N°. 7732.
Dinsdag 5 Mei.
A*. 1883.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS BEZER COURANT:
V«or Leiden per 3 maandenl.lt.
Franc* per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.S5.
PRIJS DER ADVERTENTIE*:
Van 18 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
OfHcieele Kennisgeriiigea.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden;
Gezien art. 5 der Wet van den 28sten Juni 1881 (Slaatt-
blad No. 97), zooals die nader is gewijzigd;
Brengen ter algemeene kennis dat door ABIE VAN NOOD
woonachtig te Zoeterwoude en CHBISTINA VAN DE
KLASHOBST, vrouw van Coenraad Collee alhier, adressen
zijn ingediend om vergunning tot uitoefening van den
kleinhandel in sterken drank, respectievelijk in de per-
ceelen Haarlemmerstraat N°. 311, en Kaiserstraat N°. 19.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Burgemeester.
4 Mei 1885. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 4 »el.
De heer A. A. Regensburg, alhier, is bevorderd
tot tand-arts.
De 1ste lnit.-kwartierm. J. Van Saven is
overgeplaatst van het 8ste reg. infant, bij het 4 de
reg. te Leiden.
Van het verven van de opstanden der Koren
beurs, waarvoor bij de ten Raadhnize op 27 April 11.
gehouden aanbesteding geen inBchrijvingsbiljetten
waren ingekomen, is thans bij herbesteding aan
nemer geworden de heer P. De Brnio, huisschilder,
alhier, voor f 330. Nog was ingeschreven voor
f 770, f 600 en f 591.
De Indische mail per stoomschip „Prins Fre-
derik" wordt 6 dezer alhier verwacht.
Bjj de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partgen van 50, 10 en 5 hectoliters,
waren de hoogste prijzen f 18, f 3.80 en f 1.85;
de laagste f 18, f 3.70 en f 1.85.
De nieuwbenoemde minister van finunciën,
de heer J. C. Bloem, is heden naar het Loo ver
trokken om door den Koning te worden beëedigd.
Morgen zal hij de portefeuille van zijn ambtsvoor
ganger, den heer Grobbee, overnemen.
Morgen wordt Prinses Hendrik der Neder
landen met haar verloofde te Berlijn verwacht. Bij
het huwelijk, op Woensdag, znllen van buiten deze
stad tegenwoordig zijn slechts de Altenburgsche,
Anhaltsche en Oldenburger familieleden. De jong
gehuwden willen voorloopig op Albrechtsbnrg bij
Dresden blijven. De keizerlijke hofprediker Kogel,
die ook het huwelijk der Prinses met Prins Hendrik
inzegende, zal de trouwplechtigheid voltrekken.
Kogel is te Berljjn een zeer beminde kanselrede
naar. Hij was vroeger hier te lande, te Rotterdam
en te 's-Hage, predikant. Naar men te Berlijn zegt,
zal ten gevolge van dit hnweljjk het jaargeld van
f 100,000, dat de weduwe genoot, weder aan Koning
Willem IH komen, daar bij het eerste huwelijks
contract der Prinses dit inkomen slechts zoolang
verzekerd is, als zij ongehuwd in Nederland blijft,
maar hangt het van 'sKonings grootmoedigheid
af, of de Prinses dit inkomen voor het vervolg
zal genieten.
Aan het gastmaal door de stad Antwerpen
gegeven in de zaal der Harmonie zaten 450 gasten
aan met de koninklijke familie, het was een schit
terend feest, waarbij het Congo-wapen (gouden ster
op blauwen grond) zoowel op de menn als bij de
versiering der zaal zeer in het oog viel. VierLon-
densche aldermen waren tegenwoordig, die den
koning een adres van de City aanboden, naar aan
leiding zijner verheffing tot souverein van de Congo.
Aan de eoretafel waren o. a., behalve de gezant
Gericke, ook de commandanten van de „Castor"
en de „Marnix" en jhr. Bosch Yan Drakenstein
aangezeten. D3 koning dronk op het heil der vorsten
en vorstinnen, en derhalve op de natiën die aan
de tentoonstelling deelnemen. In den toost des
konings in antwoord op den dronk des burge
meesters die van de Congo sprak, noemde Z. M.
deze staat „un état independent."
De tentoonstelling noemde de koning„Une d'im-
portance et de grandeur." Hij wijdde zjju glas aan
Antwerpen. Overigens werd niet gesproken.
Te tien uren keerde de koninklijke familie naar
Brnssel terug.
Door den aitgever H. W. Van Marie is een
vlugschrift in het licht gegeven, waarvan zich de
sohrijver Quietus noemt. Het draagt ten titel „De
staatkundige partgen in Nederland." Een beknopt
overzicht van ons staatsbestuur vormt de inleiding,
die echter niet in rechtstreekschen samenhang is
met het eigenlijk werk. Dit laatste vooral zal met
belangstelling worden gelezen. Quietus toch, op een
zeer onpartijdig standpunt zich plaatsende, geeft
daarin de politieke geloofsbelijdenis van de conser
vatieve, de liberale, de anti-revolntionnaire, de katho
lieke en de sociaal-democratische partij, door erkende
leden van die verschillende riohtingen hem opzet
telijk voor dit doel gezonden of aan eenige hnnner
werken ontleend.
In de „Haagsche Kout" van de „Prov. Gron.
Crt." lezen wij„En zoo verdwijnt de winter, om
plaats te maken voor eene heerlijke, lachende lente,
behalve voor den lsten luitenant Rahder, die
volgens zijne eigene uitvoerige mededeeliDgen in de
pers voorbjj is gegaan in de bevordering tot kapt.,
ofschoon zijn 25-jarige dienst, met uitzondering van
één vlekje, onberispelijk schgnt. Het gaat moeilijk,
een oordeel te vellen over de loopbaan van iemand,
die het in zelfkennis wel niet verder zal gebracht
hebben dan een onzer; maar de gunstige getuige
nissen, die de miskende 1ste luitenant van militaire
antoriteiten overlegt, leveren het bewjjs dat hij
een waardig kapitein zoude wezen. Daarbij komt
nog een zijner vroegere wapenbroeders, die na een
vreedzaam hontkooper te Haarlem geworden is,
den achtergestelde een getuigschrift van goed ge
drag en kennis uitreiken.
Ondanks dit alles gebenrt er echter,wat de
lste luitenant met eenige scherpzinnigheid had
kannen voorzien. Het ministerie van oorlog wordt
boos, dat een luitenant van zijne niet-bevordering
eene openbare zaak dnrft maken en de quaestie
aan het publiek oordeal onderwerpt, en straft den
weerspannige opnieuw met 14 dagen zwaar arrest.
Intu8schen dank ik den hemel geen soldaat te zijn;
want tegen dergeljjke dwingelandij is niet een ieder
bestand, die van vrijheid een ander begrip heeft
dan het ministerie van oorlog. Waarom mocht de
luitenant, indien die zeldzame last bij hem ontstond,
de vrije pers niet te baat nemen om, zonder iemand
te kwetsen, het pabliek eene kleine autobiographic
aan te bieden, waaruit bleek dat het „Ah quel
plaisir d'être soldatdoor menigen Nederlandschen
officier niet van harte gezongen wordt?
Nu is de loopbaan van dien officier voor goed
gebroken; dit Btuk in de couranten wordt hem op
het Plein te 's-Gravenhage nooit vergeven, en in
dien hij kans ziet, evenals zijn vroegere wapen
broeder, in hont of iets anders te gaan doen, raad
ik dit den martelaar ten zeerste aan."
Op den bepaalden tijd, te 8 u. 08, kwamen
te Ylissingen Zaterdag-morgen de koningin van
Engeland en prinses Beatrice per extra-trein van
Darmstadt aan. De hooge reizigsters begaven zich
van den trein rechtstreeks aan boord van het aan
den ponton onder stoom liggende Engelsche jacht
„Victoria and Albert," waar zij door den komman-
dant en de officieren werden opgewacht. De koningin
wendde zich, aan boord gekomen zijnde, terstond
tot prins Lodewijk van Battenburg, die als luitenant
ter zee deel uitmaakt van den état-major der „Vic
toria and Albert." Na den prins de hand gegeven
te hebben, wisselde H. M. enkele woorden met den
kommandant van het jacht en vertoefde vervolgens
eenigen tijd op dek, waar zij zich verder met prin-
ses Beatrice onderhield.
Precies te negen uren vertrok de „Victoria and
Albert" uit de haven naar zee, begeleid door de
jachten „Alberta," „Galatea" en „Enchantress."
De extra-trein, waarmede de koningin te Vlissin-
gen aankwam, bestond nit zeven salonrjjtuigen.
Hedenmorgen is het Engelsch koninklijk jacht
Osborne" weder te Vlissingen aangekomen met
de hertogin van Albany, de zuster onzor Koningin
aan boord, die met den gewonen mailtrein do reis
naar Duitschland voortzette.
De Duitsche Rjjkskanselier heeft tot verschil
lende firma's een schrijven gericht, waarin haar
wordt gevraagd aanbieding te doen voor door het
rijk te snbsidieeren stoomvaartlijnen op Oost-Azië
en Anstralië en in de Middellandsche Zee voor een
tijdvak van hoogstens 15 jaren. Haar wordt ge
vraagd of zij bereid zijn, op de in dat schrijven
genoemde voorwaarden de inrichting en de exploi
tatie der stoomvaartlijnen op zich te nemen en welke
subsidie uit Rijksmiddelen zij daarvoor zouden ver
langen, terwijl zij zich ook reeds deels moeten,
deels kannen verklaren omtrent andere ponten
van finantieelen aard, omtrent haar plan om nieuwe
dan wel om reeds gebruikte booten in de vaart
te brengen enz. Wij merken verder aan, dat in de
voorwaarden in het algemeen gesproken wordt
van het aandoen eener Belgische of Hollandsche
haven.
Van het vroeger aangekondigde werkje„Leef
regels voor zenuwlijders, bewerkt voor artsen,
hoofden van huisgezinnen, enz. Naar het Hoogduitsch
door dr. D. Halst, eerste geneesheer aan de Natuur
kundige stichting Bethesda teLaag-Soeren", - uitgave
van G. G. Vonk te Haarlem - verscheen een tweede
druk, een bewijs van de belangstelling waarmee
dit nuttige boekske is begroet. De vertaler gaf o. a.
eenige uitbreiding aan de beschrijving van de inrich
ting te Laag-Soeren.
Te Nispen, op de grens tussehen ons land en
België, hebben lang den Staatsspoorweg dezer dagen
opnemingen en nitbakeningen plaats gehad.
Van goederhand verneemt men, dat die werkzaam
heden vanwege de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen verricht zijn, in verband met eene
door haar aan de Regeering gerichte verklaring,
dat zij zich niet langer verantwoordelijk stelt voor
den toestand op het station Rozendaal, waar niet
dan met de grootste inspanning de dienst kan
plaats hebben, maar desniettemin zéé gevaarlijk is,
dat, trots die inspanning, een ernstig spoorweg
ongeval zeer waarBchgnlijk wordt.
In die omstandigheden moet, naar de meening^
der Maatschappij, onverwjjld eene beslissing volgen
omtrent het al of niet ten spoedigste uitvoeren der
uitbreidingsplannen van het station Rozendaal (waar
van de bestekken meer dan een jaar te 's-Hage
gereed liggen), of het maken van een grensstation
te Nispen, waarvoor inmiddels de maatschappij alle
gegevens verzameld heeft.
De Crisis.
Aangaande den toestand te Berlijn schrijft men
van daar dd. 1 Mei aan het „Handelsblad":
De meeniDg over het Engelsch-Rnssische conflict
is hier als met een tooverslag veranderd. Menschen,
die gisteren nog de krijgstrompet staken, blazen
nu de vredesfluit en zjjn vol goede hoop. Van alls
kanten komen berichten, die de onrustbarende tjj-
dingen van gisteren geheel logenstraffen. Personen
die voor het behoud van den vrede hebben gewed -
er zijn nameljjk te Berljjn groote weddenschappen
hierover gesloten laten zich nu veel voorstaan
op hun schander inzicht, dat hnn de waarde der
oorlogsberichten deed doorgronden.
Deze verandering, die in een paar nren plaats
greep, was evenwel niet bjj machte om de aan
dacht van zekere kringen van een ander feit af te
wenden. Een telegram nit Londen bracht hier heden
een overzicht der begrooting, door den kanselier
der schatkist Childers ingediend. Volgens deze