LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7433. Maandag 12 Mei. A0. 1884. Eerste lilad. PRIJS DEZER COURANT X ?«or Lei don per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PEIJS DEE ADVERTENTIES: Van 18 regels 1.05. Iedarc regel meer 0.174. Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor het incassee- reo buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Dit Hommer bestaat uit DRIE BLADEN. Cilciëele Keuntw^eriiigea. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van F. W. VAN HOOGSTRATEN, houdendf verzoek om vergunning tot oprichting van eene likeurstokerij in het perceel aan den Ouden Rijn No. 57; Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1876 (Staatsblad N®. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, roet de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag den 24sten Mei aan 's voormiddags te elf uren, op het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 10 Mei 1884. E. KIST. Secretaris. De Burgemeester van Leiden; Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Stbl. No. 134 Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat in de afge- loopen v. /- ek geene personen aan mazelen zijn overleden Leiden, De Burgemeester voornoemd, 10 Mei 1834. DE KANTER. De Leidsche Tramquaestie. Noch om als het ware vooruit te loopen op de eventueele uitkomsten van het onderzoek der Com missie, benoemd in de zitting van den Gemeenteraad van 28 April, - noch om de werkelijke of vermeende aanspraken van de belanghebbenden bij de Haven- lijn te verdedigen of te bestrijden, wenscben we aan dit onderwerp eenige regelen te wijden. Wij willen de quaestie alleen bezien uit het oogpunt van het recht. In 't late najaar van 1879 hoorden we voor 't eerst het gelui der tramschei langs onze straten, als om met heldere tonen hen te weerspreken, die aan de onderneming geen levensvatbaarheid hadden toegeschreven wegens het weinig drukke verkeer dat onze stad in den regel aanbiedt. Den eersten tijd waren de berichten gunstig: de pessimisten kregen inderdaad ongelijk, omdat de feiten en cijfers tegen hen getuigden. Maar zij gaven zich niet gewonnen, 't Is een nieuwtje, zeiden ze, - laat ons het oordeel opschorten. Later kwamen de slechte tijdingen. De exploitatie bleek niet winstgevend te zijn, en de lijn Station— Haven kreeg de schnld. Reeds tweemaal is de8 winters daarom op die lijn de dienst gestaakt, met goedvinden van den Gemeenteraad. Wij oieenen, dat die eerste inbreak op de con cessie ecu fout is geweest. Met niet de minste sporen van profetischen geest had meu van den aanvang af kunnen weten, dat de Havenlijn aanvankelijk een schadepost zou zijn. Zij werd dit inzonderheid, door de slappe exploi tatie. De trams reden daar met zeer lange tusschen- poozen, en wie uit dat gedeelte der stad naar het station moest, nam terecht liever de voeten te baat of voorzag zich van een vigilante, dan dat bij zich naar een der punten van de tramlijn begaf om daar wie weet hoe lang te staan wachten, op gevaar af van - door een toevallig gebrek aan over eenstemming tus8chen zijn uurwerk en de tram- klok - den trein te misson. Zijn de tusschenpoozen gering, dan maakt het minder uit of men al be merkt dat de wagen juist is gepasseerd: eenige minuten wachtens slechts, en er komt weer een andere. Reizigers die 's avonds van het station naar het stadsgedeelte langs die lijn moesten, von den maar zelden een gelegenheid om mee te rijden: op 't laatst keken zij er niet eens meer naar. Zulk een exploitatie kan in geen geval eenig resultaat opleveren. Wat doet nu de Maatschappij? In plaats van te zoeken naar een middel om ook op die lijn wat leven in de brouwerij te brengen, opdat er eindelijk ook daar, zij het in den eersten tijd geen winst, dan tooh slechts geringe schade zou vallen, zoodat toch het golieel een bevredigende uitkomst ople verde, zoekt zij langzamerhand het minder voor- deelig gedeelte zich van den hals te schuiven. De Raad is haar daarin ter wille. On9 dunkt, men had zich van don aanvang af aan de oorspronkelijke concessie-voorwaarden moeten houden. De Maatschappij zou dan wel genoodzaakt zijn geweest, andere middelen tot verbetering te zoeken. Bleek alles vruchteloos te zijn, dan kon er onderhandeld worden over oen geheel nieuw con tract, - of de Maatschappij zon eenvoudig haar zaken aan kant hebben moeten doen, evenals ieder ander wien een onderneming mislukt. Wat nu geschied is, zet de kroon op 't werk. Iadien een ambtenaar eens verlof vroeg, doch middelerwijl, vóór nog over zijn aanvraag is be schikt, vast maar heenging, zou niemand dat goed keuren. Do Trammaatschappij vraagt, met 1 Mei op do Havenlijn niet te rydeo, maar doet ook niets dat haar in staat zou stellen wel te rijden als het aanzoek eens van de hand werd gewezen. Den 288ten April moest de aan- en verkoop van de paarden enz. nog plaats hebben. Wie dat van de zijdo der Maatschappij „netjes" moge noemen, wij niet. Er straalt een volkomen miskenning van aange gane verplichtingen in door, die door de goedwillig heid van den Raad uitgelokt, de vraag doet ryzen of wederzijdsche overeenkomsten niet meer bin dend zijn. Waarom de Maatschappij niet verplicht te doen wat zij eenmaal op zich nam? Leiden heeft haar niet geroepen. Die heeren bestuurders in Londen mogen niet op die manier spelen met hnn verbin tenissen. Kan de Maatschappij haar taak niet ten einde brengen, - goed, zij legge die dan neder. Wanneer zij haar bezittingen in Leiden verkoopt, zullen misschien anderen wel kans zien de beide lijnen voordcelig te exploiteeren en zóó dat de burgerij er iets aan heeft. In 't allerergste geval zou onze goede stad weer tramloos worden, wat haar ook al geen kwaad zou doen. Beter is het, in dien vóórhistorischen toestand terug te zinken, dan dat aan al onze medeburgers het voorbeeld wordt gegeven, hoe men zich met een weinig over leg kan losmaken van zijn contractueele plichten. LEIDEN, ÏO Wei. Heden is aan de universiteit alhier de heer W. De Lange, geb. te Rotterdam, bevorderd tot doctor in de geneeskunde, met academisch proef schrift, get.: „Boerhaave's „Elementa chemiae." De Rijnlandsche stoomtramweg vervoerde in de maand April tusschen Leiden en Katwijk 18,468 personen, met eene opbrengst van /"3176.92£ het goederenvervoer en diversen bracht f 239.86 op en het aantal vervoerde postpakketten 31.20, totaal f 3447.98£. Van 1 Januari tot en met uit0. April 1884 bedroeg het aantal vervoerde reizigers 66,082, met eene opbrengst van f 10766.24 het goederenvervoer en diversen bracht f 720.65 op en het aantal vervoerde postpakketten f 62.00, totaal f 11548.89, zijnde per dagkilometer ƒ11.02. De adjunct-commandant van den huishomde- lijken dienst in de militaire strafgevangenis bij Leiden, de heer E. H. Themps, wordt met 1 Juli a. s. op pensioen gesteld. Gedurende de eerste helft der maand April zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden: Mej. M. De Graaff, mevr. M. S. Peetere, J. Ver beek, Amsterdam; mej. J. C. Oppy, mej. Van der Lee, mej. Houthoft, Ts-Gravenhage; Aart De Ruig, F. Spruis, Haarlemmermeer; G. Van Wijk, Moor drecht; dr. W. Pluyte, Zwolle. - Brief kaarten wed. Meijerdien, AmsterdamJans Dikmans, Leiden W. De Bonde, J. J. Vermeulen, Rotterdam. Vorzonden geweest naar Amerika: Rob. Schlegel, Nieuw-York. - Ned.-Oost-Indië: wed. E. J. S. Kruyt, Batavia; E. M. Van der Sluis, Solo. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4058 volwassen personen en van 24 kinderen. „Sempervirens" bevat he len eene levensschets van Philipp Franz Von Siebold en de afbeelding van het monument, dat den 8sten October van het vorig jaar to Würzburg, Von Siebolds geboorte plaats, werd onthuld. Door den minister van oorlog is do aandacty; van de autoriteiten der landmacht gevestigd op sententie van het hoog militair gerechtshof, waarffcj gemeld hof ten aanzien van den termijn van viï weken, bij artikel 135 van het Crimineel Wetbo^t voor het krijgsvolk te lande bedoeld, heeft ove£ wogen dat de dag, volgende op dien, waarop de desertie van eenen van dit misdrijf beschuldigden militair aanvangt, moet gerekend worden de eerste dag van gezegden termijn te zijn, zoodat derhalve voor den man, die zich op den lsten der maand door desertie aan zijne dienstverplichting heeft ont trokken, eerst op den 30sten daaraanvolgende do meerbedoelde termijn van vier weken kan geacht worden te zijn verloopen. Do minister van oorlog heeft bepaald dat de manschappen, aan wie baiten dienst het dragon van de sabel of de bajonet is verboden, in de voor- geschrevene tenue gekleed zullen zijn, met den koppel en drager, dooh zonder sabel of bajonet en zonder de scheede, de manschappen der cavalerie en der rijdende artillerie echter met de sabeltasch. Evenals bij enkele andere infanterie-rogimenten is ook bij het 4de reg. inf. het bij de leger-formatie vastgesteld aantal onderofficieren niet alleen com pleet, maar wachten oen 7-tal korporaals, die reeds met gunstigen uitslag het examen voor onder officier hebben afgelegd, op eene bevordering tot dien graad. De hoer C. Pannevis te Oudshoorn is gekozen tot lid van den Raad dier gemeente. Te 's-Hage is in den ouderdom van 75 jaren overleden de gepensioneerde generaal Verkat Egter, die tal van jaren werkzaam is geweest aan het ministerie van oorlog, laatstelijk als chef van het bureau Personeel. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Da gemeenteraad van Delft heeft besloten op voorstel van B. en Ws. den 300sten jaardag van den dood van Prins Willem I op den lOden Juli a. s. plechtig te herdenken en daartoe aan het college van Dagelijksch Bestaur een blanco-crediet toe te staan. Uit Indië is het treurig bericht ontvangen van het overlijden van den kapt. ter zee P. I. Rosenwald, commandant van het stoomschip „Ko ningin Emma'*. De vrees voor de oprichting te Amsterdam van eeno fabriek van dynamiet en andere ontplof bare stoffen aan de overzijde van het IJ, die on- zoowel in de Eerste Kamer als in den ge meenteraad, een onderwerp van gedachtenwisseling uitmaakte, schijnt voorshands niet vervuld te zullen worden; althans op het verzoek der heeren Van Rietschoten en Houwens, tot oprichting van die fabriek, is door B. en Ws. afwijzend beschikt. De minister van marine brengt ter konnis van belanghebbenden, dat, aangezien thans een vol doend aantal studenten aan de universiteiten, ter opleiding tot off. van gezondheid bij de zeemacht, aanwezig is, tot nadere bekendmaking geen stu denten in de medicijnen voor rekening van het departement van marine worden aangenomen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1