N°. 7473.
Maandag 30 Juni.
A0. 1884.
Eerste Blad.
PRIJS DEZER COURANT:
f
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Voor Leiden per 3 maanden
1,10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171.
Franco per post..i
1.40.
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Grootere letters naar plaatsraimte. Voor het incassec-
Afzonderlijke Nommcrs
0.05.
ren huilen de stad wordt 0.10 berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN.
Amsterdams Stedemaagd nogmaals gastvrouw.
Nog trilt de nagalm van het groet internationaal
concert, dat onze hoofdstad verleden zomer to
hooren gaf.
De paarden, die achteraan komen, zijn doorgaans
hinkende. Het is slochts weinige dagen geleden dat
de Volksvertegenwoordiging een bedrag op de In
dische begrooting voteerde, om het tekort te dekken
van het comité voor de koloniale afdeeÜDg der
Tentoonstelling, en niet groot is het aantal weken
die verloopen zijn sinds we nog klaagliederen ver
nomen hebben van teleorgestelde deelnemers in de
loterij, welker eindbeslissing voor hun winstbegeerige
zielen tamelijk lang zich liet wachten.Maar
ondanks alle tekorten en tekortkomingen blijven
we ons toch verheugen in den goeden afloop der
grootsche onderneming, welker vruchten voorzeker
eenigen tijd tot rijpwording behoeveD, doch stellig
niet zullen uitblijven.
Niettemin, kunnen wij het helpen dat, nu Amster
dam ten tweeden male zijn gastvrij terrein aanbiedt
voor een nieuwen wedstrijd der volken, en reeds
de gebonwen verrijzen die eerlang door de producten
van de oudste nijverheid zullen ingenomen worden,
onze sympathie veel grooter is?
Van tentoonstellingen in het algemeen wordt
veel lof getrompet en aan den anderen kant veel
kwaad gesproken. Do een verwacht er wonderen
van voor de „verbroedering der volken", daarby
vergetende hoe vaak hot gebeurd is dat natiëa die
gisteren nog vreedzaam wedijverden op hetzelfde
terrein, heden elkander de monding van de Krupp-
kanonnen lieten kijkenvoorspelt er uit eene ont
zettende vlucht voor alle takken van Dij verheid,
eenvoudig over hot hoofd ziende dat niet zelden
tijden van „malaise" gelijk wij tegenwoordig hebben
te doorworstelen, onmiddellijk op wereldtentoon
stellingen zijn gevolgd. Anderen daarentegen be
schouwen ze voor niets meer dan „kermissen der
ijdelheid", of op groote schaal aangewende pogin
gen om dubbeltjes en kwartjes te kloppen uit de
zakken van reis- of kijklustige lui, die de uit
gestalde voorwerpen komea aangapen, ze „prachtig",
„beeldig", „allerliefst" of „niet onaardig" vinden,
doch bitter weinig van die aanschouwing meenemen
tot ontwikkeling van hun smaak of tot uitbreiding
van hun gezichtskring. Bovendien volgen ze elkander
veel te snel opin dien tusschentijd kan de nijver
heid, kan zelfs de kunst geen belangrijke schreden
voorwaarts hebben gedaan, zoodat niet zelden voor
werpen van de eene tentoonstelling naar de andere
reizen, enkel em voor den vervaardiger een zootje
medailles of eervolle vermeldingen bijeen te scharrelen.
Yeel van wat er waars is in deze bedenkingen,
is op landbouwtentoon8telingen niet van toepassing
en daarom, al werden ook alle andere afgeschaft, -
waar voorshands geen gevaar voor bestaat, want
tot dicht aan de twintigste eeuw zijn, gelooven we,
alle jaren reeds in beslag genomeD, - dan nog
zonden we van die op den landbouw betrekking
hebben het behoud bepleiten.
Er is geen vak ter wereld - do electro-techniek
misschien uitgezonderd - welks beoefening zoo
snelle vorderingen maakt. Kon men voor weinige
jaren nog klagen over de heerschappij van den sleur
in het boerenbedrijf, zoodat bij menigeen, als zijn
overgrootvader eens terug had mogen komen, deze
aanstonds weer op zijne manier aan het werk kon
zÜn geSaaD> d0 boerderijen waarvan dit nog ge
zegd zon mogen worden, zijn zeldzaam. Depractijk
trekt op uitnemende manier party van de voor
lichting der wetenschap, en de laatste heeft nooit
schooner triomfen behaald, dan nn zij het resultaat
harer onderzoekingen in zoodanigen vorm heeft
kunnen gieten dat de landbouwer die niet mot in
stinctmatige vijandschap tegen al wat naar „geleerd
heid" zweemt, bezield was, er gebruik van kan
maken tot verhooging van de productiviteit des
bodems.
"We geloovon dat de tentoonstellingen aan dien
vooruitgang niet onschuldig zijn. Zij hebben het oog
geopend voor veel dat beter kon zijn en de mid
delen aangewezen die te bezigen waren om eene
gewenschte verbetering tot stand te brengen.
Er bestaat dus alle reden, om de aanstaande inter
nationale Landbouw-tentoonstelliDg met de meeste
ingenomenheid te begroeten. Met blijdschap kunnen
we constateeren dat het buitenland zich niet onbe
tuigd zal latenvan verschillende zijden zijn reeds
toezeggingen gedaan die het succes waarborgon.
De vreemdeling stolt er prijs op, eens te laten zieD,
wat hij kan, en wil niet ongaarne eens een blik
slaan in onze landelijke huishouding.
Welnu, we weten dan, wat ods te doen staat.
Dat het aan eene gulle ontvangst niet zal ontbreken,
daarvoor spreekt Amsterdams ^erleden. Doch dat is
het voornaamste niet. Hoofdzaak 7s, dat wij een goed
figuur maken. Elke boer ia in zokeren zin verant
woordelijk voor het ophouden van onzen goeden
naam als landbouwende natieen wie iets goeds
heeft te vertoonen, mag het niet terughouden uit
de bescheiden vrees dat het te midden van zooveel
voortreffelijks onopgemerkt zal blijven. Hoe kwaad
krijgs voor velen in onze dagen de dubbeltjes ook
zijn mogen, hier moeten eeoige offers gebracht
wordon, want als we ooit op eenig gebied de
schande eoner nederlaag zouden mogen dragen, op
dat van den Landbonw nooit!
Men denke er aan dat de handel den landbouw
van levenssappen moet voorzien, en omgekeerd. Ze
zijn een paar Siameesche of andere tweelingen. De
buitonlander moet kuDnen zien dat als hij van ons
vee, onze zuivelproducten, onze akker- en tuin-
bouwgewassen koopt, hij niet bekocht zal zijn, hij
moeielijk ergens beter terecht zal kannen. Hij
moet ook ervaren dat wij niet zulke „Chineezen"
zijn als sommige lni elkander woleens wijsmaken, -
en in het verstandig gebruik van werktuigen voor
niemand behoeven onder te doen.
Is het nog noodig in het licht te stellen, van
hoeveel belang een flink optreden bij de internatio
nale Landbouwtentoonstelling van Landbouw voor
onze algemeene welvaart zijn moet?
We gelooven dat we dan voor bekeerden zouden
prediken.
LEIDER 28 Jan!.
Aan het verslag over den toestand der Kweek
school voor Zeevaart alhier, gedurende het jaar
1883, is het volgende ontleend:
Op 1 Januari 1883 waren er 179 jongens gede
tacheerd in den loop van het jaar kwamen er nog
450 bij, zoodat in het geheel 629 jongeliogen in
1883 hunne eerste opleiding aan de Kweekschool
ontvaDgen hobben. Yan deze 629 jongelieden wer
den er 378 naar de opleidingsschepen overgeplaatet
en 14 uit den zeedienst ontslagen wegeDs lichaams
gebreken of gebrek aan aanleg. Eén jongen overleed
in het militaire hospitaal, zoodat er den lsten Januari
1884 nog 236 leerlingen overbleven.
Het gedrag der jongens was zeer goeder heerschfc
steeds een goede en opgewekte geest onder hen,
dien men tracht te onderhouden door van tijd tot
tijd de inspanning door gepaste uitspanning te ver
vangen. Meer en meer is men echter tot d- over
tuiging gekomen, dat het wenschelijk is de jo-igens
te gewennen hunne uitspanningen zooveel mogelijk
binnenshuis te vinden, daar zij dit later aan boord
ook moeten doen, en daar men tevens heef opge
merkt dat het over het algemeen niet goed werkfc
hen dikwijls publieke vermakelijkheden te laten
bijwonen. Op St.-Nicolaas was er een feest in do
gymnastiekzaal; den 19den Februari werden volks
spelen in den tuin gegeven. In 't verslag is eon dep
opstellen opgenomen, door de joDgens ove dien
„vreugdedag" geschreven.
De gezondheidstoestand op de kweeksch' 1 was
over het algemeen goed. Met uitzondering vaa drie
ernstige gevallen, die een doodelijken afloop 1 .dden,
kwamen er in dit jaar geen zware ziektea voor.
De vorderingen der jongens zijn zeer voldoende
geweest, dank zijn den ouvormoeïden ijver der onder
wijzers en ook den last, waarmee de meeste j >ngens
zich hobben toegelegd om de schade van vroeger
schoolverzuim in te halen.
Bij de indiensttreding was de percentsgewijze
kenDis als volgt: 9 pet. kenden nagenoe: niets;
13 pet. konden zeer weinig lezen en schrijven17 pet.
vrijgood lezen en schrijven, doch weinig rekenen;
36 pet. vrij goed lezen, schrijven en rekenen; ter
wijl 25 pet. over het algemeen goöd ontwikkeld waren.
"Wanneer men deze cijfers vergelijkt met iievan
vorige jaren, dan geven ze zeker alle reden tofc
tevredenheid aan ieder, die trouw schoolbeztr k als
eene weldaad voor de jeugd aanschouwt. Er blijkt
toch uit, dat het getal jongens, die nooit onder
wijs hebben gehad, jaarlijks vermindert en er dng
meer en meer door ouders en voogden gebruik wordt
gemaakt van de gelegenheid voor goed onderwijs, die
overal in ons land der jeugd wordt aangeboden.
Bijna alle jongens hadden bij hun vertrek, das
na een gemiddelden leertijd van zes maanden, vrij
goed leeren lezen, schrijven en rekenen, en verder
ook eenig begrip gekregen van de vakken, die moor
bepaald tot het zeemansbedrijf behooren.
Bij het jaarverslag hoeft de Commissie van Opper
toezicht en Beheer eene circulaire aan de leden der
Yereenigiog tot instandhouding on bevordering van
den bloei der Kweekschool gevoegd, waarin de leden
opgewekt worden mede te werken tot verwezen
lijking van een lang gekoestorden wensch der be
stuurders, om op het terrein een uitspanningslokaal
te bouwen. Daarvoor is f 4700 noodig. „En nu is
dit bedrag wel niet hoog, maar het giDg toch -
zoo schrijft de commissie - „onze thans beschikbare
middelen zoo te boven dat wij besluiten moesten
vooreerst het plan nog te laten rasten, in de hoop
dat de tijd raad zon brengen.
„Bij den vriendscbappelijken maaltijd na afloop
der jongste algemeene vergadering, kon een onzer
de verzoeking niet weerstaan van de zaak melding
te maken en de hoop uit te spreken dat dit plan
niet lang meer in portefeuille zon blijven. Niefc
alleen werd dit door de aanwezige vertegenwoor
digers van subcommisBiön met belangstelling aanJ
gehoord en toegejuicht, maar het onmiddellijk ge
volg was dat twee snbeommissiën voor dat doel
respectievelijk f 500 en f 100 beschikbaar stelden,
terwijl nog een hooggeacht lid der vereeniging f 100
toezegde.
„Dit onthaal aan onzen wensch te beurt gevallen,
nu hij voor het eerst schoorvoetend werd uitge
sproken, geeft ons den moed dien aan allo leden
der vereeniging bekend te maken, in de hoop dafc
hij ook bij hen weerklank moge vinden. Bij de
algemeene sympatie, die de jongens der Kweekschool
genieten, zal men mogelijk iets voor dit doel willen
bijdragen."