haren arbeid liet onderhonden, tot zes maanden gevangenisstraf en dwangarbeid veroordeeld. Volgens openbaar gemaakte statis- tische opgaven zijn in de laatste dertig jaren in Frankrjjk 2222 mannen en 929 vrouwen, door den bliksem getroffen, omgekomen. Bijna even zooveel werden gekwetst en vijfmaal meer werden getroffen, maar bleven ongedeerd. In 1874 alleen werden 173 menschen doodgeslagen. Het opmerkelijk verschil tu8schen de getroffen mannen en vronwen wordt toegeschreven aan de omstandigheid, dat er bij onwe- ders altijd meer mannen bniten op het veld zijn. Te Parijs en in het departement der Seine is sedert 1864 slechts één mensch door den bliksem gedood, ofschoon er bijna bij elk onweder gebouwen worden getroffen. In een dorpje van hetkantonZug in Zwitserland is een bedelaar levend verbrand. Hij was nl. op den ongelnkkigen inval gekomen om zich ter rnste te leggen in een oven van eene herberg, die reeds van de noodige brandstof was voorzien voor den volgenden ochtend. De bewoner stak 's ochtends de oven aan en bemerkte, toen deze leeg gebrand was, tot zijn gTOoten schrik het verkoolde lijk van den bedelaar. Uit Oostenrijk wordt wederom mel- ding gemaakt van een verdwenen geld-brieven- besteller, ditmaal te Triest. Hij heette Brandi en was 70 jaren oud; hij genoot jaren lang het volle vertrouwen zijner superieuren en had bovendien den dag van zijn verdwijnen de meeste en belangrijkste der hem toevertrouwde geldbrieven aan hun adres bezorgd. Het is dus zoogoed als ondenkbaar dat de man zelf de brieven, die niet aan hun adres bezorgd zijn, gestolen zou hebben; men vermoedt dat hij in een val gelokt en vermoord is. Een zekere Dubois, bedieide bij een brouwer te Namen, werd onlangs weggezonden omdat hij oneerlijk was. Hierover verwoed, begaf hij zich een paar dagen later naar het huis van zijn vroegeren patroon, den heer Leroy, en schoot hem dood met eene revolver. Mevr. Leroy was hierbij tegenwoordig. Na het volbrengen der misdaad heeft hij het pistool tegen zich zei ven gericht en is toen in de Maas gesprongen. Sedert eenige dagen, zoo meldt men dd. 5 dezer uit Bome, zijn te Gaëta gevallen van cholera geconstateerd. Den 3den dezer deden er zich in de volkrijkste en ongezondste wijk, het Borgo, zes voor. Den avond van den 4den heeft de minis ter van oorlog getelegrafeerd, dat het Borgo door middel van een cordon troepen volkomen afgezon derd moest worden. Een zonderlinge moordaanslag, tot welks verklaring de bladen de eerstvolgende dagen nog wel een aantal bijzonderheden zullen brengen, heeft Woensdag-avond te Parijs plaats gehad. De organen van de meest uiteenloopende partijen, zoo wel de „Figaro" als de „Justice", noemen het feit nog onbegrijpelijk. Eenige weken geleden was te Grenelle eene weduwe, mad. Ballerich, vermoord, wier eene zoon, Charles, commissaris van politie te St.-Ouen, de ander, Norbert, inspecteur van politie in het IXde arrondissement van Parijs was. Beiden waren zeer geschokt door den moord op hnnne moeder ge pleegd zóó zeer, dat de prefect van politie, Cames- casse, hun ongevraagd eene maand verlof had ge geven om tot bedaren te komen. Van deze maand hadden zij nu reeds veertien dagen gebruikt om de moordenaars op te sporen. Men zag hen dag en nacht in de afschuwelijkste holen van de voor stad Grenelle, hun leven wagend en iedereu mor gen aan de prefectuur komend met recidivisten of vagebonden, wier onschuld aan den moord telkens bewezen werd. De moordenaars werden eindelijk gevonden, maar de broeders hielden niet op met hunne nasporin gen, zoodat de heer Camescasse hun verzocht ze thans te staken. Toch wilde Norbert nog de arrestatie leiden van La Gniche, den misdadiger die het plan tot den moord had opgemaakt. Beide broeders hadden daarna hun dienst hervat en men meende dat zij tot bedaren gekomen waren. Woensdag-avond te elf uren was de redactie van de „Cri du Peuple", een revolutionnair blad van het minste allooi onder hoofdredactie van Jules Vallés, bezig de laatste hand aan haar blad te leggen. De chef der expeditie stond in de voorkamer, kruis banden uitzoekend. Plotseling hoorde men op de trap een geluid van haastige voetstappen. Twee mannen kwamen woedend, verwenschingen uitstootend, binnenstuiven. De redactie van de „Cri du Peuple" is gevechten met anarchisten, communisten en andere nuances harer partij gewoonde chef der expeditie sloot de deur en schoof den grendel er voor. Een der mannen echter trapte de deur in, zoodat de chef door een der splinters aan het oog gekwetst word. Daarop stapte de man naar binnen het was NorbeFt Ballerich, in groot nniform, met den degen in de hand. De ander, in politiek, zwaaide een dolk en een pistool. „Zijt gij het, schnrk, die het artikel geschreven hebt om mijne moeder te doen vermoorden riep Norbert tot den chef. Deze vluchtte verschrikt naar binnen, maar intnsschen kwam een der redacteuren, Dnc, zich noemende Jean Quercy, zien, wat er gebeurde. De beide broeders stortten zich op hem, die naar de redactie-kamers vluchtte. Due wierp eerst ééu deur, toen eene tweede deur achter zich dichtde broeders zaten hem op de hielen. Bij den ingang der kamer van Vallés gleed Dnc uit en viel op den grond. Norbert wilde met zijn degen toestooten, Dnc greep hem en verwrong de kliDg met de hand. Norbert greep toen de revolver nit zijn gordel, maar Dnc en de andere redacteurs van de „Cri du Peuple" dragen ook revolvers; er werden acht a tien kogels gewisseld. Ballerich ontving er twee van - één in de borBt en één in den arm - en viel neerDue werd door een degen stoot onder den arm gekwetst. Het geheele personeel kwam aanloopen, een volksmenigte stond voor de deur;" men wiBt Charles Ballerich evenals zijn broeder op den grond te krijgen en te ontwapenen. Als wezenloos riep deze: „Zij hebben mijne moeder gedood - en mijn broe der; zij hebben mij alles ontnomen. Morgen is het mijne beurt." Politie en justitie werden gehaald, maar bijzonder heden kwam men niet te weten. Norbert was buiten kennis en Charles ten prooi aan razernij. De twee broeders werden in een rijtuig geplaatst met agenten van politie en naar een bureel vervoerd. Den ge- heelen avond was in dezo wijk en om het bureel van ae „Cri du Peuple" eene groote volksmenigte op de been. Charles Ballerich's toestand van geest» verbijsteriug is nog niet gewekenzijn broeder heeft men nog niet kunnen verhooren. Een laatste bericht meldt, dat Dnc, zoowel als Jules Vallés, in verzekerde bewaring genomen zijD. De „Justice" spriDgt, meer dan de „Figaro", voor de redactie van de „Cri du Peuple", in de bres, en zegt dat deze geen enkele inlichting omtrent de weduwe Ballerich bevat heefr, welke de andere bladen niet evenzeer gegeven hebben. BUITENLAND. Frankrijk. De studenten te Parijs hebben met groote plech tigheid uitvoering gegeven aan hun plau om een band te vormen tusschen de studeerende jonge lingschap aan alle hoogescholen van Frankrijkiets dergelijks bestond nog niet. Een aantal professoren en mannen van naam waren bij de openingsrede tegenwoordig. Het streven tot nationalisatie wordt betreurd door velen, die bedenken hoe de gastvrij heid der Parijsche universiteit steeds gezocht is door studenten van alle natiën, vooral Polen, Russen, Italianen, Spanjaarden en Oosterlingen. De „Justice" heeft onrustharende tijdingen uit Tonkin. Terwijl generaal De Négrier te Min- Rop, ten oosten van Chu, streed, zouden te Hanoi' de opgestane Annamiten het commissariaat der marine hebben aangevallen en geplunderd, de kassen en magazijnen leeggehaald en de wacht vermoord hebben. Tijdingen uit olficiëele of Engelsche bron, die dit bevestigen, zijn nog niet ontvangen. Het rechtsgeding tegen mevrouw Clovis Huguos heelt gisteren een aanvang genomen voor het hof van assises. De beschuldigde erkende dat zij met voorbedachten rade gehaödeld had om Morin te ver moorden. De ondervraging der getuigen bracht overi gens geen nieuws aan het licht. Als bewijs van de nieuwsgierigheid, welke dat proces vooral onder de Parijsche dames wekt, kan dienen dat niet min der dan 4000 aanvragen om 8en toegangskaart zijn ingekomen, ofschoon de gerechtszaal slechts ruimte voor 400 personen heeft. Duitschluud. De Rijksdagafgevaardigde Kroeber, van de volks partij, heeft te Munchen in eene door den afge vaardigde Von Vollmar bijeengeroepen vergadering van kiezers gesproken over het bekende votum van den Rijdsdag van 15 December. De heer Kroeber verklaarde, tegen hot toestaan der 20.000 mark gestemd te hebben en dit bij de derde lezing wederom te zullen doen, wijl „het de taak is vn deren afgevaardigde om de weinige rechten en vrijheden van het Duitsche volk in stand te houden; het geldt een strijd om die rechten en vrijliedeD." De vergadering nam eene motie aan, waarbij verklaard werd dat de weigeriug van het verzoek der regee ring te billijken is niet alleen uit fioantiëele maar ook vooral om politieke overwegingen. Men sprak de hoop uit, dat de Rijksdag bij zijn besluit zal volharden. Toen daarop de heer Yon Vollmar het woord nam, werd de bijeenkomst door den aanwezigen politie commissaris gesloten. Bij de gisteren voortgezette beraadslaging in den Rijksdag over de Staatsbegrooting ontstond over het hoofdstuk „landverhuizing" een levendig debat. Prins Von Bismarck voerde herhaaldelijk het woord, om te betoogen dat tot bescherming van den landbouw verhoogïng der graanrechten nood zakelijk was. Hij bestreed daarbij voornamelijk de beweringen van de hs6ren Richter en Rickert. Te Hanover heeft zich eene afdeeling de:- Kolo niale Vereonigiug gevestigd. De heer Vod Bsnnigsen hield bij die gelegongeid eene redevoering-, waarin hij verklaarde dat de koloniale politiek van den Rijkskanselier ondersteuning verdient, hoewel hij zich de moeilijkheden niet ontveinsde, welke daaruit zoowel naar bniten als van binnen kannen ontstaan. Groot-Britaunië. Door het afkondigen van het Eagelsch protec toraat over de geheele kust van het Pondoland (van de St.-Luciabaai tot aan de Kaapkolonie) kan geen vreemde Staat zich meester maken van grond tusschen Natal en de Kaap. Het Pondoland is ongeveer 100 mjjl lang en 50 a 60 mijl breed. De bevolking is ongeveer 200,000 zielen onder het hoofd Umquikela. De „Times" verneemt uit Durban dat het nieuwe Britsche protectoraat over de Zoeloe-kust zich uit strekt tot de grens van het Portugeesohe gebied. Uit Durban wordt aan de „Standard" gemeld dat eene afdeeling Boeren in Noord-Zoeloeland zich naar de kust begeven en daar zekere strooken voor pachthoeven afgebakend heeft. De Boeren beschou wen het gedeelte van Zoeloeland bniten het gereser veerd gebied als hun eigendom. De „Times" bevestigt dit bericht en zegt verder dat de Boeren blijkbaar in overleg hebben gehan deld met Duitschland, „welks agenten sedert ge- rnimen tijd in Zoeloeland aan het knipen zijn." Spanje. De minister van koloniën heeft op eene in de Kamer gehouden interpellatie geantwoord, dat de Cubaansche leeuing ten doel heeft de vlottende schuld te consolideeren. Hij weigerde echter in nadere bijzonderheden te treden over de voorwaar den, waarop de leening gesloten is; dit alleen ken hij verklaren dat de rentevoet niet hooger zou zijn dan bij vroegere Cubaansche leeningen. Nieuwe schokken van aardbeving zijn in de provincie Malaga gevoeld; veertien huizen zijn in gestort, doch de stad Malaga zelve bleef verschoond. To Arenas en Delrey, in Grenada, ziju 383 huizen en eeD kerkgebouw vernield. De koning, de minister van binnenlaodsche zaken, vergezeld van de Senaats- en Kamerleden uit de provinciën Grenada en Malaga, zouden gisteravond naar Andalusië vertrekken en aldaar een dag of tien doorbrengen. Z. M. heeft eene som van f 250,000 voor de noodlijdenden bestemd en gaat die persoonlijk uit- deelen. Het getal dooden, waaromtrent te Alhama zeker heid bestaat, gaat reeds de 400 te boven. In de nabijheid der verwoeste stad zal eene nieuwe worden gesticht. Een voorraad van 80,000 hectoliter tarwe ligt ouder het puin begraven. Een aantal personen in de provincie Grenada zijn vau honger omgekomen. In Catalonië en Aragon hebben overstroomingen plaats gehad, in Navarra 'viel veel sneeuw. De ellende is er overal ver schrikkelijk. Telejfra m m e n. PARIJS, 8 Januari. Men zegt dat de anarchisten pogen Grévy te bewegen om aan Louise Michel gratie te verleenen. De nieuwe minister van oorlog Lewal deelt het gevoelen van Ferry ten opzichte van den drie jarigen dienstplicht in het leger, maar is tevens ook voor het houden van vrjj willigere voor één jaar. Het onderzoek in zake de „Cri du Pjupls"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1885 | | pagina 2