bediening der bruggen en de daarmede gepaard gaande contró'e, wordt door den waardigen en wei willenden jubilaris nog met jeugdigen ijver en stipte nauwgezetheid vervuld. De lente is nu werkelijk aangekomen. Het boscb vertoont het jonge groen, de velden worden bekleed met gras en halmen. Oreral leven en be weging, vreugde en feestgenot. De landbouwer vooral verheugt zich over deze kraehtige herleving der natuur. Toch heeft de medaille voor hem eene keerzgde. Op vele plaatsen was het voorjaar bijna zonder tusschenpoozen droog. In Haarlemmermeer, waar regenwater het eenige goede drinkwater is, klagen de huismoeders steen en been over de leege waterbakken, 't Is ook wat te zeggen, in den schoonmaak, groot gebrek aan het zachte hemelwater! Doch buitendien zou ook voor het veld een milde regen goud waar zijn. De wintergewassen staan bijna zonder uitzonde ring uitmuntend. De boonen en erwten, die ge woonlijk zoo vroeg mogelijk gezaaid worden, komen ook flink voor den dag. Maar het jongste gezaaide zomergraan, het vlas en de suikerbieten hebben voor de eerste ontwikkeling meer vocht noodig dan de droge grond aanbiedt. Ook het wei- en hooiland heeft, behalve warmte, vocht noodig voor een weligen grasgroei. Langzamerhand worden de stallen ontruimd en de hoeveelheid gras is niet lang voldoende. Eene enkele flinke regenbui kan daaraan echter veel ver beteren en daarop wordt ook veel gerekend. Het vee is gezond, alleen tobben sommige vee houders met de fokkalveren, waarvan velen spoedig gaan kwijnen en sterven. De vruchtboomen, die uitermate veel beloven, verhoogen, nu ze met duizenden bloesems prijken, de schoonheid van het landschap. De koningin van Engeland en prinses Beatrice zullen Zaterdag a. s., ongeveer te acht uren des voormiddags, per extra-trein van Darmstadt hier aankomen, om met het jaoht „Victoria and Albert" naar Port-Victoria te vertrekken. Genoemde bodem zal geëscorteerd worden door het reeds te Vlissingen binnengekomen jacht Alberta' en de nog verwacht wordende jachten „Osborne", „Enchantress" en „Galathea." De gezagvoerder der „Victoria and Albert", tevens commandant van het escorte, heeft in last te zorgen dat alles in gereedheid zij om te negen uren naar zee te kunnen stoomen. Op de gistermorgen te Leeuwarden gehouden vergadering, uitgeschreven door de IJsclub „Leeu warden", met het doel, middelen te beramen tot wering der bestaande misbruiken bij hardrijderijen op schaatsen, waren 24 vereenigingen, vertegen woordigd door 43 directie-leden, opgekomen. De vergadering werd geleid door mr. J. Van Leeuwen, president der Leeuwarder club. Besloten werd geen bond op te richten, doch aan elke IJs- vereeniging zelve over te laten, het opnemen in haar reglement en de handhaving der volgende artikelen Art. 1. Ieder, die aan een wedstrijd wenscht deel te nemen, mag zich voor niet meer dan eene op denzelfden dag te houden hardrijderij laten in schrijven. Art. 2. Wanneer het Bestuur overtuigd is, dat de rijders afspraak hebben gemaakt de prjjzen te verdoelen, worden deze niet uitgereikt. Art. 3. Zij, die zich voor meer dan eene op den zelfden dag te houden hardrijderij hebben laten in schrijven, alsmede zij, van wie het, naar de meening van het bestunr, overtuigend is gebleken, dat zij afspraak hebben gemaakt de prijzen te verdeelen, worden gedurende het loopende en het volgende winterseizoen van alle wedstrijden, uitgeschreven door de toegetreden vereenigingen, uitgesloten. Art. 4. De namen van hen, die zich aan een van beide misbruiken hebben schnldig gemaakt, zullen daartoe terstond aan de besturen der toegetreden ijsvereenigingen worden bekend gemaakt op eene wjjze, door elk bestnur te bepalen. De directie der Leeuwarder IJsclub zal alle ijs- vereenigingen in Friesland van deze artikelen, per circulaire in kennis stellen en haar verzoeken, vóór 1 Deo. van toetreding bericht te geven. demeagd Nieuwa. Voor de door de Hollandsche Maat- schappy van Landbouw, afdeeling Leiden en omstre ken, uitgeschreven keuring van stieren van inlandsch ras, waren 12 stieren ter mededinging ingeschreven. Hedenmorgen stonden deze beesten op den Bnrg aan de lijn, met nog een stier, die ook ingezonden was, maar niet mocht mededingen, als zijnde uit Fries land afkomstig; hij stond nu tot opluistering aan de lijn, en met recht, want het was een prachtig beest, vooral van voren schoon gebouwd. Daarnaast stond de stier „Samuel", van den heer L. C. Van Mannekus, te Zoeterwoude, bekroond met den lsten prijs (afd. A, stieren geboren in 1883). Dit was bet grootste exemplaar, dat tegen woordig was. De tweede prijs voor deze afdeeling verwier de stier van den heer T. Rijnsburger, te Leiderdorp. Van afdeeling B, (stieren geboren in 1884) ver wierf de stier van den heer J. De Graaf te Leider dorp den lsten prijs, de tweede werd behaald door den stier van den heer A. Juffermans te Oegstgeest. Hedenavond hondt de heer Marlet in den Burg eene lezing over „Rundveeteelt." Gistermiddag omstreeks 1 uur had op de houtzagerij van den heer N., buiten de Witte Poort, een droevig ongeval plaats. De knecht van Klaveren had het ongeluk een stapel deelen op zijn been te krijgen, met het gevolg dat dit lichaamsdeel gebroken is. De gewonde werd naar het ziekenhuis vervoerd en is daar verbonden. De arr on di s s e m en t s r echt b an k t e 's-Gravenhage heeft G., houder van een huis van verkoop met recht van wederinkoop, indeTwenth- straat, te 's-Hage, die verleden week terechtstond wegens het drijven van een pandjeshuis zonder vergunning, aan dit feit schuldig verklaard en ver oordeeld tot 25 geldboete, daarbij als verzach tende omstandigheden aannemende het niet vragen van buitensporige renten, het gemis van nadeel en de eerlijke behandeling van de cliënteele. De veroordeeling berust op de overweging dat de bekl. onder den vorm van koop met recht van wederinkoop geld voorschoot en goederen op pand beleende, eene handeling die bewezen wordt door de omstandigheden dat zij die binnen zekeren termijn niet afhaalden voor goed die goede ren kwijt waren; het laten der voorwerpen eene zekerheid was voor de terugbetaling der voor geschoten gelden en de meesten de zaken niet vcor altijd wenschten at te staan. Tevens besliste het vonnis, dat het in deze aan komt op de werkelijke handeling en niet op den vorm. Gistermiddag had in de Kromme Elleboog in Den Haag een treurig ongeval plaats. Een jongetje, dat met een stuk hout in de handen liep, viel, waardoor het hout door den mond van de arme kleine schoot en bezijden het oog uitkwam. De moeder vroeg onmiddellijk in het ziekenhuis hulp aan. Toen de Egmondsche vloot gisteren met het uitoefenen van haar bedrijf bezig was, werd door de bemanning van den Engelschen vischkotter Y M 421, die zich in hare boot had begeven, een gedeelte van het vischwant aan de bomschuit E G 29 behoorende weggenomen, waarop de Engelschen zich met hun bnit verwijderden. W. EL De Vries, schipper van den vischsohokker Urk 22, dit ziende, sloot zich bij de Egmondsche visschers aan, en stelde voor de kotter te achterhalen; te dien einde begaven zich dan ook twee der Egmon- ders bij hem aan boord, en nu werd de reis aan vaard. Na ongeveer gedurende 7 uren het vaartuig te hebben nagezeild mocht het hun eindelijk ge lukken het langs boord te komen, en werkelijk was daar het gestolene aanwezig, dat de Engelschen na herhaald verzoek niet wilden afgeven. Van een en ander werd gisteren aangifte gedaan. Dr. B. C. Goudsmit, secretaris der plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs te Zutfen, schrijtt aan de „N. R. Crt" het volgende ter rectificatie van het, ook door ons overgenomen, bericht in het „U. D." „Den 23sten April jl. vervoegde zich bij mjj dr. Gleuns, onder meer onderwijzer in de kennis der natnur aan de openbare school voor meisjes alhier, ten einde inlichtingen te bekomen over eene missive, door de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, waarvan ik de eer heb secretaris te zijn, gericht tot het dagelijksch bestuur der gemeente, naar aanleiding van het onderwijs in dat vak aan die school. Juist op het pnnt mijne woning te verlaten, ver zocht ik dr. Gleuns met mij mede te gaan, en gaf ik hem op straat de verlangde inliohtingen, die hem zóó weinig schenen te bevredigen, dat bij op den stationsweg (niet het perron) mij eenige slagen en stompen toediende. Ik ben, mijnheer de redacteur, steeds van oordeel geweest, dat het niemand vernederen kaD, zoo hij Bgggg I I -B—BSBBSBBBBaHB het slachtoffer is van iemand, die zijne hartstochten niet weet te bedwingen. Vandaar, dat ik mij onthou den heb van eenig verzet tegen mishandelingen, die alleen hem vernederen, die zich daaraan schuldig maakt. Het bericht, als zoude er eene vechtpartij hebben plaats gegrepen, is geheel bezijden de waarheid. Hoewel een ieder alhier van de juistheid van het bovenstaande volkomen overtuigd is, zoo zoude het iu uw blad overgeDomeu bericht aanleiding kun nen geven, dat uwe lezers buiten Zntflsn eene zeer onjuiste en voor mij beleedigende voorstelling van het gebeurde verkregen. Het is daarom, dat ik mij verplicht gevoelde, de ware toedracht der zaak in uw blad mede te deelen. Onze landgenoot de heer P. G. Van Schermbeek, die als officier van de genie bij de Japan8che regeering in dienst is en wiens geestige verhalen en „Brieven uit Japan" aan de lezers van de „Gids" en van den „Nederl. Speotator" bekend zijn, heeft in November van het vorige jaar op eene dienstreis de Japansche stad Hiroshima be zocht, waar tot dusver slechts hoogst zelden vreem delingen zich hadden vertoond. Omtrent de indruk dien hij daar maakte, schreef hij het volgende in zijn dagboek: „Nog nergens heb ik zooveel bekijk gehad als te Hiroshima, en telkens moet ik denken aan de Chineezen, die ik in Mei 1883 in de Kalverstraat te Amsterdam zag. Op straat, voor eiken winkel dien wij binnen gaan en zelfs voor ons hotel, ver zamelt zich voortdurend eene talrijke menigte om het wondermensch te zien; doch de menschen zijn nooit en de kinderen slecbts bij uitzondering lastig of onbescheiden. Gisteravond sloeg eene volwassen vrouw, die onverwaoht mijne lange gestalte, ineen grooten grijzen ulster gehuld, vlak naast zich zag, met een kreet van schrik finaal aan den hol, en rende, telkens omkijkende, een paar straten ver voort." BUITENLAND. Frankrijk. De Parijsche correspondent van de „Daily Tele graph" is in de gelegenheid geweest een onderhoud te hebben met een voornaam lid van het corps diplomatique en met eenige politieke personen, die door de Fransche regeering geraadpleegd worden, telkens wanneer een onderwerp van hoogen politiek aan de orde is. Hij vernam van die heeren dat er alle hoop bestaat op het vermijden van den oorlog, en zij gaven hem te kennen, dat elke Staat van Europa belang heeft bij den vrede, en Rusland meer dan andere staten. Zij betreurden het, dat Rqsland door het optreden van generaal Komaroff zoo in moeilijkheden is gebracht maar gelooven dat deze door bemiddeling uit den weg geruimd kunnen worden. De Suez-Commissie is onder presidium van Camille Barière bijeengekomen en heeft besloten, dat aan de schepen, in oorlogstijd door oorlogvoe rende natiën genomen, de doorgang door het Kanaal niet zal geweigerd worden. DuitHchland. In eene particuliere correspondentie uit Berlijn aan de „N. R. Crt." lezen wij het navolgende: „Het Renter-telegram, volgens hetwelk de czaar onmiddellijk naar Moskou zou vertrekken en aldaar een oorlogsmanifest zou uitvaardigen, heeft hier veel verontwaardiging teweeggebracht, omdat het werd beschouwd als eene beursmanoeuvre, bestemd om voor de groote financiers, die met verschillende telegraaf-agenturen in vertrouwelijke betrekking staan, de afwikkeling hunner speculatiën gemak kelijk te maken. Tegen zulke ongepaste handelin gen is in de Duitsche bladen reeds herhaaldelijk ten scherpste gewaarschuwd. Het is een openbaar geheim dat de grootste fioatieele huizen de grootste aandeelhouders der voornaamste telegraafbureaux zijn en daarvan partij weten te trekken voor hunne beursspeculatiën. Zoo heeft er, toen eenige weken geleden alhier het eerste bericht van het gevecht van Komaroff werd ontvangen, ter beurze een zeer heftig tooneel plaats gehad. De hoofdredacteur van een groot Berlijnsch beursblad beschuldigde open- Ijjk den vertegenwoordiger van het huis Bleich- röder, dat hij door het Telegraafbureau-Wolff het bericht 24 uren vroeger had geweten, maar het telegram had doen geheim houden, ten einde daar naar te kunnen speculeeren. Later werd aan alle kanten de beschuldiging uitgebracht dat de tele graafbureaux, die allen onderling in „cartell" staan, de uittreksels uit oorlogzuchtige en vredelievende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2