LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 7318.
24
A0. 1883.
Eerste Blad.
Nlenwjaarswenschen
PRIJS DETER COURANT:
/oor Leiden per 8 maandenf 1.10.
^naoo per post1.40.
'Ixcaderlflke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PEIJS DER ADVERTENTIES:
Tai 1O regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incaasM-
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Dit No mm er bestaat uit TWEE BLADEN.
Wegens het Kerstfeest zal deze courant
Dinsdag en Woensdag a.s. niet worden
uitgegeven.
Evenals vorige jaren worden onze stadgenooten
en de bewoners der omliggende gemeenten in de
gelegenheid gesteld, om onder de rubriek Ad v"er-
tenti n
van allerlei aard te plaatsen a 50 cents. Door
dezen maatregel is elk in staat het compliment
van den dag te brengen naar gelang zijner
maa tscha p p olijke betrekking.
Voor de Inteekenaren daarop behooren
bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de
Nos 244 tot 249 der Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad.
Een „cause célèbre".
iDdien do gruwelijke feiten, der Leidsche giftmeng-
ster door de openbare meening ten laste gelegd, waar
heid blijken te bevatten, staat ons een proces te wach
ten, dat, helaasmoet worden gerangschikt onder de
zoogenaamde „causes célèbres", treuriger vermaard
heid, waarvan men ge'nkkig slechts schaarscho
voorbeelden vindt opgeteekend in de annalen der
crimineele rechtspleging zelfs van groote Rijken,
zooals Frankrijk, en dan nog meestal nit vroeger
jaren
Men schijnt hier te doen te hebben met de mis
daad in haar afzichtelijkste gedaante, met een stelsel
van misdaden, met de afgrijselijkste koelbloedigheid
gepleegd, zonder aanzien van knnne of leeftijd,
zoowel den aehtenswaardigen huisvader als de
zorgzame moeder, evenzeer het teedere kind als
den krachtvollen jonkman treffende, mits slechts
dit ééae doel worde bereikt, het meest vuige
winstbejag.
Neen, erger nog; laaghartiger zelfs dan de ge-
hnnrde bandiet, die althans slechts offers treft, die
hem ten eenenmale vreemd zijn, en ban het staal
in de borst stoot, zonder hen vooraf door gehuichelde
vriendelijkheid te verschalken, schijnt de Leidsche
giftmengster bij voorkeur hare moordaanslagon te
hebben gericht tegen bloedverwanten en wellicht
ook tegen vrienden, wier vertrouwen zjj wist te
verwerven door hen aan te sporen tot het nemen
van voorzorgsmaatregelen voor het geval van een
plotselingen dood, dien juist zij reeds besloten had
hun aan te doen.
Over zooveel afschuwelijks zal het rechtsgeding
eerlang een treurig iicht doen opgaan, maar ook
over nog meer. Daarbij zal blijken, of het mogelijk
is dat één en dezelfde persoon zich de fondsgelden
doet nitkeeren, aan verschillende andere personen
bg overlijden toekomende; of men, zooals beweerd
wordt, anderen zelfs zonder hun voorkennis in der-
gelgfee fondsen kan doen inschrgven, ja in meer
dan één fonds tegelijk. Hier schynen bepaalde mis
bruiken in het spel te zyn geweest, die wel is waar
niets behoeven te bewijzen tegen de voorzorgsmaat-
sohappgen zelve, immers joist zg lijden nadeel
ten gevolge van overeenkomsten, gesloten met con
tractanten, die een onnatuurlijk vroegtgdigen dood
stervenmisbruiken echter, waarvan het in het al
gemeen belang hoogst gewenscht is, dat het even
tueel bestaan aan het üoht kome, opdat er in het
vervolg de noodige maatregelen tegen kunnen
worden genomen.
Nog eene andere zaak trekt hier de aandacht.
Indien het aantal slachtoffers der giftmengster wer
kelijk zoo groot is, als men beweert, hoe is het
dan te verklaren dat zoovele sterfgevallen met
overeenstemmende verschijoselen, waarschijnlijk in
een of ander opzicht afwijkende van de symptomen,
bg de hier te lande gewoonlgk voorkomende ziekten
waar te nemen, konden plaats hebben zonder arg
waan te wekken? Welke ziekte werd in elk geïn
crimineerd geval door den behandelenden geneesheer
als de oorzaak van het overlijden opgegeven? Die
vraag ligt hier te meer voor de hand, omdat men
hier niet 6chijnt te doen te hebben met eene gift
mengster, die de noodige scheikundige kennis bezat
om bg de keoze van het aan te wenden vergif met
groote omzichtigheid te werk te gaan.
Een derde pnnt eindelijk, dat hier overweging
verdient, is het volgende. In een dezer dagen door
het Hoofdbestuur der VereenigiDg voor Lijkver
branding tot de Tweede Earner gericht adres komt
de volgende zinsnede voor: „Immers, behalve de
opmerking dat aan iedere crematie eene gerechtelijke
lgkBohonwing zon moeten voorafgaan (een maat
regel, waaraan, zoo hg inderdaad noodig wordt ge
acht, wat elders niet het geval is, do voorstanders
van Igkverbranding zich zullen onderwerpen), bevat
het antwoord der Regeering niets anders dan de
beweriDg dat de verlangde wetswijziging niet als
een argent onderwerp van wetgeving kan worden
beschouwd."
Ons dunkt, de gesch'edenis der Leidsche vergif
tigingen, voor zoover de daaromtrent tot dusver
bekendgemaakte bjjzond8rh,. ien jniat zijn, leert dat
zelfs lijkschouwing, als algemeene maatregel vóór
elke crematie voorgeschreven, geen voldoenden
waarborg voor het constateeren van eventueele
misdaden oplevert. Er is, naar men zeker weet,
la6t gegeven tot het opgraven van twee lgkjes
van kinderen, die men vermoedt dat eveneens door
vergif omkwamen. Aan znlk een vergiftiging schynt
men bg het overlgden der kleinen volstrekt niet te
hebben gedacht. Zon een gewone lijkschouwing zon
der operatie of althans zonder chemisch onderzoek
van de inwendige deelen die vergiftiging aan het
licht hebben gebracht? Dat is volstrekt niet zeker,
vooral wanneer het waar is, dat een ander familielid
der giftmengster, die ook haar slachtoffer zou zgn,
reeds maanden lang lgdende is aan de gevolgen
van dien moordaanslag. Een vergif, dat, voorzichtig
toegediend, slechts langzaam werkt, is zeker niet
zoo heel gemakkelijk na te sporen.
Zooveel is zeker, dat bg toepassing der Igkver
branding een onderzoek der beide thans opgegraven
lgkjes, en van wellicht nog andere, tot deemmoge-
lykhedon zou behooren. Tenzg nn ban worden aan
getoond, dat bg eene gewone lgksehonwing eene even
tueele vergiftiging niet aan de waarneming had
kunnen ontsnappen, achten wg het hier bedoelde
geval een onwederlegbaar pleidooi ten nadeele der
Igkverbranding. In nog algemeener bewoordingen
komen wg tot do volgende conclnsie: Er kannen
zich gevallen voordoen, waarin lgksehonwing zonder
chemisch onderzoek eenigen tgd na de crematie
onvoldoende blijkt te zijn, en znlk een onderzoek zon
dan natuurlgk onmogelgk zgn geworden.
Intusschen, over al deze punten zal het rechtsge
ding ongetwgfeld voldoende licht doen opgaan. Voor
het oogenblib kan men nog sleohts vooronderstel-
Ienderwyze spreken over deze treurige zaak, die
in meer dan één opzicht kan blgben een „canse
célèbre" te zgn.
LEIDEN, 33 December.
Ala zeer opmerkenswaardig kan worden ge
meld dat den hoefsmid Pierlot, van het 3de regi
ment huzaren, in dezelfde kazerne, waar hg werd
geboren, heden de zilveren medaille voor 24 jaren
trouwen dienst werd uitgereikt.
De nieuwbenoemde 2de luitenants bg de
infanterie worden 27 December beëedigd. Bg het
4de regiment zgn ze ingedeeld als volgtH. P.
C. baron Mulert, bij de 1ste comp. 1ste bat. te
Delft, H. J. Wonninb, bg de lste comp. 4de bat. te
Leideo, eu J. H. Van der Hegge ZyDen, bg de 4de
comp. 5de bat. te Gouda.
Gelgk reedB gemeld is, zal er van 3 April
tot 3 October a. s. in het Crystal-palace te Londen
eene internaiiooale tentoonstelling gehouden worden
van voorwerpen op het gebied van knnst, weten
schap, fabriek- en handwerkB-nij verheid en land
bouw. Het Nederlandsclie hoofdcomité voor deze
tentoonstelling bestaat uit de heeren F. A. T. Del-
prat, oud-minister van oorlog, voorzitter; F. C.
Tromp, 2den voorzitter; mr. II. J. Rikoff, secretaris;
B Van Leer, 2den secretarisA. G. C. Van Duyl,
J. M. Van der Made, J. A. N. Schagen Van
Leonwen, G. Brongers, allen te Amsterdam, dr.
L. Serrurier en dr. D. De Loos te Leiden. Alle
aanvragen enz. moeten gericht worden tot den
ufficiëelen ageut voor Nederland, den heer Ed. Van
Leer, 33 Regnliersbreustraat, Amsterdam.
Gedurende deze week zgn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4575 volwassen
personen en van II12 kinderen.
De deputatie van de officieren van de grena
diers en jagers, die een andientie bij den koning
der Belgen hadden aangevraagd om Z M. voor
de hnn in België betoonde sympathie hnn dank
te betuigen, is door Z. M. ontvangen. Onze gezant
te Brussel, baron Gericke Van Herwynen, verge
zelde hen. De andientie dnurde ruim een halfnnr.
Naar de N. R. Crt. verneemt, kan binnen
weinige dagen een voorstel van wet worden ver
wacht, waarbg bepaald wordt <ïst, indien de sni-
keraccgns over het jaar 1883 niet een zeker bedrag
(men meent, ongeveer 7 millioen) bereikt, dan het
ontbrekende zal worden omgeslagen over de ver
werkte 3de klasse suikers.
De tegenwoordige eigenaren der bnskrnit-
fabruik te Maiden moeten er ernstig over den
ken, voor zichzelf niet tot wederopbouw van de
fabriek over te gaan. Zooals men weet, is hnn
door de Regeering concessie verleend voor den her
bouw, doch in de laatste vergadering van aan
deelhouders is de vraag zeer in den breede be
sproken, of het wel wenschelgk moest geacht wor
den, zelf van de vergunning gebruik te maken.
Naar het D. v. N. verneemt, kon toen echter nog
geen definitief besluit worden genomen.
Te Kampen is in 90-jarigen ouderdom over
leden de heer J. R. Veen Valck, ond-gemeente-
ontvanger aldaar. Hg laat een weduwe na, met
wie hy rnim 67 jaren is getrouwd geweest.
De luit. ter zee 2de kl. H. T. Hoven, uit
Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non
activiteit gosteld.
Het stoomschip „Noord-Holland", van Java
naar Rotterdam, vertrok Donderdag-avond van
Colombo.
De gewone andientie van den minister van
justitie zal Dinsdag a. s. niet plaats hebben.
Z. M. heeft B. J. Bouwmeester Jr., met 1
Jan. a. s., benoemd tot leeraar aan de R. H. B.-S.
te 's-Hertogenbosoh; - aan den arts Otto Edelbrock,
geb. te Gescher, vergunning verleend de genees
kunst nit te oefenen op NederlandBche zeeschepen,
met uitzondering van oorlogsvaartuigen, onder voor
waarde dat hg de wettelgke bepalingen omtrent de
uitoefening der geneeskunst in Nederland stiptelyk
nakome; - den heer D. J. Blok, arts, benoemden
aangesteld tot off. van gez. der 2de kl. bg het
personeel van den geneeskundigen dienst in Ned.-
Indië; - den lsten luit. der inf. B. A. Van der
Zoo De Jong, thans op non-activiteit, op pensioen ge
steld en het bedrag daarvan bepaald op ƒ1350 'sjaars,