DAGBLAD.
N\ 7387.
Maandag 17 Maart.
A°. 1884.
Eerste Blad.
LEIDSCÏÏ
PBIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.......f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
ritIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171.
Grooterc letters naar plaatsroimte. Voor het incassee-
ren buiten de stad wordt O.tO berekend.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN.
OfQeiëele Kennisgeylngea.
De Burgemeester van Leiden;
Gelet op art. 24 der wet van 4 December 1872 (Stbl.
No. 134);
Brengt ter kennis van de ingezetenen dat m de afge-
loopen week één persoon aan mazelen is overleden.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
15 Maart 1884. DE KANTEB.
Eeiie lezenswaardige brochure.
Vestigden wij nog niet lang geleden, in een
artikel aan het hoofd van ons blad, meer als ter
loops de aandacht onzers lezers op de landbouw
koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, vooral
ook om hulde te breDgen aan de nagedachtenis
van de onbekende milde weldoenster dier nuttige
stichting, wijlen prinses Marianne, wij kunnen der
verzoeking geen weerstand bieden nogmaals cenige
regelen te wijden aan de te Frederiksoord, Wil
lemsoord en Wilhelmina-oord gevestigde vrije land
bouwkoloniën, en wel naar aanleiding van eene
dezer dagen verschenen brochure van de hand van
den heer J. W. R. Gerlach, waarin op zeer bevat
telijke wijze de geschiedenis der Maatschappij van
Weldadigheid wordt behandeld, zoodat dit werkje
een uitstekende leiddraad kan worden genoemd
voor iedor, die zich op de hoogte wil stellen van
den werkkring dier nuttige philanthropische instelling.
Vooral ook met het oog op de tegenwoordige,
voor de lagere standen alles bebalvo mosklonrigA
omstandigheden, verdient het geschrift de algemeene
aandacht. „Bij al den pennen- en woordenstrijd, in
de laatste twintig jaren over het pauperisme, het
proletariaat en de sociale quaestie in het algemeen
gevoerd, heeft de Maatschappij van Weldadigheid
wellicht het meest gedaan om die zoo gewichtige
vragen nader tot hare oplossiDg te brengen", zegt
de schrijver terecht, en waar hij iets verder vol-
genderwijze voortgaat: „De vele oorlogen, in het
laatst der vorige en in het begin van deze eeuw
gevoerd, hadden een algemeen verval van handel
en nijverheid ten gevolgeduizenden arbeiders waren
zondsr werk en verkeerden in den hoogsten nood", -
daar is het of hij, schoon sprekende van de dagen
van de stichting der koloniën van weldadigheid,
tevens een greep doet uit onzen tijd.
Iuderdaad, do reden dat ook thans „duizenden
arbeiders zonder werk zijn en in den hoogsten nood
verkeeren" moge ditmaal niet in „de vele oorlogen",
maar veeleer in een samenloop van verschillende
ongunstige sociale toestanden zijn te zoeken, het
feit dat het aantal werkloozen in dezen overigons
gelukkig zoo zachten winter een ongekende hoogte
heeft bereikt is er niet minder waar om. En dat
treurige feit doet zich in nagenoeg alle steden voor,
niet alleen hier te lande, maar ook in het buitenland.
Bewijzen behoeven wij waarlijk niot aan te voeren.
Wat onze gemeente betreft, hebben wij slechts te
herinneren aan hot ingezonden stuk, in ons No. van
30 Januari j!., van eenige „zonder werk zijnde werk
lieden", terwijl men tevens die gelegenheid aan
greep om allen, wien dat maar eenigszins mogelijk
is, aan te sporen eens ernstig na to gaan, in hoe
ver zij door de verschaffing van zij het dan ook
niet juist noodzakelijken arbeid, ia den nood der
werkloozen kunnen voorzien. Maar vooral trok de
aandacht wat wij in de naburige hofstad zagen ge
beuren. Daar werden voor gelden, hoofdzakelijk door
een openbare inzameling bijeengebracht, een zes-
honderdtal werkloozen, uit den aard der zaak tegen
een slechts matig weekloon, aan duinarbeid geholpen.
Zullen die alleD, nu de bijeengebrachte fond
sen zijn uitgeput en de arbeid in het duin
gestaakt word, weder als voorhoen in de stad
werk vinden? Dat is, vooral bij de overproductie
met name in het vak van huizenbouw, niet waar
schijnlijk. Hoevelen van hen zouden zich niet ge
lukkig achten, indien zij voorgoed eene plaats kon
den erlangen in eene der koloniën van de Mij. van
Weldadigheid, waar zij hot uitzicht hebben van
eenmaal bij ijver en goed gedrag, als vrijboeren
een onafhankelijk bestaan te kunnen verwerven
voor zich en hun gezin.
Die vraag verdient te meer overweging, nu het
uitgemaakt is dat vooral in de steden, gelijk wij
boven reeds opmerkten, overbevolking van werk
lieden en arbeiders bestaat, die, aangelokt door de
bovenmatig hooge loonen, in vroeger jaren vau het
platteland daarheen zijn getrokken. Vandaar het
streven om enkeion hunner de gelegenheid te ver
schaffen naar hnn vroegere woonplaatsen terug
te keeren.
Onder die personen nu beyinden zich niet wei
nigen, die, na als opperlieden, aardwerkers enz.
dienst te hebben gedaan, eigenlijk minder aanspraak
kunnen maken op den naam van ambachtslieden,
ofschoon zij door hun vraag naar arbeid daarom
niet minder voor dezen de markt helpen bedorveD.
Voor dezulken zou naar onze meening eene plaatsing
in de vrije landbouwkoloniën eene ware weldaad
zijn, die zij met des te meer erkentelijkheid zullen
aanvaarden, wanneer zij, genezen van het dwaal
begrip dat de koloniën van weldadigheid in eenig
verband staan met de rijks6trafkoloniën, kennis
znllen hebben gemaakt met de woningen, meestal
omslingerd met wilden wijngaard, convolonsas en
Oost-Iudiscbn lrftrn. dAartmni* ao» *r»intjn van nnern-
veer twaalf meter lengte, netjes onderhouden en
met groenten, bloemen en heesters beplant, en
daarachter en ter zijde akkers met tarwe, rogge,
haver, boekweit, aardappelen en peulvruchten, wei
den mat hoornvee, bosschen van allerlei leeftijd
en soort.
Wèl mocht de schrijver in zijne brochure wijzen
op deze drie tafereelen als scherpe en veelzeggende
contrastenhet zoldervertrek met een gezin, waaraan
brood en gezondheid ontbreken; de heide, waar
alle groeikracht schijnt uitgestorven, en de koloniën
der Maatschappij van Weldadigheid met hare rijke
akkers, hare geurige bosschen, hare krachtige
mannen en vrouwen, hare van gezondheid blozende
kinderen.
Om dat alles in stand te houden - wij zeiden
het reeds vroeger - en uit te breiden en dienstbaar
te maken aan den nood van velen, die reikhalzend
naar hulp uitzien, was steuD, geldelijke steun noodig,
ook uit onze gemeente, wier ledental der Mij. van
Weldadigheid beschamend klein is, slechts 29 tegen
b. v. 46 te Kampen, 81 te Haarlem, 93 te Leeu
warden, 120 te Groningen, 400 te 'a-Gravenhage.
Het goheele aantal leden in hot gansche vaderland
bedraagt slechts 4296. Moge het weldra vertien
voudigd worden I Het is hoog noodig vooral na het
overlijden van de milde weldoenster der Maatschappij.
Een enkele stuiver per week, - wie zou hem niet
kunnen missen voor zulk een doel? - en de jaar-
lijksche bijdrage van f 2.60 is gevonden.
Ontbreekt het u nog aan belangstelling, lezer?
Welnu, schaf u de brochure van den heer Gerlach
aan, „De vrije landbouwkoloniën der Maatschappij
van Weldadigheid te Frederiksoord, Willemsoord
en Wilhelmina-oord", te verkrijgen bij den heer
D. B. Centen, te Amste* dam. De halve gulden,
daaraan besteed, is niet i ;ggeworpen, maar komt
eveneens der M. v. W. ten goede en de lezing is
wel geschikt om velen aan te sporen tot het lid
maatschap toe te tredeD. Wanneer dan bovendien
de dezer dagen door het geheele land gehouden inza
meling een gunstigon uitslag blykt op te leveren, zal
Nederland behoed zijn voor de schande, dat eene
zijner schoonste stichtingen te gronde ging uit ge
brek aan weldadigheidszin bij de natie.
LEinfiN, 15 fftaart.
De heer D. P. Faure, predikant en stichter eener
vrije gemeente aan de Kaapstad, zal morgen al
hier in de Pieterskerk optreden.
De heer W. Doorn heeft voor het beroep
tot predikant bij de Chribfcelijk-Gereformeerde ge
meente alhier (Hooigracht) bedankt.
Wellicht is het bij velen niet bekend dat
hier ter stede eene „Gereformeerde Gestreepte
Baaiwerkers-Benrs" bestaat.
Tegen tien cents contributie per week kan men
lid worden van deze Beurs, waarvoor men, bij
ziekte, wekelijks f 1.50 ontvangt, terwijl die som
tot de helft verminderd wordt als men langer dan
een half jaar niet in staat is te werken.
Bjj overlijden wordt aan de nabestaanden voor
begrafeniskosten uitbetaald 40 of 50, naar
gelang van den toestand der kas en het aantal leden.
Wanneer een lid, zijne vrouw of zijne weduwe,
in een der gestichten van liefdadigheid binnen deze
stad wordt opgenomen, zullen zij van dien tijd af
van contributie worden vrijgesteld, doch het recht
op de som van f 28 behouden, welke bij overlijden
voor begrafeniskosten zal worden uitbetaald.
Genoemde Beurs mocht zich sedert hare oprichting,
reeds in de 16de eeaw, langen tijd in een groot
aantal leden verhengen.
Ook uit haar naam is trouwens al op te maken
dat ze niet van gisteren of heden is.
Ondienstig is het zeker ook niet om mede te
declen dat alleen personen van denProt. godsdienst,
toBsehnn 20- en 36-iariff en laoftiid »ls InG-.n Irnnnen
worden aangenomen.
Voor de tweede maal in korten tijd werden
hier gisteravond door de Amsterdamsclie afdeeling
van het Nederlandsch Toonoel opgevoerd „Zijn
Meisje komt nit" van mr. P. Brooshooft on „Het
Sonnet" van Frederik Van Eeden.
Wèl was de Schouwburg goed bezet - beter als
zoovele andere keeren - maar toch zal de opkomst
van het publiek wel onder het peil der verwachting
zijn gebleven.
De opvoering van „Zijn MeiBje komt uit" ge
schiedde volkomen tot aller genoegen on aan het
einde werden do acteurs dan ook voor hot voet
licht geroepen.
In „Het Sonnet" droeg vooral jhr. Eugène De
Belfort (de heer Schultze) er veel toe bij tot het
welslagen van het geheel. Aan de vertolking van
deze rol toch is veel gelegen.
Ook aan het einde van dit stak aarzeldo men
niet laido toejuichingen te doen hooren.
Den avond te voren waren beide stnkkcn in
Haarlem ook weer gegeven. De in grooten ge
tale opgekomen toeschouwers vermaakten zich aldaar
met het voortreffelijke spel der acteurs zoo koste
lijk, dat zij zelfs een minder gewonen afloop van
bet stokje des heeren Van Eeden door de vingers
zagen. „Eugèno" namelijk werd, nadat hom door
„Trombone" (den heer Morin) de deur was gewezen
(waarmede zijne rol geöindigd was), door het publiek
tornggeroepen en daarop door den hoer Morin met
de woorden begroet: „Nu heeft hij waarachtig Dog
do onbeschaamdheid van terug te komen." Deze
geïmproviseerde en zeker comieeho inlassehing bracht
èn acteurs èn het publiek zoozeer aan het lachen
dat er van de geheele slotscène niets terechtkwam.
De minister van justitie heeft benoemd tot
cipier van het hnis van arrest te Heerenveen den
heer H. Reinier, thans magazijnmeester in de mili
taire strafgevangenis nabij Leiden; tot lsten commies
bij het bureel van genoemde militaire strafgevan
genis den heer P. C. Ruil, thans 2den commies, en
tot 2den commies den heer C. A. Dona ta 's-Hage.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4158 volwassen
personen en van 2—4 kinderen.