Woensdag 24 Juni. A°. 1885. S3 Lustrumfeesten. N". 7773. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. De Kroegjool. De Maskerade. ILEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels L05. Iedere regel meer 0.17J. Groolere letters naar plaatsruimte. Voor het incasset- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. II. Al waren Maandag-namiddag studenten en reü nisten na de officieele plechtigheden binnen de muren van het gastvrije Minerva-gebouw bijeen, toch werd de drukte op Btraat er niet minder om. Ze nam integendeel zelfs meer en meer toe, vooral op de Breestraat, waar het als 't ware het brandpunt was. De inleiding tot de feeststemming voor den volgendeo dag was er daarenboven reeds merkbaar. Het was er een heele gezelligheid. Enkele bewoners hadden er hnnne illuminatie reeds ontstoken. Inmiddels hadden tegen zeven uren de reanisten zich weer op Zomerzorg vereenigd, waar Orentzins' kapel een schoon programma uitvoerde. Het was karakteristiek hier eenige oogenblikken te vertoe ven de meer of minder bejaarden gevoelden er zich weer jong bij het ontmoeten van hen, die men in zooveel jaren niet had gezien, maar met wien toch eenmaal de hartelijkste vriendschapsbanden waren aangeknipt. Dat die banden bij sommigen niet van jongen datum waren, blijkt wel o. a. hieruit dat een der reünisten reeds in 1824 de academie verlaten had en een ander reeds zeer verscheidene malen de 5-jarige feesten had meegemaakt. De welkomstgroet bestond hier dan ook grootendeels nit warme handdrukken Sort te varen, om zes oren, had er bij den heer Wijtenburg op de Steenschnnr een diner plaats, dat door het Collegium namens het Leidsche Studen tencorps aan de Senaten der bevriende Nederland- sche corpsen werd aangeboden. Dat het hier niet aan wenschen op het welslagen van het feest en op broederschap ontbrak, behoeft niet gezegd. Terzelfder plaatse, „in de harbarge" van genoemden confisenr-cuisinier, waren de leden van het gezel schap „Transisalania" aan een „vretmoal" vereenigd, dns twee dagen veur Sint Jan tegen Vespertiet. „De woggere lnn van Frans1' waren „doartö uuteneugd nut name van de luu deur de venrprenvers" Met de mnziek trokken ook zij na afloop op naar de sociëteit „Minerva". Ook na afloop van het concert op Zomerzorg, dat alleen door reünisten werd bijgewoond, spoedde men zich naar de sociëteit Minervs, die gastvrij voor alle feestvierenden hare deuren had opengezet. Daar weerklonk de opgewekte mnziek van de kapel van het lste regiment uit Deventer, onder leiding van den directeur, den heer W. Sareis. Geen woorden kunnen een dergeljjk tezamen- zijn naar waarheid schetsen. Men moet het mede gemaakt hebben om er eene juiste voorstelling van te krijgen. Een Kroegjool? Dat is: opgewonden vroolijkheid ten top gestegenDat iseene haast oproerige stem ming van ieder. En dien allen, die er aan deelne men, is het aan te zien, dat hun vreugde onbe perkt, hnn genot onvermengd is. Een feest als het hier gevierde brengt ouderen en jongeren met elk ander in aanraking op eene wijze, die een hechter band slnit voor de volgende dagen, al zou ook misschien een groot verschil in leeftijd de saamge brachten aanvankelijk scheiden. Er waren vele studenten uit verschillende ste- deD, maar het getal reünisten overtrof hen. Menig woord werd er gesproken, door reünisten, door studenten en door Piet Paaltjes. Hij bracht een gloeienden toost nit op allen, die aanwezig wa ren en die met hem dit blijde feest vierden. Toe-i hij als spreker werd aangekondigd, ontbarstte er een saluut van bravo's, zooals ik nog nimmer gehoord heb; en toen hij geëindigd had, toen kende het j enthousiasme geen perken meer. Het feest duurde tot vroeg in den morgen voort, j Reeds in de verte nadert de stoet. Langzamer hand hondt de in dichte drommen samengepakte menigte zich stil om toch vooral niets van het schoone schouwspel te missen. Over de beteekenis van den optocht spraken we reeds in ons nummer van Maandag. Wij kannen evenwel niet nalaten op enkele bijzonderheden nog even te wijzen. In groep I vermelden wij met ingenomenheid de figuur van Mnnacins Plancns, veldheer van het leger in Neder-Gallië. De strijdwagen waarop hij heeft plaats genomen is bijzonder fraai, en wordt door een viertal paarden getrokken. Reeds bij het begin van den optocht werd hem een fraaie krans aangeboden. De groep der Friesohe koningen munt nit door verscheidenheid van kostumes, die met smaak ge dragen worden. De derde afdeeling geeft ons enkele beroemde mannen te zien nit den tijd van graaf Lodewjjk van Loon. Deze is gezeten op een kloek ros, dat zich fier onder zijn ruiter beweegt. De schabrakken en verdere tuigen van het paard zjjn eenvoudig; de maliënkolder van den ruiter ligt bijna geheel verborgen onder den gelen wapenrok, waarover een hel-roode mantel, die geheel over den rag van het paard ligt uitgespreid, is aangebracht. Iets verder rijdt Willem II, graaf van Holland en Zeeland, enz. De bedekking vt^n het paard is hooggeel, afgewisseld door een viertal rood gebor duurde leeuwen aan iedere zijde. De verzilverde maliënkolder van den berijder wordt gedeeltelijk bedekt door een blauw geborduurden wapenrok, waarop van voren op een goud schild zijn wapen is aangebracht. In zjjn gevolg valt vooral de kloeke figuur van Dirk den Goedertierene op. Een tweetal herauten verkondigen inmiddels de nadering van den hoofdpersoon. Zijn pages, geheel in het geel satijn gekleed, torschen een grooten bloemenlast. Hij zelf wordt overal luide toegejnicht, en wuift de opeengedrongen menigte vriendelijk en welwillend toe. De schabrak van zijn paard is van fluweel, helder geel gekleurd met rood satijnen leeu wen. Het kostuum van den graaf is recht vorstelijk. De beenstukken zijn verzilverd, de maliënkolder is ge heel vergald; op den geel satijnen rok draagt hij een rood fluweelen mantel, die aan de kanten en van binnen met hermeljjn is gevoerd. De roode muts is versierd met een raad van edelgesteenten, waarin de zon tal van stralen wierp, die de kloeke figuur van Floris Y met een lichtkrans omgaf. Van het voetvolk maakte vooral het Utrecht- sche krijgsvolk een aardige groep nit. Smaakvol was de dos van den Paltsgraaf op den Rijn, die door zija blauw met zilver afgezet kostuum eene aangename afwisseling met al de andere kleurrijke kleeding maakte. Zijne onmiddellijke vol gelingen trokken met hem groote aandacht bij het publiek. Ook de harnachementen hnnner paarden waren bepaald schooD te noemen. De Delftsche rui terij maakte een schitterend geheel nit; de een voud der kostumes, bij al die kleurige kleederdrach ten, vormde voor het oog weldadige afwisseling. Dit was eveneens het geval met de afgevaardigden der verschillende steden, wier effen z vart kleed slechts met een zilveren kettiDg versierd wa9. De kleeding hunner banierdragers was zeer los en bevallig. Inmiddels volgde de schoone groep van Maxi- miliaan, met een keur van zwierig uitgedoste volgelingen, die aller bewondering opwekten. De bekende mannen uit den tijd van Leidens ontzet vonden goede vertolkers. Burgemeester Yan der Werf was een waardige representant voor die rol. Geen wonder, dat hij op verschillende plaatsen luid werd begroet, met Jan Van Hont, Johan en Jacob Yan der Does naast zich. Thans nadert de schuit met de watergeuzen. Zij is schoon gedecoreerd en wordt door een 6-tal kloeke rossen getrokken. De groote wagen herbergde op zijn achtersteven Lonis van Bosoit, Adriaan Wil lem en Bnltran, den hopman der watergeuzen. De schilderachtige groep van de Engelsche rui terij sloot den stoet. De kostumes waren buitenge woon smaakvol, terwijl vooral ook de banierdrager uitmuntte door zijne kloeke houding, waarin men terstond een uitstekend ruiter herkende. Ook. de hoofdman dezer groep waB een bevallige figuur, die zijn zwierigen mantel met smaak droeg. De Versieringen. Een Leidenaar, die, na eenigen tijd afwezigheid, zijne stad Dinsdag-morgen binnenkwam, zal zich nauwelijks hebben kannen voorstellen zich weder in zijne woonplaats te bevinden. Immers de stad had door de vele en schoone versieringen een geheel ander aanzien gekregen. De toebereidselen voor de illuminatie trokkea door de geheele stad de aandachtook op den anders reeds zuo gezelligen Stationsweg viel dit in het «og. Op de Beestenmarkt bemerkten wij al dadelijk eene kenrige versiering van het hotel „Rijnland." Verder in de Paardensteeg had een der bewoners de feestvierenden nog door poëzie opge wekt om te juichen en vroolijk te zijn. Ook de heer Zirkzee gaf door eene versiering bljjk van zijn sym pathie met de maskerade. Al spoedig komen wij daarop aan het Noord einde, waar de geïmiteerde Witte Poort al sedert eenige dagen vele nieuwsgierigen lokte. Ook nu was het er in den voormiddag steeds vol van kijkers- Het spreekt van zelf dat de Breestraat, het brandpunt van leven en beweging, ook de meeste versieringen te zien gaf. De heer P. Somerwil ver sierde zijn gevel op eene bjjzonder eigenaardige en zeer de aandacht trekkende wijze. Eene groote schilderij, geflankeerd door twee banieren met de opschriften„Hulde aan de Maskerade-commissie" en „Leve de Reünisten", gaf ons eene, vooral voor som mige personen, zeer goed geljjkende voorstelling van de Maskerade-commissie zelf. De sociëteit „Minerva" had door groote guirlandes, op smaakvolle wijze verbonden door bloemenkransen, ook een feestelijk aanzien gekregen. De heeren Van Ewjjk en Groen hadden eene bjjzonder sierlijke versiering voor hun hniB aangebracht. Daarover maakte ook het restau- rant-TasBeron lang geen kwaad figuur. Een kleine zijsprong in de Diefsteeg gaf ons eene, door den bloemist Heenk te Warmond, niet alleen van buiten, maar ook van binnen zeer smaakvol ingerichte winkelversiering te zien bij den heer De Kat. Op de Breestraat teruggekomen, gaan wij dade lijk af op het heerlijke groen en de bloemen die het Minervabeeld omgeven, geplaatst op de veranda van het Café „Suisse". De heeren Peek Clop- penburg en C. J. Boele Zoon hadden winkel versieringen gemaakt die de welverdiende aandacht van alle voorbijgangers trokken. Ook de instru mentmaker Hoefftcke had zijn huis een feestelijk aanzien gegeven. Van hier valt ons oog op den bloementuin in miniatuur die mede de veranda van Café „Neuf" bedekt en welke ook bij de gasverlich ting met ballons goed uitkwam. De firma D. A. Kelder Zoon bracht door groenmaken insgelijks het hare tot de feestelijkheid bij. Als waardig voerder van het wapen van het Leidsche Studentencorps had de heer Knaap den luister van dit 310de lustrum door bloemen- en groen versiering verhoogd. Waar zoovelen het goede voorbeeld gaven, wilde ook de „Poort van Kleef* niet achterblijven en gaf den gevel voor deze ge legenheid ook een feestelijk aanzien. Het is moeielijk te bepalen waar zich de groots e

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1