N°. 7635.
Maandag 52 Februari.
A0. 1885.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
JDit nummer bestaat uit DRIE BLADEN.
Eerste Blad
Landpacht.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT»
Tmr Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.-10.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIE!*»
Van 16 regela 1.06. Iedere regel uwer 0.17).
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor kat iitutl»
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Offieiëele Kennisgcyingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van J. KOOREMAN, houdende verzoek
om vergunning tot het houden en mesten van varkens op de
plaats van het perceel Gedempte Voldersgracht N°. 20;
Gelet op art. 152 der Algemeene Politieverordening van
6 November 1879;
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naastbijgelegene en belendende panden, ten
opzichte der informatiën de commodo et incommode, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het
Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den 5den Febr.
aanst., 's voormiddags te elf urenzullende de belangheb
benden verplicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek
op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daar
van, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging
niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
31 Jan. 1885. E. KIST, Secretaris.
Van de eigenaars, die tegen gereede penningen
hun land kochten, spreken wij natuurlijk niet als
wij eenige oogenblikken uwe aandacht vragen voor
't onderwerp aan 't hoofd van dit artikel vermeld.
Dezulken kunnen wij buiten beschouwing lateD,
omdat zij - ofschoon de zuivelproducten in prijs
gedaald zijn - toch in welvaart verkeeren. Behooren
zij tot hen die het land kochten toen het nog laag
in waarde was, zoo zijn zjj, gelijk men 't wel eens
uitdrukt, slapende rijk geworden.
Niet allen die als eigenaars bekend staan, zijn
het evenwel inderdaad. Er zijn er ook, die toen zij
het land kochten, terwijl het reeds hoog in prijs
was, slechts een klein deel van de benoodige koop
penningen er voor hadden en daarom veel geld
moesten opnemen. Zoolang nn de zuivelproducten
een gereeden aftrek vonden en dus veel opbrachten,
konden zij hun verplichtingen tegerover hun geld
schieter nog voldoen. Komt er echter eene belang
rijke daling in die prodneten, dan gaan ze onder
groote zorgen gebukt en vreezen ze dat de hypo
theekhouder beslag zal leggen op de woning en
deze zal verkocht worden. Eene zekere verhouding
bestaat er trouwens tusschen de prijzen der zuivel
producten en landerijen. Stijgen de eerste, zoo
doelen daarin ook de laatstemaar dalen ze daaren
tegen, zoo oefent dit ook invloed nit op de panden.
Dan grijpt de hypotheekhouder de eerste gelegen
heid aan, als hij geen rente ontvangt, het land te
doen verkoopen, nu hij nog berekenen kan zijn
voorgeschoten kapitaal te zullen terugkrijgen.
Zoodanige zwaar verhypotheekte eigenaars gaan
onder meer zorgen gebakt dan de pachtboeren,
want kunnen dezen de pacht niet betalen, zoo
blij ven zij ze schnldig, maar komt zolks meer voor,
dan kunnen zij niet meer inhuren en moeten zij
hun veestapel verkoopen om de achterstallige schuld
geheel aan te zuiveren. Zjj moeten ophouden hoer
te zijn en op andere wijze in hnn behoeften en die
van hun gezin voorzien. Is hnn kapitaal geheel
verslonden, dan kunnen zij er niet meer aan denken
«enigen handel te drijven, maar moeten zien dag-
looners te worden.
Zoolang de zuivelproducten hoog in prijs zijn
hebbon ze eene dergelijke toekomst niet te vreezen,
want de hoogere opbrengst van boter, kaas en
jong vee stelt hen in staat de hooge pachtsom te
voldoen. Deze is in de laatste jaren aanmerkelijk
gestegen. Er zijn pachters, die eens zooveel land
huur moeten opbrengen als toen zij of hunne vaders
voor 25 a 30 jaren de woning huurden. Die hoogere
pachtsom was billijk, omdat de zuivelproducten in
prijs stegen en de waarde der landerijen ook in
rechte verhouding toenam. Ze heeft bij velen eene
hoogte bereikt, dat als de boter en kaas even hoog
van prijs bleven, zjj wel aan bun verplichtingen j
konden voldoen. Het vorige jaar was echter aller
wegen eene aanmerkelijke daling van den prijs der
kaas en boter waar te nemen. Gelukkig nochtans
dat de koeien vroeg in 't voorjaar de stallen kon
den verlaten en de pachters eene kostelijke Mei
maand hadden en zij over 't geheel het gansche
jaar meer zuivel verkregen. Wat aan den prijs
werd verloren, werd daarentegen door de ruimere
hoeveelheid van boter en kaas vergoed, terwijl zij
bovendien pnik hooi wonnen en de veestapel over
't algemeen in een goeden welstand verkeerde.
Niet rooskleurig is echter thans het vooruitzicht
voor de pachters. De aftrek is gering te noemen;
vele pakhuizen der kaashandelaren zijn vol. Er
heeft weinig of geen verzending plaats. De werke
loosheid in de fabriekdistrikten in het buitenland
veroorzaakt, dat er weinig afneming van 't artikel
is. Blijft dit voortduren, dan is de voorspelling
zeker niet ongegrond, dat de prijzen van boter en
kaas nog aanmerkelijk zullen dalen en is de ver
wachting zeker niet voorbarig geuit, dat vele pachters
aan hun verplichtingen tegenover hun landheeren
niet znllen kannen voldoen en zjj een kommervollen
tijd te gemoet gaan. Op de waarde der landerijen
zullen do verminderde prijzen der zuivelproducten
van invloed zijn, ze zullen evenzeer in waarde
dalen. Ofschoon nog niet zoo zeer als bij de bouw
landen, waar door de goedkoopere graanprijzen
eene reductie der landerijen en dientengevolge der
pachten is veroorzaakt, zal het evenwel niet
uitblijven, of de weilanden znllen - als de zuivel
producten nog meer blijven dalen - minder waarde
krijgen. Reeds is die, bij eenige jat en te voren,
voor een niet onaanzienlijk bedrag verminderd,
gelijk bij publieke verkoopingen al te vaak blijkt.
Bij de bonwlanden is die waardevermindering hot
meest in 't oog loopend. De pachters hebben dan
ook een aanzienleken afslag der pachtsom verkregen.
Doch niet op eena gingen de eigenaars er toe over
de landhuur af te slaan. Zij kwamen er toe, omdat
door den enormen aanvoer van bnitenlandeche
granen, goed van kwaliteit, het niet mogelijk was
de eigen gewonnen rogge en tarwe, zelfs de beste
soorten, dunrder te verkoopen. Concurrentie met
het buitenland ondervindt de handel in zuivel-
prodneten ook. De boter heeft een geduchten
concurrent verkregen in het Deensche fabrikaat,
waarvan de bereidingswijze door deskundigen ten
zeerste wordt geroemd, waarom zij onzen land
lieden aanbevolen hebben in hnn eigen welbe
grepen belang de Deensche bereidingswijze in
praktijk te brengen, maar hetzij onbekendheid er
mee of wel vasthoadendheid aan eigen gewoonte
heeft alsnog aan dien gewichtigen wensch weinig
gevolg doen geven. Als geen minder gedachte
concurrent is de margarine-boter opgetreden. Hoe
wel aan natuurboter door velen, zoo niet de meesteu,
de voorkeur wordt gegeven, zijn jnist de lagere
noteeringen der knnstboter oorzaak, dat deze de
eerste velerwege verdringt, terwijl de prima-kwaliteit
van de margarine-boter door handelaars in boter
zelfs boven de tweede kwaliteit natuurboter wordt
gesteld, wat te meer onze landlieden moest aan
sporen al hnn aandacht aan de bereiding van de
best mogelijke soort boter te wijden, want alleen
langs dien weg is 't ontwijfelbaar zeker dat het
Hollandsch zuivelproduct zijn roem op de wereld
markt weer erlangt.
Gelijke zorg dient ook aan de kaas bij voort
during besteed te worden. Wel wordt de Hollandsche
kaas bij uitnemendheid geprezen, maar dit gunstig
oordeel geldt vooral de beste kwaliteit. Er wordt
nog ie veel mindere kwaliteit gemaakt, van daar
dat de kaasprijzen zoo variëeren. Kan de beste
kaas geen hoogen prijs meer maken, wie zal dan
voor de tweede en derde soort een redelijken pry's i
willen besteden? Deze zullen nog meer in prijs dalen. j
De verzendingen regelen den marktprjjs. Als
deze niet evenredig blijven met den aanvoer op de
markten, kan de kaas ook geen prijs behalen in
verhouding met de pachtsom en moet deze, evenals
bij 't bouwland, wel verminderen. Deze vermindering
zal niet dadelijk volgen als werkelijk de verwach
ting van nog lagere prijzen blijkt gegrond geweest
te zijn, maar geen pachtboer kan blijven die hij
is, als daaraan geen gevolg wordt gegeven of de
landheer hem voor de minder gunstige jaren geen
reductie verleent.
Het is voor de nijvere klasse onzer pachters te
wenschen dat daartoe overgegaan worde, alvorens
zij bniten alle mogelijkheid zijn de steeds rijzende
landpacht der laatste jaren te voldoen. Trouwens
door de landhuur weer te verminderen als de
zuivelproducten dalende zijn, kannen de pachtboeren
blijven die ze zijn, anders worden ze noodzakelijk
verarmd en dit heeft voor de maatschappij zelve
evenzeer treurige gevolgen, wat winkeliers en an
dere neringdoenden wel zullen toestemmen, daar
zij het bij eigene ondervinding wel znllen weten
dat de spreekwijze: „als het den boer goed gaat,
gaat het ook anderen goed," waarheid behelst.
Niet alleen van de eigenaars, maar ook van de
pachtboeren geldt zulks. Het is daarom, dat de
bespreking van hunne belangen eene zaak van
actueel gewicht voor de samenleving is en blijft.
LEIDEN, 31 Januari.
Hedenmorgen werd op de begraafplaats aan de
Groenesteeg ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van wijlen den heer J. N. D. Hulst, student
aan de universiteit alhier, wiens leven aan de ge
opende groeve door zijn vriend den heer Joh. "W.
Mnlder werd geschetst als eenvoudig en waarachtig.
Had hij reeds vroeg zijne ouders verloren, in zijne
bloedverwanten vond hij nieuwen stenn, en toen
hjj zijne voorbereidende studiën hier kwam vol
tooien, bewoog hij zich spoedig in een kring van
vrienden, wier warme genegenheid hij ruimschoots
verdiende. De tegenwoordigheid van zoovelen te
dezer gewijde plaatse getuigde het.
Toegerust met eene uitstekende kennis, zon
weldra zijn pad met rozen gaan betreden, aan de
zijde eener liefhebbende gade. Het mocht echter
niet zoo zijnonverwacht, na eene plotselinge ziekte
van een paar dagen, werd hij van die hem dier
baar wareo, weggerukt. Haar, die hem heur liefde
geschonken had en die met hem binnenkort door
den echt vereenigd hoopte te zijn, maar hem thans
vol weemoed en met gebroken harte in de aarde zon
zien neerdalen, kon spr. de troostrijke verzekering
geven, dat hij die liefde volkomen waardig was.
Thans is hij niet meer; doch zijne vrienden
zullen hem evenmin vergeten, ook niet zijn leer
meester en goede vriend, de heer "Wisselink, namens
wien spr. ten slotte de vijf kransen, welke de kist
reeds bedekten, met een zesden vermeerderde.
Een der familieleden bedankte namens de zijnen
voor de laatste eer, den overledene bewezen.
Gelijk men weet, beBtaat het voornemen het
honderdjarig bestaan van het genootschap „Mathesis
Scientiarnm Genitrix" alhier met eenige feestelijk
heid te herdenken, en zijn daartoe reeds enkele
vergaderingen gehouden. Als gevolg daarvan zijn
eenige echter nog voorloopige plannen vastgesteld,
welke, naar wij vernemen, op het volgende neer
komen
PJan van het bestuur des Genootschaps: lo. het
uitspreken eener feestrede; 2o. het uitschrijven van
eene prijsvraag voor de bouwkunde en een dito
voor het handteekenen, te beantwoorden door ondr
leerlingen uit een zeker tijdvak3o. ket honden
van eene tentoonstelling van voortbrengselen nit
den maatschappelijken werkkring van oud-leerlingen.
Plan van de oud-leerlingen: eerste dag: lo.