3«HBg aldaar een vrachtrijder, naar ooggetuigen verhaleD, op woeste wijze een ander rijtuig voorbijrijden. De miliciens, die voor dit laatste wilden uitwijken, twamen met de vrachtkar in aanraking; een van hen had het gelnk het paard bij den kop te grijpen, de andere viel en werd overreden, zoodat hij onmid dellijk een lijk was. De politie doet onderzoek. Twee knechts in de brander ij van den heer J. P. Meyer Jz., aan de Westerkade te Schiedam, zijn gistermiddag deerlijk gebrand. Toon zij, om de helmpijp van den ruwketel, die verstopt was, door te steken, den helm er af nameD, is het kokende vocht hen over het onderlijf en de armen gestort. In den vroegen morgen is te Spij- kerboor in de Ring6loot naar Knollendam, een scheepje gezonken. Toen de schipper het gevaar waarin hij verkeerde ontdekte, was het bed, waarin zijne beide kinderen sliepen, reeds doornat. Een voor bijvarend schuitje nam het gezin op en bracht het op het droge. Om de vaart niet te belemmeren, is het scheepje zooveel mogelijk naar den wal getrokkeD. E e n b r n gw a c h t e r a a n h e t zij-kanaal Maastricht-Luik is, door de duisternis misleid, in het water gevallen en verdronken. De schrijver van een ingezonden stuk in de „Zierikseesche Nieuwsbode" is door de recht bank te Zieriksee veroordeeld tot eene boete van f 60 en de kosten, alsmede tot eene vergoeding van f 10 aan den eigenaar van een drinkwaterbak, waarin, volgens zijn schrijven, een kat zou zijn verdronken. Daar de eigenaar drinkwater verkocht, benadeelde hem die bewering in zijne zaak, zijn eer en zijn goeden naam. Hij had f 150 schade vergoeding gevorderd. Het gerechtshof te 's- Bosch kon gisteren geen uitspraak doen in de zaak der Bredasche kassiers B. en H. Filbry, daar de vice- president ongesteld is. De uitspraak zal nu 8 dagen later plaats hebben. Men schrijft nog uit Sittard aan de „N. R. Crt." en het „D. v. N.": Aangaande den in den nacht van Maandag op Dinsdag alhier gepleegden moord kan nader worden bericht De vermoorde is zekere Henri Ernst Caron, oud 37 jaar, gehuwd, doch sedert lang gescheiden levende van zijne vrouw, die te Brussel woont. Hij zelt, die aan zinsverbijstering scheen to lijden, bevond zich eenigen tijd in een gesticht te Reck- heim (België), waaruit hij echter ontslagen is. Yan toen af had hij zich metterwoon te Luik gevestigd. Maandag-avond met den laatsten trein te Sittard aangekomen, waarschijnlijk om eene bloedverwante te bezoeken, maakte hij kennis met den 22-jarigen O., een alhier wonend daglooner, tegen wien zware vermoedens zijn gerezen, als zoude deze de bedrijver van de verschrikkelijke misdaad wezen. Eenigen tijd na aankomst van den trein bevonden beiden zich Damelijk in eene herberg kort bij bet terrein, waar de moord is gepleegd. Na dien tijd heeft men den verslagene niet moer gezien. O. daarentegen bezocht verschillende herbergen, waar hij groote borrels jenever verzwolg en zich zonder ling gedroeg. In een der koffiehuizen heeft men hem in 't bezit gezien van eene lederen portefeuille die den volgenden ochtend op de Groote Markt terug werd gevonden en uit welker inhoud de iden titeit van den verslagene werd bewezen. Te 2 uren 's nachts kwam O. beschonken te huis, nadat een uur te voren door de nachtwacht wegens openbare dronkenschap tegen hem was geverbaliseerd. Dinsdag-namiddag te 3 uren had het gerechtelijk onderzoek plaats in het lijkenhuis op het kerkhof, waarheen men het lijk had vervoerd. O. werd omtrent ditzelfde uur in zijne woning, waar hij te bed lag, gearresteerd en terstond bij het lijk gebracht om aldaar een voorloopig verhoor te ondergaan. Hij durfde nauwelijks zijn blik op den vermoorde te vestigen, omdat, zooals hy zeide, deze er zoo akelig uitzag. Hij verklaarde eohter dat hij den verslagene nooit te voren had gezien, hoewel verschillende personen getuigen, dat bij den avond te voren met hem te zamen in een koffiehuis was. In eene andere herberg had O. tot den kaste lein en diens vrouw gezegd, dat een Franscbman naar een logement had gevraagd, doch dat hij hem had laten loopen, omdat de FraDSchman trakteeren wilde. Behalve de reeds genoemde, zijn er nog andere omstandigheden, zóó bezwarend voor O., dat aan zijne schuld bijna niet te twijfelen valt. Of hy echter het gruwelstuk geheel alleen heeft uitgo voerd, is nog niet met zekerheid te zeggen. O. is j inmiddels zwaar geboeid naar de gevangenis te Maastricht overgebracht. Een hevige brand vernielde eergiste ren de gebouwen en stallen der Berlijnsche tram wegmaatschappij te Schöneberg. 's Avonds om half- tien werd de brand het eerst bemerkt en een paar minuten later sloegen de vlammen reeds uit ramen en deuren, terwijl de geheele lucht rood werd ge kleurd en een rogen van vonken op de naburige huizen neerviel. De Berlijnsche brandweer kwam spoedig ter plaatse, maar was geheel machteloos tegen het vernielende element, dat, door den grooten voorraad hooi, strooi, graan en steenkolen gevoed, zich steeds uitbreidde. Het ergste was, dat de voorraad water spoedig opraakte. Zoo groot was de hitte dat in eene bloemkweekerij, die vrij ver van de stallen was verwijderd, alle struiken en planten geheel verdorden. De geheele voorraad, in de stallen aanwezig, verbrandde, maar de paarden waren nog niet thuis gekomen, zoodat maar een klein gedeelte op stal stond, waarvan de meeste werden gered. Te Berlijn hoefteeneontploffing plaats gevonden in het huis van een vuurwerkmaker in de Schmedterstraat. Een onbekende kwam bij deB vuurwerkmaker en begaf zich, terwijl deze zich even verwijderd had, met eene brandende sigaar in de werkplaats. Eenige minuten later hoorde mon een knal en stond het huis in vlammen, terwijl een gedeelte van den mnur instortte en eene vrouw met haar kind gevaarlijk kwetste. Den man, die het ongeluk veroorzaakte, vond meu dood in de werk plaats. De keizer van Brazilië viel, toen hij zich op een jacht inscheepte om een pleiziertochtje te maken, in zee. Hij werd spoedig gered en is volkomen wel. De regeering van Canada heeft thans 4000 dollars uitgeloofd voor hem, die de schuldigen aan de ontploffing te Quebec aanwijst. De onder nemer van het gebouw heeft bovendien nog 500 dollars uitgeloofd. e TJ T "53 K" 3L A. IS T>. STrtMaltrtiliL. Het Reuter-tolegram uit Hong-Kong van Dinsdag vermeldt het terugtrekken der Franschen bij Tam- Sui op 9 October; dit is dus hetzelfde gevecht waaromtrent men van admiraal Courbet den 11 den October een telegram to Parijs ontving. De admiraal meldde dat de torpedo-post, dien admiraal Lespès ging verkennen, door eene talrijke afdeoling Chinee- sche troepen, in een dicht bosch gelegerd, beschermd werd. De zee bij do kust is daar zeer ondiep, zoo dat groote schepen niet naderen kannen. De haven van Tam-Sui wordt alleen door torpedo's verdedigd maar dit is voldoende. Men wilde nu die torpedo's onschadelijk maken. Dit geschiedt op twee wijzen: óf men snijdt de metaaldraden af, waarmode de torpedo's aan do batterij verbonden zijn; dit was moeielijk, omdat door het ondiepe water de booten niet nabij konden komenóf men valt den post aan, en dit is mislukt. Admiraal Courbet heeft thans besloten eene wer kelijke blokkado te leggen voor Tam-Sui en voor de havens Tai-Wan-Foe en Tai-KaDkan of Taiko-oe, ten einde verderen aanvoer van troepen uit China te beletteD. Yolgens een telegram van 13 dezer nam bol. Doumier na een schitterend gevecht op 10 dezer de hoogten, beheersohende het fort Chu, het steun punt van een versterkt Chineesch kamp. Do Chineezen beproefden de hoogten te hernemen, maar de Fransohe artillerie maaide hunne gelederen weg, waarop zij in de richting van Lanson de vlucht namen. Hun verlies wordt op 3000, waaronder hun aanvoerder, geschat. De Franschen hadden 20 dooden (een officier) 91 90 gewonden, waarender twee officieren. De ver slagen Chineezen bestonden uit hunne beste troepen, die welgewapend waren en op Enropeesche wijze manoeuvreerden. Generaal Brière houdt het er voor, dat het met den inval der Chineesche troepen in Tongkin ge daan is. De verliezen der Franschen bij de verkenning op 6 dezer bij Tam-Sui bedroegen 6 doodon en 49 gewonden. Eerlang zal een groot pantserschip, „Caïman", van stapel loopen, geheel van ijzer on staal en 83 meter lang. Het schip heeft 15 millioen fr. gekost. en zal een der voornaamste bodems zijn in de Fransche vloot. Duitschland. In eenige bladen wordt gesproken van eon plan om den hertog Ernst-Gunther van Sleeswijk-Holstein- Sonderburg-Augustenburg, die onlangs meerderjarig geworden is, de voormalige goederen van zijn huis in Slees wij k-Holatein terug te geven. De hertog is de broeder van prinses Wilhelm van Pruisen, der halve de zwager van den aanstaanden koning van Pruisen en keizer van Duitschland, maar niettemin schijnt het onmogelijk te zijn, hem die goederen terng to geven. De grootvader van den hertog verkocht die goederen in 1852, na den vred9 met Denomarken, voor 21/A millioen thaler aan de Deen- sche regeering, en de Pruisische is thans in hare plaats en rechten getreden. De hertog zou dus de bewuste goederen, voor zoover zij nog in het bezit van den Pruisischen fiscus zijn, moeten terngkoopen, indien hij ze weder verlangde te bezitten, en de Pruisische Landdag zou daartoe moeten medewerken. Ten gevolge van een artikel in de „Norddeut- scho Ztg." heeft zich in Hamburg een syndicaat voor West-Afrika gevormd, dat zich als vertegenwoor diger van den Duitschon handel op Afrika met de Duit8cho regeering in verbinding zal stellen. Tot nu toe zijn behalve Woermann nog zes andere groote Hamburgsche firma's toegetreden. Groot-Britannië. Een speciaal correspondent van de „Standard" heeft de overblijvc-nden van de equipage der „Nisero", op hunne reis naar Europa, te Suez geïaterviewd. Hun verhaal kwam hierop neer: „Onmiddellijk nadat wij aan land gekomen waren namen de inboorlingen ons gevangen en brachten on8 voor den radjah, die ons ondervroeg en wien het genoegen scheen te doen te vernemen, dat wij Engelschen en geen Hollanders waren. „Den 13den December deed do Hollandsche resi dent ons in het geheim een brief toekomen, waarin hij ons vroeg of het niet mogelijk was eene over rompeling te wagen. Wij durfden niet te antwoorden. Toen de Hollanders Tenom bombardeerden, was de radjah woedend en liet ons honger lijden, zeggende dat thans alle hoop verdwenen was op hot verkrijgen van EDgelaDds bescherming en vrijen handel zonder inmeDging der Hollanders. „Toen wij vertrokken, zeide de radjah tot den heer Maxwell: „Ik geef u uwe landgenooten terug, voor wie ik zorg gedragen heb." Maxwell bleef in het kamp, tot het losgeld bij den radjah aan gekomen was." In de „Times" en do „Standard" is de tekst opgenomen van het besluit van don heer Kruger, staatspresident der Transvaal, waarbij de procla matie betreffende de inlijving van Montsioa's land wordt ingetrokken. Het herstel van den vrede aan de Transvaalsche westergrens is bereikt, zegt Krüger, en iets anders stelde de proclamatie zich niet ten doel. Hij hoopt dat de gunstige staat van zaken moge voortdurende betrokken regeeringen kunnen daartoe thans medewerken, door de Stellalanders tot het bewaren der rust te nopen. België. De „Echo dn Parlement" meldtDe instructie in de zaak der onderteekenaars van hot republi- keinsch manifest, onder beschuldiging van samen spanning, zal waarschijnlijk tot niets leiden. Yan eene vervolging wegens beleediging der koninklijke familie ia afgezien. Het departement der openbare veiligheid heeft aan de Fransche politie inlichting gevraagd over alle Franschen, die in België hun verblijf hebben. Naar men verzekert, is het republikeinsche bond, dat te Bergen (Mons) gevormd was, ontbonden. Volgens de „Echo" zal aanstaanden Zondag te Antwerpen eene groote troepenmacht bijeengetrokken worden. Rusland. De krijgsraad van Odessa heeft Leiba Deutsch veroordeeld tot 13 jaren dwangarbeid. Deutsch had in 1876 zekeren Gorenovitch, een nihilist, die van verraad was verdacht, trachten te vermoorden met behulp van drie zijner makkers. Deze laatsten werden opgehangen; Deutsch ontsnapte uit de gevangenis te Kieff en vluchtte naar Zwitserland, dat hem ten slotte uitleverde. Gorenovitch was, nadat het viertal hem meende te hebben afgemaakt, met petroleum besprenkeld en de moordenaars hadden het vermeende lijk toen in brand gestoken. Toen bleef hij in leven, hoewel gruwelijk verminkt, zonder haar, ooren, neus en genoodzaakt een masker te dragen. CORRESPONDENTIE. - N. N. wordt verzocht ons zijn naam op to geven. Alleen in dat geval kan het wordon geplaatst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 2