KROONPRINS. N0. 7468. Dinsdag 24 Juni. A°. 1884. Tweede Blad. DE DOOD LEIDSG DieBLi PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 5 maanden1,10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADTERTENTIEN Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer J 0.17£. Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor het incassec- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. VAN DEN (Zie het Portret in ons Eerste Blad.) Toen even na 12 uren de geneesheeren den Prins Zaterdag-middag bezocht hadden, zagen zij in zijne buitengewone zwakte reeds een ongunstig teeken. Na dien tijd begon Z. K. H. te kermen en worstelde hij met benauwdheden, die verminderden, naarmate de hartwerking begon af te nemen. Z. K. H. bezat toen niet meer het volle be wustzijn en riep herhaalde malen„Ik kan niet meer." Hij stierf zacht en kalm in tegenwoordigheid van zijn adjudanten, secretaris en geneesheeren. Er heerscht diepe verslagenheid ten paleize en de treurmare maakte ook in de residentie dadelijk een droevigen indruk. De Koning, onmiddellijk met den dood van zijn zoon in kennis gesteld, antwoordde reeds denzelfden middag, waaruit wordt afgeleid dat Z. M. weldra in de residentie zal terugkeeren. Omstreeks 5 uren werd de rouw aan het paleis van den Vorstelijken doode zichtbaar, op welk oogenblik alle blinden van het gebouw werden gesloten. In tal van woniDgen op den Kneuterdijk en het Voorhout geschiedde hetzelfde. Het klokkespel, dat den klokslag op den grooten toren voorafgaat, zwijgt. Vele winkeliers in de Hoogstraat, die als hof leveranciers het koninklijk wapen voeren, lieten de gordijnen vallen en van verschillende woningen en gebouwen is de vlag halfstoks geheschen en van den rouwwimpel voorzien. De doodstrijd trad voor den Prins zoo goed als plotseling in. Na den afloop van het ziekte-proces verwachtte niemand een zoo spoedig heengaan. 's Prinsen toestand gaf althans den vorigen dag geen grond aan de verwachting van een zoo droe vigen afloop, daar zijn geest alstoen buitengemeen werkzaam en helder was in die mate dat Z. K. H. na een tijdperk van stilte, zijn wensch om over enkele aangelegenheden, waarvoor hij in zijn ge zonde dagen steeds met ijver en belangstelling werkzaam was, te spreken, wederom kenbaar maakte. Zoo vroeg de Prins o. a. of zijn order tot het laten vervaardigen van een zilveren lauwerkrans, bestemd om vanwege Z. K. H. den lOden Juli bij gelegen heid van de gedachtenisviering van Prins Willem I aan het graf van den Zwijger te worden gehecht, reeds was uitgevoerd. Zeker had men niet kunnen vermoeden dat de overblijfselen van den Prins, waarschijnlijk reeds vóór dien gedenkwaardigen dag in de grafruimte zouden dalen, als waarin het gebeente van zijn grooten voorzaat rustende is. Ook liet de Prins zich nog Vrijdag aan het ziek bed het inschrijvingsboek brengeD, dat gedurende eene ziekte gewoonlijk in de vestibule ten paleize van een vorstelijk persoon en ook in Hd. woning lag en deed hij zich door zijn particulieren secre taris uit dat register van belangstellenden verschil lende namen voorlezen, ja zelfs enkele handteeke- ningen hem toonen. De laatste nacht kenmerkte zich dan ook door rust. De Prins was evenwel zoo zwak dat de kamer dienaars niet konden gereed komen met hem van schoon linnengoed te voorzien. Bij hun ochtendbezoek waren de geneesheeren wederom ernstig getroffen door den ingezonken toe stand van Z. K. H., het gevolg van de ondermij ning der krachten van den lijder en waarvan de sporen Zaterdag-ochtend duidelijker dan ooit te voren werden waargenomen. Bevelen werden achtergelaten om den zieke zoo veel mogelijk met versterkende dranken, als eiwit, met melk, bouillon, een weinig madera-wijn te laven, ten einde het gemis van vast voedsel zooveel moge lijk te vergoeden. Met kleine hoeveelheden nam de Prins deze lichte voedingsmiddelen in, waarna Z. K. H. nog eenigen slaap genoot. Intusschen was de lichaamstemperatuur sterk dalende, de polsslag reeds flauw en de ademhaling buitengewoon versneld, zoodat de respiratiewerk tuigen wel 40 a 42 malen per minuut werkten. IJ8omslagen werden aan het hoofd van den lijder ge legd en hem ijsbrokjes in den mond gegeven, hetgeen voor het oogenblik zichtbaar verkwikkend werkte. De Prins lag met wijd geopende oogen op de linkerzijde, zonder ander geluid te geven, dan een maal met krachtige stem te roepen: „Help mij! Help mij!" Daarna bleef hij stil liggen totdat de doctoren, die beiden bijna den geheelen ochtend aan het ziek bed waren, weder binnentraden. Omstreeks halftwee was het buiten twijfel, dat de Prins zijn bewustzijn bijDa geheel verloren had. In eenigszins ijlenden toestand sprak hij namen uit van verschillende personen uit zijne hof houding, zelfs van dienaren vroeger aan zijn paleis verbonden. Toen de hartwerking aanmerkelijk verminderd was, heeft men den stervenden Prins met eau de cologne verfrischt en mosterdomslagen aan zijn hart gelegd. De doodstrijd was evenwel aangevangen. De oogen, die in weerwil van zijn ingezonken toestand, dusver nog helder stonden, werden mat. De Prins liet het hoofd in het kussen vallen en blies, terwijl eenige woorden hem ontsnapten waaruit men op maakte dat Z. K. H. steeds hulp verlangde, zacht en kalm klokslag twee uren den laatsten adem uit. Aan den Koning was vooraf een telegram ver zonden dat de toestand van zijn zoon hoogst be denkelijk was. Met de openbaarmaking van de doodsmare werd gewacht, totdat men ten paleize de zekerheid had erlangd dat de verpletterende tijding het geëer biedigd hoofd van den Staat in hande n was gekomen. De ziekte en de dood hebben tot dusverre in de gelaatstrekken van den Kroonprins weinig verande ring achtergelaten, van welken toestand gebruik is gemaakt om het gelaat van den Prins in pboto- graphie te brengen, van welke taak de hofphoto- graaf Wollrabe zich reeds Zaterdag-middag heeft gekweten. Aan het dienstpersoneel van den Prins was het Zaterdag-namiddag vergund, bunnen meester op het sterfbed te zien. Gisteren te twee uren werd 's Prinsen ljjk ge schouwd en vervolgens gebalsemd. Van het oogenblik van den dood bevindt zich overeenkomstig de hofgebruiken voortdurend een adjudant nabij het lijk. De kolonel Hojel vervulde het eerst dezen rouwdienst. Voor zoover bekend is, hee/ft de Kroonprins geen testament nagelatenzoodat, bij gebreke van eenige aanwijzingen, door Z. M. den Koning als eenige erfgenaam in het voorloopig bewind over den boedel behoort te worden voorzien. Op last van den burgemeester zyn natuurlijk de publieke vermakelijkheden en muziekuitvoeringen tot nader order geschorst. Vanwege het ministerie van binnenlandsche zaken werden Zaterdag-avond de aanschrijvingen aan '8 Konings commissarissen gericht, houdende de administratieve voorschriften voor den rouw in de verschillende gemeenten des lands. Het paleis van Prinses Hendrik, het eenige lid der koninklijke familie op dit oogenblik in de residen tie aanwezig, werd terstond na het bericht van don dood van haren aanverwant gesloten. De „Staatscourant, in rouwrand verschenen, deelt het overlijden mede in de volgende bewoordingen „Het heeft den Almachtige behaagd, Zijne Ko ninklijke Hoogheid Prins Alexander der Neder landen, Prins van Oranje, tot zich te nemen. Zijne Koninklijke Hoogheid ontsliep heden (Zaterdag), des namiddags te 2 uren. „Het Koninklijke Huis en het geheele Vaderland zijn door dit treffende verlies in diepen rouw ge dompeld." Overeenkomstig onze Grondwet gaat nu de Kroon der Nederlanden, bij onverhoopt overlijden van den tegenwoordigen Koning, over op do eenige dochter van Z. M., en later op hare nakomeling schap. En zoo zal het dan geschieden - aldus merkt de „Bred. Crt." op - dat die dochter, door haar huwelijk, dat wegens ontstentenis van mannelijk oir uit ons regeerend stamhuis met een vorst van vreemden bloede moet plaats hebben, de Kroon in een ander Huis overbrengt, dat daarmede in al dc rechten van het oorspronkelijke Stamhuis treedt. Binnen een betrekkelijk korte spanne tijds dus zal Oranje-Nassau opgehouden hebben te regeeren over Nederland en zal, tenzij het volk andere be palingen omtrent het bekleeden van het hoogste gezag in den Staat wenschelijk acht, een vreemd Vorstenhuis hot tegenwoordige vervangen hebben. Dat zal een ramp voor Nederland zijn zoo groot als het nooit trof. Met Oranje-Nassau is Nederland als opgegroeidmet Oranje-Nassau heeft Nederland geleden, gestreden, gezegevierd, heeft het lief en leed gedeeld en zich in velerlei opzichten een achtenswaardigen naam in de Europeesche Statenrij verworven. Zonder Oranje-Nassau geen Nederland, al staat daar dan ook tegenovergeen Oranje-Nassau zonder Nederland. En dat feit, Nederland zonder Oranje-Nassau, dat feit zal zich door den smartelijken dood die thans het volk andermaal in rouwe dompelt, spoedig genoeg en altijd te spoedig, voordoeD. Arm Nederland, eenmaal zóó machtig en zóó gevierd, zelfs door wie veel krachtiger schenen9 Uw lot staat op een keerpunt. "Wie zal zich aan de voorspelling van Uw toekomst wagen "Wie redding verschaffen in zoo benarden toestand Wanneer het „Hbl." aan Engeland denkt, dat onder koningin Victoria niet alleen groeide en bloeide, maar waar de dynastie onder haar edel bestuur prestige herwon en inniger geliefd werd dan ooit te voren, krijgt het vrede met het denk beeld van eene koningin, die, bijgestaan door den raad van een Prins-gemaal, het land regeert. De afstamming blijft voor hare kinderen even recht streeks uit den ouden Oranje-stam, onder de scha duw van wier takken Nederland zoo lang geluk kig was. Eene koningin wekt de ridderlijke gevoelens, de hartelijke loyauteit der onderdanen nog meer op dan een koning vermag. Hare zonen blijven Oranje-prinsen, loten uit dien zelfden Oranjestam, welke ons prins Willem I, den Vader des Vaderlands, en zijne nazaten schonk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1