was geweest bij de ontvluchting. Tevens wilde hij den directeur sparen, daar deze hem steeds goed behandeld had. Den eersten stalhouder den beste had hij aange nomen om hem naar Beverwijk te brengen, doch onderweg naar Ve'zen, had hij, zonder dat de koet sier het merkte, het rijtuig verlaten, en was hij voortgewandeld naar IJmuiden, waar de vr'eod hem reeds angstig verbeidde. Dezen vriend roemt de schrijver hoog, want zonder diens hulp had het waagstuk nooit kunnen worden volbracht, maar zou ook zijne vrijheid van korten duur zijn geweest. Deze toch had te IJmuiden bij zich een geheel stel vrouwenkleeren en het onontbeerlijke reisgeld. Nog dienzelfden nacht of in den vroegen ochtend na zijne ontvluchting ging hij, mede door bemid deling van zijn vriend aan boord van een schip, bestemd naar Engeland. De vier zijden lange brief eindigt ongeveer aldus: „Ik schrijf u dezen eerst thans uit Londen, zoo als gij uit het postmerk z?en kunt, omdat ik op het pnnt sta weder te vertrekken, want als deze brief op de Noordzee is, beo ik weder op de wijde wateren. Ik zeg u niet waarheen, doch als ik ge komen ben, waar ik ongemoeid denk te leven, dan 8chrjjf ik weer." Aan den o v e r w e g S t a d s r i e 11 a n d e n te Amsterdam werd gisteravond omstreeks 11 uren een treinsmid, die met den goederentrein via Winterswijk aankwam, door den Rijnspoortrein overreden. De zes slachtoffers, omgekomen bij den brand op Wittenburg te Amsterdam, zijnGeer- truida Baas, huisvrouw van Nicolaas Yan der Wal, oud 64 jaren; Gerrit Schippers, oud 7 jaren; Ber nard Schippers, oud 5 jaren; Jan Schippers, oud 3 jaren; Wilhelmina Schippers, oud 1 jaar, en Louis Charles George Groesbeek, oud 3 jaren. In het gasthuis worden verpleegd: Nicolaas Yan der Wal, oud 68 jaren; Maria Rob, huisvrouw van Groesbeek, oud 43 jaren, en Fanny Groesbeek, oud 10 jaren. Zij verkeeren geheel buiten eenig gevaar. Hun toestand is zelfs zeer bevredigend. Te Delft geraakte een vierjarig kind, dat onbewaakt was, achter de ouderlijke woning in den regenput, waaruit het eenige oogen- blikken later levenloos werd opgehaald. Een persoon te Huizum is veroor deeld tot f 1 boete of één dag gevangenisstraf..... omdat hij een varken herhaaldelijk bad geschopt. Gisteren heeft net gerechtshof te 's-Bosch Petrus Hubert O., oud 22 jaren, daglooner, geboren en laatstelijk wonende te Sittard, schuldig verklaard aan moedwilligen manslag, voorafgegaan of gevolgd door diefstal en hebbende gestrekt om den diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken of de ontdekking te voorkomen, en hem veroordeeld tot 18 jaren tuchthuisstraf, met bevel dat een extract van dat arrest zal worden aangeplakt te Sittard, 's-Bosch en Maastricht. Over de geheele lengte van het Suezkanaal woei gisteren een hevige storm. Alle schepen hadden eene veilige ligplaats gezocht. Uit voorzorg was de vaart te Port-Saïd gestaakt. Een stoomketel, ingericht naar het stelsel-De Naeyer, is in de fabriek van genoemden fabrikant te Willebroeck gesprongen, met het treurig gevolg dat zes arbeiders zware wonden bekwamen. Twee hunner zijn reeds overledende anderen verkeeren, volgens de „Meuse," in bedenkeljjken toestand. BUITENLAND. Frankrijk. In Cochinchina heerscht steads gisting en het afzenden van versterkingen naar Saigon is nood zakelijk. Men beweert dat generaal Giovanaivelli in Thuyon- Quen of daarbuiten met 1200 man door ontelbare scharen Chineezen omsingeld is. De „Temps" ontvangt eene depeche uit Hanoi' van 30 Maart„De positiën van Dongson en Tban- Moi zijn goed. De toevoer van levensmiddelen is verzekerd, maar het is noodig dat Frankrijk krachtig handele, om het verder oprukken van den vijand en de intriges van het hof te Hué tegen te gaan. Wij rekenen hier op een onverwijld krachtig optreden te Ke-lung. Het weder is vreeseljjk; de cholera is opnieuw uitgebroken en sleept vijf of zes man daags weg." Generaal Brière de l'Iale zelf seint uit Hanoi', den Sisten Maart, het volgende: „Na eene nieuwe ontmoeting bij Dongson in den avond van den SOsten heeft kolonel Ilerbinger den terugtocht in goede orde voortgezet langs de route Kep-Decquan. Ik zal persoonlijk eene tweede brigade samentrekken. De verdediging aan de Heldere Rivier en te Honghoa is verzekerd." De colonne Herbinger is op baren terugtocht niet verontrust geworden. Zij heeft eene sterke defensieve stelling ingenomen. De Franache regeering heeft bevel gegeven onverwijld 8000 man infanterie, zes batterijen en een escadron spahis naar Tonkin te zenden, en nu de Kamer en de Senaat het nieuw krediet ver leend hebben, zal nog een corps van 50,000 man daarheen vertrekken. De „Compagnie Transatlan- tique" heeft het aanbod gedaan 10,000 man in 35 dagen over të brengen en met het inschepen zal tusschen 4 en 9 April een aanvang gemaakt worden. De heer De Freycinet had gisteravond een langdurig onderhoud met den president der repu bliek, den heer Grévy. Zijne onderhandelingen over de samenstelling van het nieuwe kabinet werden voortgezet. Te Parijs is gisteravond eene poging gedaan, om op de Place de l'Opéra eene anarchistische meeting te houden. De menigte bestond voornamelijk uit nieuwsgierigen. Eenige kreten werden aange heven en een tiental personen gevangengenomen maar de zaak had niet veel te beteekenen. De heer Jules Ferry ontving gisteren in den loop van den ochtend eene depeche, waarin hem gemeld wordt dat China de voorstellen heeft aan genomen, door hem met betrekking tot het sluiten van den vrede gedaan. De eenige moeieljjkheid bestond nog in het vaststellen van het tijdstip, waarop de Chineesche troepen de stellingen zullen ontruimen, welke zij thans bezetten. Deze depeche is van latere dagteekening dan het gebeurde te Langson. De heer Ferry deelde haar onmiddellijk aan den heer Grévy mede. G4z"Oot-ï5i*ita imiii. Yoordat het Lagerhuis met vacantie ging, heeft de staatssecretaris van oorlog, lord Hartington, nog de verklaring van lord Fitzmaurice bevestigd dat de militaire voorbereidingen in Afghanistan geen be dreiging tegen Rusland beduiden. De samenkomst van den emir met lord Dufferin geldt ook, zeide hij, de juiste bepaling der bestaande verdragen mot den emir. De „Pali Mall Gazette" meent reden te hebben om te gelooven dat het antwoord van Rusland op de Engelsche voorstellen van 14 Maart zeer be vredigend is. De Russische regeering vereenigt zich met de door Engeland voorgestelde lijn als afba kening van het betwiste gebied, en hecht in be ginsel hare goedkeuring aan de bepaling dat de grenslijn niet zuidelijker zou zjju dan Karez-Ellas en ChamenbeïJ, en niet noordelijker dan Sbirtepe en Sariyazi. Duitschlaud. De gisteravond ontvangen Dnitsche bladen wijden uitvoerige beschouwingen aan het merkwaardig teest, dat de Duitsche Rijkskanselier viert en waar over wij reeds een en ander meedeelden. Om zich een denkbeeld te maken van de algemeene deel neming zij slechts gemeld dat tot gistervoormiddag niet minder dan 1700 telegrammen zijn ontvangen. Bij de receptie aan de woning van den Rijks kanselier verschenen de keizer en al de keizerlijke prinsen. De keizerlijke familie bood den Rijks kanselier als geschenk eene groote kopie aan van de schilderij, welke de verheffing te Versailles van Wilhelm tot keizer voorstelt. Tot de deputatie der „Kriegervereine" zeide prins Von Bismarck o. a.: „Mijne heeren en waarde makkers, het doet mij genoegen dat gij hier ge komen zijt, om mij dank te betuigen voor datgene wat wij allen gezamenlijk en in trouwe overeen stemming gedaan hebben in den dienst van Koning en Vaderland. Door u is het mogelijk geworden om de raadgeving te verwezenlijken, welke ik aan Z. M. onzen Koning gaf; zonder uwe medewerking zou mijne raadgeving weinig gebaat hebben. Raad en daad moesten samengaan, om datgene te ver wezenlijken wat wij ons ten doel stelden. Gij hebt daarin echter het grootste aandeel; de offers aan goed en bloed, door u gebracht, waren niet tever geefs gij waart het vaderland ten zegen. Ons leger, ons Duitsch leger is het palladium des vredes. Waarde makkers, laat ons drinken op de uitvoer ders der daad, op Z. M. den Keizer en Koning en op ons roemrijk leger." Voor het nationaal huldeblijk had zich eene tal rijke deputatie aangemeld; de aanvoerder sprak prins Von Bismarck hartelijk toe en zeide o. a.: „Elzas-Lotharirgen is door den Rijkskanselier voor Duitschland herwonnenen het is dus niet meer dan billijk dat hem nu in zijn ouderdom het oude stamslot Schönhausen teruggeschonken worde." De Rijkskanselier antwoordde glimlachend: „Ofschoon Schöahausen niet zoo groot als de Elzas is, ver heug ik er mij in, nu cok werkelijk Bismarck-Schön- hauson te zijn, en het Diet alleen meer te heeten." Tot de Duitsche studenten zeide prins Von Bis marck dat hij voor de toekomst des Rjjks steeds de grootste hoop op de jeugd bouwde. Het indrukwekkendste bij de gisteren plaats ge had hebbende gelukwenschen in het paleis van den Rijkskanselier was de ontmoeting tusschen den Keizer en Von Bismarck. De Keizer, in de zaal gekomen waar de geheele familie van den Rijks kanselier bijeen was, betuigde, te midden van alle prinseD, met zichtbare aandoening den Rijkskan selier zijn harteljjken dank. Toen Bismarck h;erop boog om 's Keizers hand te kusseo, viel deze hem weenende om den hals en kustte hem herhaaldelijk. Ook den Rijkskanselier schoten de tranen in de oogeo, zoodat alle aanwezigen geroerd werden. De keizer onthulde daarna de schilderij, welke de keizer lijke familie den jubilaris ton geschenke had gegeven. Onder de zoo talrjjke geschenken muntte bijzon der uit een reusachtig, de geheele zaal vullend bloementooisel, dat betrekking heeft op Bismarck's koloniale staatkunde en do kaarten van Afrika, van Nieuw-Guinea, enz. voorstelt en op welke de Du tsche bezittingen aangewezen worden door roode anjelieren. Eene openbare illuminatie, welke eerst zou plaats gehad hebben, is achterwege gebleven, hoofdzakelijk wegens de Stille Week. Telegrammen. PARIJS, 1 April. De nieuwste tjjdiogen over den oorlog in China welke eene nieuwe nederlaag van Herbinger meldden, maken een vernietigenden indruk. Wanneer dit zoo doorgaat, wordt de toe stand zeer ernstig en het is hoog noodzakelijk dat het ministerie spoedig gevormd worde, voordat er ernstige moeieljjkheden ontstaan. De heer Ranc, die den heer Ferry wol wilde opofferen, verlangt dat de opportunistische invloed door de benoeming van eenige der vroegere ministers verzekerd blijve daarentegen verklaren de heeren Clémenceau en De Cassagnac dat zij ieder ministerie zullen doen vallen, waarin een der vroegere ministers of een afge vaardigde, die b|j de laatste afstemming voor het ministerie was, zitting heeft. In de rechterzijde der Kamer neemt de agitatie, om het ministerie in staat van beschuldiging te stellen, toe. Het nieuwe ministerie zal, naar men ver neemt, grootendeels uit leden van de democratische vereeniging, dus uit gematigde republikeinen be staan. Daar de heer De Freycinet de portefeuille vau binnenlaodsche zaken overneemt, zal er een gezant voor de portefeuille van buitenlandsche zaken be noemd worden en wel waarschijnlijk baron Courcel te Berl|jn, die benoemd is geworden tot groot-offi cier van het Legioen van Eer. Den heer Billot noemt men als toekomstig minister van oorlog. De heer en mevrouw Ferry z|jn heden naar Italië vertrokken. Generaal De Négrier heeft aan zijn vader getelegrapheerd„Wees onbezorgd; met de wond gaat het goed." Admiraal Courbet was den 26sten Maart te Ke-lung; vermoedelijk heeft hij nu de hem op Zon dag uit Parjjs toegezonden gewijzigde bevelen ont vangen. Men zegt dat het transportschip van den staat, de „Annamite", dat op 29 Jan. met officieren en soldaten aan boord van Toulon vertrok, ge zonken is. ROME, 1 April. Naar de couranten melden, werd beden een der aanvoerders van de Mazzinis- tisch republikeinsche partjj, met name Felix Albani gearresteerd. Tegelijkertijd werden de gereedschap pen van eeoe geheime drukkerij en 2500 oproe pingen met het opschrift „algemeen republikeinsch bond," hetwelk in geheel Italië, vooral in het leger, vertegenwoordigers schjjnt te hebben, in beslag ge nomen. Ook werden bij eene huiszoeking b|j Albani bezwarende brieven en andere documenten gevon den. De nasporingen worden voortgezet. Zeer waar schijnlijk heeft men hier te doen met republikein sche kuiperijen in het leger. NIEUW-YORK, 1 April. Tnsschen de „Central Pacific-Spoorwegmaatschappij" en de „Southern Pacific-Spoorwegmaatschappij" is eene overeenkomst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2