LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7405. Maandag 7 April. A0. 1884. Eerste Blad. PRIJS DEZER COURANTS Veor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Noramers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171. Groolere letters naar plaatsroimte. Voor het incassee- ren builen de stad wordt 0.10 berekend. Dit nommer bestaat uit VIER BLADEN. Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad behoort voor de inteekenaren daarop het officieel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad: zitting van Donderdag den 27slen Maart, bladz. 17 tot 20. OÉSciëöl© Kennls^eringen. De Burgemeester van Leiden; Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Stbl. No. 134); Brengt ter Ic-enais van de ingezetenen, dat in de afge- ioopen week 4 lijders aan mazelen zijn overleden. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 5 April 1884. DE KANTER. LEI RENT, 5 April. Naar van hier aan de „N. R. C." wordt ge meld, vertrekt deze maand, door toedoen van den -beer B., naar Liberia West-Afrika) de heer Starapfli, om de reis der heeren Biittikofer en Sala (beschreven door Biittikofer in het „Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap") voort te zetteD. Men zal zich herinnoren dat de heer Sala, de reisgonoot van Biittikofer, in 1881 in Grand Cape Mount overleed, oa dat Biittikofer, een jaar later om reden van gezondheid, genoodzaakt werd terug te koeren. Gedurende deze weok zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4758 volwassen personen en van 35 kinderen. De heer Yan Schaick te Hoofddorp is beroe pen naar de Christ.-Gereformeerde gemeente te Middelharni8. Het vertrek van het koninklijk gezin naar het buitenverblijf „Oranje-Nassau-oord" is, behou dens eventueele verandering van datum, vastgesteld op Maandag 21 dezer, 's voormiddags omstreeks tien uren. Den Zaterdag te voren worden de paarden en verder materieel derwaarts overgebracht. De erfgroothertog van Oldenburg en gemalin keeren eerstdaags van Den Haag naar Hanover terug. De Koniügin zal morgen, Zondag, te Queens- borough aan boord van de „Valk" overgaan om naar hier te vertrekken. De prins van AValdeck, broeder van de her togin van Albany en van onze Koningin, is te Claro- mont aangokomen. De toestand der jonge weduwe blijft bevredigend, zoodat geen bulletins meer wor den uitgegeven. De onverwachte dood van den hertog van Albany is, gelijk bekend, oorzaak dat de Belgische reis van onzen Koning on onze Koningin tot nader is uitgesteld. Alvorens HH. MM. naar Brussel gaan, zal alsnu de Koning een badkuur te Carlsbad ondergaan en de Koningia de baden te Kissingen gebruiken. Te Paramaribo worden toebereidselen gemaakt om bij de aankomst van het eerste stoomschip van den Kon. Wost-Indischen maildienst, de „Oranje- Nassau," dat den 18den dezer aldaar verwacht wordt, eenige feestelijkheden te doen plaats hebben. Ook van Curasao is hetzelfde bericht ontvangen den 24sten dozor wordt het stoomschip daar ver wacht. In het „Heidepark" te Barneveld is thans de gedenksteen voor wijlen mr. C. A. Nairac, die gedurende een 40-tal jaren burgemeester dier ge meente was, voltooid. Naar de „H. C." verneemt, is de heer J. W. Brouwers, pastoor te Bovenkerk en hoofdredacteur van „De Amstelbode", benoemd tot eerelid der Yereeniging van rechtsgeleerden van St.-Petrus te Rome. De vereeDiging, in het jaar 1877 op ver langen en onder bijzondere goedkeuring van Paus Pins IX opgericht, staat bij don tegenwoordigen Paus Leo XIII mede in zeer hoogo gunst. Tot leden en eereleden worden personen benoemd, die zich in de verdediging van de rechten der Room- sche Kerk, hetzij dooi woord, geschrift of daden, op bijzondere wijze onderscheiden. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroofstoomschip „Yalk," onder bevel van 's Konings adjudant in gewonen dienst, den kapt. ter zee jhr. J. A. Roëll, in den voormiddag van 4 dezer te Qaeensborough aangekomen. Met het stoomschip „Prins van Oranje," van de Maatschappij „Nederland," hetwelk 12 April a. b. van Amsterdam vertrekt, zal van daar recht streeks een brievenmaal aan Atjeh worden ver zonden. Voorts zal op Dinsdag 22 April a. s. met den trein van 5.20 's avonds uit Amsterdam raar Antwerpen in aan sluiting op het vertrek van het bedoelde stoomschip uit Marseille, een tweede ver zending van Atjeh geschieden. Blijkens ingekomen ambtsberichten zijn in het tijdperk van vier weken, dat op 22 Maart jl. ge ëindigd is, geen gevallen van longziekte buiten den afgesloten kring van bet spoelingsdistrict waar genomen. In de slachterijen binnen dien kring bleken de longen van 7 runderen, van 7 veehouders, door longziekte te zijn aange'ait. Gedurende voormeld tijdperk werd afmaking be volen van 281 van longziekte verdachte rundereD, sedert 1 JaD. jl. 823. De Staatscourant van heden bevat het konink lijk besluit van 2 April 11. (Staatsblad No. 44), waarbij, met intrekking van het kon. besluit van 21 Juni 1881 (Stbl. No. 69), wordt vastgesteld een nieuw programma voor het eindexamen der gym nasia met zesjarigen cursus en het daarmede ge lijkgestelde examen vermeld in art. 12 der wet van 28 April 1876 (Stbl. No. 102). Gemengd Nieuws. Gedurende deze week zij n hier ter sted e weder 36 nieuwe gevallen van mazelen aange geven, waarvan 4 met doodelijken afloop; terwijl door pokken werden aangetast 3 personen en 1 lijder aan deze ziekte overleed. Door diphtheritis werd aangetast 1 persoon. Drie der dooden aan mazelen behoorden niet tot de in deze week aangegevenen. Het paard van een landbouwer reed hedenmorgen om elf uren in de nabijheid der voor malige Zijlpoort tegen een boom aan, waardoor het tuig brak. Het paard rokte zich los en sprong in het water, doch werd met behulp van zekeren O die juist met een roeibootje passeerde, op het droge gebracht. Omtrent het bij de Kaag verbranden van het met naphtha geladen schip wordt ons nog gemeld dat de vlammen van den verderen gevaarlijken inhoud van het vaartnïg voornamelijk werden gebluscht door het uitstekend en onver schrokken optreden van het personeel van den heer Yan der Kamp, opzichter van de Haarlemmermeer, die, op verzoek van den burgemeester dier gemeente om het vuur toch te doen blussohen, zijn man schappen de den volgenden dag nog brandende massa met een schnitlading zand liet bedekken. Dat personeel waakte er ook voortdurend voor dat de dijk niet zou doorbranden of eenige andere schade leed. Bij doorbranding toch zouden de gevolgen niet te overzien zijn geweest. Hedenmiddag om 12 uren is een werk man van den steiger aan het in afbraak genomen gebouw van het voormalige Stads-logement aan het Zieken te 's-Hage gevallen, zoodat de man voor dood per brancard naar zijne woning aan den Schenkweg weggedragen is. De oorzaak van den brand in de Hil- versumsche stoomspionery en weverij ligt als ge woonlijk in hot duister; men sprak van het warm loopen van een spil. Doch zekerheid dienaangaande te verkrijgen in eene inrichting, waar het brand gevaar nitteraard steeds zóó groot is, is moeilijk. Met bliksemsnelheid breidde het vuur zich uit. De meeste werklieden wisten zich spoedig genoeg uit de voeten te makenenkelen echter niet dan mot grooto inspanning. Men begrijpt wolk een paniek er plotseling onder de fabrieksbevolking heerschte. Yrouwen zochten in doodsangst naar hunne echtgeoooten, mannen vroegen angstig naar hunne kameraden. Toen bet vuur reeds niet meer te overzien was, vertoonde zich plotseling do gestalte van oen der werklieden uit een raam van de derde verdieping. Terwijl men nog pogingen wilde aanwenden om hom op andere wijze te redden, gaf de ongelukkige, in den uitersten nood gebracht, te kennen dat hij uit hot veneter wilde springen. Het was oon ge vaarlijke sprong. Doch de dood zat den man op de hielen; hij waagde dos het uiterste en werd door kameraden opgevangen. Bijzondere redmiddelen om den val te breken, waren niet bij de hand. De schok was Datuarlijk hevig, dooh de man was toch behondon. Ook was zijn toestand gistermiddag althans vrij bevredigend. De bekomen kwetsuren waren niet zorgelijk, tenzij blijken mocht dat hij gevaailijk inwendig ge kneusd was. In óén uur tijds was do geheele spinnerij uit gebrand. Gelukkig was de wind gunstig. Anders ware ook de groote weverij, liüks achter de spinnerij go- legen, niet gespaard gebleven, en was de vlam wellicht ook overgeslagen naar de afzonderlijk, aan de Yaart, staande pakhuizen, waar oeno vrij aanzienlijke hoevoolheid katoen ligt opgestapeld. De bovenste verdiepingen waren reeds ontruimd, toen in de werkzaal op de tweede verdieping nog enkel rook en geene vlammen zichtbaar waren. De directeur spoorde zijne mannen tot blusscben aan, doch in het volgend oogenblik sloegen de vlammen naar alle zjjden uit on waagde niemand zich meer binnen het gebouw. Intu8schen was de brandweer van het dorp druk in de weer om althans de weverij te behouden. Dit is gelukt. Behalve de fabrieksspnit kwamen zeven spuiten nit Hilversum en dón uit Loosdrccht hulp verleenen. Bijna alle gaven water. Doch tegen over znlk een vuurzee zouden ook heviger water stralen machteloos zijn gebleken. Nn en dan sloeg de vlam nog op uit het niet dan met levensgevaar bereikbare puim. Een ge deelte van den zijmuur aan den rechter-vleugel was zoozeer geteisterd, dat het raadzaam werd ge oordeeld, hem spoedig neder te halen. In het ketelhuis is een groot gedeelte der machi nerieën door het vuur vernieldde rest werd door het puin dat er op viel, zwaar gehavend. De smederij is blijven staan en kreeg, evenals de weverij, bijna alleen waterschade. Uit het kantoor werden de boeken enz. dadelijk in veiligheid gebracht, doch behalve dat er eenige ruiten sprongen bleef dit gebouw geheel ongehavend. De Amsterdamsche Beurs is voor een gering gedeelte bij de verzekeringssom betrokken, doch het meeste is geassureerd bij bnitenlandsche maat schappijen, voornamelijk bij de Maagdenburger- en Hamburger- maatschappijen. De kolossale fabriek wa3 het best van alle Hil- versnmsche fabrieken aan de Yaart gelegen. In 1867 werd de akte van oprichting geteekend. Naar men nader verneemt, zullen zoo spoedig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1