N°. 7482. Donderdag lO JuK. A®. 1884. Eerste Blad. IN MEMORIAM. PUIJS »EZi:it COÜiSA.M Voor Leiden per 3 maanden1.10. Coorant Trordt dagelijks, mot uitzonden»; Franco per post1.40. van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Afzonderlijke Nommersn 0.05. I'll US DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. f.romere letters naar plaatsruimte. Voor het incasscc- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Dit Lommer bestaat uit TWEE BLADEN. Oüiolëeïe Burgermeester en Wethouders van Leiden; Brengen ter algerneene kennis dat de brug in den Witten Singel over den Delftschen Yliet, nabij de Naakte Sluis, wegens herstelling, met ingang van den lOden Juli e. k gedurende vijf dagen voor de passage van rij en voertuigen zal zijn afgesloten, terwijl de passage voor voetgangers over de Naakte Sluis kan plaats hebben. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 9 Juli 1834. E. KIST, Secretaris. „Vader Willem is niet meer", zoo klonk vóór driehonderd jaar, op den lOden Juli, de droeve mare vso aller lippeD, in wier harten hij leefde. Van ziekte noch ongesteldheid was sprake geweest. Kort te voren had hij met zijne gemalin, Louise De Coligny, en den burgemeester van Leeuwarden - die den Prins over de aangelegenheden van Fries land was komen spreken - het middagmaal gebruikt. Vóór hij aan tafel ging, had zich een zeker persoon bij hem aangemeld, die zich voor Francois Guyon uitgaf en hem om een paspoort verzocht. Op de Prinses maakte die man geen gunstigen indruk, 't Was alsof zij een angstig voorgevoel hadzij fluis terde haar gemaal in dat zij dien man niet ver trouwde De Prins koesterde niet den minsten argwaai en gaf aan een zjjner geheimschrijvers last een paspoort voor hem in gereedheid te brengen. Na het gebraik van het middagmaal verliet hij de kamer en ging de trap af om zich naar zjjne bij zondere vertrekken te begeven, loen uit het holle gewelf, bezijden die trap, een man te voorschijn trad. Het was dezelfde persoon. De Prins dacht dat hij het paspoort kwam in ontvaDgst nemen. Doch wat haalt de snoodaard van ondor zijD mantel voor den dag? Een pistool, waarmee hij drie kogels op deD edelen Prins afschoot, waarvan er een nog met kracht togen don muur aansloeg. De Prins was doodeljjk getroffen. Stervend sprak hij de eeuwig gedenkwaardige woordon: „Mijn God! mijn God! ontferm u over mij en over dit arme volk!" Hij werd door zijn stalmeester Jacob Van Maldere in zijne armen opgevangen en naar de zaal, zoo pas door heen verlaten, gedragenmaar de Prinses, doodelijk ontsteld, mocht geen woord meer uit zijn dierbaren mond vernemennog weinige oogenblikken on hij gaf in hare armen den geest. De moordenaar meende te ontvluchten, maar hij werd door de hellebaardiers gegrepen en eindigde niet lang daarna zijn misdadig leven. Hij had zich van een valsehen naam bediend, daar hij eigenlijk Balthazar Gerards heette, en door te zeggen dat zijn vader om het geloof in Frankrijk was ter dood gebracht, de ge negenheid van den Prins opgewekt, die innig mede lijden had met de vervolgden ter zake van geloof. Om het loon door Filips uitgeloofd aan wie den Prins van kant maakte - brieven van adeldom en eene aanzionlijke som golds te erlangeD, had Gerards de misdaad bedreven en verblind door dweepzucht, betuigde hij over dien moord geen spijt te gevoelen. Driehonderd jaar zijn morgen, 10 Juli, sedert dien noodlottigen aatoslag, voorbijgevloden. Met aandoening herdenkt ieder Nederlander dat treurig feit, maar te gelijk voelt hij zijne borst warm kloppen voor deu edelen Prins, wiens beginsel wasvrijheid des geestes, trots de bekrompenheid van velen in zijn tijd en niet het minst van den Spaanschen koning en diens raadslieden, die zich te gelijk voor geloofsrechter opwierpen en de geestoo aan banden wilden leggen. 't Is waar, niet altijd is dat edele beginsel van vrijheid des geestes, door den Prins voorgestaan, ook na zijn dood, hier te lande nageleefd. Onder hen die streden voor vrijmaking van de knellende banden tegen Spanje, waren er wier gedrag daarmee in lijnrechten strijd was. Van hen had de Prins bij zijn leven zelf groot verdriet. Steeds kwam hij op woor dat edele, groote beginsel en toonde zich een verdediger van allen, die alleen van anderen daarin verschilden, dat hunne geestesrichting uiteenliep. De Prins wilde dat dit geene scheiding zou maken tu9Bchen menschen onderling. Niemand zou zich voor geloofsrechter opwerpen om een ander tot zijne zienswijze op geestesgebied te dwingen. De geesten moesten vrij zijn. Waar slavendienst niet meer bestond, moest men geen knellender juk opleggen om de geesten onder de slaafsche gehoorzaamheid te houden. Vrije lieden achtte hij eene dergelijke behandeling onwaardig. Willem van Oranje was de eerste Nederlandsche staatsman, die dat groote beginsel van geen geloofs rechter te zijn, maar ieder vrijheid vau geweten te verzekeren, voorstond. Helaas! dat er nog zijn, gelijk er in zijn tijd onder alle geloofsrichtingen waren, die het hul digen van vrijheid voor allen op geestesgebied ge lijk stelden met onverschilligheid. Niets minder dan dat was de vader des vaderlands zelve. In dagen, waariu de toekomst bang scheen, betuigde hij zelf op zijn trouwen Hemelschen Bondgenoot te steunen. Zijne brieven aan zijne broeders ademen een geest van onderworpenheid aan Hooger wil en zijne laatste woorden, waarin hij om ontferming voor zijne ziel en voor zijn arm volk smeekt, zijn de afspiegeling van zijn leveD en denken. Vrijheid dos geestes voor allen, van welke richting ook, kan gepaard gaan met eigen innig geloof, ja, Vader Willem wenschte dat groote beginsel in aller harten te zien leven, ten einde menschen te vereenigen, al liep hunne levensbeschouwing ook uiteen. Waar do Spaansche regeeriDg onvatbaar was voor de erkenning van dat verheven beginsel, en het volk behandelde, alsof het nog onmondig was en zich ook niet ontzag 'de hand te slaan aan ver kregen burgerlijke rechteD, kon verzet niet uitblijven. Meende Filips, door een bloedprijs te stellen op het edele hoofd van Vader Willem gelijk het trouwe volk den Prins noemde dat beginsel tegelijk te doodea en een onbepaald gezag hier te lande te vestigen, jammerlijk bedroog hij zich. Alle toena dering sneed hij op die wijze tusschen hem en de Staten des lands voor altijd af; want deze antwoord den op zijne beschuldiging, in den ban vervat, en het bloedloon, dat hij zich niet ontzien had uit te loven, met hem in 1581 plechtig af te zweren, ver kondigende het beginsel, dat de vorst om het volk en niet het volk om den vor3t is. Zij, als vertegen woordigers van 't volk, kwamen voor zijne rechten, zoo burgerlijke als godsdienstige, op en toonden alzoo van denzelfden verheven geest te zijn als Vader Willem. Trof het schot van eene misdadige hand zijn dierbaar leven en was a'zoo Vader Willem niet meer, zij bleven, hoe donker de toekomst scheen bij zijn verscheiden, voor 's volks rechten met kloek heid waken en de strijd met Spanje, onder Prins Maurits moedig voortgezet en onder Prins Frederik Hendrik glansrijk bijna en onder Willem Et geheel voltooid, eindigde met de erkenning van de volko- mene onafhankelijkheid der Republiek in 1648. Hot dankbare Nederland, dat zijne belangen met dat van 't edele stamhuis van Oranje-Nassau wilde verbinden, roomt nog met levendige erkentelijkheid de groote verdiensten van den eersten Willem, wiens woord, vóór driehonderd jaren, nog heden met aan doening wordt herdacht, terwijl de nazaten van 't „arme volk", waarvoor hij stervend bad, zijn naam steeds met eerbied noemen. Verbittering de Prins was daar zelf, als ieder met een edel hart, een groot vijand van; bij den gelukkig mislukten aanslag van Jan Jaureguy in 1532 te Antwerpen, sprak hij: „Spaarden misdadi ger; ik vergeef hem mijn dood." Vereenigen was zijne leus, zijn onophoudelijk streven. Mochten allen van Vader Willem leeren, van wat geestesrichting ook, dat, terwijl zij voor zich zeiven vrijheid des geestes op prijs stellen, dit ook het dierbaarst kleinood is voor anderen, die van hen in levensopvatting verschillen, dan zal het Nederlandsche volk, de nakomelingen van zijn arm volk, zich meer en meer één gevoelen en begrijpen, waar soms bekrompenheid dat verheven beginsel van 's Prinsen leven en daden miskent, dat het plicht is dat het denkend deel des lands voor de handhaving van dat edel beginsel blijft waken, opdat iedereen vrijheid behoude voor eigen geestesrichting, gelijk Vader Willem wilde. 2/&ÏBEX, 9 Juli. Heden is aan de universiteit alhier de heer B. De BrnyD, arts, geb. te Geervliet, bevorderd tot doctor in de geneeskunde, met academisch proefschrift, get.: „Verlamming van den musculus eerratusanti- CQ8 major." In dit noramer wordt bij advertentie de aan staande komst van eenige leden van het Berliner Domkoor aangekondigd, die voornemens zijn op Dinsdag 15 Juli a. a. in de Luthersche Kerk een Geistliches Concert te geven. Tal van verslagen en rec9n8iën omtrent door hen gegeven concerten liggen voor ons en we zouden, wilden we daaruit een geheel maken, te veel ruimte bohoeven, maar bovendien, de herinnering aan de vroegere door hen gegevon concerten strekt meer ter aanbeveling, dan anderen ons dat kunnen zeggen. Het Koninklijk Berliner Domkoor 19 terecht be roemd en om het in zijn geheel te hooren, zou men zich eene reis naar Berlijn moeten getroosten. Gedurende den tijd dat het Hof niet te Berlijn is, ondernemen eenige leden eene reis, om ook elders concerten te geven, waardoor men zich althans eenig denkbeeld van het koor kan vormen. Toen zij zich voor eenige jaren voor do eerste maal hier te lande lieten hooren, kon het spreekwoordonbe kend maakt onbemind, op hen worden toegepast; doch dat is thans anders geworden. De indruk, op hunne concerten verkregen, is zeker velen bijgebleven. Men riep den zangers na hun laatste bezoek alhier een tot wederziens toe en hunne aanstaande komst zal zeker door allen, die hen eenmaal hebben gehoord, met vreugde worden begroet, zoodat het onnoodig zal zijn om meer tot aanbeveling te zeggen. Bij den heer Joh. J. Eggers zijn kaarten met programma verkrijgbaar, terwijl ook aan de Kerk entrée's worden uitgegeven. De Eerste Kamer heeft heden het ontwerp houdende nadere bepalingen omtrent den suiker- accijns aangenomen met 32 tegen 4 stemmen. Vrijdag komen do geldleening en de Indische begrooting aan de orde. Bij de herstemming ter verkiezing van een lid voor do Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Zevenbergen is gekozen mr. A. P. R. C. baron Van der Borch Van Verwoldo met 910 stommen» Mr. R. Van der Werk verkreeg 629 stemmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1