K°. 7037.
Maandag 12 Januari.
A°. 1883.
Pit nummer bestaat uit TWEE BLADE
Eerste Blad,
Voor de Inteekenaien daarop behooren
bij dit nummer van het Leidsch Dagblad
de Nos. 1 en 2 der Ingekomen Stukken
van den Gemeenteraad.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
„Koningen der Verschrikking."
DA GBLAD.
PRIJS DEZER COURAST:
V«crr Leiden per S maanden...1.10.
Franco per posta 1A0.
Afzonderlijke Sommers.0.05.
Officiëele Kennisgevingen.
PRIJS DER ADVERTESTIES:
Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17J.
Grootere letten naar plaatsruimte. Voor hal meeste*»,
ren buiten da stad wordt 0.10 berekend.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden,
Herzien de openbare kennisgeving omtrent de verplich
ting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie,
in de maand Januari 1886, voor hen die op den lsten
Jaauari van dit jaar hun 19ds jaar zijn ingetreden, en
alzoo de personen, geboren in het jaar 1866, alsmede voor
hen die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch
•vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zyn ge
worden;
Doen te weten:
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden ep het
Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3
uren:
op Maandag den 12den Januari, voor de bewoners van
de wijken I, II en III
op Dinsdag den 13den Januari, voor de bewoners van
de wijken IV en V,
op Woensdag den 14den Januari, voor de bewoners van
wijk VI,
op Donderdag den loden Januari, voor de bewoners van
wijk VII,
op Vrijdag den 16den Januari, voor de bewoners van
de wijken VIII en IX of de buitenwijk,
en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de
inschrijving, onder opgave der woonplaats van den inge
schrevene, behooren over te leggen, dagelijks, den Zondag
uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer ge
meente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voorinld-
dags 9 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor
hen, die hier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging
dier akten kan worden gedaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 6 Januari 1885.
Toen onze vaderlandsche dichter Bellamy op29-
jarigen leeftijd was overleden, (in 1786) v*nden zijn
vrienden onder zijn papieren een verzegeld pakje,
met bovenstaand opschrift. Er waren rekeningen
in, waaraan slechts eene kleinigheid ontbrak, name
lijk de handteekening voor voldaan.
Voor geen geld van de wereld zouden we een van
onze lezers of lezeressen te laag willen schatten, -
maar bestaat er niet eenige grond voor de onderstel
ling, dat menigeen dezer dagen en in de eerstvolgende
weken zich een weinig „gedrukt" zal gevoelen door
de gedachte, hoe het aan te leggen om onder een mia
of meer belangrijk getal soortgelijke briefkens zoo n
naamteekening - met of zonder plakzegel geplaatst
te krijgen?
Laat ons er maar eerlijk voor uitkomen: velen
onzer kunnen met geen gerust hart den Nieuw
jaarsdag vieren, door de gedachte aan de dingen
die te wachten zijn. De drie eerste maanden des
jaars kunnen in dit opzicht geen „welaangenamen
tijd" genoemd worden. En daar zullen er ook wel
zijn, die zich ten stelligste voornomen, zich nimmer
meer aan die kwelling bloot te stellen.
Alhoewel het waar is, dat de weg naar zeker,
in kwaden reuk staand, oord met goede voornemens
geplaveid is, kunnen we niet anders dan deze ge
dachte toejuichen, en tevens de beste wenschen
koesteren voor de uitvoering. Want bij de bekende
zwakheid des vleesches laat deze ons weleeas in
den steek.
Het is ook zoo verleidelijk! Handelaars in allerlei
artikelen van behoefte en van weelde beijveren
zich, het schoonste wat zij aan te bieden hebben
voor onze verrukte blikken uit te stallen. Zeker
dichter, - we zijn vergeten hoe hij heet, zong eens
„De mensch behoeft op aard' niet veel!"-doch wij
weten beter. Er is verbazend veel noodig om onzen
stand op te houden, om naar het uiterlijk een voor
komen van welvaart te vertoonen, om ons „krediet" j
op te houden en onzen medebargers ontzag af te
dwingen. Bovendien zijn we menschen van smaak,
die graag netjes gekleed gaan, ons wenschen te
omringen door fraaie voorwerpen en op onze wijze
willen bijdragen tot instandhouding van de vader-
iandsohe en buitenlandsche kunstnijverheid.
De winkeliers, dat moet gezegd wordeD, maken
het ons gemakkelijk geaoeg. Als we, wat het
finantieële betreft, maar in geen al te slecht blaad
je Btaan, dan kunnen we ons, zonder eenigen schroom,
voorzien van al wat ons hart begeert zonder zelfs
de kleur vau onze porteroennaio te laten zien. Met
het gebruikelijke „o, dat komt wel terecht," begroet
hij onzen uittocht, - en, voorzeker, het komt ook
inderdaad terecht, als we maar niet behoeven te
zeggen op wat manier.
We slaan een eenvoudig boekje open, het ge
schrift van een beroemd man, die in enkele blad-
zjjden meer staathuishoudkundige wijsheid geeft
dan in een groot aantal redevoeringen over sociale
onderwerpen te vinden is. Het werkje heet: „De
weg naar fortuin," door Benjamin Franklin, eu is
voor 50 cent te verkrijgen. We lezen daar o. a.
„Ais ge uw koop sluit, maakt gij u misschien niet
erg ongerust over de betaling; maar de vervaltjjd
komt zonder dat gij er aan denkt, de aanmaning
geschiedt zonder dat gij gereed zjjt er aan te vol
doen of, indien gij ai uw schuld niet vergeet, dan
zal toch de betcaldag, die u in het eerst zoo ver
verwijderd voorkwam, al naderende, u buitengewoon
dichtbij toeschijnen. Dan zou men zeggen dat de
Tijd vleugels heeft aangebonden, zoowel aan zijn
hielen als aan zijn schouders. Yoor wie met
Paschen moet betalen, duurt de Vas
ten kort.
Er zijn een aantal van die hoogst alledaagsche
zaken, die ieder weet en begrijpt, en die toch zoo
vaak uit het cog worden verloren, dat ze wezenlijk
nu en dan onder de aandacht gebracht moeten
worden. Het koopen op krediet is bij ons te lande
zoozeer doorgedrongen in de winkelnering, dat het
den omvang heeft verkregen van een maatschappe
lijk verschijnselen, zoo we letten op de nadeelen
die er uit voortvloeien, hebben we het volste recht
het eene maatschappelijke ziekte te noemen.
In onmiddellijk verband daarmede staat de ge
woonte van velen, wien dadelijke betaling volstrekt
niet zou hinderen, om voor werkzaamheden die zij
laten verrichten verbazend lang op voldoening der
rekening te laten wachten.
Het ligt voor de hand, dat winkelier en werk
baas op die wijze voor de uitoefening van hun
bedrijf een veel grooter kapitaal noodig hebbeD,
dan waarmede zij zouden kunnen volstaan indien
contante betaling regel ware. Deze toestand drukt
handel en nij verheid, vermindert de winsten van den
eerlijken arbeid, belemmert de welvaart van velen.
De voorbeelden zijn menigvuldig van ondernemers,
die tot leening hun toevlucht moeten nemen, het
geen zij niet zouden behoeven te doen, werd hun
slechts op tijd uitbetaald wat zij van hun klanten
te vorderen hebben. En laat zoo'n man, dikwijls
ten einde raad, eens op de meest bescheiden wijze
„binnenstijds" - dat ia, vóór het begin des volgenden
jaars naar het algemeen heersohend misbruik, -
om betaling komen vragen? De goeden niet te na
gesproken, maar velen zouden er zoo wrevelig om
worden dat zij terstond besluiten hun klandizie aan
zulk een vrijpostig, of wantrouwig, of onbeschaamd
man te ontnemen. Reden waarom deze liever het
uiterste zou willen beproeven alvorens van zijn
onbetwistbaar recht gebruik te maken.
Aan den anderen kant, - wie aan de toekomst
de zorg opdraagt om schulden, in het tegenwoor
dige of in het verleden gemaakt, aan te zuiveren,
beschikt over iets dat niemand in zijn macht heeft.
Wij weten 'twel, 'tis verbazend afgezaagd, doch
niettemin volkomen waar: hoe weet gij, d. t ge
over eenige maanden in staat zult zjjn, aai: uw
verplichtingen te voldoen? 't Is zoo, bankroeten,
groot en klein, zija meer dan ooit in de mode:
maar laat ons erkennen, 't is een leelijke mode,
leelijker nog dan hooges hakjes en „tournures."
Het middel om de „KoniDgen der verschrikking"
voor altoos te ontwapenen ligt voor de hand: en
we zonden vreezen onze lezers te beleedigen, indien
wij het noodig achtten het alom bekende recept
nog op te schrijven.
LEIDEN, ÏO Januri.
In de maand December zijn binnen deze gemeente
geboren 159 kinderen, als: 80 zoons en 79 dochters,
waaronder zijn begrepen 2 tweelinggeboortenoverle
den 91 personen (waarvan 7 elders woonachtig), als
15 mannen, 18 vrouwen, 26 zoons en 32dochters;
daarenboven als levenloos aangegeven 9; gehuwd
15 paren.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 5380 volwassen
personen en van 1118 kinderen.
Het volgende wordt ons uit Noordwijk ge-
sehreven
In eene correspondentie van hier opgenomen in
het „D. v. N." en overgenomen in het „L. D." van
6 dezer, heet het dat de lijdens-geschiedenis van
den Stoomtram die het „Spoornet van de Holl.
Spoorweg-Mij. laet de balpiaatj Noordwijk aan Zee
moet verbinden, nog niet ten einde is."
Zéér gelukkig acht ik mij u, M. de R., en daar
door tevens mijn confrère van het „D. v. N." te
kunnen mededeelen dat de lijdens-geschiedenis wèl
ten einde is. De Maatschappij „Noordwjjk" heeft
nl. besloten de tramljjn te leggen door het dorp
Noordwijk-binnen om het kerkgebouw der Herv.
gemeente heen en zóó in rechten lijn op de Nieuwe
Zeestraat aan. Het is onzen gemeenteraad dus wel
zeer gemakkelijk gemaakt wanneer hij straks ge
roepen zal worden om nogmaals te stemmen over
hot voorstel tot het verleenen van vergunning voor
de riehting EettingbuurtDwarskerkstraat, waar
omtrent in de vorige raadszitting de stemmen
8taakten
Doordat het college van kerkvoogden der Herv.
Gemeente heeft gemeend afwijzend te moeten be
schikken, op een verzoek der Mil. Noordwijk tot
het verleenen van vergunning voor hot leggen der
rails in het terrein achter het kerkgebouw om, is
de zaak lang opgehouden.
Dat de lijn nu tooh de „kerk" rakelings zal pas-
seeren, is te wijten aan de welwillende beschikking
van heeren Gasthuismeesters, die geen bezwaar
maakten om tegen billijken prijs eenigen grond voor
den tram af te staan.
We hebben nu de zekerheid dat we weldra zul
len „trammen," de correspondent van het „D. v. N."
kan dus gerust zijn: Noordwijk aan Zee zal dus
eene flinke badplaats worden: de toekomst is ver
zekerd.
Heil der gemeente Noordwijk
Door den minister van waterstaat is bepaald
dat de nagenoemde ambtenaren bij de administratie
der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen
als volgt:
de commiezen der 2de kl.: E. J. K. Van Lidtb
De Jende ten postkantore te Maastricht, A. Franken
ten postkantore te Arnhem;
de surnumerairsJ. W. Krol ten postkantore te
Harderwijk, D. Zwaanshals ten postkantore te
Prinsenhage, J. Van Nijmegen Schonegevel ten
poBtkantore te Amersfoort, L. H. Bartelink ten
postkantore te Deventer, P. M. A. Van Wijk ten
postkantore te Schiedam en J. J. Giunta d'Albani
ten postkantore te 's-Gravenhage.