N°. 7775. Vrijdag 26 Juni» A0. 1885.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitsondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH Ml DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
LEIDEN, 2D Juni.
De berichten van onze reizigers in Zuid-Afrika,
dezer dagen ontvangen, zijn al niet meer bevredigend
dan die der vorige maanden en spreken slechts van
nieuwe teleurstellingen en van nieuwe worsteling
tegen de bezwaren van het klimaat.
De thans ontvangen tijdingen loopen tot 10 Mei,
d. i. den dag voorafgaande aan dien waarop de
reizigers voornemens waren Benguella weder te
verlaten en voor eenigen tijd naar Bumpata terug
te keeren.
Het doel der reis naar Benguella was, in de
eerste plaats, de weinig bekende bergstreek te ex-
ploreeren die zich noordwestelijk van Humpata
naar Benguella uitstrekt, en de dieren te leeren
kennen die zich daarin ophouden, en, ten andere, om
■een der leden van het reisgezelschap van Benguella
naar Banana te zenden, om de Soembasche paardjes
over te brengen, die den 25sten Februari van Rot
terdam vertrokken waren en in Maart te Banana
zouden aankomen. Zoo spoedig mogelijk na de
aankomst te Benguella vertrok dan ook de heer
Goddefroy met de mailboot naar Bscana om de
ponies te halen, die deze plaats den 22sten Maart
bereikt hadden.
Het is ons uit vroegere berichten bekend, dat de
Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap eene
kleine factorij heeft te BengnetFa, en eene veel be
langrijkere, op ongeveer 5 uren afstand van daar,
te Catumbella, waar veel meer negers ten handel
komen. Catumbella ligt eenigszins landwaarts in,
aan eene rivier, die veeltijds meer zand dan water
bevat, maar somtijds plotseling zecV sterk zwellen
kan. Het klimaat van beide plaatsen schijnt al
even slecht te zijn, en de uitkomst heeft volkomen
bevestigd wat de boeren te Hnmpata aan onze rei
zigers verzekerd hadden, dat deze streek een koorts-
land was bij uitnemendheid, even verderfeljjk voor
menschen als voor vee. Den dag na hunne aankomst
te Benguella hadden zich de reizigers naar Catum
bella begeven; doch de heer Veth werd weldra
door zijne zaken naar Benguella teruggeroepen. In
zijn afwezen werd de heer Tan der Keilen door
de koorts aangetast, en terwijl hij te bed lag werd
hem de tijding aangebracht dat het witte (of jnister
isabelkleurige) paardje, waarvan hjj zich gewoon
lijk als rijpaard bediende, ernstig ziek was ge
worden. Er werd toen dadelijk aan den heer Veth
getelegrafeerd, doch eer deze te Catumbella was
aangekomen, was het arme dier reeds bezweken.
Even plotseling werd ook het tweede paardje ziek
en was den volgenden dag een lijk. Ook onder de
ossen begonnen zich onrnstbarende verschijnselen
voor te doeo. De heer Veth besloot nu een beter
oord voor tijdelijk verblijf op te zoeken en vond
dat te Suppe, eene plaats die omstreeks acht uren
gaans van Catumbella in het gebergte gelegen is.
Hier bouwde hij voor zich zeiven en Van der Keilen
hutjes van takken en gras; en toen hij alles zoo
goed mogelijk had ingericht, liet hij den heer Van
der Keilen weten, dat hij nu ten spoedigste moest
overkomen; want dat hij deze plaats voor koortsvrjj
hield. Van der Keilen kwam spoedig per hangmat,
en was weldra hersteld, maar nu stortte Veth
weder in. Hij kreeg pijn in de zijde, verloor allen
eetlust en vermagerde zichtbaar. Ook eenige der
negers hadden de koorts en Veth zag zich genood
zaakt een der beste ossen dood te schieten.
Voor de jacht bleek echter de plaats gunstig te
zijn. en de zoölogieche verzamelingen van v. d.
Keilen kregen er eeiie aanzienlijke uitbreiding. Maar
nu naderde de tijd voor de komst van de mail. De
reizigers besloten den wagendrijver en de ossen
vooreerst nog te Suppe te laten, en zeiven te voet
naar Catumbella terug te keeren. Zij deden den
tocht ten deele in den nacht onder heldor maan
licht, maar besteedden er ook nog een groot deel van
den volgendeD dag aan; want zij waren zoo zwak
dat zij ieder half nar een tijd lang op den weg
moesten blijven liggen om nit te rnsten. Eindelijk
bereikten zij dan toch Catumbella en de heer Veth
haastte zich van daar naar Benguella omdat do
mail was aangekomen. De paardjes door den heer
Goddefroy meegebracht, hadden op de laatste reis
ook eenigszins geleden, maar herstelden zich spoedig-
Zij waren echter wel wat verwilderd en dus op
het oogenblik minder geschikt om te worden be
reden door reizigers die door koorts en diarrhé
waren uitgeput. Dit laatste was vooral het geval
met den heer Veth, die don: diarrheën, door het
water veroorzaakt, in de weinige dagen van zijn
nienw verblijf te Bengnella zeer verzwakt was.
Hij verlangde dan ook natuurlijk zeer dit noodlottig
oord te verlaten. Daartoe was echter noodig dat
ook de ossen kar en de trekdieren zich weder te Ben
guella verzamelden. De wagendrijver bracht ze zonder
groot bezwaar van Snppe naar Catumbella, maar de
groote zwelling der rivier maakte den verderen tocht
zeer bezwaarlijk. De heer Van der Keilen gevoelde
ten volle het gewicht der verantwoordelijkheid die
op hem rustte, toen, nadat hij eerst de bagage met
eene schnit had laten overzetten, de ossen te water
gingen, en welhaast niets meer van hen zichtbaar
was, dan de horens en opgeheven snoeten, terwjjl
de wagen geheel was ondergedompeld. Door den
sterken stroom verloren de ossen allen grond, en
er was een oogenblik van geweldige spanning, toen
drie negers te water sprongen, die er in slaagden
de dieren weder vasten grond onder de voeten te
geven.
Eindelijk was den lOden Mei het geheele gezel
schap te Benguella herzameld! en reisvaardig, en
het uitzicht van eindeljjk verlost te worden van
deze streek, waarin hunne gezondheid zoo veel
geleden had en zij ook nog een tweeden os hadden
verloren, was alleen reeds genoeg om hen met
nienwen moed te bezielen.
Het Rijk heeft van mevrouw DatesTen
Kate, te Medan (Deli, Sumatra) ter plaatsing in het
Ethnographiseh Museum te Leiden, ten geschenke
ontvangeneen ijzeren schaartje voor pinangnoten,
scharnier in den vorm van een vogelkop, beide
hefboomen versierd met graveerwerk, in gebrnik
bij de Klingaleezen. Voor dit geschenk is door den
minister van binnenlandsche zaken de dank der
Regeering betaigd.
Dat de inrichting bij de IJsel-stoomtramweg-
maatschappij meer en meer lof verdiend, mag wel
worden opgemerkt. Immers bjj de groote drukte
van vervoer, die er Dinsdag heerschte, kwamen te
Voorschoten en vertrokken vandaar alle aangekon
digde trams nauwkeurig op tijd. Er heerschte de
meeste orde. 't Is een algemeene wenseh, dat de
directie, die tot zooveel goeds in staat is, de ge
legenheid om van Voorschoten naar Leiden te
komen, en omgekeerd, meer en meer zal gemak
kelijk maken, en alzoo ook het getal trams tus-
schen hier en de academiestad nog met enkele zal
vermeerderen.
De heer A. A. Heskes, hoofd eener school
te Wassenaar, en ouderwijzer aan de Rijksnor
maallessen te Voorschoten, is benoemd tot leeraar
in de Fransche taal aan de Hoogere Burgerschool
te Delft.
De collecte voor den gewapenden dienst in
de Nederlanden heeft te Zoeterwoude opgebracht
eene som van f 31.13'/,.
Tot hoofd der school met den Bijbel te Spijk
is benoemd de heer K. Klaamer, onderwijzer te
Alfen aan den Rijn.
Voor de vacante betrekking van onderwijzer
te Vogelenzang, gemeente Bloemendaal, hebben zich
niet minder dan 50 sollicitanten aangemeld.
De afdeelingen der Tweede Kamer onderzoch- i
PRIJS DER AD VERTE XTIEN
Vso 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Veor het tncassee-
ren buiten de stad wurdt ƒ0.10 berekend.
ten heden voor den aanvang der openbare zitting
'ie volgende wetsontwerpen: lo. dekking van het
ntdeelig slot der rekening over 1882; 2o. verkoop
van grond aan de gemeente Zevenbergen en de
maatschappij „de Phoenix" aldaar; 3o. huishoude-
1ke begrooting van de Tweede Kamer; 4o. Over
eenkomst betrekkelijk de exploitatie van den spoor-
v eg AmersfoortKesterenNijmegen.
Ia de gisteren te Amsterdam door de Ned.
Handelmaatschappij gehouden veiling werden onge
veer 86,835 picols gonvemements-koffie verkocht,
die dooréén genomen omtreeks 263/4 cent per
kilogram opbrachten. Deze veiling bestond hoofd
zakelijk uit goed ordinaire, dat gemiddeld tegen 26
cents afliep.
Bij de raming der middelen in Nederland voor
de Indische begrooting, dienst 1885, werd aange
nomen eene hoeveelheid van 930,000 pic. tegen
30 ets. per kilogram.
Aan de Panseljjke faculteit van Sint-Apolli-
naris te Rome promoveerden tot Licentiatns in de
beide rechten de heer Van Aarsen en tot Bacca-
lanreus in de beide rechten de heer Vlaming, beiden
priesters nit het bisdom van Haarlem.
Het stoomschip „Noord-Holland," van Batavia
naar Rotterdam, is gisteren van Port-Saïd ver
trokken.
Z. M. heeft mr. C. Pijnacker Hordijk, met 1 Juli
a. 8., benoemd tot commissaris des Konings in de
provincie Drente; met ingang van 1 Juli a. s.,
tot burgemeester van Oudshoorn benoemd C. J.
Van Eeghen, secretaris dier gemeente.
Gemengd Nieuws.
Gisteravond zijneenaantal kermis
reizigers, harmonicaspelers, liedjeszangers enz. bin
nen doze gemeente gekomen en hebben, zonder ver
gunning, hnn beroep in en voor versohillende koffie
huizen alhier willen uitoefenen, hetgeen terstond
door de politie is belet. 8 a 10 dezer lieden hebben
aan het politiebnreel overnacht, terwijl de overigen
dadelijk deze gemeente weder verlaten hebben.
Aan het spoorwegstation te Haar
lem zjjn Dinsdag ruim 2000 plaatsbiljetten naar
Leiden afgegeven en te Delft 1538. Aan laatstge
noemd station kwamen 80 zoo gewone als buiten
gewone treinen onophoudelijk op- en af, waarvan de
laatste om 4 aren in den morgen.
Den 20sten dezer is de geheele vis-
schersvloot te Katwijk aan Zee voor stormweer
aangekomen. Zij besomde f 40 a f 154 in 5 dagen;
besteed voor tarbot 2 a 6 per stuk, tong ƒ0.10
a f 0.40 per stuk, levende schol 5 a ƒ6, droog-
scharren 4 a 7, garnalen 1.50 a 2, alles
per mand. De geheele vloot staat boog aan strand,
waarvan een deel met de kustvisscherij zal eindigen.
Eene aanzienlijke hoeveelheid groote schol nit
Denemarken werd voor de drogerijen weder aan
gevoerd.
De schildwacht der mariniers 3de
kl., Jacobns Verhoogt, op post gestaan hebbende
voor de kazerne te Amsterdam, heeft den 16den
dezer zijn post verlaten met achterlating van ge
weer en patroontasch; tot heden is hij nog niet
ternggekeerd. Ook do milicien Doras Dolmas,
aldaar in garnizoen, is sedert eenige dagen spoor
loos verdwenen; desgelijks de marinier lste kl. G„
Hulser van Zr. Ms. wachtschip aldaar.
Te Haarlem worden vermist van het 2de wg.
huzaren "Willem Musquetier en Albertus Pedr<D, en
van het 4de reg. infanterie de milicien-plaatsver
vanger Herman de Groot.
De korporaal der veld-artillerie te
Amsterdam gedetacheerd, die dezer da^en zijn sabel
trok en daarmede burgers bedreigde^ is deswege tot
j degradatie voorgedragen,