LEIDSCH DAGBLAD. Donderdag A December. 607. A0. 1884. Eerste Blad. 1% PRIJS DEZER COUR AST: Voor Leiden per 3 maaadea..1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PRIJS DER ADVERTENTIE*: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Dit nummer bestaat nit TWEE BLADEN. OfUcieele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van CURATOREN DER RIJKS-UNI VERSITEIT te Leiden, om vergunning tot het plaatsen van een gajkrac/iiicerttuig in het natuurkundig laboratorium der Universiteit voornoemd aan de Langebrug hoek Zon- neveldsteeg No. 18a; Gelet op de artt. 6 en 26 der wet van 2 Juni 4875 (Staatsblad N°. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den lSden Dec. aanst., des namiddags te halfdrie, ten overstaan van eene commissie uit het college van de Gedeputeerde Staten op het Raadhuis, in deze gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden. DE KANTER, Burgemeester. 3 Dec. 1884. E. KIST, Secretaris. LEIDEK, 3 December. Heden is aan de universiteit alhier de heer C. T. Humme, geboren te Malang, bevorderd tot doctor in de geneeskunde, met academisch proefschrift, get.„Een geval van Makrodactylie." De heeren J. H. Donner, G. Wilhelmy Damstó, Samuel Le Poole, J. T. Boys, Yerster Yan Wul- verhorst, J. J. Van Wensen en M. J. De Goeje, raadsleden, van oordeel dat de jaarwedden in deze gemeente toegelegd aan het hoofd van het plaat selijk bestuur en aan den gemeente ontvanger, niet meer overeenstemmen met het gewicht der aan hunne zorgen toevertrouwde belangen, noch in ver houding zijn met de belooning welke aan sommige andere ambtenaren alhier worden toegekend, noch met de beloohing welke door andere gemeenten, in omvang en beteekenis aan de onze niet ongelijk, aan deze twee hoofdambtenaren worden toegelegd, stellen den gemeenteraad voor: „Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, namens den Gemeente raad en overeenkomstig het bepaalde in de arti kelen 73 en 107 der wet van 29 Juni 1851 (Stbl. 85) aan de Gedeputeerde Staten te verzoeken met ingang van 1 Januari 1885, onder 's Konings goed keuring, de jaarwedde van den Burgemeester te stellen op 4500 en die van den Gemeente-ont vanger op f 3600." Bovengenoemde heeren, dit voorstel doende, erken nen volgaarne dat de inwilliging daarvan aller minst zal strekken om in het algemeen de jaar wedden van de gemeentelijke hoofdambtenaren te brengen op het peil waarop zij behooren te staan en zeker, wanneer zij slechts rekening hadden mogen houden met hunne persoonlijke waardeering van de verdiensten van anderen, zouden zij geen oogenblik geaarzeld hebben aan hunne voorstellen eene ruimere strekking te geven. Nu echter de gesteldheid der plaatselijke geld middelen verbiedt vooralsnog zoover te gaan als zij zeiven vóór alle anderen hadden gewenscht, meenen zij toch dat thans niet langer mag worden verzuimd om ten minste daar, waar zij de grootste ongelijkheid opmerken tusschen de toevertrouwde taak en de toegekende beloooing, aan de ongelijk heid een einde te maken. Ten aanzien van dit voorstel deelen B. en Ws. mede dat zij er zich mecle kunnen vereenigen. Intusschen komt het hun voor dat dezelfde redeneD, die pleiten voor eene verhooging der jaarwedde van den gemeente-ontvanger, ook gelden voor den ge meente-secretaris, zoowel op grond van den omvang der aan die betrekking verbonden werkzaamheden als van de veranderde omstandigheden sedert de jaarwedde van laatstgenoemden ambtenaar bij konink lijk beslait van 18 November 1866 op het tegen woordig bedrag werd goedgekeurd. Door alleen de jaarwedde van den ontvanger verhoogen zou eenigermate de verhouding, die ook in andere gemeenten tusschen de beide jaarwedden is aangenomen, worden verbroken. Zoo is in do gemeenten Groningen, Haarlem en Arnhem de jaarwedde van den secretaris f 500 hooger dan die van den ontvanger, terwijl te Utrecht het verschil zelfs f 900 bedraagt. B. en Ws. geven mitsdien in overweging het voor stel van de zeven raadsleden in dien zin aan to vullen dat gelijke verhooging als voor den ontvan ger ook voor den secretaris wordt voorgesteld. (De Voorzitter van hun college heeft zich wat de verhooging der jaarwedde van den burgemeester betreft uit don aard der zaak van deelneming aan de discussiën onthouden.) In verband met het reeds vroeger vermeldo schrijven van de Gedeputeerde Staten, betrekkelijk eene nadere regeling der jaarwedden van den bur gemeester, de wethouders, den secretaris en den ontvanger, deelen B. en Ws. mede dat wat aangaat de jaarwedde van de wethouders het in den aard der zaak ligt dat deze zich onthouden daaromtrent een rapport uit te brengen. Iotasschen is de voor zitter van hun College van oordeel dat met het oog op den veelomvattenden werkkring aan de wethouders in eene gemeente als Leiden opgedragen, het tegenwoordig bedrag hunner jaarwedde te laag is en tot een bedrag van f 1500 zoude moeten worden verhoogd. De commissie van financiën vereenigt zich gaarne met het voorstel der heeren Donner c. s., tot nadere regeling van de jaarweddon van dea burge meester en van den gemeente-ontvanger. Zij slnit zich ten volle aan bij de verklaring der zeven heeren omtrent hunne persoonlijke waardeering van de verdiensten der titularissen, maar eveneens deelt zij het gevoelen dier heeren dat de gesteld heid der plaatselijke geldmiddelen verbiedt voorals nog zoo ver te gaan als ook de commissie van financiën had gewenscht. Het genoemde bezwaar kwam haar echter voor ten aanzien van den secretaris niet overwegend te mogen zijn. Zij moet de juistheid erkennen van de opmerking dat de redenen, die pleiten voor verhoo ging der jaarwedde van don gemeente-ontvanger, ook gelden voor den gemeente-secretaris, en zij meent dat daarmede dan ook alles is beslist. Omtrent de »rwedden der wethouders kwam zij tot een ander beslait, niet alleen door vergelijking met dergelijke jaarwedden in andere gemeenten, maar ook met het oog op den bijzonderen aard van de bedoelde be trekking en van de daaraan verbonden bezoldiging. De commissie van financiën geeft dus aan den gemeenteraad in overweging de wenschelijkheid uit te spreken van verhooging der jaarwedden in de eerste plaats van den burgemeester tot f 4500 en den gemeente-ontvanger tot f 3600, eveneens van den gemeente-secretaris tot f 3600, doch omtreöt de jaarwedde der wethouders aan Gedeputeerde Staten te berichten dat verhooging daarvan voorals nog minder wenechelijk wordt geacht. Yoor de benoeming van een lid der commissie voor de bewaarscholen worden aanbevolen dr. H. Trenb, aftredend lid, en dr. A. Nijkamp. Ter vervulling der vacature ontstaan door het aan E. J. Yan Sonsbeek verleend eervol ontslag, is ter benoeming van een eersten onderwijzer aan de Jongensschool der 1ste klasse, op eene jaar wedde van f 1400, met iogaag van 1 Januari 1885, de volgende voordracht opgemaakt; W. G. Meyer, thans 2de onderwjjzer aan de betrokken school, G. Gcsink en J. A. Buis, beiden werkzaam aan de school der 3de klasse no. 3. De beide laatsten zijo op de voordracht geplaatst j ter voldoening aan de betrekkelijke voorschriften der onderwijswet. Door J. Den Ouden, als No. 1 geplaatst op do voordracht voor do benoeming van een derdon onderwijzer aan de Leerschool, is thans overgelegd het vereischt bewjjs van bekwaamheid als onder wijzer, zoodat B. en Ws. den gemeenteraad alsnu in overwoging geven tot de in de vorige zitting aangehouden benoeming over te gaan. Zij merken daarbij op dat ten aanzien van Leidsche sollicitanten, van wie het bekend is dat zij in het bezit zijn van de vereischte bewijzen van bekwaamheid, de overlegging van de akte in den regel niet noodig werd geacht. Intusschen bestaat er bij hen in geenen deele bezwaar om voortaan ook door die candidaten de akte te doen overleggen. Het stoffelijk overschot van wijlen mej. Anna Schulz-Les8ig zal Yrijdag-morgen, om tien uren van het sterfhuis (Papengracht) gaande, op de begraaf plaats aan de Groene3teeg worden tér aarde besteld. Door de alhier zitting houdende commissie voor het geneeskundig staats-examen zijn heden tot arts bevorderd de heeren E. C. H. Brands, C. M. Yan YoorthuyseD, I. De Wit, C. J. Hoog veld, allen doctorandi, en N. Mank, candidaat-arts, terwijl zijn toegelaten tot het eerste gedeelte de heeren H. G. J. Yan Doesbnrgh en C. J. Te Boekhorst, candidaat-artsen. Aan den heer J. P. Lancel alhier is door den schoolopziener den heer W. Yan Marken na mens de Regeering een geschenk (twee prachtige schilderijen mot glas) aangeboden, dat bij konink lijk besluit hem is toegekend wegens trouwe en ijverige vervulling der betrekking van onderwijzer gedurende veertig jaren. Het Rijksschooltoezicht voegde er de verzekering aan toe van waardeering en hoogachting van zijn persoon en werk. Hedennatniddag ontvingen we per Engelsche mail de Indische bladen alleen van 29 October. Aan het departement van marine werd heden o. m. aanbesteed de levering van 1600 meter voe ringbaai en 500 stuks wollen dekens. Minste inschrij ver was voor de voeringbaai de heer Th. De Beer te Tilburg, voor f 2.25 per meter. Yoor de wollen dekens kwamen drie firma's als minste inschrijvers in aanmerking, nl. J. Scheltema Jz. en Gebr. Van Wijk Co. te Leiden en J. Regout Jr. te Maas tricht, allen voor f 3.75 per stuk; de toewijzing van dit perceel zal nader worden bekend gemaakt Gedurende de eerste helft der maand Oct. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende, brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden; Hendriks Landman, Amersfoort; mej. E. Le Du, wed. Heurman, Van Houten, wed. Hartendorff ver Lee, mej. C. Kooymans Polmantuin, Koocke, Poppen, Snuit, J. Van Grieken (vier stuks), G. Rietbergen, Th. Hillen, Amsterdam; mej. A. De Trye, 's-Gra- venhage; mevr. Van den Bos, Haarlem; Löhring, R. D. Van Kooy, Leidenmevr. C. Gerritsen, Mid delburg; Leonard De Bruyn, Scheveningen; Van Zutfen, Utrecht; J. W. F. Hoffman, Westerbeek; J. Van den Pool, Zoeterwoude. Briefkaarten: Theeï, mej. E. C. Kruseman, P. De Beer, Amsterdam mej. G. Does, Rotterdam; mej. M. Reekers, niet vermeld. Verzonden geweest naar AmerikaW. F. Ziegelaar, Nienw-York. - België: A. Zwilchenbart, Antwerpen. - Duifschland: Hernn Amtvorsteher, Emmerich; wed- Klerck, Karlsruhe. Men schrijft ons nit Katwijk: Voor een nieuw kerkgebouw te Katwijk aan Zee, waarvoor een prijsvraag was uitgeschreven, moeten, naar men zejt, ODgeveer 40 plannen zijn ingediend. Met uitzondering van 3 bomschuiten is de ge- heele Katwijksche visschersvloot binnen. Er is zeer veel haring gevangen, doch betrekkelijk weinig geld verdiend. De lage marktprijs en de dare middelen van transport en verpakking zijn er de oorzaak va»,' Gisteren is het nieuwe stationsgebouw van den Rijnlandschen stoomtram in gebruik gesteld. Hot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1