N°. 7483. Vrijdag 11 Juli A0. 1884. PRIJS DEZER COURANT PRIJS DER ADVERTENTIEN Voor Leiden per 3 maanden 1.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Franco per post.. - 1.40 van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- Afzonderlijke Noramers 0.05. ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. lO «lalt. De heer C. J. Leembruggen alhier is gekozen tot directeur van de Maatschappij tot bevordering van Nijverheid, welke thans te Assen hare 107de algemcene vergadering houdt. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Noord-Amerika door middel van het stoomschip „Edam", van Rotterdam vertrek kende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Zaterdag-ochtend tehalftien bezorgd zijn. Ook prof. Naber te Amsterdam heeft bedankt voor esno benoeming te Leiden ter vervanging van professor Cobet. De Indische mail per stoomschip „Voorwaarts" wordt morgen alhier verwacht. B)j de openbare mededeeling van den uitslag van de e?nd- en overgangsexamens aan de H. B.- school met 5-jarigen cursus voor jongens te VHage werd door den directeur dr. Groenmau, onder har telijke instemming der leerlingen, welverdiende hulde gebracht aan de scheidende leeraren, de heeren '-'an Aalst en dr. Jan Ten Brink, voor de uitnemende zorgen, gedurende tal van jaren door hen aan don bloei der inrichting en het onderwijs harer leerlingen gewijd. Den heer Ten Brink o. a. wenschte hij toe in zijn nieuw ambt aan de Leidsche Universiteit met even veel opgewektheid en met evenveel nut werkzaam te zijn als 22 jaren lang aan de Haagsche Bur gerschool. Dr. ?.q Ten Brink betuigde in antwoord op deze afscheidsrede zijn innigen dank voor de vele be wijzen van gehechtheid van de directeuren, ondor wie hij gewerkt had, voor de wijze waarop zijn ambtgenooten hem altijd ter zijde hadden gestaan, en voor de oplettendheid waarmede de „spes patriae hem altijd gedurende zijne lessen had gevolgd Hij eindigde met den wensch, dat in de harten zijner leerlingen een vonk zou zijn over geplant van zijn geestdrift voor Vorst, land, volk en letteren. Een „oud-Hoogero-Burgerscholier" te 's-Hage schrijft aan het „Yad." het volgende: „Een dubbel afscheid werd heden op de H. B.-S. met 5-jarigen cursus alhior (te 's-Hage) genomen. Twee dor veteranen van het legercorps der leeraren gingen hunne spitsbroeders verlaten, de een om voor goed op zijne lauweren te rusten, de ander om plaats te gaan nemen in de rangen der hoogste bevel voerders. Hot is mijn wensch met een enkel woord te schet sen, wat de H. B.-S, in beiden, liever vooral in den laatste verliest. Ik zeg vooral in den laatste, zonder daarbij in het minst te kort te doen aan de be kwaamheid, den ijver en de toewijding, door den heer v. Aalst aan den dag gelegd in de jaren dat hij behoorde tot het corps onzer leeraren. Maar [de plaats, door dr., thans prof. Ten Brink in onze school ingenomen, was zulk eene eigenaardige, dat als vanzelf zijn figuur bovenal de aandacht trekt. Ofschoon slechts den titel voerend van leeraar, was dr. Ten Brink eigenlijk reeds gedurende jaren hoog leeraar. Dit laatste woord kenschetst zijn geheele wijze van zijn en optreden aan onze Burgerschool. Hij onderwees niet zoozeer; hij vertelde, schetste, oreerde. Schier ieder zijner lessen in geschiedenis en letter kunde was eene redevoering, maar eene zooals men die van hem ook van achter bet spreekgestoelte gewoon is, voor de vuist, vloeiend, opwekkend, met warmte en bezieling voorgedragen. Alwat naar school8chheid leek was daarbij verre gebannen. Heen dor geraamte van nameD, feiten en jaartallen, maar oen schilderachtig, boeiend, aaneengeschakeld ver haal, waar ieder der leerlingen naar luisteren moest en waar iedereen met graagte naar luisterde; een verhaal, afgewisseld door een citaat, soms een gansch vers of eene geheele episode, door den spreker uit zijn rijke lectuur als voor de hand weggenomen. Nog herinner ik mij, hoe wij als jongens gretig zaten te luisteren naar zijn schets van het Roelantslied, door hem ingevlochten tusschen de geschiedenis van Karei den GrooteD, en ons voelden meegesleept door het grootsche van den heroïschen kamp der Paladijnen tegen de Saracenen; hoe we onder de les der staathuishoudkunde verrast werden door de voordracht van Coppée's La Grêve des Forge- rons, te midden der voor ons wel wat droge vraag punten van den stryd tusschen kapitaal en arbeid. En hoe vel en zijn er onder zijne talrijke ond- leeringen, voor wie de herinnering aan de nren, onder zijn gehoor doorgebracht, niet rijk 1*3 aan het genot, waarmee bezieÜDg en liefde voor poëzie, kunst en vaderland do jongelingsborst vervult! „Met dr. Ten Brink gaat de poëzie van de Hoogere Burgerschool." - 't Is niet van één, maar van velen zijner oud-leerlingeD, dat ik dit woord gehoord heb, en wie het niet uitsprak van hen, zal het bij het lezen ongetwijfeld beamen. - Met hem althaüs ver- dwynt van deze school een man, die diep door drongen was van het besef dat niet alleen het hoofd, maar ook het gemoed onzer jongelingen moet ont wikkeld en gevoed worden, en dat dit te doeu de eigenaardige roeping is van hem, die de taal, boveöal die de letterkunde zal onderwijzen. Een man, die begreep dat het onderwijs in de letterkunde alleen dan aan zijn doel beantwoordt, wanneer het bovenal de ontwikkeling van verbeelding en schoonheids gevoel beoogt, en die inzag, dat liefde ïn te boe zemen voor zijn vak, de zekerste weg is om zijn onderwijs vruchten te doen dragen, ook buiten de school, voor hot leven. Maar bovenal een man, die gevoelde dat in de liefde voor onze taal en onze kunst do zekerste waarborg ligt voor ons onaf hankelijk volksbestaan, en dat het de hoogste roe ping van zijn ambt was, die liefde diep te grond vesten in de harten onzer jongelingschap. Yoor den hoogleeraar Ten Brink is thans de 6choone gelegenheid geopend aan die roeping gevolg te geven voor een nog wijderen kriDg; voor onze Burgerschool, voor onze Haagsche jongelingschap is het te hopeD, dat aijn opvolger gelijke zucht moge paren aan gelijke talenten om haar op te volgen. Ik help het van harte wenschen." Aan het standbeeld van Willem den Zwijger, staande op het Plein te 's-Gravenhage, was heden een schoone krans van witte, met groen doorvlochten rozen gehecht. Onder commando van kapitein Yan Hoog straten, ridder van de Militaire Willemsorde, be trok gistermiddag eene compagnie grenadiers met het vaandel, de eerewacht voor het paleis van den overleden Kroonprins. Door de geneeskundige staatscommissie te Utrecht zijn toegelaten tot het lste gedeelte van het artsexamen de heeren: D. W. C. Yan Dort Kroon, D. E. Yan Heukelom Siegenbeek en M. A. Oosterhaven. Bevorderd werden tot arts de heeren J. C. I. v. d. Hagen, J. De Haan en A. W. Pulle. De faculteit der rechtsgeleerdheid aan de universiteit te Amsterdam, heeft een gouden me daille toegekend aan den heer P. A. Tichelaar, candidaat in de rechten te Utrecht, voor zijn inge zonden antwoord op de prijsvraag over „de leer der culpa, Romeiosch- en Nederlandech Burger rechtelijk beschouwd." De commissie voor de strafverordeningen uit den Rotterdamschen gemeenteraad heeft bij dien Raad ingediend een ontwerp-verordening betreffende het weren van verkoop van voor de gezondheid schadelijke eet- en drinkwaren, als onrijp ooft enz., welke verordening ook to Rotterdam nog steeds ontbreekt. Tot directeur van het stedelijk muziekcorps te Deventer is benoemd de heer J. W. Wensink te Goor. Blijkens mededeeling van Zr. Ms. gezant te Berlijn zijn de koninklijke BeiersohedouaDö-beambten aangeschreven de voorwerpen, welke uit Nederland naar de Melkerij-tentoonstelling te Munchen worden verzonden en na afloop dier tentoonstelling weder naar Nederland worden teruggevoerd, onbezwaard door te laten. Den 12den Juli a. s. vertrekt naar Dublin de commissie, onder voorzitterschap van den majoor P. N. J. Thirion, van het 3de reg. huzaren, tot aankoop van paarden voor het Rijk in Ierland. Uit bad Kreuth ontvingen de uitgevers J. Van der Endt Zoon, te Maassluis, een zeer vleiend schrijven, waarbij de Koning en de Koningin ieder voor twee exemplaren inteekenden op het door die firma uit te geven werk van dr. W. A. Terwogt, getiteld: „De Vader des Vaderlands, in zijn leven en werken geschetst voor het Nederlandsche volk." Ook Prinses Hendrik der Nederlanden en de Groothertogin van Saksen vereerden de uitgaaf met hunne inteekening, terwijl de Koning van België zijne belangstelling in don voor ons zoo gedenk- waardigen lOden Juli deed blijken, door een ex. van dit werk te bestellen voor Zr. Ms. particuliere bibliotheek. De luit. ter zee der lste kl. M. F. Reeringb, ged. bij het dep. van marine, wordt met den laat- sten dezer op non-activiteit gesteld, en met 1 Aug. a. s. vervangen door den luit. ter zee der lste kl. W. J. P. Yan Waning, officier van politie bij 's Rijks Werf te Willemsoord. Het stoomschip „Drente", van Java naar Rotterdam, vertrok 8 dezer van Padang; de „Zee land" arriveerde 8 dezer van Rotterdam te Batavia de „Voorwaarts", van Batavia naar Amsterdam, is gisteren te Frioul (Marseille) aangekomen de Bur gemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok gisteren van Southamptonde „Prins Mau- rits" arriv. 30 Juni van Amsterdam te Paramaribo de „Noord-Brabant," van Java naar Rotterdam, vertrok gisteren van Marseille; de „Prins Frede- rik," van Batavia naar Amsterdam, vertrok gisteren van Port-Saidde „Zaandam" vertrok gisteren met de mail voor Nederland en 60 passagiers van Nieuw-York naar Amsterdam. Geiaeagd Wieuwa. Na het onweder en de regenbuien van gisteravond was er heden niet veel verkoeling in de natuur op te merken. Het was nog even druk kend als de vorige dagen; wèl was er in den na middag opnieuw onweer aan de lucht, zelfs zoo dat dit van invloed op de werking van enkele telegraaf lijnen was, maar het duurde lang eer de zoo ver wachte regen weder op het aardrijk alhier neer kwam, zij het dan ook niet bij groote stroomen. Hedenmorgen werd onze stad met een vluchtig bezoek vereerd van eenige duizenden insecten, bekend onder den naam van „sparre- bouters", die zich in ongeveer noordwestelijke naar zuidoostelijke richting voortbewogen. Door twee sloepen, elk bemand met 12 jongens van de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, zal worden deelgenomen aan den provin cialen roeiwedstrijd te Sneek, die aldaar dea 20ston Augustus a. s. zal gehonden worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1