iV. 7491.
Maandag 21 Juli.
A0. 1884.
Eerste Blad.
LEIDSOÏÏ
DAGBLAD.
PBIJS DEZER COURANTt
▼•or Leidtn per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze CoBiant wordt dagelijks, met nitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PRIJS DER ADVERTENTIES
Ven 1—6 regels 1.06. led.re regel f 0.I7A
Groolere letters naar plaatsruimte. Voor het incajMt*
ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN.
Oflieië-ele KennlsgerlngeB.
JACHT.
De Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den
lOden Juni 1884, n°. 65;
Gelet op art. 11 der Wet van den 13den Juni 1857
(Staatsblad n°. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij
voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald,
dat de afzonderlijke jachitn op waterwild voor dit jaar zijn
geopend op Maandag den 28sten Juli aanstaande, en dat
mitsdien van af dat tijdstip de uitoefening der jachtbe
drijven, vermeld in art. 15, litt. d, f en hder wet op de
jacht en visscherij, is geoorloofd; wordende tevens her
innerd aan de bepaling van art. 1 van het Reglement op
de uitoefening der jacht en visscherij in deze Provincie,
krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats
hebben dan op het water, langs de stranden, oevers van
meren, plassen, rivieren en op moerassige landen.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afge
kondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is,
alsmede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsche
Staatscourant worden geplaatst.
De Commissaris des Konings voornoemd,
FOCK.
's-Gravenhage, 34 Juni 1884.
Eea woord ran welkom.
Over het algemeen noemt men het een goede
eigenschap van een volk, als het de voorvaderlijke
gebruiken, zeden en gewoonten in eere houdt, en
er niet verder van afwijkt dan door de eischen der
beschaving wordt noodig gemaakt- beschouwt men
het als een teeken van verval, als eene Datïe niet
langer prijs stelt op oorspronkelijkheid. Wij gelooven
dus, door de kermis te waardeeren, en haar een
welgemeend woord van welkom toe te roepen, een
vaderlandlievende daad te verrichten.
Misschien zal iemand deze logica wat al te kras
vinden. Het zij zoo: toch geven wij haar ernstig
in overweging.^ Er is, naar beweerd wordt, veel
droevigs en naargeestigs op de wereld, en toe
nemend is het getal personen die elkander met
strakke gezichten aankijken, als kon ergeenlacbje
meer af. We zitt9n te zuchten en te suffen, en
maken onze rekening al jaren vooruit als hadden
we de teleurstellingen die ons dan kunnen treffen
zóó maar voor het grijpen; we verdiepen ods in
onvruchtbaar gepeins over het verleden, kijken
door een vergrootglas naar de moeielijkheden van
het tegenwoordige, en - nu ja, op die manier is
het geen wonder dat we ons pleizier wel op kunnen.
Komt dan de tijd, die van oudsher door de geza
menlijke burgerij eener gemeente gewijd was aan
een vermaak, waaraan zich niemand onttrok, waarin
elk op zijne manier en naar de mate zijner be
schaving deelde, - dan zijn we eigenlijk te verdrietig
om er aan mee te doen.
De kermis, mijne vriendenis beter, is getrouwer
dan wij. Zij geeft ons wezenlijk een beschamend
voorbeeld van standvastigheid. Zoeken wij, elk voor
zich, allerlei redenen of voorwendsels om haar den
rog toe te keereD, zij stapelt kolen vunrs op ons
ondankbaar hoofd. Zelfs daar waar men haar met ruwe
hand en barschen mond den toegang weigert, weet
zij toch weer een plaatsje te veroveren. In Am
sterdam is de officiëele kermis afgeschaft, maar
de officieuze, de zoogenaamde voorjaarskermis, her
neemt langzamerhand al de rechten waarvan men
hare beroemde zuster heeft ontzet. Bovendien, -
we hebben er reeds vroeger op gewezen, als bij het
een of ander feest een zoogenaamde „kermesse
d'été" op het prognam staat, kan men er zeker
van zijn dat geen nummer meer bijval vindt dan dat.
Na zijn we zoo vrij, de echte oud-Hollandsche
waar te verkiezen boven den namaak, 'fc Is waar,
bij den laatste worden slechts de uitverkorenen der
fortuin toegelaten, en de man, die daar op een
stellage zijn koek staat te debiteeren, heeft mis
schien meer in de melk te brokken dan al de col
lega's van „Jaap" te zamen genomendoch hoe
goed de eerste zich van zijne taak kwijt, zijn humor
is toch altijd een geleend pak, en het echte, de
onovertroffen welsprekendheid van Jaap in eigen
persoon, is toch honderdmaal meer waard. Beproeve
eens iemand, den juisten toon te treffen waarop de
uitdeeler van die heerlijke peperkoeken het aan
doenlijk woord spreekt: „Och meisjes, meisjes -
wat zul jelui toch huilen als je hoort dat Jaap
dood is", - en zijne drieste verzekering dat het
allemaal winst is wat de klok slaat, om de een
voudige reden dat hij nooit den bakker betaalt!
Meent iemand dat het zijn fatsoen zal krenken,
te blijven in eene stad waar hetgeen hij hetkermis-
bacchanaal noemt, den schepter zwaait, - hij gawe
leven in een vrij land en zullen niet trachten hem
vast te houden. Maar vóór wij besluiten kuonen
met hem weg te vluchten daarheen, waar zijn
Baedeker hem heendrijft, moet ons eerst het bewijs
geleverd worden dat pleiziermaken en zedelijkheid
on vereen igbaar zijn. We beroepen ons nogmaals
op de hoofdstad: meent men wellicht dat juist van
het oogenblik dat het doodvonnis over de kermis
werd uitgesproken, de tooneelen van losbandigheid
opgehouden hebben, de rust der burgerij te verstoren
Wie het beweert, kent den werkelijken toestand niet.
Ondanks alles wat beproefd is om er iets anders
voor in de plaats te zoeken, is en blijft de kermis
het volksfeest bij uitnemendheid. Nationale feest
vieringen vallen meest altoos in het waterhet schijnt
wel alsof de tijd, toen elke stad van Nederland
een soort van zelfstandige Republiek vormde, voort
leeft in onze opvatting van feestelijkheid. Met knnst
en vliegwerk heeft men dat willen veranderen, -
het baat niet, - ook hier gaat de natuur, of liever
gaat de traditie boven de leer.
Zooveel trouw als de kermis ons betoont, ver
dient met wederliefde te worden beantwoord. Als
het beschaafde publiek in zake de volksvermaken
minder zocht naar het ideale, maar rekening hield
met het bestaaude en het door zijne medewerking
zocht te veredelen, dan zou de kermis gewis ook
met den tijd medegaan en afleggen wat haar ont
siert. Gemeenschappelijke feestvreugde is een op
voedingsmiddel bij uitnemendheid; zij brengt de
maatschappelijke standen nader tot elkander. Doch
wanneer zij die het voorbeeld van goede manieren
ook te midden der pret kunnen geven, niet willen
meedoen omdat zij zich te goed achten voor het
gezellig samenzijn met personen uit nederigen kring, -
wanneer het vooroordeel tegen kermisvermaak veld
wint, dan kan het niet anders, of ruwheid blijft
meesteres van het terrein, en de kermis wordt, wat
niemand gaarne zou willen dat zij ware, - eene ten
toonstelling van onhebbelijkheden.
Juist dat moeten we met kracht zoeken te voor
komen. De kermis heeft alle recht van bestaan, om
dat zij ook den minderen man gelegenheid aan
biedt om zich met vronw en kinderen op gepaste
wijze te vermaken. Om haar tot dat doel geschikt
te doen blijven, moeten we haar niet verwaar-
loozen, haar niet onze minachting in 't aangezicht
werpen. Ons ond-Hollandsch feest wekt bij ieder
die nog iets gevoelt van de poëzie des verledens,
te aangename herinneringen op, dan dat we zijn
terugkeer niet met een hartelijk „welkom" zouden
begroeten.
LSIBEN, 19 Juli.
De door burg. en weths. aan den Raad over
gelegde rekening der gemeente over 1883 bedraagt
in ontvangst ƒ1,016,604.915, in uitgaaf 872,343.80s
en sluit derhalve met een batig saldo van 144,261.11.
Hedennamiddag ontvingen we per Fransche
mail, via Napels, do Indische bladen alleen van
14 Juni.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 35—57 volwassen
personen en van 24 kinderen.
Na de cholera van naderbij dreigt en zich
langs de kust der Middellandsohe Zee schijnt uit
te breiden, zijn de gemeentebesturen door de Regee-
ring aangeschreven zooveel mogelijk maatregelen
te nemen tot wering van de uitbreiding dier ziekte.
Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de
plaatselijke gezondheidscommissie te Sassenheim het
zich als haar plicht gerekend de ingezetenen bij
publicatie bekend te maken met de voornaamste
voorzorgsmaatregelen. Zij beveelt met aandraDg aan
reinheid, zoowel binnen als buiten de woningen;
het reinbouden van het lichaam; zorg te dragen
dat privaten en mesthoopen geen stank verspreiden,
daar inademing van rottende stoffen zeer nadeelig
ishet drinken van zuiver water en nooit het water
uit slooten of vaarten daartoe te gebruiken; het
niet eten van onrijpe vruchten en ongekookte
groenten, als komkommers, salade en dergelijke.
De commissie vertrouwt dat do ingezetenen hare
weoken ter harte zullen nemen en de bovenge
noemde voorschriften zullen nakomen.
Ten Hove heeft gisternamiddag te 6 uren
de gebruikelijke rouwmaaltijd plaats gehad, waarop
waren genoodigd de vreemde vorsten en speciale
afgevaardigden bij de begrafenis van den Kroonprins.
Aan de tafel voor de vorstelijke familie hadden,
behalve de koninklijke gastheer en gastvrouw, plaats
genomen Prinses Hendrik, Prinses Frederik Karei
van PruiseD, de Erfgroothertog van Saksen-Weïmar,
Prins Albert van Pruisen en do Prins Von Wied.
"Verder hebben aan dit diner deelgenomen, allen
gekleed in groot kostuum of groot tenue, de groot-
officieren van de Kroonde ministers, hoofden der
departementen; de minister van staat, graaf Yan
Lijnden; de vice-president van en do procureur-
generaal bij den Hoogen Raad; de vice-president
van den Raad van State; de president van de
Eerste en de waarn. president van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, de heer Tak Yan Poortvliet;
de commissaris deB Konings in Zuid-Holland; de
president van de Algemeene Rekenkamer; degen.-
maj. Yan Bel, waarn. gouverneur der residentie;
de adjudanten van wijlen don Prins van Oranje,
kolonel Hojel en majoor Beijerman; de gezanten
van België, Rusland, Duitschland (graaf Yon Bis
marck in de uniform van ulanen-officier), Tarkije,
Zweden, Engeland, Frankrijk en Rumenië aan ons
Hof; de Luxemburgsche deputatie; de speciale
afgevaardigden van Nassau, Wnrtemberg en Wal
deck-Pyrmont, alsmede de adjudanten en kamer -
heeren der vreemde Yorsten en Vorstinnen.
Prinses Albert van Pruisen is gistervoormid
dag om halfelf te 's-Hage aangekomen om met
haar gemaal, die aan het Rijnspoorstation tor ver
welkoming aanwezig was, een gedeelte van het
badseizoen te Scheveningen door te brengen. De
nieuwe Dnitscho gezant, graaf Yon Bismarck, en de
afgetreden vertegenwoordiger van dat rijk, baron
Yon Alvensleben, alsmede de burgemeester compli
menteerden H. K. H. bij de aankomst.
Prinses Hendrik verleende gisteren audiëntie
aan Prins Karadja, buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van Tarkije bij ons Hof.
De Koning heeft, naar men verneemt, baron
Snouckaert Van Schauburg, zijnen thesaurier, be
noemd tot gevolmachtigde voor de ontvangst en de
voorloopige administratie der nalatenschap van wijlen
den Prins van Oranje.
Gisteren zijn de paarden, het rijtuigmateriëel en
verdere inhoud der stallen asm den gecommitteerde
van den hoogen erfgenaam overgedragen en heden
wordt een aanvaüg gemaakt met de inventarisatie
van den inboedel van het Paleis aan den hoek
der Heulstraat.