Pi*. 7G49. Maandag' 26 Januari. A°. 1885. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Pit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad Een adres. LBIDSOÏÏ DA GBLAD. PRIJS DEZER COURANT! Veor Leiden per 3 maanden.f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor b ren buiten de stad wordt ƒ9.10 berekend. Officiëele Kennisgevingen. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 18 der Wet va» den 19den Augustus 1861 (Staatsblad N°. 72) allen, die volgens art. 13 dier Wet voor de nationale militie behooren te worden ingeschreven (zij die op den lsten Januari hnn 13de jaar waren ingetreden en alzoo de geborenen in 1866), verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tnsschen den lsten en den 31sten Januari; dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den militieplichtige, zijn vader, of, is deze overleden, zyne moeder, of, zijn heiden overleden, zjjn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is; en dat overtreding van het aangehaalde art. 18, krachtens art. 183 der meergemelde wet, wordt gestraft met beete Tan f 25 tot 1»0. Voor hen, die verzuimden zich op de door het Gemeen tebestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter gemeente-secretarie, van 's voormiddags 10 tot 's namid dags 3 uren, op iederen werkdag, tot en met den 31sten Januari aanstaande, op welken dag het register van in schrijving, des namiddags te 4 nren, voorloopig wordt ge sloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. B. KIST, Secretaris. Leiden, 17 Januari 1885. Er is verschil van gevoelen over de meest ge schikte keas van middelen die aangewend kannen worden om de belangrijkste onzer West-Indische koloniën, Suriname, tot een hoogeren trap van bloei te brengen. De arme, - ze schijnt het wel neodig te hebben dat men eens aan haar denkt en van baar spreekt. Wij knnnen haar moeilijk anders verbeelden dan met een droefgeestigen trek op het gelaat. Zij klaagt, - en bljjft klagenofsohoon de hoop, de laatste troos teres der ongelakkigen, haar steeds bijblijft, vernemen we toch dikwjjls de weemoedige betuiging dat de verwachtingen van vermeerderde welvaart zich nog niet hebben verwezenlijkt. En toch - een land, als een juweel! Aan den mond van rivieren, die haar vruchtbaarmakend slib even geregeld aanvoeren als de Nijl en de Eufraat, de Donau en de Rijn, verheft zich, zachtglooiead, de bodem van letterlijk onuitputteljjken rijkdom. Het is waar, dat slib wordt niet preoies neergelegd op het plaatsje, waar de gemakzuoht het graag hebben wou: de natuur schenkt haar gaven met kwistige hand, maar de mensch moet de armen gebruiken om ze te benuttigen. Dat de rivieroevers stinkende moerassen en de stroomen zelf ODdiepe geulen worden, men wijte het niet de milde geefster! Gedurende eene kleine tweehonderd jaar hebben de Nederlanders daar schatten gewonnen. Zij kooh- ten eenvoudig zwarten, en deden hen voor zich werken. De wijze, waarop zij met die ongelakkigen omgingen, of liever, ooglnikend toelieten dat met hen omgegaan werd, vult een der somberste blad zijden in de mensch-onteerende geschiedenis der slavernij. Zoo lang mogeljjk heeft men dien toestand trachten te handhaven, zelfs nog toen overal de beschaving reeds het doemvonnis over deze maat schappelijke instelling" had uitgesproken. Eindelijk kon het niet langer, en met opoffering van vele millioenen kocht Nederland den vloek der slavernij af. En de zwarten? Zoodra het uur was geslagen, waarop zij, geheel hun eigen „meesters" geworden, zich aan niemand meer behoefden te storen, gingen zjj naar hunne stamgenooten toe, wier vaderen zich in vroeger tijden door de vlucht aan de geweldenarij hunner onderdrukkers hadden onttrokken, om met hen voortaan een leventje van Luilekkerland te leiden. Werken, daar heeft een rechtgeaarde Neger niet veel mee op. Hij beweert bijvoorbeeld dat de apen heel goed praten kunnen, maar slim genoeg zijn om hnn mond te honden, daar zij anders tot den arbeid gedwongen zouden wordea. Zijn behoeften zijn gering: waarvoor zou hij zich moeite geven, vooral wanneer men in aanmerking Deemt dat hij van het denkbeeld „arbeid" au juist niet zulke heel prettige voorstellingen heeft. Een bakje rijst, die ais vanzelf groeit, een handvol baDaneD, die het Surinaamsche zonnetje gauw genoeg rijp voor hem stooft, en een warm plekje grond, waarop hij zich welbehaaglijk kan nedervleien, mitsgaders eenige stuivers om arak te koopen ten einde zich nu en dan wat op te vroolijken, veel meer heeft hij ■iet noodig. Maak eens geregelde loon-arbeiders van zulke lui! Meu heeft dus naar andere werkkrachten moeten omzien. Gemakkelijk gaat dat niet en goedkoop is 't oek niet. Werkcontracten met koelies nit Britsch- Indië eischen groote uitgaven, die door de belang hebbenden met behulp van de koloniale fondsen niet geheel kannen bekestigd worden, zoodat de Nederlandsche Staat alle jaren moet bijspringen. Ten slotte begint dat wel een beetje te vervelen. Er is gesproken van het aanwerven van Chineezen maar van de Chineesche voortreffelijkheden hebben wij niet een zóó hoogen dunk dat we van die zijde afdoende redding verwachten. Onze eigen arbeiders P ja, er zijn streken in Suriname, waar dezen niet tegen het klimaat bestand zonden zijn, - doch ook andere, waar het te beproeven ware. Evenwel, onze luitjes zijn veel te bang dat zjj i> warm water zonden bevriezen, en velen loopen liever op een sjoawtje dan dat zij eens zonden willen beproeven daarginds met matigen arbeid een hink stuk brood veor zich en hnn gezin te verdienen. Yan dia koelies gesproken, - daar schijnen vreemde snuiters onder te loopen. Ze moeten be handeld worden als porselein, anders komen er dadeljjk klachten en krijgt men allerlei bisbilles met het Britsch-Indisch gouvernement, welks onder danen zij zijn. Onlangs zijn ze op een paar plantages letterlijk aan 't muiten geslagen, kwamen in ge wapend verzet, en de tnssohenkomst der militaire macht waB noodig om hen tot de orde terug te brengen. Gelukkig dat er soldaten bij do hand waren Ja, wel gelukkig, want daardoor werd uitbreiding der oproerige beweging voorkomen. Maar - als in 't vervolg de koelies weer aan 't opspelen gaan, - zal men dat hun niet beletten. Er is besloten, de verwijderde posten, welker be zetting zoo te juister tijd te hulp kwam, in te trekken. Wij hebben het tweemaal moeten lezen, eer we het konden gelooven. Hoe, de Staat geeft toelagen om vreemde arbeiders te hnren, - en hij laat, waarschijnlijk om te bezuinigen, de eigenaars der plantages onbeschermd tegen de stoutigheden dier menschen Dat is eene berekening waarbij een ge woon men8chenverstand stil staat. En toch, 't schijnt een feit te zijn. Zoowel de plantage-eigenaars in Nederland als de Koloniale Staten van Snriname hebben reeds adressen gericht tot de Regeering, om haar van dat „heillooze voor nemen" af te brengen, om de militaire posten Co- ronie, Sommelsdijk, Nassau en Republiek niet in te trekken; veeleer hadden de belanghebbenden versterking der bezettingen verwacht, na de ge beurtenissen van verleden jaar. Het is te hopen dat aau het hier bedoelde adres de noodige opmerkzaamheid zal geschonken worden, want do zaak is waarlijk hoogst ernstig. Als de Regeering haar begrippen van bezuiniging op die wijze wil toepassen, dan wordt het tijd dat zij die begrippen gaat herzien. Men zal wellicht zeggen: Suriname is zoo groot niet, of in tijd van gevaar zjjn er gauw genoeg troepen van Paramaribo bij de hand. Voor een ge woon land zou dat gelden, voor Suriname niet. Er zijn geen bruikbare wegendie er zijn, werden in den laatsten tijd schromelijk verwaarloosd en zijn onbegaanbaar geworden. Er zjjn rivieren en kreken genoeg, maar men kan er alleen met kleine schuiten op varenze zijn heelemaal verslibt en vermodderd. Prachtige gelegenheid voor troepenvervoer! De adressanten zijn van meening, dat zij, als Nederlandsche onderdanen, recht hebben op be scherming, zoo van hanDe onderhourigen, ats van hnnne kostbare bezittingen in eene Nederlandsche kolonie. We zouden weieens iemand willen zien die dat dnrft tegenspreken. En toch, is het geen treurig verschijnsel, dat zulk een onomstooteljjko waar heid nog in herinnering gebraoht moet worden? Arm Suriname met nw goudvelden, met nw heer lijke natuur! Ge zjjt wel doodelijk krank, als uwe talrijke geneesheeren in ons Parlement en daarbuiten lijdelijk toezien, dat er zóó wonderlijk met u wordt omgesprongen LEIDEN, 24 Januari. Tot leerares veor de piano aan de Muziek school dor Maatschappij voor Toonkunst alhier - in de plaats van wjjlen mejuffrouw Anna Schulz- Leszig - is benoemd mejuffrouw G. M. C. Van Baatea te 's-Hage, gediplomeerd bij de Haagsche MHzieksohool voor piano-forte en theorie der muziek. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 5577 volwassee personen en van 1419 kinderen. Bij den gemeenteraad van Schiedam is inge komen een rapport der commissie van de stedelijke gasfabriek aldaar op het in hare handen gestelde adres van de firma D. A. Schretlen Co. te Leiden, om ontheffing van boete wegens te late levering van zuiveringskisten voor die fabriek. Er werd besloten dat rapport, waarin geadviseerd wordt de boete ad f 600, welke de adressant© heeft beloopen, ep haar niet toe te passen, ter inzage neder te leggen, ter behandeling in de rolgeude vergadering. Tot wethouder der gemeente Sassenheim is benoemd de heer J. A. Charbou. De heer A. H. Gezelle Meerburg, pred. bij de Christ.-Ger. gemeente te Baarn (cl. Amersfoort), heeft voor het beroep naar Bodegrave bedankt. Dr. P. Scheltema, stads-archivaris te Amster dam, is bedenkelijk ziek. De beroemde reciteerder Alexander Strakosch treedt den 81sten dezer te Amsterdam op. De directeur Lautenburg heeft hem voor een kunstreis door ons land geëngageerd. In Duitschland is de heer Strakosch zeer hoog aangeschreven. De hoofdinspecteur van politie Hazenberg te Amsterdam heeft volgens 't „D. v. N." tegen 1 Mei a. s. eervol ontslag uit die betrekking gevraagd. Door mevr. de wed. Berkhoff, geb. Harderwijk, is aan het Vondelpark te Amsterdam een legaat besproken van f 5000. In de kolonie Snriname loopt, volgens het „Vad.", het gerucht dat de gouverneur, baron Van Heerdt, met het voorjaar om gezondheidsredenen wil repatriëeren. Volgens de nieuwe kiestabel, welke thans bij de betrokken provinciale besturen aanhangig is gemaakt, zouden er vier nieuwe kiesdistricten komen Loenen, Geertruiden berg, Helder en Heeren veen, terwijl Amsterdam, Ratterdam en 's-Gravenbage elk een afgevaardigde meer te verkiezen zonden krijgen. Overplaatsing van officieren hier te lande bij het leger in Ned.-Indië wordt, tot nader order, niet meer verleend. Z. M. heeft L. D. G. Teychiné, secretaris der gemeente Breda, benoemd tot ridder in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 1