N°. 7708.
Dinsdag 7
A". 18S3.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit YIER BLADEN.
Eerste Blad.
Herleving.
LEIDSCH
BA GBLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
V«or Leiden per 3 maanden1.18.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174-
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee.
ren bniten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Uithoofde Tan het Paascbfeest zal deze
courant Maandag niet verschynen.
Officieel© Kennisgfeviagen.
Tweede zitting van den Militieraad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 92 der wet van 19 Augustus 1861, betrekke
lijk de nationale militie Staatsblad n«. 72);
Gelet op de missive van den Kolonel, Militie-Commis
saris in het 3de district der provincie Zuid-Holland
Doen te weten: dat de tweede zitting van den Militie
raad voor deze gemeente wordt gehouden in een der
vertrekken van het 'Raadhuis, op Maandag den 13den en
Dinsdag den 14den April 1885, op eerstgemelden dag des
middags te twaalf uren, tot het doen van uitspraak omtrent
alle in de eerste zitting niet afgedane zakenop laatstgemel-
den dag des voormiddags te elf uren, tot het doen van
uitspraak omtrent hen, die als plaatsvervanger of als nummerver-
wisselaar verlangen op te treden; voorts, dat tot het opmaken
der daartoe vereischte bewijsstukken, van heden af, ter
secretarie dezer gemeente, van des voormiddags negen tot des
namiddags vier uren, Zon- en feestdagen uitgezonderd, wordt
gevaceerdwelke gelegenheid de belanghebbenden worden
vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den loteling,
die reeds bij de militie is ingelijfd, overeenkomstig het
bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde Wet, door den
Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen van
een plaatsvervanger kan worden vergund.
Eindelek wordt, ter voorkoming van misverstand, nog
opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad
in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft gedaan, NIET
in de tweede zitting behoeft te verschijnen, ten ware hij
daarin een plaatevervanger of een nummervermUselaar mocht
willen voorstellen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
3 April 1885. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het Bareel van den
Burgerlijken Stand op Maandag, den 6den April aanst.,
(tweede Paaschdag) geopend zal zijn van des middags 12
tot des namiddags 2 uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
4 April 1886. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Lelden;
Gezien art. 6 der Wet van den 28sten Juni 1881 Staats
blad No. 97);
Brengen ter algemeene kennis dat door FRANCINUS
ADRIANUS TOORENS alhier, een adres is ingediend,
houdende verzoek om vergunning tot uitoefening van den
kleinhandel in sterken drank, in het perceel Groenhazen-
gracht No. 10.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
4 April 1885. E. KIST, Secretaris.
De „Stille Week" spoedt ten einde, straks zal
ia dnizenden Christenkerken het lied der opstanding
worden aangeheven. En hoe velerlei ook de ge
dachten zijn, die zich verbinden aan de Paasch-
hymne, de grondtoon is overal dezelfde.
Merkwaardig is het, ofschoon uiterst gemakkelijk
te verklaren, dat reeds in de allervroegste tijden
diezelfde grondgedachte haar stempel drukte op
het voorjaarsfeest. Bij de Israëlieten viel in dien
tjjd het feest van de nationale herleving: dat volk,
zoo eenig in de geschiedenis, en dat eeoe zoo be-
laagrjjke roeping heeft vervuld ten opzichte van
de godsdienstige ontwikkeling der menschheid,
herdacht dan de eigenlijke geboorte der Joodsche
nationaliteit, welker eerste levens-periode gedrukt
was order het despotisme der Pharao's. De volken
van het Noorden van Europa, voor wie zooveel
afhing van den terugkeer van de warmte, van de
herrijzenis der koesterende zon, begroetten met
vreugdegejuich den zoelen adem van het Zniden,
en vierden feest ter eere van de zich verjongende
natuurkracht. In hunne godensagen vinden we dat
denkbeeld terug. Baldnr, de personificatie van de
goedheid, de schoonste der goden, met eenwig
licht omstraald, was door verraad geveld en in
den nacht der onderwereld verdwenen, vergezeld
van zijne gemalin Nanna, die van droefheid was
gestorveD. Maar bij zal daar niet blijven. Zijn
broeder Hermode bestijgt het achtvoetig ros, en
snelt naar het duister Nevelheim, om Baldur terug
te haleD. De koningin van het doodenrijk wil hem
uitleveren, indien het waar is, dat alle wezens hem
beweenen. Boden doorkuisen nu de wereld, en ja,
alles, menschen, dieren, planteD, steenen, kortom
alles treurt om Baldur. Doch in een afgelegen grot
huist eene reuzin: alleen deze weigert halsstarrig
den god de holde barer droefheid te brengen. Geen
wonder, het ib Loke, de boosaardige en listige, de
god van het kwaad, door wiens valschheid Baldur
was gevallen, en die thans deze gedaante heeft
aangenomen en zijn terugkeer weet te verijdelen.
Terugkeeron zal hij niettemin. Loke wordt gevangen
genomen ongeboeid, en als degrootegodenschemeriog
aanbreekt, stijgt Baldur met zijne gade opwaarts,
om vreugde te storten in het hart van alle men-
schenkinderen, om zelfs de dieren des velds te
doen deelen in de blijdschap over de zegenrijke
heerschappij van licht en warmte.
Wij kunnen hier ter plaatse slechts een enkelen
trek aanwijzen op het schoone gelaat van hetPaasch-
feest; het individueele, dat aan den vierdag voor
elk ernstig gestemd gemoed eane hoogere wijding
geeft, en dat we bij voorkeur tot zijn volle recht
doen komen in den kring van gelijkgezinden op
godsdienstig gebied, ligt bniten het terrein onzer
besprekingen.
De grondgedachte evenwel, herleving, is gel
dend op elk gebied, en dringt zich met kracht aan
oms op, onafhankelijk van de richting onzer geloofs
overtuiging. Zij spreekt uit alles wat ons omringt.
De plantenwereld ontrukt zich aan hare bedekking,
do knop breekt zijne beschutting, het gebladerte ont
plooit zich, alles gordt zich aan tot nieuwen arbeid,
tot nieuwe ontwikkeling.
Voor ons is dat ontwaken uit de wintersluime-
ring het zinnebeeld van vernieuwde inspanning.
Zeer waar - de meesten onzer verdeelen hunne levens
dagen niet in eene reeks tot rusten bestemd, en eene
andere voor den ardeid aangewezen: het repos
&illeur8 (rust elders) van Marnix van St.-Alde-
goode is, soms tot overspannens toe, ook onze lenze.
Doch in een tijd, waarin de zorg voor het stoffelijk
welzijn zoozeer beslag legt op al onze krachten
en vermogens, is ook het gevaar niet gering, dat
de wezenlijke toewijding aan het algemeen men-
sohelijke, aan de veredeling, de zedelijke verhooging
van on8 geslacht, in het nevelenrijk nederdaalt;
voor menig nazaat der Germanen is Baldnr-dood!
Het is niet verstandig, op den tijdgeest te smalen,
en vooral niet wanneer men het bewijs schuldig
zou moeten blijven, dat er teruggang is. Toch mag
de vraag weieens gedaan wordeD, of wij er lijdelijk
in moeten berusten, dat het Christelijk beginsel,
't welk ieder kent en dadelijk gereed is in woorden
te formuleeren, nog niet meer doorgedrongen is
in al onze maatschappelijke instellingen, - dat het
zich nog niet afspiegelt in al de betrekkingen waarin
menschen tot elkander staan. Wel is het een
bewijs voor de onuitroeibare leveoskraoht van dat
beginsel, dat het zich heeft gehandhaafd eu zijn
invloed steeds heeft versterkt, in weerwil van de
kleingeestige twisten waarmede wellicht een hon
derdtal geslachten elkander het aanzijn hebben ver
bitterd, van de gruwzame vervolgingen die zij elkan
der deden ondergaan als dwangmiddel tot eene on
mogelijke gelijkheid van denken, van de oorlogen,
door het grofBt égoïsme in het leven geroepen. Ja,
als wij aan dat ontzaglijk weerstandsvermogen den
ken, dan moeten we het wel lnide erkennenChris
tus is waarlijk opgestaan!
Die erkeuning alleen is niet genoeg. Er is te
weinig, o, veel te weinig Christendom in de wereld
ieder onzer is verantwoordelijk voor dat tekort,
terwijl tevens eene solidaire aansprakelijkheid rust
op de maatschappij en elk harer leden, onverschillig
onder welke vormen zij van het bestaan dier ver
plichting, voor zooverre zij haar gevoelen, getuigenis
geven. Er is een strijd te voeren tnsschen het égoïsme
en het „allen vóór elkander," tnsschen den Loke
en den Baldur der hedeudaagsche samenleving, tns
schen den eeredienst van het stoffelijk bezit en de
Christelijke toewijding. Het Paaschfeest wekt ons
telkens opnieuw tot dien strijd. „Ontwaakt, gij
die slaapt, en sta op uit de doón!"
Zullen wij oor en hart gesloten houden, ook
wanneer we innig overtuigd zijn dat slechts de
geest des Christendoms de maatschappelijke kwalen
kan wegnemen?
LEIDEN, 4 April.
Men meldt ons dat een aanzienlijk getal be
wijzen van instemming ontvangen zijn door de heeren,
die volgeos een onlaDgs in ons blad opgenomen
schrijven, wenschen op te richten eene „Vereeniging
tot bestrijding der knoeierijen in den Boterhandel".
De constitueerende vergadering zal op 9 April a. 8.
te Amsterdam worden gehouden. Zjj, die zich nog
willen aansluiten, hebben daartoe gelegenheid door
hun naam op te geven aan den heer J. Rinkes
Borger te Leiden.
De overgangsexamens van de leerlingen der
Practisohe Ambachtsschool alhier hebben op 1 en
2 April 11. plaats gehad.
De leertijd dier school dnort 3 jaren; elk leer
jaar is verdeeld in 2 afdeelingen. Elk half jaar
heeft er eene verhooging plaats en wel met 1 April
en I October.
Bevorderd werden van het 3de leerjaar lste ge
deelte naar het 3de leerjaar 2de gedeelte de tim
merlieden F. L. Th. Van Oosten en J. Verpoorte,
(niet overgegaan ééa leerling); - de smeden W. N.
Cunaens en A. Verpoorte.
Van het 2de leeijaar 2de gedeelte naar het 3de
leerjaar lste gedeelte de timmerlieden J. Hoeks,
P. J. La Court, J. H. Bonarins, J. W. Broekhuizen
en J. C. A. Fischer; voorwaardelijk J. P. Ouds
hoorn en P. A. Van Beyeren Bergen en Henegouwen,
(niet overgegaan één leerling).
Van het 2de leerjaar lste gedeelte naar het 2de
leerjaar 2de gedeelte de timmerlieden P. Schroder
en B. D. De Roo; voorwaardelijk W. F. Van Tongeren
en W. F. Van Os; - de smid L. Pierlot (niet over
gegaan één leerling).
Van het lste leerjaar 2de gedeelte naar het 2de
leerjaar lste gedeelte de smeden P. H. J. Bognettean,
R. Van Oosten en J. A. Van de Geer; voorwaardelijk
J. Van der Drift; - de huisschilders C. Van Rijt,
J. De Koning, G. S. Nagtegaal, R. A. Sohooneveld,
A. A. M. De Bruin en N. Vervark.
Van het lste leerjaar lste gedeelte naar het lste
leerjaar 2de gedeelte de timmerlieden J. C. Annokkée,
J. Vink, H. Zjjderveld en M. K. Willebrands; - de
smeden D. Tiemeyer, R. L. L. De Beer, A. F.
KasteeleD, J. B. Maas, H. Noppen en W. N. Wempe; -
de huisschilders H. W. Van Wijk en A. De Jong,
(niet overgegaan twee leerlingen).
De afdeeling lste leerjaar lste gedeelte bestaat
nu nit 10 leerlingen.
Gedurende deze week zijn dagelijks in de
Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
5493 volwasser personen en van 510 kinderen.
De officieele kenisgeving omtrent de andien-
tiën des Konings in Amsterdam is in de Staats
courant van heden opgenomen en luidt aldus:
De chef van het Militaire Hois en de Opper-
Kamerheer des Konings maken bekend, dat Zijne
Majesteit op Woensdag den 8sten April aanstaande,
des morgens te halftien, in het Paleis te Amster
dam, audiëntie zal verleenen aan militairen, civiele
autoriteiten en commissiën, en op Donderdag den