Gemengd Nieuw».
De Fransche courant „Voltaire"
tracht door den volgenden aanhef van een verslag
der Leidsche vergiftigingshistorie de cynische repu
tatie van haar peetoom eere aan te doen. „Leyde
était déja célèbre par son université, par ses typo
graphies, par ses fromages, par la naissance de
Gérard Don et de Bembrandt, par sa bonteille, par
mille autres choses encore. Elle va le devenir
davantage par les hauts faits de Mme. V. d. Linden."
[Leiden was reeds beroemd door haar universiteit,
door hare drukkerijen, door hare kaas, door de ge
boorte van Gerard Don en van Bembrandt, door
de Leidsche fleach, en nog door vele andere dingen.
Nu zal het nog beroemder worden door de groot-
sche daden van vrouw Van der Linden.]
De openbare school te Boelof ar ends
veen, gemeente Alkemade, is gesloten, wegenB het
heerschen der mazelen ten huize van het hoofd
dier school.
De Zaterdag gehouden correctio-
neele zitting der rechtbank te Leeuwarden was in
verschillende opzichten bijzonder belangrijk, en vond
bij het publiek groote belangstelling. Beeds lang
te voren stond het publiek, dioht opeengehoopt,
voor het Paleis van justitie, tot aan de bovenste
trede elkaar den voorrang betwistende of benijdende.
Men zal zich herinneren, dat den 13den Febr. jl.
de justitie van Leeuwarden zich naar Beers heeft
begeven, om een onderzoek in te stellen naar iemand
die den vorigen avond bijna was gewurgd, en geen
woord meer kon spreken. Men dacht toen dat hij
zou sterven, en de vermoedelijke daders, M. Bau-
werda, 53 jaren oud, schipper, en zijn zoon W.
Bauwerda, 33 jaren oud, werden in hechtenis gesteld.
De beleedigde, W. J. Dijkstra, lantaarnopsteker,
is in zooverre hersteld, dat hij volgens bericht van
den dokter, die hem behandelde, dd. 5 dezer voor
de rechtbank kon verschijnen, en daarop is den
9den April de dagvaarding uitgegaan. Sedert is de
toestand van Dijkstra weer verergerd en was diep
beklagenswaardig, toen hjj als getuige zou gehoord
worden. De man kan nog niet spreken; als hij er
moeite toe doet, is het een verschrikkelijk naar en
klagend geluid, dat ieder door merg en been gaat,
en waaruit niemand eene syllabe verstaan kon,
eenigszins gelijkende op een gedeelte van een woord
en schrijven kan hij ook niet. De verdediger ver
zoekt akte, dat niet duidelijk is op te maken, dat
de getuige den eed heeft afgelegd. De dokter, die
hem behandelde, wordt geroepen, maar verklaart
dat de man niet kan spreken of kauwen, zoodat
hij ook nog geen vast voedsel kan gebruiken. Zijne
vrouw, die hem steeds oppast, kan wellicht er iets
van verstaan. Zij wordt geroepen en door de recht
bank benoemd tot tolk. De verdediger wijst op de
laatste alinea van art. 196 Wetboek van Straf
vordering: „De tolk zal, op straffe van nietigheid,
noch uit de getuigen, noch uit de rechters mogen
worden genomen, zelfs niet met goedvinden of toe
stemming van den beschuldigde of van den procu
reur-generaal." Het O. M. besluit tot het hooren
van deze getuige. Do verdediger verzet zich daar
tegen. De rechtbank gaat in raadkamer. Daarna
laat zij Dijkstra toe tot het afleggen van den eed
en zijne vrouw als tolk. Nadat Dijkstra onder het
opsteken der beide voorste vingers van de rechter
hand eenige geluiden gemaakt had, vraagt een der
rechters hem, of hij bedoelde daarmee te zeggen:
„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig", waarop
hij toestemmend knikte, terwijl ook de tolk dat
overbrengt als te zijn het door de wet voorge
schreven eedsformulier. De rechtbank neemt dit aan
als eedsaflegging - de verdediger verzoekt akte dat
de man niet te verstaan is geweest, en dat de
vrouw, die gedagvaard is als getuige, is toegelaten
als tolk. Het O. M. verzoekt akte van zijn besluit
tot het verder hooren van deze getuige - de ver
dediger herhaalt zjjn verzet.
En daarop heeft het verhoor van dien ongeluk-
kigen getuige plaats, hoofdzakelijk bestaande in de
eene of andere beweging zjjnerzijds op de tot hem
gerichte vragen. Het uitbrengen zelfs van die onver
staanbare geluiden viel hem zoo zwaar, dat hij
telkens moest rusten en drinken. Maar in zijne
aanwijzingen was hij zeer pertinent, en dan heeft zich
de zaak volgenderwijs toegedragen. Dijkstra zou de
lantaarn uitdoen en het eerst die nabij het schip
van bekl., die daarover ontevreden was. Het was
tijd, en Dijkstra deed die lantaarn uit, waarop hij
naar eene tweede ging.
Bekl; werden hierover boos en liepen hem ach
terna; lsto bekl. pakt hem bij de borst en drukt
hem tegen een bek; 2de bekl. grijpt hem bij de
keel en knijpt hem den strot bijna toe; 1ste bekl
wil weder op hem aan, maar wordt nu door een
anderen zoon, Anke, tegengehouden. Op het hierdoor
ontstaan rumoer komen 2 nachtwachts, zoomede
een zoon en 2 dochters van Dijkstra, toe. Eerst
heeft Dijkstra nog gesproken en gezegd, dat beide
bekl. de daders zijn, doch dat Auke zijn vader nog
heeft willen tegenhouden; daarop krijgt hij een
toeval. De 1ste bekl. ontkent pertinent; hij is er
niet bij geweest, maar in zijn schip zijnde, hoorde
hij ramoer buiten en ging er heen om te zien wat
het was. Dit was in strijd met de verklaringen
van den zoon en de dochter van Dijkstra, die 1ste
bekl. met zijne beide zoons op den weg hadden
zien staan, onmiddellijk voor het gebeurde. De 2de
bekl. heeft in de instructie, steeds alle schuld voor
zich genomen, zeggende dat zjjn vader er niet bij
was. Dit laatste hield hij vol ter terechtzitting, in
zijne bekentenis was hij thans minder pertinent,
doch ontkennen deed hij het niet.
De subst.-off. van justitie requireert, dat de 1ste
bekl. zal worden veroordeeld tot 18 maanden cel
straf en de 2de bekl. tot 1 jaar gelijke straf. De
verdediger, mr. J. Van Leeuwen, concludeert tot
vrijspraak van den lsten bekl., voor den 2dcn bekl.
verzachtende omstandigheden aanvoerende.
BUITENLAND.
Groot-Uritanniö.
Het Hoogerhuis nam in derde lezing het ontwerp
der Egyptische leening aan.
In het Lagerhuis verklaarde de heer Gladstone,
dat de regeering geenerlei bevestiging had ontvan
gen van het gerucht omtrent eene beweerde botsing
tusschen Bussen en Afghanen.
De heer Evelyn Ashley, onder-secretaris van
koloniën, deelde mede, dat sedert Vrijdag geen ge
vecht met de rebellen in Canada had plaats gehad.
De rebellen zijn verdwenen; generaal Middleton
zal zoo spoedig het hem mogelijk is, verder rukken.
De kustwacht heeft bevel ontvangen zich ge
reed te maken voor den actieven dienst.
Volgens een telegram uit Soeakim vertrekken
de marine-soldaten morgen naar Engeland, om den
dienst op hunne schepen te hervatten.
Het reusachtige pantserschip „Ajax" te Chatham,
heeft bevel ontvangen zich gereed te maken om
Donderdag zee te kiezen (bestemming onbekend).
Sir Peter Lumsden seint uit Tirpoel van den
16den, dat de Bussen Aktepe bezetten en door
Pendjeh naar Herat trekken.
Volgens de „Standard" gelooft men in de
officieele kringen, te Londen, dat de Bussische re
geering aan Komaroff bevel zal geven om onmid
dellijk naar Herat op te rukken en dat Engeland
alsdan Quetta en Eondabar zal bezetten, waartoe
de Emir vergunning geeft zoodra de Bussen een
inval doen.
De „Daily News" zegt, dat de onderhandelingen
tusschen Engeland en Busland van beide zijden
met vredelievende bedoeling worden voortgezet.
Volgens den Petersburgschen correspondent van
dat blad heeft er aan de Afghaansche grens een
gevecht plaats gehad, waaraan de Bussen met
1700 man hebben deelgenomen en met groot verlies
zijn teruggeslagen. De „Daily News" verklaart, dat
bericht geloofwaardig te achten, omdat het afkomstig
is van denzelfden berichtgever, die het bericht
heeft getelegrafeerd omtrent het gevecht aan de
Murghab.
België.
Het Huis van Afgevaardigden heeft met alge-
meene stemmen het ontwerp aangenomen, waarbij
de koning gemachtigd wordt, zioh souverein van
den Congo-staat te noemen.
Volgens de „N. B. Ct." zou, nadat de heer Bara
zich verklaard had voor het wetsontwerp, dat den
Koning machtigt souverein van den Congo te wor
den, dit aangenomen zijn met 124 stemmen tegen
één, en één buiten stemming. De Kamer juichte:
leve de Koning!
Rusland.
De „Indépendance Beige" ontvangt uit St.-Pe-
tersburg van 28 April bericht, dat een geheime
ministerraad bij den keizer gehouden is, waaraan
behalve de leden van den raad en officieren een
aantal personen deelnamen. In den loop der dis
cussie stelde de heer Von Giers voor eenige ge
ringe concessiën te doen, ten einde aan Engeland
gelegenheid te geven, zich op eervolle wijze terug
te trekken.
Dit voorstel werd eenstemmig verworpen.
Hetzelfde blad bevat nog eene depeche uit St.-Pe-
tersburg van 28 April, waarin eenige inlichtingen
gegeven worden omtrent het antwoord van Busland.
Hoewel dit in zeer hoffelijken vorm vervat is, is
het zeer vastberaden en neemt geen der vroegere
verklaringen of aanspraken van Busland terug.
Het schijnt een voortzetten der onderhandelingen
op den voet waarop Engeland zich geplaatst heeft,
moeilijk te maken.
Omtrent eene nieuwe botsing tussohen Bussi
sche en Afghaansche troepen, waaromtrent de „In-
dépendance Beige" een telegram openbaar maakte,
zijn te St.-Petersburg geen berichten ontvangen.
Blijkbaar heeft men hier met eene volkomen onge
gronde tijding te doen.
Tusschen Busland en Perzië bestaat, naar het
heet, een geheim verdrag uit het jaar 1878, krach
tens hetwelk den Bussen in oorlogstijd vrije door
tocht door Perzië wordt toegestaan tot bezetting
van Herat.
De sultan van Turkije heeft aan vijf hoogwaar-
digheidsbekleeders bjj het Bussische dep. van buitenl.
zaken ordeteekenen geschonken, iets wat onder de
huidige omstandigheden de aandacht trekt.
Telegrammen.
LONDEN, 28 April. Als zeker meldt men dat
het antwoord van Busland op de laatste Engelsche
nota eerst Maandag a. s hier kan aankomen. Tot
zoolang is de vrede dus zeker gewaarborgd.
De prins en de prinses van Wales zijn heden
morgen hier aangekomen.
PABIJS, 28 April. Patrenótre heeft te Tientsin
algemeene veranderingen in de onderhandelingen
met China verkregen. Morgen scheept generaal
Courcy zich met zijne officieren van Toulon naar
Hanoi' in.
PABIJS, 28 April. „Havas" meldt uit Konstan-
tinopel van 29 April: „Naar men verzekert, heeft
de Porte Maandag besloten, dat zij in geval van
oorlog eene volkomens neatralitoit zal bewaren en
het sluiten der zeeëngten zal doen eerbiedigen.
Men meent, dat zij dit voornemen aan de mogend
heden door eene nota zal kenbaar maken."
LONDEN, 29 April. De „Standard" verneemt,
dat alhier een officieel telegram ontvangen is, vol-
hetwelk de Bussische troepen Meroeschak bezet
hebben. Er wordt niet gemeld, of de Afghanen
den Bussen eenigen weerstand geboden hebben.
De heer Chamberlain woonde gisteravond
een banket bij in de Empire-club. Na gewezen te
hebben op de overal heerschende bezorgdheid wegens
het dreigend conflict, verklaarde hij, dat zelfs een
oorlog met gunstigen afloop zulk een groote ramp
voor al degenen, die er aan deelnamen, zoude zijn,
dat iedere regeering die het heil des vaderlands
op het oog heeft verplicht is, alle middelen aan te
wenden, om tot eene vredelievende eervolle oplos
sing te komen.
Gelukkig, zeide hij, zijn de zaken nog niet zoover
gekomen, dat alle hoop op zulk eene botsing moet
opgegeven worden; wanneer echter de regeering
tegenover een vastberaden, opzettelijken aanval
staat en gedrongen is een beroep te doen op de
trouw en de ondersteuning des Bijks, zal dit, naar
hij geloofde, weder de blijken geven van hetzelfde
geduld, denzelfden moed en dezelfde volharding,
welke in vroeger tijden den Angel-Saksischen stam
steeds gekenmerkt hebben.
LONDEN, 29 April. HDe Parijsche correspon
dent van de „Times" meldt dat Busland bevel ge
geven heeft tot het mobiliseeren van het zuider
corps, ter sterkte van 200,000 man.
LEIDEN, 39 April.
Weerbericht (medegedeeld door het Kon. Ned.
Met. Instituut). Verwachting: veranderlijke wind.
Als onderwijzer zijn heden toegelaten de heeren
M. J. Bank van Leiden en C. Kuyt van Katwijk.
De afmarsch van het 4de escadron 3de re
giment huzaren van den Haag naar de nieuwe
standplaats Amsterdam, onder bevel van ritmeester
baron Bentinch was bepaald op heden.
Ten 9 uren verliet het vertrekkende escadron
de cavaleriekazerne met de buzarenmuziek aan het
hoofd, uitgeleid door het geheele regiment, onder
bevel van kolonel Van Bappard. Bij den staf van
officieren die het troepengedeelte een eindweegs
vergezelde, hadden zich aangesloten de generaal-
majoor Matthes, inspecteur der cavalerie en de
kolonel, commandant van het 2de regt. veld-ar-
tillerie, met zijn officieren.
Op de Koninginnegracht ontmoette de stoet de