Maandag 13 April.
N°. 7713.
A". 1885.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Dit nummer bestaat uit DRIE BLADEN.
Eerste Blad
Aan Onder8.
LEIDSCH
DA IIBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Tear Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIE!*:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseo-
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
Tweede zitting van den Militieraad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 92 der wet van 19 Augustus 1861, betrekke
lijk de nationale militie (Staatsblad n#. 72);
Gelet op de missive van den Kolonel, Militie-Commis
saris in het 3de district der provincie Zuid-Holland;
Doen te weten; dat de tweede zitting van den Militie
raad voor deze gemeente wordt gehouden in een der
vertrekken van het Baad/tuis, op Maandag den 13den en
Dinsdag den 14den April 1885, op eerstgemelden dag des
middags te twaalf uren, tot het doen van uitspraak omtrent
alle in de eerste zitting niet afgedane zakenop laatstgemel-
den dag des voormiddags te elf uren, tot het doen van
uitspraak omtrent hen, die als plaatevervanger of als mimmerver-
wisselaar verlangen op te treden; voorts, dat tot het opmaken
der daartoe vereischte bewijsstukken, van heden af, ter
secretarie dezer gemeente, van des voormiddags negen tot des
namiddags vier uren, Zon- en feestdagen uitgezonderd, wordt
gevaceerdwelke gelegenheid de belanghebbenden worden
vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den loteling,
die reeds bij de militie is ingelijfd, overeenkomstig het
bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde Wet, door den
Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen van
een plaatsvervanger kan worden vergund.
Eindelijk wordt, ter voorkoming van misverstand, nog
opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad
in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft gedaan, NIET
in de tweede zitting behoeft te verschenen, ten ware hg
daarin een plaatsvervanger of een nummerverwisselaar mocht
willen voorstellen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
3 April 1885. E. KIST, Secretaris.
De Voorzitter van den Gemeenteraad van Leiden
Gezien art. 31 der Wet van den 4den Juli 1850 Staats
blad NO. 37);
Brengt ter algemeene kennis dat de lijsten der kiezers
van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad op heden zijn
gesloten, opnieuw aangeplakt en gedurende acht dagen
op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage
aedergelegd.
Leiden, De Voorzitter voornoemd,
11 April 1885. DE KANTER.
III.
Het ligt in den aard der zaak dat „de bevorde
ring van het sparen" dikwijls op sociaal gebied
enze opmerkzaamheid zal vragen. Waar zulks het
geval is, wil ik trachten het verband nader toe te
lichten.
In aansluiting aan de geschiedkundige ontwikke
ling der Levensverzekering, in het vorig opstel
nagegaan, is het nu eigenaardig aan te toonen,
hoe zjj, door de wisseling der maatschappelijke
toestanden, uit de gewone wijze van sparen moest
worden geboren. Hiertoe is het noodig nog eens
den blik op 't verleden te slaan.
Er was een tijd, waarin men goud bijeengaarde
ora het goud zelf, toen men zich behoeften ont
zegde om het gespaarde bedrag te zien aangroeien,
toen men spaarde om te bezitten.
Spaarbanken zouden daar, zelfs tegen een hoogeren
rentevoet, geen ingang hebben gevonden.
Die dagen zijn voorbij; zjj bestaan nog slechts
in de verhalen, welke, in het bniteoland bijeonder
geliefd, ons den Hollander schetsen als een gezeten
knisvader, die onder 't genot van eene Goudsche
pjjp zjjne blinkende goudguldens telt. De benamingen
als „der reiche Hollander" en het „double Dutch
man" mogen uit dien tijd stammen.
Karakteristiek is het, daartegenover het bekende
woord van Voltaire te stellen, hetwelk alle millioenen,
waarmede wij de innige vriendschap derFranschen
en den korten roes van „vrijheid, gelijkheid en broe
derschap" betaalden, niet hebben gewijzigd. In
hoeverre het deelnemen aan allerlei finantieele
ondernemingen, die alleen dienden om buitenlandsche
gelukzoekers rijk te maken, en de ongelukkige
speculaties in Tarken, Spanjaarden en Amerikaan-
sehe sporen, eene beoordeeling uitlokten, is mjj niet
bekendzeker is bet evenwel, dat ook zij mee
werkten om het rijke Nederland arm te maken.
Evenmin valt het te ontkennen, dat die opvol
gende gebeurtenissen op het sparen grooten invloed
moesten nitoefenen. Niets toch doet ons aan het
bezit meer waarde hechten, dan het gedeeltelijk
verlies. Waar alles verloren ging, zien wij den mensch
het zelfvertrouwen verliezen en in den strijd om
het bestaan ondergaan.
Daarom is de meerdere of mindere mate van be
zit van zoo grooten invloed op het maatschappelijk
leven, en mag het sparen terecht als een middel
tot verzekering der orde worden aangemerkt.
„Daar (binnen de reeds volwassen maatschappij)
wordt het door iedere waarneming bevestigd, dat vol
komen gemis van bezit, als de eeuwige bron van
onzedelijkheid en geweld, steeds maatschappelijk
gevaar blijft, waartegen de hoogere beschaving
al ware het slechts nit zncht naar zelfbehoud, met
kracht zich teweerstellen moet, doch alleen door de
bron te stelpen, dus door wegneming der stoffelijke
ellende met vrucht zich teweerstellen kan." (v. d.
Vlagt, de Rechtstaat).
Mag ook het „self-help" met het voorgaande in
strijd schijnen, men vergete niet dat dit woord slechts
in oneigenlijken zin dient te worden opgevat. Mogen
dnizeDden onder die leuze den strijd aanvangen,
weinigen brengen het tot eene positie, als die van
onzen indnstriekoniDg W. A. Scholten, wiens zelf-
verworren millioenen hem het recht gaven, dat
woord aan den ingang van zijn kantoor te schrijven.
En in hem vond de Levensverzekering een voor
stander, overtuigend pleidooi tegenover hen, die in
den tijdeljjken rijkdom het recht zoeken, de woorden
van Ovidius, zij het sleohts innerlijk nit te spreken
Machtiger ben ik dan dat het noodlot
mjj vermag te schaden.
Het zij verre van mjj, een mijner lezers het
karakter eener Niolu te willen toedichten. DeHol-
laadsche degelijkheid strijdt te zeer met een derge-
lijken gemoedsaard.
Evenmin bedoel ik iets anders dan de verdedi
ging mijner grondstellingen, in de aanhaling van
Dante, waar de onsterfelijke dichter, de hevige
smarten der hel schetsende, van hare slachtoffers
getuigt
Slecht geven en slecht sparen brachten allen
Om 't hooger leven en in deze pijnen.
Doch keeren we tot het dageljjksch leven terug.
Reeds zagen wij hoe de eerste wijze van sparen
slechts het bezit beoogde. Vermindering der wel
vaart en de toenemende behoeften moesten het
sparen bemoeilijken. Niettemin liet de neiging tot het
verwerven van bezit hare stem gelden. Stellen wij
nu aan den eenen kant de zncht tot sparen, door de
toenemende beschaving bovendien van een zedeljjk
standpunt geboden, en aan den anderen kant de
meecdere behoeften als het gevolg dier beschaving,
dan volgt klaarblijkelijk dat naar eene meer pro
ductieve wijze van sparen moest worden omgezien.
Spaarbanken verrezen.
Ten einde de vorming van een kapitaaltje, tot
welk doel ook, te hulp te komen, ontzegde men
zich het bezit van het gespaarde tegen vergoeding
eener rente. En men ontzegde zich ook die rente
door het aannemen van den samengestelden interest.
Hiermede was het bezit feitelijk opgeheven. Van
dit tjjdatip nu dagteekent de levensvatbaarheid
der Levensverzekering. Immers de grootste grieve
tegen haar is die, dat men over het gespaarde niet
ten altea tijde kan beschikken.
En die grieve verloor hare kracht, toen men bij
het sparen tegen samengestelden interest, zij het
ook niet in naam, dan toch inderdaad het recht
op het gespaarde tijdelijk afstond. Bovendien is
het overnemen van alle risico tegen eene eenvoudige
belofte voor hem van het grootste belang, wiens
middelen hem niet veroorloven, het geringste ge
vaar te loopen. De Levensverzekering toch stelt,
tegenover ééne dadelijke ontvangst (premie) van
een zeker procent van het te vormen kapitaal en
de belofte eene gelijke som jaarlijks te znllen bij
dragen, de zekerheid dat kapitaal nit te keeren.
Zij is de eenige philanthropisohe instelling, die, op
zuiver wiskundige basis opgetrokken, te krach
tiger wordt naarmate haar werkkring zich uit
breidt. O. K. Onnes.
LEIDEN, 11 April.
De begrafenis van wijlen prof. J. H. Scholten
zal plaats hebben op Maandag a. s., des morgens
Ie elf nren, aan de Groenesteeg.
De paardenarts 3de klasse J. Van de Velde
is van het 1ste reg. veld-artillerie te Utrecht over
geplaatst bij het 2de reg. te Leiden.
Hedennamiddag ontvingen we per Fransche
mail de Indische bladen van 4 tot en met 11 Maart.
Gedurende deze week zijn dagelijks in de
Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
7296 volwasser personen en van 610 kinderen.
Met algemeene deelneming der burgerij wordt
heden in Hillegom de dag, waarop vóór 25 jaren
de heer Nieuwenhuis als secretaris dier gemeente
in dienst trad, feestelijk herdacht.
Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-
Herv. gemeente te Aarlanderveen door ds. E. J.
Homoet te Patten.
In de afdeelingen der Eerste Kamer werd het
wetsontwerp tot Drankwet-wijziging over het alge
meen gunstig ontvangen.
De meerderheid der leden, die aan het onderzoek
deelnamen, zagen in de verscherping der repressieve
maatregelen om het misbruik van sterken drank
tegen te gaan, werkelijke verbeteringen.
Ten opzichte van de wijzigingen in de preventieve
bepalingen der Wet gebracht, bestonden zeer nït-
eenloopende meeningen. Sommige leden keurden
het af, dat het verbod voor de gecombineerde
neringen om na 1 Mei a. s. met verkoop van ster
ben drank voort te gaan, bij dit wetsontwerp werd
verzocht - of eigenlijk gezegd werd opgeheven.
Andere leden daarentegen verklaarden zich inge
nomen met de verzachting der preventieve bepalin
gen, al was ook in dit opzicht niet aller wenBch
bevredigd en al hadden sommigen liever gezien, dat
aan de gecombineerde neringen op den bestaanden
voet de voortzetting van het bedrijf ware vergund
geworden. Ook werd deze opmerking gemaakt ten
opzichte van de confiseurs en banketbakkers. Yele
leden hadden gewenecht dat de Regeering deze
gelegenheid zou hebben te baat genomen om aan
de Wet eene meer geljjkraatige werking over het
geheele Rijk te verzekeren.
Eindelijk wensoht de commissie van rapporteurs
de Regeering in overweging te geven om bij aan
neming van dit wetsontwerp in het Staatsblad
te gelijk met de wijzigingswet den tekst der geheele
wet te doen afdrukken, zooals zij na de ondergane
wjjzigingen luidt.
Thans is ook, naar het „D. v. N." mededeelt,
aan de leden van het Hollandsch Gezelschap door
de directie van den Amsterdamschen Parkschouw
burg officieel mededeeling gedaan dat de „Maat
schappij van de Fransche Opera en andere Schouw
burgen" met Mei a. s. ontbonden zal zijn en de
loopende contracten bij gevolg als verbroken moeten
beschouwd worden.
De heer Yan Hamme is in onderhandeling met
de leden van het orkest van den Parkschouwburg
om na 30 April a. s. onder zjja bestuur werkzzam
te blijven.