De uitvaart van dr. J. H. Scholten.
Moord te Maastricht. - Uit de „Li in
burger Courier", het te Heerlen verschijnende blad
van den heer Weyerhorst, nemen wij nog eenige
bijzonderheden over omtrent den moord, gepleegd
op mr. Yan Oppen. Wij voegen daarbij den uit
dezelfde courant overgenomen plattegrond van het
tooneel der misdaad.
Voor een deel is het verhaal onzen lezers reeds
bekend.
Plattegrond der woning van mr. Van Oppen.
T Straat-1'
deur. J
Straat
Straat
Kantoor der Hypotheken.
Op het spreekuur van mr. Van Oppen ontving
deze het bezoek van Cesar Timmermans.
De meid opende hem de deur, waarop T. in het
kantoor der klerken binnenging en wachtte. De
meid, T. kennende als een uiterst gevaarlijk persoon,
stelde, in de keuken teruggekeerd, mevrouw v. O.
van T's binnenkomst in kennis, hetgeen nochtans
door deze niet werd verstaan.
Toen de heer E. Van Oppen, zoon, advocaat-
procureur, uit kantoor 2, twee daar vertoevende
cliënten liet vertrekken, drong T. door deur 2 het
kantoor der heeren Van Oppen binnen en richtte
tot mr. E. Van Oppen, zoon, de vraag diens vader
te spreken. Het antwoord hierop luidde afwijzend,
waarop T. zei: „Zoo, is papa niet te spreken; nu
dan, met u kan ik ook de zaak vereffenen." Hij
loste te gelijk een revolverschot, waarvan de kogel
in den arm van mr. E. v. O. drong.
Deze nam door deur 3 de vlucht, waarop T.
nogmaals schoot, doch niet raakte. De jonge advo
caat had, alhoewel gewond, de tegenwoordigheid
van geest deur 3 af te sluiten en liep onder den
uitroep: „Vlucht, daar is Timmermans," den langen
weg door den corridor naar deur 1 toe om die even
eens te sluiten. Ware dit gelukt, dan ware Tim
mermans ingesloten geweest en de dubbele moord
voorkomen. Doch het slot van deur 1 was defect.
Met eene laatste krachtsinspanning trachtte hij de
deur dicht te houden, doch hij schoot te kort. Tim
mermans rukte de deur open en bracht den zoon
met een dolkmes eene gevaarljjke wonde in den
buik toe.
Op het gerucht snelde uit deur 4 de heer E. Van
Oppen, vader, toe. T. loste onmiddellijk op dezen
een schot en verwondde hem in de borst. Toen hief
hij het dolkmes in de hoogte om zijn weerloos
slachtoffer te doorboren, toen mevrouw Van Oppen
en de oudste dochter uit deur 5 kwamen, en zich
in den corridor aan deur 1 en 4 tussohen beiden
wierpen. Mevrouw V. O. omvatte de hand waarin
T. de revolver hield, terwijl de oudste dochter,
juffrouw Marie V. O., den arm greep, waarin T.
den dolk omkneld hield. Eene vreeselijke worsteling
ontstond thans. Mejuffrouw Marie, oud 19 jaren,
viel op haar knieën en smeekte den ellendeling:
„Steek mij dood, maar spaar toch mijn vader."
Een dolksteek in den arm van het heldhaftig meisje
was het antwoord.
De woesteling slingerde de weerlooze vrouwen
van zich af, viel als een bloeddorstige tijger op
mr. V. O., vader, en bracht hem met zijn dolk
doodeljjke wonden in borst en rug toe. Intusschen
was mr. V. O., zoon, naar dokter Nijst geloopen,
om hulp te requireeren, doch zeeg in diens huis
bewusteloos neer.
Mr. V. O., vader, en diens dochter vluchtten
met mevrouw V. O. in het tegenover hun hui3
gelegen kantoor van het kadaster, waar de weleerw.
heer Wjjnen den beiden gewonden de laatste hulp
verleende. Mr. E. v. O., vader, gaf na weinige
oogenblikken, onder den uitroep„Het is toch
ongelukkig," den geest.
De dader, die in de worsteling ook gewond is,
werd ontwapend en gearresteerd door den concierge
van het hypotheekkantoor, Legras, aan wien bij
zeide: „ik heb mij gewroken."
Ons blijft nog zegt de „Limb. Courier" ten
slotte een laatsten trek te vermelden van innige
kinderliefde, wier voorbeeld tevergeefs zal worden
gezocht. Mej. M., alhoewel uitgeput door bloedverlies,
informeerde herhaaldelijk naar den toestand haars
vaders. Men gaf de meest geruststellende verzeke
ringen. Haar einde voelende naderen, zeide zij
„Als ik nu maar papa het leven heb gered, sterf
ik gaarne."
Geveilde perceelen.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier op
Zaterdag 11 April, ten overstaan van den notaris
A. Van Leeuwen: Een huis erf in de Middelste
Raamsteeg No. 39, Sectie E, No. 240, kooper mr.
Verhoog Jz. qq., voor f 3110; een dito daarnevens,
No. 37, sectie E, No. 239, kooper D. A. Holtz qq.,
voor f 2425; het huis en erf aan de Hoogewoerd
No. 102, Sectie D, No. 68, in bod gebracht op
f 3400, niet verkocht.
Ten overstaan van den notaris mr. J. A. F. Coe-
bergh: de perceelen Nos. 1 tot 7 zijn niet afgesla
gen verkocht werd een huis aan de westzijde van
de gedempte Voldersgracht No. 39, Sectie H, No.
1319, voor 426, aan P. Van Wijk.
BUITENLAND.
Groot-Uritaimië.
De arbeid wordt zonder ophouden in de Engel-
sche tuighuizen voortgezet, vooral te Woolwich,
waar de geschutgieterijen ook gisteren den geheelen
dag werkzaam waren, om de wapening der nieuwe
kruisers „America" en „Oregon" te voltooien. Schik
kingen zijn getroffen, om de eskaders van China
en Australië onmiddellijk met pantserschepen te
versterken. Het Oostzee-eskader zal zeer sterk zijn
waarschijnlijk zal admiraal Hornby er het bevel
over voéren. Volgens berekening van den minister
van oorlog, zijn 52,672 man van alle wapenen be
schikbaar voor den onmiddellijken dienst in het
buitenland.
De „Observer" bevat een hoofdartikel, waarin
betoogd wordt dat het onmiddellijk en onvoorwaar
delijk terugtrekken der Russen tot binnen de oude
grens van Khojan-Salek, het onverminderd minimum
der Britsche eischen moet zijn. Daarom schjjnt het
hoofdbelang voor Engeland niet te bestaan in dat
gene wat de Russische regeering verklaart, maar
in de vertoogen welke Engeland tot Rusland richt.
Uit Rawoel-Pindi wordt aan de Engelsche
bladen geseind dat de emir van Afghanistan de
nederlaag zijner troepen bij de Koeschk-rivier zeer
kalm heeft opgenomen en over het feit niet de
minste verwondering aan den dag heeft gelegd. Hij
beweert steeds overtuigd te zijn geweest, dat de
Russen een aanslag op Herat in het schild voeren.
XS.usla.ud.
Het oificieele regeeringsblad bevat een rapport
van generaal Komaroff, over het tusschen de Russen
en de Afghanen geleverd geveoht. Blijkens dit rap
port, had de generaal op 17 (30) Maart de Afgha
nen, die op den Russischen oever der Koashk
verschansingen aanlegden en zelfs in den rug der
Russische linie posten opstelden, herhaaldelijk uit-
genoodigd den linkeroever der Koeschk en den rechter
oever dar Murghab te ontruimen. Hij ontving ten
antwoord dat de Afghanen, ingevolge den raad hun
door de Engelschen gegeven, zich niet konden
terugtrekken. Toen generaal Komaroff den daarop
volgenden dag, om aan zijn eisch klem bij te zetten,
maar op een vredelievenden uitslag rekenende,
tegen de stelling der Afghanen oprukte, openden
laatstgenoemden hun kanonvuur en deden zij een
aanval met hunne ruiterij.
Het „Journal de St.-Pétersbourg" zegt ten slotte:
Volgens dit verslag, kan er geen sprake meer van
zijn, dat de aanval van den kant der Russen ge-
geschiedde. Ook uit eene tweede depeche van sir
Peter Lumsden is dit gebleken.
staat zullen stellen om te voldoen aan de volledige
betaling van den interest der schuld, einde 1887,
met een overschot van 30,000 Egyptische ponden.
Lord Wolseley zal eerstdaags naar Soeakim
vertrekken. Hij zet echter zjjno toebereidselen voor
den najaar8-veld tocht naar Khartoem voort.
DONGOLA, 12 April. De opstand tegen den
Mahdi breidt zich in Kordofan sterk uit. De Mahdi
zou naar het tooneel van den opstand vertrokken zijn.
RAWOEL-PINDI, 12 April. De emir van Afgha
nistan is dezen morgen vertrokken. Voor zjjn ver
trek werden hem de onderscheidingsteekenen over
handigd van het grootkruis der orde van de Ster
van Indië. Bij het afscheid sprak hij tegenover de
Engelsche f icier en den wenech uit, dat de
vriendschap tusschen Indië en Afghanistan steeds
mocht bewaard bljjven.
LONDEN, 13 April. De correspondent van de
„Standard," die het gezantschap onder air Peter
Lumsden vergezelt, telegrafeert uit Tirpoel van 7
April
„Wij hebben bericht ontvangen dat de Russen
langs den oever van do rivier de Muzghab voor
uitrukken."
LONDEN, 13 April. De verklaringen van generaal
Komaroff omtrent het gevecht met de Afghanen te
Penjdeh worden door alle morgenbladen onbevre
digend genoemd.
De „Times" zegt dat generaal Komaroff evenzeer
in gebreke gebleven is, bevredigende verklaringen
omtrent zjjn aanval te geven, als de Russische
regeering in gebreke gebleven is, rechtmatige gron
den voor de aanwezigheid van hare troepen binnen
het betwistbare grondgebied te verstrekken.
De „Daily News" verneemt dat de regeering
sedert Donderdag geene verdere depeches uit St.-
Petersburg ontvangen heeft. Er is geene reden om
den toestand als minder hoopvol te beschouwen.
Heden wordt er weder een Kabinetsraad gehouden.
LONDEN, 13 April. De „Times" meldt uit
Philadelphia dat er ernstige grond bestaat voor het
vermoeden dat Rusland tracht Amerikaansche
stoomschepen te koopen.
De Berlijnsche correspondent van hetzelfde blad
seint dat aan de Russische bladen last is gegeven,
over de Afghaansche aangelegenheden niets anders
te melden dan hetgeen officieel wordt meegedeeld.
Van de conferentie, te Rawul-Pindi gehouden,
is niets uitgelekt, maar men zegt dat zij een be
vredigenden uitslag gehad heeft.
De „Standard" meent te weten dat in die con
ferentie beraadslaagd is geworden over het maken
van een spoorweg naar Kadahar.
Telegrammen.
CAIRO, 12 April. Door den heer Vincent is het
rapport over de financiën ingediend. Daarin worden
wijzigingen voorgesteld, welke de regeering in
Aan het graf, op de begraafplaats aan de Groene-
steeg, had zich hedenmorgen eene breede schare van
Seholtens vroegere ambtgenooten, oud-leerlingen van
hier en elders, tegenwoordige studenten, vereerders,
vrienden en evangeliedienaars van verschillende rich
ting vereenigd, zoomede tal van andere belangstel
lenden.
Toen de lijkstaatsie op het kerkhof was aange
komen, sloten velen zich bij den treurigen stoet
aan. Langzaam bewoog zich deze naar de geopen
de groeve, waar het eerst de hoogleeraar Dr. G.
D. L. Huet, rector-magnificus, het woord voerde,
herinnerende hoe Scholten gedurende 40 jaren een
sieraad en de roem der Leidsche universiteit is
geweest. Die roem was zelfs tot ver over de grenzen
verbreid. Eene groote omwenteling heeft Scholten
teweeggebracht op het gebied waarop hij werkzaam
was. Men zag in hem een wijsgeer en reformator.
Zelfs uit alle oorden van Europa stroomde men
naar Leiden om door zijn geest bezield te worden.
Onvermoeid was hij werkzaam en zijn laatste ar
beid getuigde nog van jeugdig vuur. Als slechts
eene kleine sprank daarvan in ons moge zijn neer
gedaald, dan zal men in de smart kunnen berus
ten om te scheiden van dit graf, dat aanstonds
zooveel kostbaars in zich zal opnemen.
De hoogleeraar dr. A. Kuenen sprak namens de
godgeleerde faculteit. Hij zou aan deze plaats geen
woord van weeklacht doen hooreD, maar een, getui
gende van eerbied en hulde. Het was ook zulk
een onverzwakt genot Scholten te hooren spreken
van zoo veelerlei uit vroeger dagen. Diens trouw
oog is thans gesloten en de vriendenhand reikt hij
niet meer. Toch moeten wij danken, danken voor
den grooten zegen, door zijn leven geschonken.
Afgesloten ligt dat leven en zijn arbeid thans
voor ons. Steeds heeft hij zich toegewijd aan zijne
taak, waarop Gods zegen rustte, want kracht is er