N°. 7352. Dinsdag 5 Februari. A0. 1884. Avond-editie. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 3 maanden.1*10* Franc* per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Oonrant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PEIJS DEK ADVERTENTIES: ▼aa 10 refeli 1.05. Iedere regel meer 0.17£ Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het incassea* ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. LEIDEN, 4 Februari. Op "Vrijdag 8 Februari a. 8., des voormiddags 4e 2 uren, zal de rector magnificus dr. D. Doyer, ter plechtige viering van den 309den verjaardag der stichting van de Leidsche hoogesohool, eene rede voering honden in het groot auditorium van het academie-gebouw, waarbij alle belangstellenden wor den nitgenoodigd. Prins Roland Bonaparte, die, zooals men weet, den 8sten Februari de dies-viering onzer universi teit zal bijwonen, komt morgenavond met den trein van 7.10 uit Parijs met gevolg hier aan en zal zjjn intrek nemen in het Hotel Levedag. Na ontvangst der beide vorige mails, kwamen heden per Fransche mail, via Napels, de Indische bladen van 29 December tot en met 2 Januari in ons bezit. Wegens het Kerstfeest zijn de nog ont brekende bladen van 25 en 26 December niet versohenen. Wegens ongesteldheid van den heer Le Gras heeft de voorstelling van Mulders „Kiesvereeniging van Stellendijk" door de Rotterdamsche afdeeling van het Nederlandsch Tooneel heden geen doorgang. Naar wij vernemen, zal de volgende week Vrijdag in den schouwburg alhier „Zijn meisje komt nit" van ror. P. Brooshooft door de afd. Amsterdam van het Ned. Tooneel worden opgevoerd. Van Barneveld heeft het Leidsch studenten- muziekgezelschap „C-dur" de reis naar Apeldoorn voortgezet. Daar gaf het een concert ten voordeele van de Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin. Het gezelschap vond instemming met het loffelijke doel, daar de opkomst buitengewoon talrijk was. Er was, zoo meldt men, maar één roep over de schoone uitvoering van het programma. Het piano spel van den heer Ovink, het vioolspel der heeren Blokhuis en Yan der Willigen en de zang van den heer Bussemaker werden luide toegejuicht. Door den predikant Hoekstra werd namens het .publiek en de Maatschappij den heeren studenten warme dank toegebracht. De finale was een zeer geanimeerd bal. Bij de heden gehouden openbare verkooping van cokes in partijen van 100, 10 en 5 hectoli ters, waren de hoogste prijzen f 35, f 3.80 en f 1 85; de laagste f 35, f 3.60 en f 1.80. Door de ijverige bemoeiingen mede van ds. Van Druten te Rijnsbnrg, zal ook daar in den loop van dit jaar eene sohool met den Bijbel worden opgericht. Ds. P. Bartstra te Wassenaar heeft voor het beroep naar Charlois bedankt. Tot hoofd der openbare lagere school te Noord- wijkerhout is benoemd de heer Wesselink te Loos duinen en tot onderwijzeres te Maasdam mej. A. L. A. Hecke te Rynsaterwoude. Volgens „Caecilia" heeft de Koningin de op dracht aanvaard van de opera van Verhey en Smalt, getiteld „Imilda." Naar men verneemt, zal ook de lnit. ter zee 2de kl. M. E. B. J. Kluit voor de 2de maal den tocht met de „Willem Barendsz" medemaken. Morgen hoopt de boekhandelaars-firma J. C. W. Altorffer te Middelburg het 100-jarig bestaan van hare zaak te gedenken. Aan de Yereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Amsterdam zijn twee legaten vermaakt, één groot f 15,000 nit Rotterdam en één groot f 300 nit Amsterdam. Mevrouw Heinze te Amsterdam is namens den Paus aangeboden een zilveren medaille met 's Pausen borstbeeld en wapen, als blijk van waar deering voor haar verdienstelijk oratorium, „Yin- centius de Paulo" getiteld, waarbij haar echtgenoot de muziek geschreven heeft, die verleden week voor het eerst door de Yincentius-vereeniging werd uit gevoerd. De Tweede Kamer is thans ter hervatting harer werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 19 Februari, des namiddags te drie nren. Het openbaar schrijven van den heer E. J. P. Jorissen, van Londen weer naar de Kaap ver trokken, is verschenen. Het is getiteld „Nederland en de Transvaal" en de raad wordt er b. in gegeven dat Nederland zeer voorzichtig zij in de betooning zijner sympathie tegenover de te verwachten de putatie, ten einde den Engelschman niet te be- leedigen, hetgeen de Transvalers niet sterker maakt. De beste hulp is dat ondernemende Hollandsche jonge mannen daar ginds zich een nieuw vaderland zoeken. De regelingscommissie voor de viering van den 1500sten gedenkdag van SL-Servatius' overlijden heeft het voorstel tot het oprichten van een stand beeld voor dien bisschop met 10 tegen 5 stemmen verworpen. In eene particuliere correspondentie aan het „Hbl." uit Kotta-Radja dd. 27 December leest men het volgende: De optische telegraphie te Atjeh is bijna vol tooid en men seint in één uur tijds van Djerir naar Kotta-Radja, dat een groot voordeel oplevert, lo. voor de cavaleristen, wier leven toch altijd in gevaar is op die wegen, en 2o. omdat de berichten zooveel te spoediger Kotta-Radja bereiken. Den 24sten werd van den neer Loder, lid der firma De Lange Co. en wonende te Anakgaloeng, op zijne thuisreis van Labaroe te halverwege het paard onder het lijf doodgeschoten, en hij zelf kreeg een vleeschwond onder de knie. De heer Loder kroop nog 300 passen vooruit en wachtte zoo den dag af in de nabijheid der Kalie, toen eene den vol genden dag uitgezonden patrouille hem vond. Hij gaf onmiddellijk 100 gulden cadeau aan den troep die hem thuis bracht, en beloonde zoo de moeite die men voor hem genomen had. Het laat9te belangrijke nieuws dat ik u ditmaal zal mededeelen, is het overlijden van Panglima Polim, het bekende hoofd nit de lste en 2de expe ditie, die zich nooit aan ons heeft willen onder werpen, doch ook na dien tijd weinig tegen ons heeft uitgevoerd. Hij wenschte, omdat hij reeds zoo hoogbejaard was, als onafhankelijk Atjeher te sterven en dit is ook zoo geschied. Volgens ingekomen berichten is hij te Ramala gestorven en aldaar ter aarde besteld. "Wie Panglima Polim was is den Atjeher slechts bij legende bekend en juist daarom had men eene bygeloovige vrees voor hem, waaruit zijne macht voortsproot. Het stoomschip „Noord-Brabant", van Java naar Rotterdam, arriveerde gisteren te Frioul (Marseille). Het stoomschip „C. Fellinger", van Amster dam naar Batavia, 29 Jan. van Pauillac vertrokken, doch sedert wegens aanhoudend stormweer in de Golf van Biscaye bij Royen geankerd geweest, heeft gisteren de reis voortgezet; de „KoniDgin Emma", van Amsterdam naar Batavia, vertrok Zaterdag van Marseille; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde dien dag te Batavia; de „Utrecht", van Rotterdam naar Java, arriveerde gistermiddag te Southampton. Z. M. heeft de volgende pensioenen verleend, als aanP. D. of D. Grothe, hoogl. aan de Poly technische School te Delft, f 1417; dr. J. G. De Man, conservator aan het Museum van Natuurlijke Historie te Leiden, f 369, en J. "W. Kaiser, dir. van *8 Rijks Museum van schilderijen en hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, f 1797; - den met verlof hier te lande aanwezigen majoor der genie van het leger in Ned.- Indië E. B. Kielstra, op verzoek, met 1 Febr. 11. eervol nit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen met toekenning van peösioen; - aan den heer N. Felix, leeraar in de geschiedenis en de Nederlandsche taal en letterkunde aan de Kon Milit. Academie te Breda, op zijn verzoek, eervol ontslag uit zijne betrekking verleend, en znlks met ingang van 15 April a. s.; - met 1 April a. s., benoemd by de directie der Rijkspostspaarbank: tot hoofdcommies H. F. Bordewyk, thans commies bij voormelde directie; tot klerken H. J. Volkmaars, J. Altena, H. K. J. Michnëlis, A. J. Schleper, J. H. Van den Berg en A. J. Smit. De in de bladen aangekondigde vergadering van ingelanden van Rynland, waarin de commissie, in de by een komst van 26 |Maart 1881 benoemd, haar praeadvies zon uitbrengen over de vraag, of de instelling van een nieuw waterschap, waardoor de Noorder-Lekdijk, althans ten deele, ten laste van Rynland zal komen, in Rynlands belang is, is te 's-Hage in „Diligentia" gehouden. Do opkomst was niet talrijk. Door den voorzitter, den heer P. F. Hubrecht, werd mededeeling gedaan van al hetgeen de com missie overeenkomstig het haar in Maart 1881 ge geven mandaat had verricht ter uitvoering van de toen genomen besluiten. De pogingen, bij de pro vinciën Noord- en Zuid-Holland aangewend om wijzi gingen te doen aanbrengen in Rijnlands reglement met het doel aan ingelanden recht van beroep op den Koning te verzekeren tegen de besluiten van Rynlands bestuur, alsmede om de bepalingen daarin nopens de openbaarheid der vergaderingen van Rijnlands bestuur nit te breiden, hadden gefaald. Eveneens waren de pogingen der commissie mis lukt om samenwerking te verkrygen met de besturen der belanghebbende groote waterschappen omtrent de instelling van een nieuw waterschap van belang hebbenden by don Noorder-Lekdyk. Toch was de arbeid der commissie niet geheel vruchteloos geweest. Op haar verzoek aan Rynlands bestuur om inzage te mogen nemen van alle archief stukken, op deze zaak betrekkelyk, had het bestuur wel verklaard dat het archief daaromtrent niets bevatte, maar tevens de gedrukte notulen toegezon den van de vcreenigde vergadering, waarbij ook de gevoerde correspondentie. In die briefwisseling komt o. a. een adres voor door de besturen van Rynland, Amstelland en den Lekdyk Bovendams, op 12 Mei 1879 tot de Regee ring gericht, waarin zy zich wel beklagen dat door de brochure van mr. Hubrecht: „Holland in last", hunne pogingen waren very del d om door heffing van een buitengewonen omslag van ƒ10 voor eiken bunder gezamenlyk in de kosten der verhooging van den Noorder-Lekdyk te voorzien, maar waarby zy in even zooveel woorden de voorzeker merkwaar dige verklaring afleggen, dat zij het in beginsel volkomen met dien schrijver eens zyn, dathetRyk de verhooging van den Noorder-Lekdyk behoorde te bekostigen, toen deze noodzakelyk was geworden door de dyksverhooging van den Zuider-Lekdyk, waartoe de Regeering toestemming had gegeven. Nadat alzoo de pogingen tot samenwerking waren mislukt, had de commissie zelf de vraag overwogen of instelling van een nieuw waterschap raadzaam ware te achten, en de conclnsiën, waartoe zy na rijp overleg is gekomen, zijn neergelegd in het preadvies, dezer dagen te 's-Gravenhage in druk verschenen en algemeen verkrygbaar gesteld. Er werd besloten, het rapport aim den Koning toe te zenden en by begeleidend adres aan Z. M. waarvan afschrift zal wovden gezonden aan ieder der Kamers van de Sta'.en-Generaal, te verzoeken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1884 | | pagina 1