LEIDSCH
DAGBLAD.
3°. 7580.
Maandag 3 November.
A°1884.
Derde Blad.
PRIJS DEZER COURANT:
V«or Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afkonderlyke Nommers0.05
Dez8 Coarant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER U) VERTE STIES:
Van 10 regels 1.05. Iedere refel meer O.I?A
Grooiere letlera naar plaatsruimte. Voor het incarne
ren bui'on de stad wordt 0.10 berekend
Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad
behoort voor de inteekenaren daarop het
officieel Verslag der Handelingen van den
Gemeenteraad: zitting van Donderdag den
23sten October, bladz. 63 tot 67.
Voor de Inteekenaren daarop behooren
bij dit nummer van het Leidsch Dagblad
de Nos. 163 tot 167 der Ingekomen Stukken
van den Gemeenteraad.
Offlcieele Kennisgeringen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brengen bij deze ter kennis van de kiesgerechtigden dat
de herstemming ter verkiezing van drie leden van den
Gemeenteraad zal plaats hebben op Dinsdag den 4den
November a. s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
23 Oct. 1884. E. KIST, Secretaris.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22—26 September. (Vervolg.)
Uit Deli (Part. Corr. v. d. „JavaBode.") - In
Deli is het tegenwoordig weer zeer onveilig, door
de onderlinge vijandelijkheden der Cbineesche
Kongsies. - Zoo zijn er weer vier Chineezen levend
begraven geworden, is er een Italiaanscb onder-
adsistent van de onderneming Singa, een jongmensch
van 17 jareD, verraderlijk door Chineezen vermoord,
en hebben twee andere Europeesche opzichters een
levensgevaarlijk pak slaag gehad. En last not least
is de onderneming Batoe Bara door Chineezen afge-
loopen. Van de laatste vrienden zijn er zeven ge
pakt, op eene prauw met een deel der gestolen
goederen. De kerels hielden zich op de leukste
wijze van den domme, daar zij voorgaven vluchte
lingen te zijn on het dus allervreemdst vonden dat
zij door de Hollanders, op wier hulp zij rekenden,
werden ingepakt. De controleur Hekier heeft zich
echter niet laten beetnemen (Batoe Bara behoort
tot het district Assahan; maar de zoogenaamde
vluchtelingen dachten veilig Ceroway te kunnen
passeeren), en rekende de heeren in. Twee zijn er
reeds overleden.
DeliAmsterdam heeft eene nieuwe plantage ge
opend in Pameh. De grond schijnt daar voor tabak
zeer geschikt te zijn.
Naar aanleiding der telkens voorkomende vijan
delijkheden tusschen de Chineesche KoDgsios, moeten
eenige planters besloten hebbeD, hunne koelies in
China zelf te laten verven en van daar rechtstreeks
te laten uitkomen. Zooale men weet, bestaan die
Kongsies (geheime genootschappen) in China alleen
tegen de regeering, op Penang en Singapore echter
tot onderling hulpbetoon.
De laatsten bestrijden ook elkaar om de heer
schappij in den handel. De Delische koelies nn die
over PenaDg en Singapore worden aangevoerd, heb
ben zich op genoemde plaatsen reeds bij een der
Kongsies aangesloten en beoorlogen vervolgens
elkander in Deli, om den voorrang in zaken van
handel enz.
Do verpachting der kleine middelen, die alhier
in de vorige maand heeft plaats gehad, heeft f 100,000
minder opgebracht dan verleden jaar.
Natuarlijk eischte men te Batavia herverpachting.
Deze werd gisteren gehouden, met dit belachelijk
gevolg dat zij nn heeft opgeleverd ƒ99,100 minder
dan verleden jaar. De herverpachting heeft dus
een voordeel van f 900 opgeleverd
Rietbranden te Solo. Volgens onzen Javaan-
schen reporter heeft op den 8sten dezer een groote
rietbrand plaats gehad in de dessa Kadhisono,
district Pandak (Bantool) in de afdeeliDg van den
bekel Wirotroeno.
Aan de Celebes- Crt." wordt uit Makassar,
dd. 16 September geschreven:
Op Soembawa schijnt de rust nog niet hersteld.
Naar ons wordt medegedeeld, hebben Goareezen die
óf destijds achtergebleven zijn óf zich opnieuw van
Goa hebben ingescheept, de geheele kampong Soem
bawa op enkele woningen na in de asch gelegd;
nadere bijzonderheden zija ons niet bekend, bet is
evenwel Diet onwaarschijnlijk dat de zoogenaamde
boedel verdeeling slechts als voorwendsel is aange
grepen om andero grieveD, rassenhaat of wat ook
te bevredigen, want wat hebben eenvoudige kam
pongbewoners, zou men zeggen, met oneenigheden
hunner hoofden te maken dat zij daarvoor gestraft
moeten worden. Het is waarlijk geen dankbaar werk
dat voortdurend bemiddelend optreden tusschen die
half wilde vorsten en vorstjes.
Uit Macassar wordt aan de „Cel. Crt." ge
schreven: Te Pampang, in het Goasche, waren
dezer dagen eenige inlanders en Chineezen gezellig
aan het praten en ballo drinken.
Door den invloed van dien drank werd het ge
sprek levendiger en heftiger; een onde inlander
gaf bij gebrek aan argumenten een slag aan een
jeugdig landgenoot, welke door dezen zonder protest
werd aangenomen.
Een Chinees daar tegenwoordig trachtte toen
den jongen man op te hitseD, wat den ouden man
dusdanig in toorn deed ontsteken dat hij zijn kris
trok en den Chinees eene belangrijke, hoewel niet
doodelijke wonde toebracht.
Eens aan den gang, zette hij vervolgens eene
formeele amokpartij op touw, waarvan o. m. de
inlander Mardan, die te Macassar de functie van
beul waarneemt en tusschenbeiden kwam, het slacht
offer werd; hij is kort daarop gestorven. De amok-
maker is op last van een der prinsen afgemaakt.
Onlangs vond een vroegtijdig wandelaar op
Salemba nabij Batavia iemand, blijkbaar pas ont
waakt, in het gras aan den kant van den weg zitten,
in een flanelletje, onderbroek en kousen.
Deze zonderling uitgedoste persoon verklaarde
dat bij eigenlijk gedacht had te ontwaken in zijn
hotel te Batavia en zich met de uiterste verbazing
in het gras aan den weg in dat kostuum had
bevondeu.
Hij was den vorigen avond mot kennissen te
Meester Cornelis uitgeweest, en aan het einde van
het feest in een dos-ó-dos gestapt om naar Batavia
te rijden. Hij moet toen spoedig in slaap gevallen
en door den karrevoerder uit het voertuig op den
weg gelegd en van al zijne bovenkleederen meten
benevens zijne beurs met een gulden of acht er id, be
roofd zijn. De wandelaar die hem vond was gastvrij
genoeg om hem zijoo badkamer en garderobe ter
beschikking to stellen, en de ander had de beleefd
heid een uur later per huurrijtuig zijn gastheer in
persoon de geleende kleeren terug en zijne veront
schuldiging en dank te komen brengen.
In den morgen van don 24sten September
heeft de politie aan den Kleinen Boom aangehou
den eene inlandsche vrouw, verkleed als een Chinees.
Naar het politiebureel gebracht, gaf de vrouw
als reden van hare vermomming op, dat zij een
Chinees, op wien zij verliefd is, naar Atjeh wenschte
te volgen en dat zij zich in die Chineesche klee
ding gestoken had uit vrees voor ontdekking. (J.-B.)
In het overzicht van het „Algem. Dgbl." leest
men o. a. het volgende:
„Op Atjeh heeft de laitenant Bartz weder eens
iets gedaan, dat de Atjehneezen kan doen twijfelen
aan de waarheid van hunne spreuk, dat de Hol
landers wel dapper, maar dom zijn. Hij heeft, ter
wijl de vijand zijne benting aantastte, den schijn
aangenomen van feest te vieren en de vijand, over
moedig, dicht genoog genaderd was, een uitval ge
daan, die den aanvaller dunr te staan kwam.
„Het blijk dat bot plan tot-beperking onzer stel"
ling geen half werk zal zijn. Ook Toenkoep zal
buiten de linie vallen, die nog geen uur gaans rondom
Kotta-Radja schijnt te zullen loopen. Als hot niet
noodig zal worden weer daarbuiten te gaan, ten
einde daarbinnen rustig te blijven, zal men daar
mede eindelijk bereiken wat wij, sinds generaal Van
Swieten heenging, vergeefs gezocht hebben.
„De Singapoor8cho courant blijft, ondanks wij de
Eogelsche heeren, met ods geld en onze beloften,
de met verlies van hun schip op Tenom belande
schepelingen hebben laten terughalen, schrijven
over de noodzakelijkheid voor Engeland om ons te
beletten, den Atjeh-oorlog voort te zetten. En te
Penang houdt men meetings tegen de blokkade,
die wij begonnen zija om de Groot-Atjehneezen tot
een compromis te nopen.
„Naar wij vernemen, zal er stilstand komen in
de gedurende den laatsten tijd niet zeldzame over
plaatsingen van officieron der infanterie van het
Nederlandsche leger bij het leger alhier. Het incom
pleet aan officieren der infanterie is aangevuld, en
waarschijnlijk zal men spoedig tot den vroegereu
toestand terugkeeron, toen men alleen doorruiliBg
met een Indisch collega kans had eenige jaren in
Indië te gaan dienen."
Atjeh. Noord en Oostkust. In den avond van
den 7den Augustus vertrok de assistent resident
naar Edi om met den controleur aldaar de aange
legenheden van Langsar 9n Madjapahit te bespreken.
Na afloop der onderhandelingen met Gedong zou
die ambtenaar zich persoonlijk naar Madjapahit,
Langsar en Perlak begeven.
In de andere staatjes ter Oostkust was de toe
stand bevredigend. Den lOdon Augustas bad eeDe
ontmoeting plaats tusschen den assistent-resident
en de radja's van Pasangan en Gedong, deze laat
sten vergezeld door circa 500 gowapenden. De radja
van GedoDg leverde in voldoening aan de voor
waarden van de onlangs met hem getroffen schik
king, 12 beaumont- en 3 snidergeweren nit, be
werende er geen meer te hebben.
Den 17den kwam die radja persoonlijk te Telok-
Semawé aaD, het vredesverdrag tusscben hem en
de verbonden radja's van Bajoe, Tjoenda, Nizam,
Blangmeh en Sawang gesloten werd. In deze over
eenkomst werden ook eenige bepalingen opgenomen
omtrent de Koeala Pasei, die tot vrijhaven werd
verklaard, en omtrent de verdeeling van de hasil,
bij nitvoor van pinang uit Gedong to heffen.
Voorts verbond de radja van Gedong zich om
zoolang bij de 14 nog ontbrekende acbterlaadge-
weren niet zou hebben ingeleverd, bij den assistent-
resident eene waarborgsom van 1000 dollars te
zullen deponeeren; wijders 2 bruikbare kanonnen
aan het gouvernement te zullen afstaan en alle
oorlogscontrabande en opinm, welke in zijn gebied
mochten wordon binnengesmokkeld, met den smok
kelaar aan den assistent-resident te zullen uitleveren.
Westkust. - Den 20sten kwam een bondgenoot
schap tot stand tusschen de radja's van Rigas>
Patih, Lagan en Kroeng Sabil met Potjoet Moha
mad van Rigas als verantwoordelijk hoofd jegens
het bestuur. Het hoofddoel der verbonden radja's
was zich tegen Toekoe Oemar te verzetten, door
wien zij, voornamelijk de laatste, nog steeds werden
bedreigd en die zich, naar zij beweerden, van het
gezag op de Westkust tot Tenom-Panga toe wenschte
meester te maken. Aan den radja van Rigas werd
een twintigtal tromplaadgeweren ten gebruike af
gestaan.
Ook Toekoe Hoessin LoDgbatta hield zich nog
steeds ter Westkust op, waar hij met dwang gel
den inde tot voortzetting van den krijg. Zij,
die niets voor dat doel konden afzonderen, wer
den verplicht persoonlijk aan het verzet deel te
nemen. (Jav. Crt.)