LEIDSCH
DAGBLAD.
j i\°. 7455.
Maandag 9 Juni.
A0. '1884.
Eerste Blad.
PBIJS DEZER COURANT:
f*or Leiden per S maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PRIJS DER ADVERTENTIES*
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171.
Groolere letters naar plaatsruimte. Voor het incasfiee-
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE BLADEN.
OfiBLöieol© Kemnlsgering'en.
Admissie-examens Hoogcre Burgerschool
voor Jongens.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het eerste
admissie-examen voor de Hoogere Burgerschool voor Jon
gens, cursus 1884, zal plaats hebben in het gebouw op de
Pieterkerkgracht, op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag
10, 11 en 12 Juli a. s. en het tweede op Dinsdag,
Woensdag en Donderdag 2G, 27 en 28 Augustus a. s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
7 Juni 1884. E. KIST, Secretaris.
Een verstandig woord.
De zoogenaamde „overlading8"-quae8tie bij het
lager, middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs
is, indien we ons wèl herinneren, niet op Neder-
laodschen bodem gewassen, maar nit het Oosten
naar Frankrijk en vervolgens ook naar ons land
overgebracht. Zij hoeft haar tijd van opkomst ge
had en toen vooral was het gevaarlijk, de meening
niet te onderschrijven dat het opkomend geslacht
stelselmatig wordt verknoeid ter wille van onderwijs
programma's en examen-eischen. Het scheelde toen
weinig, of men voorzag een algemeen verval der
verstandelijke werkkracht, verlamd door de over
matige voedering waaraan de jeugdige wereldburger
werd onderworpen, en die volstrekt geen rekening
hield met het intellectueel verteringsvermogen. Ja,
zelfs de krankzinnigengestichton werden er bij ge
haald om hot treurig feit te constateeren.
Maar hoeveel moeite welwillende en ernstige
mannen zich ook gegeven hebben, om bewijzen voor
de noodlottige werking der overladingskuur te
vindeü, men heeft zich moeten vergenoegen met
eenige algemeene beschouwingen over den dunr
van geregeldeD, niet-uitpnttenden hersen-arbeid. In
dit opzicht heeft de beweging goed gedaan. De
grenzen zijn gesteld, die het raadzaam is niet te
overschrijden, en er is meer nadruk golegd op de
voorwaarden, onder welke van den geestes-arbeid
resultaten kunnen worden verwacht.
Tevens zijn we op dit punt wat geruster gewor
den. Er is gebleken dat de vrees, door hot woord
„overlading" gewekt, groetelijks overdreven was,
en dat in verreweg de meeste gevallen wel degelijk
rekening wordt gehouden met het arbeidsvermogen
der leerlingen. Het gevaar schuilt niet in den duur
der schooluren, en wat er verteld wordt van de
ontzagwekkende massa's huiswerk waarmede de
jougelui belast heeten te zijn, is ook niet altijd
strikt overeenkomstig de werkelijkheid. Bij de ten
ODzent van kracht zijnde schoolregelingen wordt
zooveel mogelijk gestreefd naar afwisseling van
werkzaamheden, zoodat de werkkracht behouden
blijft en de opgewektheid niet vermindert.
In dien zin bevat het Tijdschrift voor Genees
kunde (1884 No. 16) een beschouwing, geteekend
A. P. F., waarin critiek wordt uitgeoefend op het
ter zake in de vergadering van inspecteurs voor het
geneeskundig staatstoezicht door de heeren dr.
Lübach en dr. Verspijck uitgebracht rapport.
A. P. F. betoogt dat de herseniu spanning op onze
H. B.-Scholen van de leerlingen gevorderd, door
zooveel tusschenpoozen van allerlei aard wordt afge
broken, dat de meesten die niet alleen zonder nadeel
verdrageü, maar dat ook van bijzondere vermoeienis
heel weinig blijkt. Wij zouden nog meer nadruk
willen leggen op de afwisseling van bezigheden,
die men daar aantreft. Als tusschen een uur
vreemde talen en een uur wiskunde eeo uur gym
nastiek, teekenen of schoonschrijven valt, dan vreezen
wij voletrekt geen schadelijke gevolgen, en gezonde
jongens met gemiddelde vermogens zullen het ook
niet te kwaad krijgen van het huiswerk, als dit
ten minste met paedagogisch overleg gekozen is.
Doch wanneer men voorbedden aanhaalt van slechte
gevolgen door hersenarbeid teweeggebracht, dan
gelden zij niet zelden zwakke wezens, wier licha
melijke gesteldheid te wenschen overlaat, of wier
geestvermogens beneden het normale zijn, zoodat
zij, om het onderwijs te kunnen volgen, zich boven
hunne krachten moeten inspannen. Dezulken worden
dan niet de slachtoffers van het onderwijsstelsel,
maar gewoonlijk van het verkeerd inzicht hunner
ouders, die hardloopers of mastklimmers willen maken
van jongens met gebrekkige beenen.
Wij noemden hierboven bet artikel van A. P. F.
een „verstandig woord", niet omdat wij al de daarin
voorkomende argumenten zouder voorbehoud onder
schrijven of dezelfde bewijskracht toekennen aan al
zijne voorbeelden, - wat hij zegt omtrent de voor
keur van H. B.-School-leeriingen om hun vrijen tijd
te besteden aan roman-lectuur en kaartspel zouden
we niet willen aanmerken als een b e w ij s dat hun
hersenen na den arbeid nog friech zijn gebleven, -
maar omdat het stemt tot kalm nadenken. Eigen
aardig is zijne mededeeling aangaande een onzer
kweekscholen voor onderwijzeressen. Daar zijn 80
internes van 14—18 jaar. Er zijn 48 werkuren per
week, waaronder 18 voor huiswerk. Doch de meisjea
van het eerste leerjaar kunnen volstaan met twee
uur huiswerk per dag. Wat doen zij nu met dat
ééne uur, dat zij dagelijks op haro oudere mede
leerlingen vóór hebben? Zij gebruiken dat uur vrij
willig voor hersenarbeid, en vergasten zich aan
een der voor haar beschikbare boeken uit de school
bibliotheek.
En wat zegt de beroemde prof. Yirchow er van?
Dat het op grond van de bestaande gegevens niet
bewezen, noch zelfs waarscbijalijk is, dat overlading
bij het onderwijs als de eenige of wezenlijke oorzaak
van geestesstoornissen van scholieren is aan te
merken, of dat in den laatsten tijd zoodanige ge
vallen in aantal zijn toegenomen. Dat sommige
kindoren door het schoolgaan bleek en zwak worden,
aan spijsverteringsstoornissen en gebrek aan opmerk
zaamheid en leerlust lijden, en in de vacantio weer
beter worden, schrijft hij niet toe aan overlading,
maai' aan de slechte schoollucht. Van daar dau ook
zijn wensch om de hygiënische verhoudingen der
scholen te verbeteren.
Wij gelooven dat prof. Yirchow het kind bij den
waren naam heeft genoemd. Wie de geschiedenis
van do laatste jaren kent, weet dat de Hooge
Regeering zoowel als vele plaatselijke besturen
hardhoorend zijn op het punt van schoolinrichting
op hygiënische beginselen, en als wij met dank
baarheid erkennen, dat in Leiden aan dit onderwerp
zeer veel zorg wordt besteed, dan hebben we tevens
de reden gezegd waarom we ons over onze aan
staande medeburgers niet uitermate ongerust maken.
We kuDnen de beweringen van beide partijen aan
gaande de overladings-quae8tie met kalmte meten
en wegen, doch behoeven voorshands niet te grijpen
naar het touw vau de alarmklok.
LEIDEN, 7 Jool.
Heden is aan de universiteit alhier de heer H. W.
Bakhuis Roozeboom, geb. te Alkmaar, bevorderd
tot doctor in de scheikunde, met academisch proef
schrift, get.: „Over de hydraten van zwaveligzuur,
chloor, broom en chloorwaterstof."
In de maand Mei zijn binnen deze gemeente
geboren 121 kinderen, als: 73 zoons en 48 dochters;
waaronder begrepen 1 tweelinggeboorteoverleden
113 personen (waarvan 9 elders woonachtig), als:
15 mannen, 17 vrouwen, 45 zoons en 36 dochters;
daarenboven als levenloos aangegeven 7gehuwd
52 paren.
Ter vervulling der vacature aan de school
der 3de klasse N°. 1 van derden onderwijzer of
onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 550% is de
volgende voordracht opgemaaktde heeren De
Geus, te Oestgeest, H. H. Yan der Plas, te
Wassenaar, en mej. M. S. Altman, tijdelijk 3de
onderwijzeres alhier.
B. en Ws. geven in overweging verdunning
te verleecen aan J. B. S. Barendso te Zoeten'oude
nabij de Naakte Sluis, om een trottoir of stoep te
leggen vóór zijn huis aan den Wittensingel eu aan
J. Den Hertog te Oudshooru om een watsr;toep
te leggen aan het Utrechtsche Jaagpad vóór zijn
nieuw gebouwd woon- en pakhuis aan de lage zijde
der gemeente Aarlanderveen; - tevens om 1®. met
wijziging van het raadsbesluit van 15 Mei jl., de
daarbij aan A. J. Koole verleende verguonhgen
(ol. tot vernieuwing der bestaande brug over de
Binnenvestgracht, toegang gevendo tot hst te;reitt
aan de Looierstraat, en in aansluiting daaraan het
maken van eene schoeiiDg in de richting der Kon.
Nederlandsche Grofsmederij in de Binnenves.gracht
en het aanplempen van hot daardoor ingoncmen
water), te verleenen aan A. J. Koole en A. De
Koster, leden der firma De Koster en Co., - en
2°. afwijzend te beschikken op het verzoek van de
wed. G. P. Timp tot wijziging van de vergunning
tot het leggen van rails verleend bij raadib?sluit
van 27 April jl.
Tot secretaris der gemeente-commissie van de
Ned.-Herv. gemeente alhier is benoemd do heer
J. D. B. Brouwer, emeritus predikant.
De lste luit. der infanterie G. P. Yan der
Garden wordt eervol on the vod van zijne deuichee-
ring bij de militaire verkenningen en werkzaam
gesteld aan het departement van oorlog.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 3460 volwassen
personen en van 27 kinderen.
Bedankt is voor het beroep naar de Christ.»
Ger. gemeente te Kolijnsplaat door den heer J. W.
Yan der Kouwe, te Hazerswoude.
Omtrent den toestand van onzen Koning zijn
door het Haagsche Dbl. uit Carlsbad zeer bevredi
gende berichten ontvangen. De ongunstige uierver-
schijn8elen, welke zich vóór het vertrek vanZ. M.'
naar do genoemde badplaats bij hem hadden voor
gedaan, zij a reeds geweken. De badge ne os heer,
dr. Londen, koestert de hoop dat de wortel der
ongesteldheid geheel zal ziju te overwinnen. Naar
het oordeel van genoemden doctor, wiens advies
volkomen in overeenstemming is met het beslist
gevoelen van Zr. Ma. lijfarts, kan dat verblijdend
vooruitzicht alleen verkregen worden indien Z. M.
de kuur onafgebroken doorzöt. Het was dau ook
dr. Londen die den Koning er van terughield, ge
volg te geven aan de inspiratie van zijn vaderlijk
gemoed om, onmiddellijk op het vernemen der ziekte
van den Kroonprins, naar het vaderland terug te
keeren. Niet dan noode onderwierp Z. M. zich aan
de ernstige raadgeving van den geneesheer, die
verklaarde, niet in te staan voor de gevolgen van het
niet-nakomen van zijn advies. De koning gaf einde
lijk toe, ongetwijfeld, zegt het blad, allermeest zoker
wel geleid door do overweging, hoe zijn levod, juist
met het oog op de gevreesde gebeurlijkheden, voor
de natie en hare belangen nog dierbaarder wordt.
Door de Regeering is der Tweede Kamer een
wetsontwerp aangeboden tot de vermeerdering aan van
gende 1 Sept. a. s., van het personeel der rechtbank
te Amsterdam met óén vice-president, drie rechters
en één substituut-griffier. Reeds in 1882 was door
de rechtbank bij 's ministers ambtsvoorganger aan
gedrongen op uitbreiding van haar personeel met
ten minste één rechter voor elk der bestaande drie
kamers, en één rechter om, boven het bestaande
aantal, als reohter-commissaris bij de instructie van