. Ik zal niet wagen eene poging aan te
wenden om den lezers eene schets te geven van
al het schoone, het prachtige en majestueuze, dat
hier door de natuur werd aangeboden. Bergen bos-
schen, rotsen, het snelvlietende Heultje door tal-
looze wilgen omzoomd: alles vormde een amal
gama van kleuren en verscheidenheid, die moei
lijk te beschrijven is. Onder den indruk van
al het genotene namen wij plaats aan den rij
ken, weelderigen disch ons in het „Hotel de
l'Empereur" door den eigenaar L. Elias aangeboden,
om na enkele uren toeveng wederom verder te gaan,
thans naar den Ruitenberg. Door heerlijke schaduw
aanbiedende lanen, door dichtbegroeide boschjes
en steeds langs het wreedzaam kabbelende riviertje
bereikten wij het dorp Schin-op-Geul om ook hier
zes centen te verteren, eene uitgave wel noodig
voor lieden, die op het punt zijn om een berg te
beklimmen. De moeite hiervoor vereischt werd echter
door niemand betreurdwant ook hier was iedereen
verrukt over het schouwspel, dat zich vertoonde.
Ver beneden ons de rustige kop, vreedzaam
grazende op groeoe weiden, grenzende aan weelderige
akkers, linkB de dorpen Schin op Geul, Vilt, Heek
en de Hermitage, rechts Simpelveld en Aken voor
ons Wijlré, Wahlwijlré, Gulpen, achter ons Oud
Valkenburg, Valkenburg, Houthem, Meersen en
Maastricht, en zoo zoude ik kunnen voortgaan
met het noemen van het 20-tal plaatsjes, die op
dit punt voor het bloote oog zichtbaar waren.
Moeielijk viel het scheiden van deze plek; de onver
biddelijke tijd echter dwong en men moest ge
hoorzamen. Men daalde, men verfrischte zich aan
het bronnetje, dat onder door de bergen heen stroo-
mende een buitengewoon koud water bood en men
trok verder steeds door weiden naar het dorpje
Wijlré, van waar het vurige ros ons allen wederom
naar Valkenburg voerde, waar het avondmaal
reeds wachtte. Lang bleef men niet meer bij
elkander, want het opgemaakte program zeide:
Vrijdag 10 Juli Reünie in het hotel Elias, des
morgens te zes uren.
Vrjjdag 10 Juli.
Om zes uren waren allen aanwezig en nadat
voor den iowendigeB mensch op voldo nde wijze
was gezorgd, begaf men zich naar het station, be
treurende hot plaatsje waar uien zooveel liad gono;en,
reeds zoo spoedig wederom te moeten verlaten men
toog echter niet heen voor aan den heer Eüas den
dank gebracht te hebben, waarop hij in zoo hooge
mate aanspraak had. Men bereikte Maastricht, men
bezocht den St.-Pietersberg, te herhaaldelijk en te
veel beschrevenom hierover nog in het uitgebreide
uit te wijdeo; men doorkruiste de straten van Lim
burgs hoofdstad, ging de cathedraal bezichtigen,
kocht van de alom beroemde Maastrichter peper
koek als vergankelijk souvenir van deze excursie,
dineerde ten slotte in de restauratie J. Zeguers en
het liedje zoo menigmaal gezongen „Wij gaan nog
n:et naar huis", was niet meer van toepassing. Te
twee uren vertrok een spoortrein uit Maastricht met
een aantal Leidenaars bemand, die in stilte zaten
te overdenken al hetgeen zij gezien hadden en in
gemoede Limburg toeroepende: „Tot weerziens!"
Als een staaltje van een taai leven diene het
volgende. Woensdag-morgen werd door een der rei
zigers bij Geulbem een tor, het vliegend hert ge
naamd, gevonden. Zorgvuldig werd dezo in een luci
fersdoosje gesloten en dit laatste met een koord
omwonden. Na twee dagen tijd werd het doosje
geopend en zooals het scheen het dier dood ge
vonden. Het doosje werd derhalve niet meer met
het koord omwonden, maar eenvoudig in eene enve
loppe gedraaid. Den vierden dag bij de opening der
koffers bleek het dier het doosje en de daarom slui
tende enveloppe met zijne borens doorboord te heb
ben en zich door eene openÏDg in den koffer een
uitweg te hebben verschaft.
Gemeagd Nieuw*.
Deze week werden op „Rhynzigt"
genomen 1293 zwembaden door boeren en 88 door
dames. Temperatuur van het water 23° Celcius.
Naar men ons mededeelt, had in de
Achter-Zandstraat, aan de Langegracht alhier,
gisteravond een ongeval plaats, dat treurige ge
volgen na zich had kunnen slepen, maar betrek-
keljjk nog zeer goed afliep. Een meisje nl., dat
met hare moeder op den zolder was, beging de
onvoorzichtigheid zich te ver uit het zolderraam
te begeven, ten gevolge waarvan het kind het
evenwicht verloor eo uit het raam op de straat viel,
waardoor het enkele lichte kneusingen bekwam;
alleen aan bet oor kreeg het eene kleine verwon
ding, welke door een geneesheer werd geheeld.
Op enkele aanplakborden alhier
wordt voor enkele oogenblikken de aandacht ge
trokken door de in het groot gedrukte letters,
(woorden kan men in dit geval natuurlijk niet zeg
gen): raal komt!! en daaronder haar korpo. Spoe
dig bemerkt men dat de onderste letters boven de
eerste behooren, - en moesten ze ervoor,dich was
het bord daartoe te smal, dan is de aanplakker
zeker evenmin snugger geweest om ze nu zóó te
rangschikken als hij deed. In ieder geval blijkt er
uit dat, hoe dikwijls bij ook met letters moge
omgaan, hij daarom nog verre van een letterkun
dige is, men zou haast deuken niet eens lezen
kan. Maar dan is het bij het ongeluk nog een geluk dat
de lettors niet ten onderste boven zijn terecht ge
komen. Den belanghebbende heeft bij intusschen
wel eene mooie reclame bezorgd.
Dit jaar zal na de kermis ook ge
deeltelijk op de Doezastraat zijn geplaatst. Men
is heden reeds begonnen met er een schouwburg-
tent te plaatsen.
Een van de vermakelijkheden bij
gelegenheid van de Leidsche feesten dezes jaars
heette „Kermesse d'été". Een snuggere benamiog. De
Franschen ontleenden bet woord kermesse aan onze
kermis, en nu gaan wij zulk een oud nationaal
feest weer noemen met een naam aan de Franschen
ontleend. En wat doet dat d'été er bij? Tot dus
ver werden bij ons de kermissen altijd 's zomers
gehouden. Een winterkermis ie bij ons ongewoon,
en het was dus even onuoodig dit feest kermesse
als kermesse d'été te noemen. (Speet.)
De jaarlijksche paardenmarkt te
Hoofddorp (Haarlemmermeer) zal op Zaterdag 25
Juli a. s. gehouden worden.
Binnenkort zal op de lijnen der
IJsel-Stoomtram-Maatschappij ome nieuwe dienst
regeling worden ingesteld en wel zoo dat alle trei
nen van 's-Hage naar Leiden zullen doorloopen:
een maatregel waardoor aan veler verlangen zal
worden voldaan.
Te Scheveningen blijven Katwijker
karren steeds garnalen aanvoeren. Zoo kwamen er
weder 2 aan, die elk 8 a 10 mand medebrachten
ca voor f 1.10 tot f 1.40 werden verkocht.
Een streek van e e n b e n g e 1 k o s 11
hedennamiddag een man bijna het leven. De mai
die een paar paarden naar het land bracht, wer
buiten de Morscbpoort door een der dieren op de:
grond geslingerd, doordat een jongen het beesi
met een steen gooide. Zwaar gekneusd werd hjj
door een vcorbijgaanden melkboer op diens wagei
naar het ziekenhuis gebracht.
De ten gevolge van eene onvoor-
zichtige wijze van lossen in de haven te 's-Boscl
gezonken schroefstoomboot „de Stad Leiden" vai
den heer P. Planjer, was in den namiddag me
groote krachtsinspanning weer boven water ge
bracht, zoodat ze gisteravond hier in den Nieuwe
Rijn weer op den bepaalden tijd arriveerde en d
dienst onveranderd kon blijven.
De boot schepte daarginds water, uithoofde uil
het ruim van den kop der boot te veel goederen
waren gelost, waardoor het achterschip dieper kwam
te liggen en het water door de openstaande raamp
jes der machinekamer kon binnendringen.
De geheele lading is behouden, hoewel gedeelte
lijk door water beschadigd.
Een gerncht dat zich kostumes uit Leiden, tec
dienste van den te 's-Bosch te houden historischen
optocht, in de boot bevonden, bleek bezijden de
waarheid; slechts een voor eigen rekening van een
der deelnemers besteld kostuum was in de boot
en dat heeft bijna niets geleden.
Terwijl men druk bezig was met pompen en
werken om het vaartuig droog te krijgen, viel
een zevenjarig jongetje, dat naar den arbeid der
schippers stond te kijken, van den kant te water,
doch een der bootslui, die zich zwemmende in de
boot bewoog om er de kazeo, die daar nog waren,
er uit te nemen, bracht hem spoedig behouden
weder boven.
Men meldt uit Schiedam aan de
„N. R. C.":
Gisternacht, omstreeks halfvier, is aan den Rot-
terdamschen dijk, binnen deze gemeente, een moord
gepleegd op zekeren Larman, maaier van beroep,
wonende in Noord-Brabant, doch zich tijdelijk al
hier bevindende. De dader, een jonkman van bijna
22 jaren, werkzaam aan de fabriek van gasmeters
alhier, is genaamd Antonins Marie Veringmeier.
Omtrent de aanleiding tot dien moord loopen d»
volgende geruchten
Genoemde Veringmeier zou sedert eenigen tijd
liefde hebben opgevat voor eene dochter van den
broeder van den verslagene. Deze laatste echter
zou zijn broeder hebben aangeraden, zijne toestem
ming tot een huwelijk tusachen zijne dochter en
gezegden V. niet te verleenen, daar op diens ge
drag nogal iets was aan te merken. Dit moet ter
oore gekomen zijn van V., die, in woede ontstoken
tegen den oom van zjjre beminde, heimelijk het
besluit schijnt opgevat te hebben, zich op hem te
wreken. In dien zin zon hij zich ten minste in den
loop van den avond op de kermis hebben uitgelaten.
Tegen ruim 3 aren in den morgen, op het uur
dat V. wist dat Larman naar het land zou gaan,
wachtte hij hem aan den Rotterdamschen dijk op.
Hem ziende aankomen, moet bij hem aanstonds
hebben aangegrepen en bracht bij hem met een
mes eene doodelijke wond toe in den hals, even
onder het linkeroor. Juist op het oogeDblik dat de
moord plaats greep en V. nog met zijn prooi
worstelde, kwamen langs dien dijk, om hniswaarts
te keereD, een viertal personen (2 heeren en 2
dames), behoorende tot het te Rotterdam wonende
personeel, dat door den heer L. Van Dijke alhier
tijdens de kermis is geëngageerd. De beide heeren,
ziende wat er gebeurd was, schoten onmiddellijk
toe om den moordenaar te grijpen, doch deze zette
het op een loopen. De twee heeren achtervolgden
hem echter en mochten er in slagen, met behnlp
van een paar andere personen en inmiddels toege-
sohoten agenten van politie, den moordenaar te
grijpen, die daarop aanstonds in verzekerde be
waring werd gesteld.
De verslagene, die nog slechts enkele minuten
teekenen van leven gaf, werd per brancard naar
het stadsziekenhuis vervoerd.
Gisteravond was het te Rottoraam
op straat weder zeer onrustig. Om herhaling van
de oproerige tooneelen van deq 'vorigen avond te
voorkomen werden vroegtijdig de Korte Hoogstraat,
een deel van den Schiedam 8Chen Dijk en het Van
Hogendorpsplein door pOntie en mariniers afgezet.
Door eenige troepen kwaadwilligen werd opnieuw
beproefd wanordelijkheden uit te lokken. De politie
verd uitgejouwd en herhaaldelijk word er weder
met steenen geworpen. Nu en dan was de politie
genoodzaakt eene charge te maken, om de opdrin-