Het Staatsblad N°. 208 behelst de wet van
5 October 1884, betreffende het in overweging
nemen van een voorstel van verandering van artikel
193 der Grondwet.
Het stoomschip „W. A. Scholten", van Rot
terdam naar Nieuw-York, passeerde Zondag het
eiland Wight; de „Prinses Wilhelmina", van Am
sterdam naar Batavia, vertrok gisteren van Suez;
de „Gelderland", van Rotterdam naar Java, pas
seerde gistermorgen Sagres3; de „Drente", van Rot
terdam naar Java, vertrok hedenmorgen van Suez.
Z. M. heeft den heer H. J. Lucca, arts, tijdelijk,
dat is voor den tijd van vijf jaren, benoemd tot
officier van gezondheid der 2de kl. bij het leger
in Ned.-Indië; - aan mr. H. A. Nebbens Sterling,
op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag
verleend als kantonr.-plaatsvervanger te Dordrecht.
Gemengd Wleavrfe»
Het gunstige weder van gisteravond
stelde de bewoners van de Haarlemmerstraat en
het Rapenburg in staat hnnne verlichting, op 3
October mislukt, nu door te laten gaan. Hoewel
nog verscheidene lichtjes bij het begin van de Haar
lemmerstraat uitgingen, mag de illuminatie van dien
avond toch goed geslaagd heeten. De beide pyramie-
deninhet midden der straat brachten een aardig effect
teweeg. De aangestoken kronen op het Rapenburg
leverden ook een vrij fantastisch gezicht op. Aan som
mige huizen had men bovendien verlichting aan
gebracht, zooals bij den heer Sanders op de Haar
lemmerstraat en bij den heer Coster in de Paar-
densteeg. Waren er op de Haarlemmerstraat reeds
vroeg in den avond veel menschen op de beeD,
toen het later werd, was de menschenmassa zóó
vermeerderd, dat men er bijna niet meer door kon
komen. Alles is in de beste orde afgeloopen.
Het vermelde brandje in de Raam-
steeg had niet plaats in eene mand met ponde-,
maar met ondergoed.
De zoo goed geslaagde electrischeont-
hulling van het standbeeld van Yan der Werf, zoo
mede het electrisch licht, dat 's avonds het beeld
bescheen, is bewerkstelligd en geleverd door de firma
Reding en Yan Capelle, te Amsterdam.
Het lijk, hetwelk j 1. Zaterdag uit
den Ouden Rijn alhier is opgehaald, is herkend
voor dat van M. T., koopman in lompen, te 's-Gra-
venhage woonachtig.
De dienstbode, die eerst bekend
had een ketting met medaillon in de Yischmarkt
te hebben geworpen, heeft dit later weder ontkend.
Die voorwerpen zijn dan ook werkelijk ten huize
van haar patroon aan een spijker hangende gevon
den. Hoe ze daar gekomen zijn, is nog een raadsel.
Yan Zondag- op Maandag-nacht
omstreeks twee uren bemerkte een bakkersknecht
te Hillegom dat de hooiberg van de wed. Langeveld
aldaar in lichterlaaie stond. De man wekte do
83-jarige vrouw en maakte alarm, waarop de beide
spuiten aanrukten. Omstreeks 5 uren was men den
brand meester. Gelukkig dat de wind noord en het
daarbij stil weder was, anders waren de gevolgen
niet te overzien geweest. Het hooi en de berg waren
verzekerd. De oorzaak van den brand is tot dusverre
onbekend.
Te Haarlem hadden zich weder twee
partijen verzameld op het terrein „de Koekamp"
tot het houden van een wedstrijd in het cricketspel,
en wel de clubs „Vooruitgang" aldaar en „Hollandia"
uit Leiden. Daarbij behaalde „Vooruitgang" de
overwinning met 136 tegen „Hollandia" met 19
punten.
Een noodlottig ongeval heeft Zon
dag-avond onder Schipluiden aan drie personen het
leven gekost. De slager H., van Rotterdam, was
met vrouw en kind en zijn zwager per rijtuig naar
Schipluiden gegaan, ten einde daar een bezoek te
brengen aan zijne ouders. Toen zij des avonds te
8 uren van daar huiswaarts keerden, geraakte, ten
gevolge van het schrikken van het paard, het rijtuig
in de vaart, waardoor vrouw, kind en de zwager
Tan H. verdronken.
De volgende bijzonderheden omtrent dit ongeluk
worden aan de „Delftsche Crt." medegedeeld:
De weduwe Hamel, uit Kralingen, die zich sedert
Donderdag jl. te Schipluiden heeft gevestigd, had
bezoek ontvangen van eenige harer kinderen uit.
Rotterdam en Kralingen, met wie zij den dag ge
zellig doorbracht. Toen do familie des avonds met
een met een hit bespannen wagentje zou huiswaarts
keeren, schrikte niet ver van het woonhuis de hit
van een zandhoop en week zóó onverwachts en
snel uit dat hij met rijtuig en al in de breede
WeteriDg nederstortte. Onder aanhoudend hulpge
roep was het den personen, die in het rijtuig waren
gezeten, nog gelukt zich bovenop de kap te werken,
toen eene nieuwe bewegiDg van het paard het wa
gentje deed kantelen, en allen in de diepte ver
dwenen. Inmiddels waren eenige personen toege
schoten, die, zooveel zij vermochten, de hand tot
redding uitstaken. Eon van hen, die zwemmen
kon - het was de molenaar J. Beek - ging te water
en slaagde er in achtereenvolgens twee der mannen
en een kind levend aan den kant te brongen. Eerst
een kwartier later vond men de lijken van de
vrouw van Hamel, van diens kind en van zijn broeder.
Niettegenstaande de beide in allerijl ontboden
geneeskundigen verschillende pogingen in het werk
stelden om de levensgeesten bij de drenkelingen op
te wekken, kwam men toch na een uur tot de
ervaring dat men slechts den dood kon constateeren.
Drie personeneen man, eene 23-jarige vrouw en
een kindje van 1 jaar, verloren alzoo bij dit ongeval
het leven.
Men schrijft aan het „Hbl." uit Rot
terdam: Sinds eenige jaren is het Centraalstation,
buiten de Delftsche Poort, nu in gebruik en heeft
het gebouw bewezen in alle opzichten voor een druk
verkeer volkomen berekend te zijn. Geheel anders
is het echter buiten het gebouw, onder de overkap
ping gesteld. De reizigers zijn daar verplicht over
de sporen te steken eer zij den trein kunnen be
reiken. Het gebeurt niet zelden dat eene drom rei
zigers zich beweegt op een nauw plankier, tusschen
twee voortrollende treinen, want, niet alleen komen
hier van twee kanten onophoudelijk treinen aaD,
maar op dit punt moeten de wagens van Holland-
sche- en Staatsspoorwegen uit elkander worden ge
houden, hetwelk tot een onverpoosd gerij aanlei
ding geeft.
De drukte aan het station is steeds toenemend
en zal er niet minder op worden als de lijn naar
Maassluis in dienst wordt gesteld. Het is dus hoog
tijd dat aan dezen toestand een einde kome en dat
door het maken van tunnels de groote kans van
gevaar ophoude. Daar het terrein indertijd belangrijk
is opgehoogd, kan het bouwen van doorgangen
zooals die op onderscheidene stations in ons land
reeds worden gevonden, geen bezwaar opleveren.
Gisternacht heeft in het kantoor
van den ontvanger der directe belastingen en accijnzen
aan de Veemarkt te Amsterdam eene brutale in
braak plaats gehad. De dieven - men kan met
het oog op het verrichtte veilig den meervoudsvorm
bezigen - zijn langs eene bij het kantoor staande
houten schutting op het dak geklommen, hebben
zich door het dakvenster tot den zolder en verder
door het verbreken van alle sloten en sluitingen
die zij op hun weg ontmoetten, tot het kantoor
toegang verschaft.
Ddar is letterlijk niets onaangeroerd gebleven.
Laden, loketten en lessenaars zijn, hetzij door het
losrukken der sloten, hetzij door die met behulp
van een centerboor te openen, nagesnuffeld.
Blijkbaar waren de heeren aan een verkeerd
adres, daar behalve eenig voor de hand liggend
klein geld niets door hen is kunnen worden mee
genomen.
Eene dubbele houten en van binnen met ijzer
beslagen deur, die toegang tot de plaats geeft waar
de brandkast staat, is eveneens op niet malsche
wijze door hen geopend. Groote boorgaten die
echter door de ruwe wijze waarop ze zijn aange
bracht, blijkbaar niet door handige boorders zijn
gemaakt en meer gelijken op gaten door muizen
er in geknaagd, gaven met openingen door mes of
beitel ruw in het hout uitgesneden, toegang tot dit
heilige der heilige, maar verder konden de dieven
het dan ook niet brengen.
Wanneer men nagaat hoe groot het geraas moet
geweest zijn en hoe lang de arbeid moet geduurd
hebben, dan is het alleen aan de slechte bewaking
van die buurt toe te schrijven dat er niets van is
opgemerkt.
De nachtelijke bezoekers zijn langs denzelfden
weg dien ze gekomen waren weer vertrokken, na
eerst nog een kijkje in den kelder te hebben ge
nomen. Ze lieten een eindje kaars, eenige lucifers
en een waspitje op den zolder achter.
Dit is de derde maal dat bij genoemden ontvanger
is ingebroken. Dv. IV.)
In den middag van 21 September jl.
heeft heimelijk hare ouderlijke woning te Enschedee
verlaten Gerridina Grooteboer, oud 17 jaar, haar
bruin en lang, oogen bruin, neus en mond gewoon,
kin, voorhoofd en aangezicht rond, lengte middel
matig, lichaamsbouw flink; kleeding: bruin kleed,
zwarte hoed met roode roos en veer en witlinnen
manchetten; voorts draagt zij gouden oorbelletjes.
Zij is den weg naar Hengeloo opgegaan met
zekeren Barend Rubbel, herkomstig uit Hilversum,
gestalte lang, aangezicht pokdalig, haar lichtblond
en veel uitgevallen.
De burgemeester van Enschedee verzoekt, namens
den vader dezer minderjarige, hare opsporing en
terugvoering naar die gomeente.
Op de derde verdieping eener woning
in de rue de Meaux, te Parjjs, woonden de echte
lingen Castner. Bij zijne aankomst om het avond
maal te gebruiken werd Castner eensklaps woedend
op het gezicht van zijn broeder, met wien hij in
onmin leefde. Een twist ontstond tusschen de twee
gebroeders. De man beleedigde èn zijn broeder èn
zijne vrouw. Deze laatste hierover in woede ont
stoken, vatte een mes van de tafel, en doorstak er
mee den neus van haren man. Castner vatte
toen op zijne beurt een mes; maar de vrouw, buiten
zich zelf van ecbrik, wilde door het venster sprin
gen. De man liet zijn wapen vallen en omvatte
zijne vrouw, die reed3 langs den buitenkant aan
een waschkoord hing, en wilde haar naar binnen
brengen. Hij zelf stond op den dorpel van het venster.
Yooraleer hij er in geslaagd was brak de koord
en de beide echtelingen Castner kwamen op de
straatsteenon terecht. Het toeval wilde dat de man
niet het minste letsel bekwam, maar de vrouw bleef
op de plaats dood. Wanhopend en schreiend van
aandoening, begaf de ongelukkige echtgenoot zich
weer naar boven en stond daar voor zijn 20-jarïgen
zoon, die een revolverschot op zijn vader loste.
Gelukkig kwamen de buren op dit oogenblik toe
gesneld, en bonden den zoon, ten einde hem te
beletten zijne moeder te wreken. Een onderzoek is
begonnen, maar de broeder, die de onverantwoorde
lijke oorzaak van dit drama was, zal waarschijnlijk
niet vervolgd worden.
Omtrent den brand van hetpaleis
Christiaanburg te Kopenhagen meldt men nader dat
tien van de 600 ter hulp gesnelde soldaten bij het
blusschen en redden der kunstschatten zijn omge
komen. Reeds Yrijdag-middag te vier uren had
men in de nevenzalen van het „Folkething" brand
bespeurd, maar men kon toch den oorsprong niet
ontdekken. Eerst te zes uren had eene gasont
ploffing in den oostelijken vleugel van het paleis
plaats en dadelijk sloegen de vlammen naar buiten.
Behalve den koning en den kroonprins was ook de
minister Bernstorff spoedig aanwezig. Toen het
gerucht van den brand zich verspreidde, werd
dadelijk de voorstelling in den kon. schouwburg
gestaakt. Te tien uren was de brand het hevigst;
20 meter hoog stegen de vlammen op. Door eene
dynamiet-ontploffing liet men de verbinding tusschen
het paleis en de kapel met het museum springen;
het dak van het museum werd geheel met natte
dekens belegd. Duizenden toeschouwers waren op
de been. De boekerij, de archieven en het Thor-
waldsen-mu3eum zijn, zooals reeds gemeld is, gered
ook de oude zilveren kunstwerken - het kroon-
zilver genaamd - zijn behouden gebleven. Het Chris-
tiansburg-paleïs werd door Christiaan VI opgericht
en heeft zes millioen dollars gekost. In 1794 afge
brand, werd het geheel in den oorspronkelijken
vorm herbouwd. Het steenen front was 367 voet,
de zijvleugels, die van brik zijn opgetrokken, 389
voet lang, het gebouw had eene hoogte van 114
voet; het had zes verdiepingen; de voornaamste
apartementen bevonden zich op de vierde verdie
ping; vooral de „Ridderzaal" was prachtig. Met
galerijen, op 44 fraaie kolommen rustende, omge
ven, was die zaal 118 bij 58 voet groot. Een van
de vleugels van het paleis diende tot zetel voor
het opperste gerechtshof. De bovenverdieping be
vatte de koninklijke schilderijenverzamelïng. Daaruit
zijn een 800-tal werken in veiligheid gebracht, even
als de marmeren groep, Hercules en Hebe voor
stellende. De architect Meldahl moet zich vooral
hebben onderscheiden bij bet redden van kunst
schatten en archieven. Een der vleugels van het
paleis was voor 1,800,000 kronen verzekerd. In het
Thorwaldsen-mu8eum, dat aan de noordzijde van
het paleis - doch daarvan afgescheiden - gelegen
is, vindt men ongeveer 300 kunstwerken van den
grooten beeldhouwer.
SXJITÏ2IN3L,^1NÏ>.
TE^srfvn ErrjflL.
De prefectuur der Seine te Parijs zou gisteren
de sacristie der kerk van Saint-Nicolas des Champs
in bezit nemen, wegens verbreeding van den weg.