bevond en buiten staat om iets te verdienen, weder
tot een misdrijf zijn toevlucht nam. Hij schreef nl.
een brief, waarin hjj met brandstichting bedreigde
wanneer hem aan het opgegeven adres geen f 25
werd ter hand gesteld, en wierp dien zonder van een
adres te voorzien in de brievenbus der woning van
dr. v. d. M. aan het Rapenburg, waarna hij zich
naar zijne verblijfplaats begaf, afwachtende wat zou
gebeuren. Al spoedig werd hem duidelijk dat de
brief in handen was gekomen van de bevoegde
autoriteit, die hem deed uitnoodigen zich over zijn
Bchrijven te verantwoorden. Aanvankelijk hield
beech, vol het plan te hebben gehad zijne bedrei
ging te volvoeren, maar later en ook nu voor den
rechter verklaarde hij dat het hem alleen te doen
was geweest om in de gevangenis to komen.
Adv.-gen. mr. Bijleveld requireerde eene veroor
deeling tot één jaar celstraf.
De verdediger, jhr. mr. De Jonge, trachtte aan
te toonen dat de opgave van besch. waarheid be
vatte en 't hem slechtó om eene verblijfplaats in
de gevangenis te doen was. Hij geloofde dat er
daarom van eene bedreiging geen sprake kon zijn
en concludeerde op dien grond tot ontslag van
rechtsvervolging. Yoor 't geval dat het Hof zijne mee
ning niet mocht deelen, hoopte pleiter subsidiair,
dat in ruime mate verzachtende omstandigheden
zouden gelden. Th. B. werd een half jaar celstraf
opgelegd.
liet gerechtshof heeft tevens in behandeling ge
nomen het appèl van een vonois der rechtbank te
Rotterdam, waarbij A. K. S. aldaar veroordeeld
werd tot 5 jaren gevangenisstraf wegens diefstal
van vijf vaten boter uit een pakhuis in de Lange
"Warande, gepleegd in vereeniging met drie andere
jeugdige personen. Bekl. ontkende, maar adv.-gen.
mr. Bijleveld requireerde de bevestiging van het
vonnis.
Verder deed het Hof uitspraak in de eergisteren
behandelde zaak. H. A. J. Gr., J. M. C. en A. P.
De H. uit Rotterdam werden wegens den hun ten
laste gel egden diefstal en medeplichtigheid veroor
deeldde 1ste en 3de tot 5 en de 2do tot 6 jaren
tuchthuisstraf. Vernietigd werd het vonnis inzake
De K. te Rotterdam, wegens het verkoopen van
sterken drank in het klein zonder vergunning;
deze beklaagde is van rechtsvervolging ontslagen
oendat niet hij, maar zekere S. (de lastgever van
De K.) had moeten terecht staan.
Het onweder herhaalde zich boven
deze stad gisteravond en hedenochtend, vergezeld
van hevige regen- en zelfs hagelbuien. Enkele
straten werden opnieuw als 't ware in slooten of
grachten herschapen. Van ongelukben alhier ver
namen we niet. Van elders kwamen, ook nog van
het voorgaande onweer, de volgende berichten in
Te Oldeberkoop is eene boerenbehuiziDg afge
brand, ten gevolge van hot inslaan van den bliksom.
Een groot gedeelte van hot vee is gered.
Te Grootebroek sloeg de bliksem in den kerk
toren. Niettegenstaande de spoedige hulp der brand
weer uit de naburige dorpen is de toren eene prooi
der vlammen gewordendo kerk is bewaard gebleven.
To Wildervauk ging het ooweder ook gepaard met
zware hagelbuien, regen en wind, die groote schade
hebben toegebracht aan de veldgewassen. Eene koe
van den landbouwer D. vond men 's morgens dood
in de weide; van onderscheidene gebouwen zijn de
ruiten stuk gehageld.
Te We8t-Stellingsworf zag men op enkele oogen-
blikken vijf of zes bliksemstralen te gelijk. Onge
lukken bleven dan ook niet uit. Te Sonnega werd
de boerenwoning van R. Heida door het hemelvuur
getroffen en met schuur, de meubelen, boerenge
reedschappen en ongeveer 40,000 KG. hooi in de
asch gelegd. Ook in het oostelijk deel der gemeente,
in de richting van Noorawolde, ontdekte men brand.
Te Kwadijk is de bliksem in een der watermolons
geslagen, waardoor een begin van brand ontstond;
het vuur werd spoedig door den molenaar gebluscht.
Deze molen behoorde tot denzelfden zoogenaamden
molengang, waarvan er Zaterdag een door den
bliksem getroffen werd en geheel afbrandde.
Ook boven de gemeente Broek-in-Waterland heeft
eeu hevig onweder gewoed, vergezeld vaD zwaren
stortregen. Do hooischelf van P. Van "VYiebenburg
werd door den bliksem getroffende in allerijl
aanrukkende spuiten waren echter don brand spoedig
meester.
Ouden van dagen herinneren zich Diet, zulk een
onweder te hebben bijgewoond, als zich ook boven
Veendsm en omstreken ontlastte. Hevige bliksem
slagen, gevolgd door ratelenden donder, volgden
elkander gedurig op. ;Do regen viel in stroomen
neder en daarenboven langer dan 20 minuten een
geweldige hageljacht. De glazen kletterden en velo
werden gebroken. Ook de daken der huizen hadden
het erg te verantwoorden. De tuinen on landerijen
zien er treurig uit, de hagel heeft alles tor neer
geslagen, zoodat de schade o. a. in rogge en haver
zeer aanzienlijk is. De bliksem, die op enkele plaatsen
is ingeslagen, heeft er echter geene verdere 6chade
aangericht.
Eveneens woedde in de omstreken van Deventer
een hevig onweder. Op drie verschillende plaatsen,
namelijk in do richting van Bathmen, Gorsel en
Apeldoorn, werd een hevigo brand waargenomen.
In het Hoofddorp is gisteren in
publieke veiling eene bonwmanswoning met omtrent
20 hectaren bouw- en weiland verkocht, gelegen
aan den IJweg bij den Bennebroekerweg te Haar
lemmermeer, voor de som van f 17000, behalvo
10 pet. opgeld.
De slager P. te Bodegrave, die dezer
dagen eene koe slachtte welke aan miltvuur lijdende
was, had de onvoorzichtigheid zijne met bloed be
vlekte hand in aanraking te brengen met een klein
wondje, am het voorhoofd. Reeds denzelfden avond
overleed hij.
Hedenochtend is van den eersten
ledigen zandtreiü, komende van Hoorn, do trein-
smid Scheffers aan het station Oosthaizen van dion
trein afgesprongen en mot zijn been daaronder
geraakt. Het been is verbrijzeld en zal geamputeerd
moeten worden.
De heer Van den Brandeler, adjunct-
inspecteur der Staatsspoorwegen, die zich Woensdag
avond op den trein bevond, die o. a. deu kroon
prins van Duitschland met zijn gezin naar Vlis-
siogen vervoerde, is bij de aankomst aldaar aan een
groot ongeluk ontsnapt. Toen de trein bij het haven
station gekomen, doch nog remmende in gang was,
wilde de heer v. d. B. vau de loopplank springen,
om den Duitscben conducteur het een of ander mede
te dee'en. Hij stapte mis of verloor door de eene
of andere oorzaak zijn evenwicht, althans het scheelde
niet veel of hij was van den trein gevallen. Terwijl
bij zich stevig daaraan vastklemde, werd hij half
loopende langs de geheele lengte van hot perron
voorfcgesleurd, tot bij met behulp van auderen
werd losgerukt en daardoor grooter onheil werd
voorkomen.
Onder de zonderlingen, die te Berlijn
roadloopen, behoort eeDe veertigjarige, zwartgelokte,
schatrijke dame, die des winters in een luchtig
mousselinen kleedje en een stroohoed, en thans in
de Juli-hitte in een dikken met bont ge voorden
mantel on winterhoed gekleed is.
Door hevige sneeuw- en regenvlagen
in de Boven Alpsn is de Jinrivier uit hare oevers
getreden. De Salzacb en Donau wassen daardoor op
onrustbarende wijze.
Een 24 jarige kellnerheefteen 19-jarig
meisje, het nichtje van eene keffiehuisboudster in
den Faubourg St.-Denis to Parijs, vermoord en
daarna zich zei ven gedood. Hij was verliefd en do
tante had hare toestemming geweigerd en den ver
liefden kellner uit haar dienst ontslagen.
8 1 T E N L A N X>.
De president der Republiek is naar de Jura ver
trokken en zal te Parijs terug zijn wanneer het
OoDgres bijeenkomt.
Door do commissie uit de Kamer, belast met
het onderzoek der rekening van 1S76, is besloton
den heer Buffet aan te spreken voor eeoe som van
6872 fr., die hij betaalde voor een extra-trein,
welke Don Carlos na zijne verbanning uit Frank
rijk van de Spaansche grenzen naar Boulogne bracht.
De Rekenkamer heeft de uitgaaf niet vereffendde
Kamer moet dus uitspraak doen.
Iq de gisteren door den Senaat gehouden
zitting werd het oDtwerp der grondwetsherziening
bestreden door de heeren Wallon, Léon Say en
Jules Simon.
Groot«3rltaunie.
Aan deu inhoud van het nieuwe Blauwboek, dat
gisteren verschenen is. is nog het volgende ontleend
Op 5 Juli had graaf Van Bylandt, die door de
heeren Pruys Van der Hoeven en Van der Wyck
vergezeld werd, eene bijeenkomst met lord Gran
ville. Graaf Van Bylandt droog steeds aan op een
antwoord op de door Nederland gestolde vraag,
of Engeland wilde medewerken tot eene blokkade
der kust van Atjeh.
Lord Granville weuschte echter eerst te zien, of
het niet mogelijk zou zijn, gemeenschappelijk han
delend op te tredeo. Hij onderstelde dat Noderland
nog steeds bevreesd was tot bet betalen der reeds
aangeboden schadeloosstelling.
Graaf Van Bylandt stemde toe iu het gemeen
schappelijk handelend optreden; hij betoogde echter
dat het voor Nederland noodzakelijk was, zijn gezag
te handhaven en de blokkade uit te breiden, ten
einde gehoorzaamheid af te dwingen. Wanneer dit ge
schied was, zouden de havens weder geopend worden.
Lord Granville verklaarde dat de blokkade eene
daad van oorlog zou zijn, maar graaf Van Bylandt
antwoordde dat deze alleen als politiemaatregel kon
worden beschouwd. Lord Granville wees er op dat
een politiemaatregel slechts toepasselijk kon zijn
op Nederlandsc'ne havens, maar dat de hierbedoelde
havens door de Atjehers werden gecontroleerd
Graaf Vau Bylandt zeide dat het in dit geval
noodzakelijk zou zijn, andere mogendheden te raad
plegen maar lord Granville antwoordde dat deze
mogendheden niets anders dan de invrijheidstelling
der gevangen bemanning konden verlangen.
Hierop kwam graaf Van Bylandt wedor terug
op het gemeenschappelijk handelend optreden, en
zeide, dat hij bij de Nederlandsen© Regeeritig zou
kunnen aandringen op het aannemen der Eugelsche
voorstellen, in de onderstelling dat indien de radjah
de gevangenen iu vrijheid stelde, en zich wederom
asn het Nederlandsch gezag onderwierp, de havons
zouden wordea geopend eu de schadeloosstelling
zon worden betaald. Nederland zou zich echter het
recht voorbehouden, om de blokkade weder in te
voeren, iodien de radjah opnieuw in opstaüd kwam.
Lord Granville verzekert met den mceston nadruk
dat de Engeische regeering hare toestemming niet
gegeven hoeft tot eooe blokkade van de ku6fcen.
Engeland wil alleen medewerken tot gemeenschappe
lijk handelend optreden. Telegraphische instructies
zijn gezonden aan den bevelhebber van het oorlogs
schip „Pegasus" om, bij dit handelend optreden,
in overleg mot de Nederlandsche Regoering te werk
te gaan.
In het Lagerhuis deelde de heer Gladstone
gisteren mede, dat de Egyptische Conferentie dien
dag weder bijeenkwam en hare naaste zitting op
Maandag a. s. heeft bepaald. Hij hoopte dan aan
'het Huis eeuige raededeelingen te kunnen doen.
Do hoor Baring is nog steeds ongesteld en woonde
gisteren de zitting der Conferentie niet bij, welke
zich bezig hield met de Fransche voorstellen.
Onder do ledeu van het Lagerhuis wordt ver
zekerd dat de pogingen om tot eene verstandhou
ding te geraken, slechts wemig vorderingen hebben
gGmaakf. De Conferentie komt wel Maandag weder
bijeen, doch alleen voor de noodige formaliteiten,
om de zitting voor langeren tijd te verdagen.
Do „Standard" meldt dat het besluit der
Eogelsche en Nederlandsche regeeringen aan den
radjah van Tonom geteekeud is door tusschenkomst
der vertegenwoordigers van beide mogendheden in
Atjeh. Het Eugelsche oorlogsschip „Pogasus" zal
in de wateren van Atjeh blijven, om de gevangen
schepelingen der „Nisero" aan boord to nemeD,
zoodra zij, gelijk verwacht wordt, door don radjah
in vrijbe'd zijn gesteld.
De eerste steenlegging van het nieuwe gebouw
der National Liberal Club te Londen door Glad
stone zal op 30 dezer r.iet plaats hebbsn, maar is
tot den herfst verschoven.
Zuid-Af rika.
De „Volksstom" heefc uit Nederland bericht
oDtvangOD dat de deputatie daar te lande een spoor
weg-leening van 15 raillioen gulden bad gesloten.
„Dit bericht" - schrijft bet blad - „»s, naar wij
van goeder hand vernemen, per brief door een lid
der deputatie bevestigd. Door de maatschappij wordt
eeu waarborg of securiteit voor de behoorlijke uit
voering gestold van circa 30,000 pd. st. Dit bedrag,
hetwelk vrijelijk door de regoering mag worden ge
bruikt, wordt aan de maatschappij successievelijk
terugbetaald, naar gelang dat de lijn - sectiesge-
wijze - is gevorderd. Zoodra de geheele lijn gereed
is, wordt bet restant van de waarborgsom terug
betaald en ook eerst dan en niet eerder begiDt de
garantie van de Z.-A. Republiek van 5 pet. De
maatschappij ontvangt geen grond aan weerszijden
van den weg, evenmin plaatsen, mijnrechten of
dergelijke. Aaa de overeenkomst is een amortisatie-
plan verbonden, waardoor de geheele lijn na ver
loop van zekeren lijd hot eigendom van den Staat
wordt.
„"Waarlijk, onze Hollandsche stamverwanten hebben
het niet bij woorden gelaten; hunue daden
leggen bewijs af hunner sympathie, als dit werkcljjk